Maandelijks archief: april 2018
Den Haag
Remco Campert
.
Een van de dichters die ik al lang lees en waar ik altijd weer door geïnspireerd word is Remco Campert (1929). Een van de eerste dichtbundels (naast de bundels van Jules Deelder) was dan ook ‘Alle bundels gedichten; 1951 – 1970’ uit 1976. Daarna zouden nog vele bundels komen en ook daar heb ik er verschillende van.
Zo ook de verzamelbundel ‘Dichter’ uit 1995. Uit die bundel het gedicht ‘Den Haag’ niet alleen omdat dat mijn woonplaats is maar ook omdat ik aanstaande donderdag met een aantal andere Haagse dichters ga voordragen bij café ‘Mooie Woorden’ in Naaldwijk.
.
Den Haag
.
Overal bevuilde daken
groen koper van kerken
brakke lucht uitgebeten huizen
afgegraasd grasland verwaarloosde zee.
O en de trieste trage gele trams
en het kippevel van de verwaaide straten.
Heel Den Haag was één Panorama Mesdag
elke dag een verregende koninginnedag.
Mijn grootvader ongeschoren
dwaalde als Strindberg door het huis
gevangen in zijn eigen kamerjas.
En zo speelziek en verlegen als ik was
met mijn kleine rubberdolk
beheerste dolleman
pleegde ik sluipmoord op een schemerlamp
of op zolder het oude lila kussen.
.
Zomerse initiatieven
Poëzie in de zomermaanden
.
Voor dit blog ben ik altijd op zoek naar opmerkelijke poëzie onderwerpen, de mooiste en interessantste gedichten en dichters en nieuwe initiatieven op het gebied van poëzie.
Daarom stel ik jullie bij deze de volgende vraag: Organiseer je in de zomer een nieuwe of opmerkelijke poëzieactiviteit of weet je van een nieuw initiatief op poëziegebied deze zomer, laat me dit dan weten. Het liefst met een link, een groep of een naam van degene die daarin actief is of gaat zijn.
Zeker voor nieuwe initiatieven is het belangrijk dat er bekendheid aan wordt gegeven, laat mij je daarbij helpen. Het betreft hier dus geen structurele activiteiten of poëziepodia die in de zomer doorlopen (dat mag je me ook laten weten maar het is niet wat ik hiermee beoog).
Dus ga je taarten met poëzie bakken, ga je met bijzondere groepen aan de gang of op bijzondere plekken, ga je de connectie aan met beeldende kunst, dans of een andere kunstvorm, ga je op tournee met gedichten of weet je nog een ander interessant voorbeeld? Je weet me te vinden.
.
Zomeravond
Weer niets gedaan.
En weer was alles vergeefs vandaag.
Ik zocht een verre plek om onder de mensen te blijven.
Een zuivere merel heeft zich daarnet in mijn oren geknoopt
En langzaam zijn de ogen van een vrouw over me heen gegaan
Als veel lauw water ’s avonds van een zomerregen.
En slapende paren, mijn ouders misschien, hebben vandaag gehoopt
Op mij, en sloom en treuzelend zijn zij uit mij opgestaan
Als kinderen ’s ochtends voor ze naar beneden gaan
Om er te spelen met de wijzers van de klok.
Weer niets gedaan.
Dan dit geluk dat mij wordt aangedaan.
.
Leonard Nolens, uit de bundel “Tweedracht’ uit 1996.
.
Er staat nog een stoel
Marijke Hooghwinkel²
.
Afgelopen vrijdag kwam ik Marijke Hooghwinkel tegen bij een voordracht in Breda. Thuis gekomen nam ik haar bundel ‘er staat nog een stoel’ er weer eens bij die ze in oktober 2016 publiceerde bij uitgeverij MeerPeper. Het was de wens van Derrel Niemeijer, de ons helaas ontvallen dichter en naast Lea Theunissen, medeoprichter van de uitgeverij, om Marijke bij MeerPeper te laten debuteren.
Marijke is autonoom beeldend kunstenaar, dichter, schrijver en ze organiseert het 1m² Podium. Een van haar thema’s is Onderweg en Ruimte. In de bijzonder fraai en met zorg uitgegeven bundel ‘er staat nog een stoel’ staan 28 gedichten, allemaal zonder titel en allemaal persoonlijk van toon zoals ook het volgende gedicht.
.
waar realiteit
lekt
vallen kelders
.
hier blijf ik staan
op de
.
drempel
.
zie ik jou in mij zie ik
mij in jou wij ballen ons
samen
.
hier blijf ik staan
naar andere diepten
waar jij zult verlangen
naar mij
.
of zal ik deze spiegel metéén
leegvegenwant
jij kijkt vanuit jouw taal
.
mijn blik kruist ooit
vooruit met jou mee
…
.
Borg
Sabine Kars
Ik ben mogelijk
Maud Vanhauwaert
.
De Vlaamse dichter Maud Vanhauwaert (1984) is schrijver en theatermaker. Ze behaalde een masterdiploma Taal-en Letterkunde aan de universiteit van Antwerpen en een masterdiploma Drama aan het Conservatorium van Antwerpen, waar ze nu zelf doceert. Voor haar poëziedebuut ‘Ik ben mogelijk’ (2011) kreeg ze de Vrouw Debuut Prijs, voor haar bundel ‘Wij zijn evenwijdig’ (2014) de Hughues C. Pernathprijs en de Publieksprijs van de Herman De Coninck- wedstrijd. In haar werk zoekt ze naar speelse theatrale vormen om poëzie publiek toegankelijk te maken. Met haar performances trad ze op, op radio en tv, in binnen en buitenland. In 2018-2019 is ze stadsdichter van Antwerpen.
Uit haar bundel ‘Ik ben mogelijk’ een gedicht zonder titel.
.
jonge mensen die zwijgen
slappe ballen onder een stijve
lage slingers bij een verjaardagsfeest
waar zijn de moeders
die vragen hoe het is geweest
.
in deze stad waarin ze met moeite de maand neertelt
het aangeraden gebak, zonnebrillen metallisch groen
van keverschilden, vraagt ze: ik ben alleen
.
en hoewel de lucht zalmroze
we vrijelijk kunnen spreken dus van luchtroze zalm
zeg ik domweg ja, de stad is steeds
.
en dan de putjes in haar lach
alsof in elke wang een nietje zat
.
Vondelingskens
Alice Nahon
.
In de kringloopwinkel kocht ik voor 30 cent een bundeltje van een, in Nederland, redelijk onbekende dichter Alice Nahon (1896 – 1933). Deze Antwerpse had een Nederlandse vader en een Vlaamse moeder en groeide op in Oude God (gemeente Mortsel, de naam Oude God zou volgens sommige bronnen verwijzen naar een verdwenen Romeins heiligdom dat gelegen was aan de heirbaan Bavai-Utrecht).
Haar gedichten getuigen van liefde voor de natuur, bewondering voor eenvoudige dingen en verdriet om eigen en andermans leed. Van haar bundels ‘Vondelingskens’ en ‘Op zachte vooizekens’ met eenvoudige, gevoelige, weemoedige verzen werden 250.000 exemplaren verkocht.
De bundel ‘Vondelingskens’ kocht ik dus. Uit 1947 is mijn exemplaar (dus van ver na haar overlijden) in een 21ste druk. Haar poëzie doet tegenwoordig heel gedateerd aan maar is op zichzelf fraai te noemen. In het gedicht ‘M’n poëzie’ beschrijft ze hoe ze naar haar eigen poëzie kijkt.
.
M’n poëzie
.
O! Snaren van m’n jonge ziel
Ik voel uw trillen zacht,…
Wijl ’t woordje op u nederviel,
Dat door m’n tranen lacht
O! Zacht en zangerige woord
Waarin ik peerlen vind,
Hebt ge m’n vreugde niet gehoord
Toen ‘k worden mocht uw kind ?
O Gij, die m’n gedachtjes kust
En wiegt m’n droefenis
’t Is of m’n innerlijke rust
Door u beveiligd is.
O lieflijkheid! o zanggetril!
Verwarm het harte mijn
Dat arm… verlaten hart, en wil
M’n eeuw’ge rijkdom zijn.
.
Atomenplukker
Een recensie
.
Van Irene Siekman, de drijvende zeg maar stuwende kracht achter de Poëziebus, kreeg ik de bundel ‘Atomenplukker’ toegezonden. Deze bundel van Sven de Swerts is de eerste uitgave van Uitgeverij Bunker.
Uitgeverij Bunker is een nieuwe uitgeverij die zich richt op podiumpoëzie waarbij de nadruk ligt op dichters die buiten de bestaande kaders vallen en zich ook op het podium positief onderscheiden: Ondergronds en welluidend.
Nu ken ik Sven de Swerts een beetje en ik heb hem ook op het podium bezig gezien, welluidend is zeker op hem van toepassing. Nu zul je je misschien afvragen hoe podiumpoëzie zich verhoudt tot een bundel van papier. Juist door de richting die Uitgeverij Bunker kiest (ondergronds en welluidend) is de poëzie van de dichter(s) spannend en uitdagend. Zo ook deze bundel maar daarover straks meer.
De bundel is goed uitgegeven, dat wil zeggen eigentijds, modern, goede vormgeving en de uitgever heeft zelfs in het colofon een passage opgenomen over het interpunctiegebruik. Vierentwintig gedichten waarvan maar liefst twaalf gedichten samen zijn geschreven met andere dichters. En dat zijn niet zomaar de eerste de beste: Alja Spaan, Runa Svetlikova, Nick J. Swarth, Nils Geylen, René van Densen, Elbert Gonggrijp, Walter Ligtvoet, Rik van Boeckel en John Brains.
De gedichten in de bundel zijn soms ongrijpbaar, onconventioneel, rauw in de zin dat de Swerts geen blad voor de mond neemt. Soms helpen de titels van de gedichten je bij de betekenis van het gedicht en bij andere weer voegen ze juist wat extra mysterie toe aan de tekst van het gedicht.
Het is poëzie die je moet horen, dus hardop voorlezen en luisteren. Maar ook bij herlezing komt de bedoeling van de dichter dichterbij. Titels als ‘scheldklier’, ‘atomenplukker’ en ‘exportvlees’ maken dat je nieuwsgierigheid wordt gevoed.
In de begeleidende brief schrijft de uitgever: Uitgeverij geeft graag een voorzet (eigen kwaliteitsnormen ontwikkelen) en verwelkomt ook secundaire literatuur op het gebied van de (podium)poëzie. Ik kan dat alleen maar toejuichen, er is een gat dat gevuld kan worden en als dat gebeurt door middel van dit soort uitgaven voorzie ik een mooie toekomst voor Uitgeverij Bunker.
Uit ‘Atomenplukker’ koos ik het gedicht ‘Verzamelwoede’.
.
Verzamelwoede
.
Ze heeft verzamelwoede
in elke hoek van het huis staat een man
.
Ze leest boeken als mensen uit.
Verslindt specimens zoals trainers kooien
voor monsters. Monsters van mannen
die ze het liefst als een boek vastbindt
.
– een esoterische aanslag op je liezen pleegt
.
sproetje per sproetje aaneen hecht,
ervaringen uitschilfert, je geheugen overschrijft,
je rug lief brandmerkt.
.
Ze wil meer mannen die meer muren bouwen voor nog meer mannen
tot de ruimte vol is, alles in haar omgeving rondom haar circuleert.
.
Ze degusteert boeken als woordenkrabbers
elke letter iemand die ze heeft maar nooit zal kennen.
.
En toen kwam ik Sven op 6 april tegen bij poëziepodium De Groene Fee in Breda, waar we beide zouden voordragen. We hadden het over deze recensie en hij vertelde lachend dat ik maar de helft van het gedicht had geplaatst. En inderdaad, op de volgende bladzijde ging het gedicht nog door. Het schaamrood stond mij op de kaken en daarom, hier het tweede deel dat gewoon als een achter het eerste deel gelezen dient te worden.
.
Haar hart is onbewoonbaar verklaard
een ongeschikte calamiteit van vroeger
tussen onafgewerkte droomlagen
half zand half suiker.
.
Hier ligt ze dan als aanhang van uitgekomen
dromen, een prinses in een verkeerd sprookje
een nummer op een handpalm.
.
Tot iemand anders haar bewoont
en zij vergeten in mannenresten
krijgt wat zij altijd wilde.
.
Ze is verzamelwoede
in elke hoek van het huis staat een man.
.
.
Directory
Conceptuele poëzie
.
Omdat ik een stuk las over conceptuele kunst en poëzie ging ik op zoek naar vormen van conceptuele poëzie. Op de website https://www.poetryfoundation.org kwam ik een bijzondere vorm tegen van de conceptuele dichter Robert Fitterman (1959). Fitterman schreef vele boeken over conceptuele poëzie waaronder bundels met intrigerende titels als ‘No. Wait. Yep. Definitely Still Hate Myself’, ‘Holocaust Museum’ en ‘I Love You Forever, No Matter’.
Het gedicht ‘Directory’ is een doorlopend onderdeel van het epische Metropolis-gedicht van Robert Fitterman, dat het consumentistische stedelijke landschap door middel van de gevonden taal onderzoekt. Een directory van een niet bij naam genoemd winkelcentrum, aan elkaar gelust met poëtische zorg voor vorm, metrum en geluid. Fitterman’s namenlijst van bedrijven in een winkelcentrum lijkt net zo verdovend, dood en saai te zijn als de winkelcentrum-ervaring zelf, waarbij hij de waarheid uitdrukt in de non-expressiviteit van zijn taalkundige onderwerp.
.
Directory
.
Macy’s Hickory Farms
Circuit City GNC
Payless ShoeSource The Body Shop
Sears Eddie Bauer
Kay Jewelers Payless ShoeSource
GNC Circuit City
LensCrafters Kay Jewelers
Coach Gymboree
H&M
RadioShack
Gymboree The Body Shop
Hickory Farms
Coach
The Body Shop Macy’s
Eddie Bauer GNC
Crabtree & Evelyn Circuit City
Gymboree Sears
Foot Locker
Land’s End
GNC H&M
LensCrafters Kay Jewelers
Coach Land’s End
Famous Footwear LensCrafters
H&M Eddie Bauer
Cinnabon
LensCrafters
Foot Locker RadioShack
GNC GNC
Macy’s Sears
Crabtree & Evelyn Crabtree & Evelyn
H&M
Cinnabon
Kay Jewelers
Lands’s End
.
Atlas van de tijd
Anneke Wasscher
.
Dichter Anneke Wasscher (1946) schrijft vanaf eind 2007 serieus gedichten. Ze deed regelmatig mee aan schrijfwedstrijden en poëziewedstrijden en won daar regelmatig prijzen mee. Niet dat ze het daarvoor deed, ze was vooral nieuwsgierig naar de reacties van lezers, juryleden en andere vakmensen. Haar werk werd in meer dan zestig verzamelbundels gepubliceerd en nu is er dan haar debuutbundel als solo dichter getiteld ‘Atlas van de tijd’.
Ik ken Anneke onder andere van haar deelname aan mijn eigen dichtwedstrijd (samen met de uitgeverij De Brouwerij) waar ze de tweede prijs behaalde in 2011, de Ongehoord! Gedichtenwedstrijd (die ze won) in 2013 en van haar optreden in Maassluis waar ik haar samen met Alja Spaan vroeg voor te dragen, een gedenkwaardig optreden was dat.
Bij uitgeverij Kontrast dus nu haar debuutbundel. Volgens de tekst op de achterkant is de rode draad die hoor haar gedichten loopt de droefheid van het voorbijgaan. Na lezing van de bundel zou ik daar toch graag iets aan toevoegen namelijk het verlangen. In het eerste hoofdstuk met name komt het verlangen naar de liefde, het samenzijn en naar het verlangen zelf regelmatig terug.
Over het algemeen kan ik het wel eens zijn met de omschrijving ‘droefheid van het voorbijgaan’ maar toch is het geen bundel vol treurnis. Anneke Wasscher weet als geen ander in begrijpelijke taal haar onderwerpen zo te verdichten dat het eerder tot herkenning leidt of begrip en zeker niet tot een mistroostige droefenis.
Schijnbaar zonder moeite behandeld ze ook zware onderwerpen, de dood, psychische problemen, de eenzaamheid, de onomkeerbaarheid van het ouder worden. Het zijn gedichten om te lezen als je zelf met dergelijke situaties te maken hebt of mensen kent die hiermee te maken hebben, ze bieden troost en het gevoel dat je niet alleen bent in die eenzaamheid, de aftakeling en het uiteindelijke sterven.
In het laatste hoofdstuk nog enige gedichten over plekken die Anneke Wasscher geïnspireerd hebben waaruit blijkt dat ze een goed kan observeren. Die observaties weet ze vervolgens in fijne poëzie om te zetten.
‘Atlas van de tijd’ is een bundel die raakt, die je meevoert en die zorgvuldige en fijne poëzie bevat. Een prachtig en terecht debuut.
.
bezoekuur
.
de oprijlaan doet geen beloftes meer
aan iemand die een uitweg zoekt
de hoop wordt in de kiem gesmoord
door elke regel die de wurggreep kent
.
het huis hecht aan rechtlijnigheid
de strakke vormen uit verleden tijd
een zaal houdt vast aan binnenpijn
het is de prijs voor anders zijn
.
een zachte hand op huid en haar
de warme kus die wordt herhaald
het antwoord altijd onverwacht
een lach die op herkenning lijkt
.
de traagheid van bewegingen
wanneer je oude lichaam vraagt
om onvoorwaardelijk dichtbij
.
ik reik naar jou zo ver ik kan
soms ben ik meer alleen dan jij
.
Dichter van de maand april
Sabine Kars
.
De dichter Sabine Kars ken ik al jaren. Eind 2012 stonden we al eens samen op een podium met andere dichters in Brielle, ze werd 3e bij de eerste Ongehoord! gedichtenwedstrijd met het gedicht ‘Thuisfront’, ze trad als dichter op in het Witte Kerkje in Maassluis op mijn verzoek, we werden beide uitgenodigd door Greta Lugtmeier bij de presentatie van haar bundel ‘Onderstroom’ in 2015 en ik werd door haar en Mas Papo als eerste studiogast uitgenodigd bij hun prachtige radioprogramma bij B-FM met als titel ‘Over poëzie en muziek’ https://www.overpoezieenmuziek.nl.
Sabine Kars heeft zich door de jaren heen ontwikkeld als een zeer boeiende en bijzondere dichter. Ik plaatste al eerder gedichten van haar op dit blog en deze maand dus elke zondag een gedicht van haar hand. Vandaag als eerste een gedicht ‘A capella’.
.
A capella
.
ik zag je gaan
in jouw allerlaatste huid
en buiten werd het almaar kouder
.
je wilde weg uit dit huis waar je
nergens kon dansen, nergens kon huilen
nu staan je ogen te huur
.
ergens moet er iets vergeten zijn
maar niet het grafieten baden
in een ontluisterende jeugd
.
er was niets om voor te blijven en
onder het aanhoudend stijgen
van heliumgevulde huizen
raak ik ook jouw woorden kwijt
.
je glazen vragen die herhaalden
de verhalen op de vlucht
was je toen al weg?
.
nu waai je uit
en hoor ik enkel nog
het schudden van een rusteloze taal
.
wat rest
is het telkens weer
het telkens weer gaan zingen
.
en de bloemen die zich roeren
wie weet is het de laatste dag
.














