Maandelijks archief: mei 2018
Reuring
Kwijt
.
Op zaterdag 26 mei zal ik voordragen op het sympathieke poëziepodium Reuring van Alja Spaan in Alkmaar. Hans Marijnissen presenteert zijn nieuwe bundel Honger, Dorst & Verlossing, verder zullen optreden de dichters Elly Stolwijk, Peer van den Hoven en Conny Lahnstein.
Zaterdag 26 mei in de Aikemazaal van Koekenbier aan de Kennemerstraatweg 16 in Alkmaar. Aanvang 16.00 uur, toegang gratis.
Deze laatste dichter Conny Lahnstein (1960) is naast dichter ook zangeres, artiest en beeldend kunstenaar. Van haar hand alvast een voorproefje, het gedicht ‘Kwijt’.
.
Kwijt
.
Mijn bril is zoek, hij zou hier moeten
liggen, tussen mijn kleren of misschien
de handdoeken, daar waar ik de haarspeld
vond die gisteren nog spoorloos was.
Zonder bril zoek ik naar mijn sleutels, vind
ze niet in mijn jaszak of het laadje, niet in
mijn tas of onder de mat. De code van mijn
pas vraag je, die ben ik alweer vergeten.
Ik zou het moeten weten, net als de naam van
dinges, je weet wel, waar we laatst nog waren.
En die ene CD zit niet in het hoesje. Nog een
zoekgeraakt stukje dan is de puzzel compleet.
De tijd laat zich vinden.
.
Kyrielle
Versvormen
.
Ik heb al vele versvormen behandeld en beschreven op dit blog maar de Kyrielle is wel een bijzondere. Door de terugkerende herhaling lijkt deze vorm al snel op een kinderliedje, gedram of een carnavalsnummer (of elke andere vorm die je erbij kunt bedenken).
De Kyrielle stamt uit het middeleeuwse Frankrijk waar ze door troubadours werden gezongen en is ontstaan uit de kerkelijke smeekbede kyrie eleison (heer ontferm u). De Kyrielle bestaat steeds uit twee herhalende regels in het rijmschema AA, AA, AA. Het metrum bestaat meestal uit vier jamben.
.
Antoinette Sisto
Herinnering
.
Vandaag zou, de vorig jaar veel te jong gestorven dichter, Antoinette Sisto (8 mei 1963 – 7 juli 2017) jarig zijn geweest. Haar overlijden laat nog altijd een gat achter bij degene die haar hebben gekend.
Als eerbetoon aan een bijzondere vrouw en prachtig dichter wil ik daarom vandaag een gedicht over haar van de dichter Stanislaus Jaworski met jullie delen.
.
Antoinette Sisto
.
Nu zij weg is kan zij overal zijn
op mijn linker- en mijn rechterschouder
telt ernstig mijn goede daden en trekt
tong uit haar mond de slechte ervan af
Voor mij uit op straat, op het plein
haar loopje wordt herkend
tot zij in de drukte verdwijnt
onderweg naar ergens
Ik zie haar gezicht in de wolken
hoor haar stem bescheiden spreken
zingen van engelen die vanavond
niet zullen vliegen, want zij
zal als altijd bij me zijn
zacht voor mij als watten
.
Uit mijn boekenkast
De 100 beste gedichten van 2014
.
Uit mijn boekenkast heb ik vandaag de bundel ‘De 100 beste gedichten’ gekozen door Ahmed Aboutaleb voor de VSB poëzieprijs 2014 genomen. Bladerend door deze bundel kwam ik een voor mij nog onbekende dichter tegen Maria de Groot.
Ze staat met 1 gedicht vermeld in de bundel en dat is getiteld ‘Adagio’. Het gedicht komt uit de bundel ‘Venetiaanse gedichten’ uit 2012.
.
Adagio
.
Ik woonde op de brug van de frambozen
en mocht daar in de nacht de sterren tellen.
Ik kon hun aantal in het water lezen.
Zij hadden mij voor deze taak gekozen
omdat ik verder durfde overhellen
dan zij die als de dood de diepte vrezen.
Soms wist ik niet meer waar ik was gebleven,
begon mijn arbeid, met geduld bemeten,
opnieuw te midden van de glinsteringen.
Ik ben alleen. Ik lijd een dubbel leven.
Ik kan bij dag de vruchten niet vergeten
die in de duisternis te rijpen hingen.
.
Dichter van de maand mei
Alja Spaan
.
Ik ken Alja Spaan al jaren, sinds ik ooit haar weblog ging lezen, daar met enige regelmaat reacties op achterliet, zij mij haar vriendelijke lezer noemde en we uiteindelijk in 2010 samen een dichtbundel publiceerden ‘Je hebt me gemaakt met je kus’. Daarna bleven we elkaar volgen en zien bij optredens, bij Reuring in Alkmaar, bij Ongehoord! in Rotterdam en Maassluis. Tegenwoordig schrijft ze nog altijd dagelijks een gedicht op haar website http://aljaspaan.nl
Binnenkort, op 26 mei, mag ik weer bij haar komen voordragen op haar onvolprezen podium Reuring, in de Alkemazaal van Koekenbier aan de Kennemerstraatweg16, aanvang 16.00 uur. Maar tot zover de dienstmededelingen.
Alja is dus in mei dichter van de maand. Zolang ik haar ken weet ze me al te raken en plezieren, te verwonderen en te inspireren met haar taal. Ze schrijft op haar heel eigen wijze, in gedichten van steeds twee zinnen die achter elkaar door het best gelezen worden want de zinnen lopen door, daar waar je het meestal niet verwacht en toch weer wel.
Ze schrijft met compassie, haar onderwerpen zijn van dichtbij haar, haar moeder, haar kinderen, kleinkind, haar omgeving. En in 2011 publiceerde ze de bundel ‘de hand de beweging laten maken’ brieven en gedichten over W. Deze W. was haar vriend en al de gedichten die over hem gaan heeft ze samen gebracht in deze mooie bundel.
Als eerste gedicht van de nieuwe dichter van de maand heb ik gekozen voor het slotgedicht in deze bundel ‘epiloog, a performance’.
.
epiloog
.
a performance
.
Als het daar zou staan, ik zou willen dat het
Weg ging
.
Als het daar zou liggen, ik zou het wegduwen
Of gewoon hoog
.
Daarover heen stappen, de lucht van
Zilveren druppels
.
De grond zwaar van dat zilver en dat nat en
Dan, ik zou
.
Niet omkijken, grote stappen zou ik maken
En het zou niets
.
Uitmaken, wel? het zou niets schelen, het zou
Eindeloos
.
Duren voordat het bladerdek droog geworden
Wegwaaien zou
.
En als goud weer voor je voeten zou dwarrelen
En eindeloos
.
Voordat ik het lezen kon, als het daar zou staan
Liggend in de
.
Stap van mij hoge benen, dat je van me hield
Dat je van me hield
.
Geheim agent
Tonnus Oosterhoff
.
De dichter, schrijver Tonnus Oosterhoff (1953) debuteerde in 1990 met de bundel ‘Boerentijger’. Inmiddels is hij vele bundels en verschillende belangrijke literaire prijzen verder. Zo ontving hij o.a. de Multatuliprijs, de Jan Campertprijs, de VSB Poëzieprijs en de P.C. Hooft prijs voor zijn hele oeuvre. In zijn debuutbundel las ik het gedicht ‘Geheim agent’ en daaruit blijkt de onderkoelde humor die hem zo kenmerkt.
.
Geheim agent
.
Alles heb ik geregeld: de valse naam
en het hotel waar niemand ons zou zoeken.
Zijn spierkracht, dat hij klein was, niet veel sprak,
zijn gladde bruine zolen heb ik zelf bedacht.
De rust waarmee hij alles met me deed
om me tot een bekentenis te dwingen.
Stroomstoot, ijslikeur, bamboe, valse hoop:
hij was een meester in het derdegraads verhoor.
Toen ik vertrok had ik gezworen wat hij wou.
Ik had gemoord, verraden en gelogen,
en meer getierd dan hij ooit had gehoord
en toegegeven: deze ontmoeting vond nooit plaats.
.
Het klein heelal
April op de Veluwe
.
Uit mijn boekenkast vandaag de bundel ‘het klein heelal’ uit 1970. Een bundel moderne gedichten voor het voortgezet onderwijs, samengesteld door H. Doedens en P. Maassen. De titel komt uit een gedicht van H.W.J.M. Keuls. De samenstellers hebben zich bij hun keuze laten leiden door de liefde voor de eigentijdse letteren. Zij wagen het, zo stellen ze, een bloemlezing van merendeels nog levende dichters samen te stellen want, de jeugd herkent zich het best in de uitingen van tijdgenoten. Je vraagt je af hoe zo’n bundel er heden ten dage uit zou zien.
In een aantal hoofdstukken met titels als Fantasieën, Bloemen en dieren, Het Vaderland, Het leven van alledag, De dood, De seizoenen, De religie en Epische gedichten staan de bijna 200 gedichten gerangschikt. Gedichten van bekende namen maar ook van minder bekende namen als Edmond de Clerq, Alette Beaujon, W.S. Noordhout en Willem Enzink.
Ik koos voor een, mij onbekende, dichter namelijk Jo Landheer met het gedicht ‘April op de Veluwe’.
.
April op de Veluwe
.
In andre streken is ’t nu volop voorjaar.
Daar staan nu al veel bomen in een zacht,
Pril waas van groen en gaat jong gras ontspruiten.
Verblindend trilt er de ijle bloesempracht.
.
Hier blijft het donker op de stille heide,
Die nog van winterkoude lijkt verstard.
Vaal en verlaten liggen de stuifzanden
En al het loofhout ziet nog kaal en zwart.
Maar meer dan naar het liefelijkste op aarde
Trekt naar dit stugge land mijn hele hart.
.
Lijsterbessen
Over de dichtkunst
.
Over poëzie en de dichtkunst zijn vele gedichten geschreven, er zijn zelfs bloemlezingen over verschenen. Ook ik heb er enkele gedichten over geschreven. In de bundel ‘Herinneringen aan het onbekende’ een keuze uit eigen werk van Rutger Kopland uit 1966 staat het prachtige korte gedicht ‘Lijsterbessen’ met precies dit als thema.
.
Erger Lijsterbessen
.
De dichtkunst beoefenen is
met de grootst mogelijke zorgvuldigheid
constateren dat bijvoorbeeld
in de vroege morgen
de lijsterbessen duizenden tranen dragen
als een tekening uit de kindertijd
zo rood en zo veel.
.













