Categorie archief: Erotische poëzie

Liefde

Max Dendermonde

.

Een dichter waar je tegenwoordig nog maar zelden iemand over hoort is Max Dendermonde (1919-2004). Max Dendermonde is het pseudoniem van Hendrik Hazelhoff. Ik schreef al een paar keer over hem, in beide gevallen betrof het erotische gedichten uit zijn bundel ‘Soms een paar uur van tweezaamheid’ uit 1987. Dendermonde schreef echter ook andere poëzie. Zo publiceerde hij in 1954 de bundel ‘Tot zover voorlopig’ en in die bundel staat een sonnet getiteld ‘Liefde’.

.

Liefde

.

De dingen hebben soms een zelfde naam:

een lichte kus, elkaar verwilderd bijten,

zacht mokken, blindelings met huisraad smijten,

vreemd, het valt alles onder liefde saam.

.

Wie liefheeft en daar langzaam aan gewent,

ontdekt verbijsterd achter maan en rozen

het kleine strijdperk van twee tomelozen,

waar men elkaar om beurten tart en temt.

.

Eerst zacht van zin, later snel uitgestoeid,

elkander prikkelen, dan ronduit haten,

en ouder wordend: zacht weer, en vermoeid.

.

Zó gaat het ons, misschien in milder mate…

Twee slingerplanten in één wilde groei,

die ondanks alles elkaar niet verlaten.

.

Mmmm… zei zij

100 erotische gedichten

 

Het leuke van verzamelbundels rondom een thema is dat je van allerlei gedichten over dat thema bij elkaar hebt, in allerlei stijlen, van (soms) over de hele wereld en van oude gedichten tot gedichten van dit decennium. Dit gaat ook op voor de verzameling erotische gedichten uit de wereldliteratuur, samengebracht door Koen Stassijns en Ivo van Strijtem onder de titel ‘Mmmm… zei zij’ 100 erotische gedichten uit de wereldliteratuur.

Een overzicht dat begint bij Sapho van Lesbos (ca. 630 voor Christus) via Imru I-Qays (ca. 500-540), Francois Villon (1431-1463?), William Shakespeare (1564-1616), Walt Whitman (1819-1892), Aleksander Blok (1880-1921), Henrik Nordbrandt (1945-2023)) tot aan Krisztina Tóth (1967) en nog vele, vele anderen. De enige Nederlandse (Nederlandse Antillen) vertegenwoordiger is Tip Marugg (1923-2006).

“De bundel combineert erotiek en poëzie van vroeger tot nu, van zoetgevooisd tot vuilgebekt, van zinnenstrelend tot zinnenbeukend. Hier wordt gepaard, gekruist en omarmend gevrijd, in een kwatrijn, een sonnet of gewoon op de mat of in bed. Spelen en overspelen, daar draait het allemaal om, en om de speeltjes, groot en klein.” aldus de achterflap.

Wat ik erg leuk vind is dat er dichters in deze bundel zijn opgenomen waarvan ik nooit gedacht had dat ze zich aan erotische poëzie hadden gewaagd. Een voorbeeld hiervan is de Zuid Afrikaanse dichter Antjie Krog (1952). Van haar hand is een gedicht opgenomen met de beginzin ‘We zijn alleen in de sauna’ dat werd genomen uit haar bundel ‘Om te kan asemhaal’ uit 1999 in een vertaling van Robert Dorsman.

.

We zijn alleen in de sauna

jij denkt dat ik hetero ben omdat ik getrouwd ben

ik wéét dat jij een taai suburban heterokoekje bent

ik haak mijn bh los en draai me op mijn buik

ineen puil jij uit je zwempak

je ongebruinde delen hoogtepunten in de stoom

je borsten bobbelen in een satijnen glans van zweet

mijn hele vagina rukt naar boven

ik lig sprakeloos toegezwollen

argeloos tuimelen je celluliteloze benen open

en ik voel dat ik ga flauwvallen

zoals mijn tong al

pindakaas uitsmeert op een snee honing

.

De Griekse liefde

Doris

.

In de loop der jaren zijn er vele vertalingen van klassieke dichters en gedichten gepubliceerd. Denk aan Ovidius’ (43 v.Chr. – 17 na Chr.) ‘Amores’ in een vertaling van Marietje D’Hane-Scheltema, Sappho (ca. 625 tot 565 voor Chr.), Gaius Valerius Catullus (±84-54 v.Chr.) en Quintus Horatius Flaccus (65 tot 8 voor Christus). Daar kan ik vandaag een uitgave aan toevoegen op dit blog en wel de bundel ‘De Griekse liefde’ honderdvijftig epigrammen, redactie door Paul Claes en Mon Nys en vertaald door Paul Claes uit 1997.

De Griekse liefde is een bloemlezing van de mooiste epigrammen van de Griekse en Byzantijnse dichters die schreven tussen 500 voor en 500 na Christus. In deze bundel wordt ernst afgewisseld met humor, krasse spotgedichten en ontroerende grafschriften met heteroseksuele lyriek en pederastische erotiek. De oude Grieken namen geen blad voor de mond en dat blijkt uit bijvoorbeeld dit korte gedicht:

 

Wens

.

Ik wou dat ik de wind was:

jij wandelde op het strand

met je beide borsten bloot

en ik blies er zachtjes in

.

Of deze:

.

Afgang

.

Slapen al aardig grijs,

lul lam tussen de benen,

ballen buiten dienst.

.

Mooie oude dag!

Neuken? Kennen we nog wel,

kunnen we niet meer.

.

Maar er staan ook meer romantische liefdes gedichten in deze vermakelijke bundel. Sommige erotisch of expliciet seksueel en andere weer heel onschuldig. Van de erotische poëtische gedichten hier ‘Doris’.

.

Doris

.

Ik spreidde haar roze dijen

open en ik verzonk in haar

bloem als een god.

.

Met haar ranke benen om me heen

rende ze zonder te verflauwen

de wedsloop van de liefde

.

met smachtende ogen die braken

en dekblaadjes die wild

sidderde in de storm

.

tot onze witte waanzin

was uitgewoed en zij slap lag:

een lam lichaam.

.

 

Hoveling bij nacht

Jolies Heij

.

Het is al weer even geleden dat ik een erotisch gedicht plaatste dus dacht hop met de geit. Op zoek kwam ik onder andere op de website Easytoys. Zij organiseerde in 2019 een erotische gedichtenwedstrijd. Verder op de website niets meer over gevonden, ik vraag me dan ook af of daar iets poëtisch uit voort is gekomen. Verder zoekend kwam ik op de website Poëzie verrijkt het leven en daar kwam ik een gedicht van Jolies Heij (1964) tegen. Jolies ken ik al lang, van de Poëziebus-tour 2019, Dichter bij de bar (2014) en verschillende poëziepodia.

Het gedicht ‘Hoveling bij kaarslicht’ gaat over een ‘slechte man’. Jolies Heij geeft toe, dat zij weleens een relatie heeft met een slechte man. Dit moderne sonnet verscheen in de bundel ‘Van het Oosterdok 2014’.

.

Hoveling bij kaarslicht
.
We huisden in het café bij regen:
een nurkse buikdanseres probeerde
een spreekpop uit. Verderop lagen
massagraven te weken. De kroegbaas

jammert alsof ik hem versta. Even later
wil hij dineren bij kaarslicht, daarna
de wax op mijn billen laten sissen.
Ik vraag of het normaal is dat mijn

kozakkenman een laars in mijn mond plant
giftig zaad in mijn tepelkloven spuit.
Soms praten wij met elkaar. Als hij het

doet, doet hij het zeker en vlug, al is
de afwerking wat stug. Normaal is het
niet, zegt mijn hoveling, maar wel nobel.

.

Lijfelijkheid

Alja Spaan

.

Het thema van de Poëzieweek 2025 is ‘lijfelijkheid’ en in de Volkskrant schrijft Geertjan de Vught vandaag een aardige column over dit thema. Ook doet hij een aantal aardige suggesties voor dichtbundels die je kan kopen om zo aan het Poëzieweekgeschenk ‘Plakboel’ te komen van Charlotte Van den Broeck. Ook een aanrader trouwens, ik heb de afgelopen dagen verschillende opnames van haar gezien waar ze de gedichten voordraagt en die zijn, meer dan zeer de moeite waard.

Nu zat ik nog even aan het thema te denken en kwam toen tot de conclusie dat de bundel ‘Je hebt me gemaakt met je kus’ die ik in 2011 samen schreef met dichter Alja Spaan (1957) eigenlijk heel veel raakvlakken heeft met dit thema. Deze bundel heeft de liefde in al haar verschijningsvormen als thema. Dus de romantische liefde, de hoofse liefde, maar ook de lichamelijke, lijfelijke en erotische liefde.

Daarom heb ik deze bundel nog maar weer eens ter hand genomen en al bladerend heb ik gekozen voor een toepasselijk gedicht bij het thema van deze Poëzieweek. Het betreft hier het gedicht ‘Sense’ van Alja Spaan.

.

Sense

.

morgen mag ik met mijn hoofd in jouw schoot

zeg je

en hoe vergaan de glorie was van deze hoofdstad

vuilnis op de straten

maar hoe aardig de mensen ook hier

en ik vertel je

hoe iemand binnenloopt en wijst en zegt

doe mij maar die

en die

en die

en me duizend contant betaalt

en je streelt mijn haar

ik knoop je broek los

.

Midden op de weg

Carlos Drummond de Andrade

.

Op zoek naar een gedicht zat ik te bladeren in ‘A thing of beauty’ de bekendste gedichten uit de wereldliteratuur uit 2005, samengesteld en ingeleid door Menno Wigman en Rob Schouten. Ik kan deze bundel iedereen aanraden hoewel er voor de doorgewinterde poëzielezer wel vrij veel bekende gedichten in staan, wat ook logisch is eigenlijk, de titel verraad het al.

Maar toch werd ook ik verrast door een gedicht van een dichter waar ik het werk goed dacht te kennen. Carlos Drummond de Andrade (1902-1987) is opgenomen in deze bloemlezing met het gedicht ‘Midden op de weg’.  Het gedicht werd genomen uit de bundel ‘Gedichten’ uit 1980, vertaald door August Willemsen.

Carlos Drummond de Andrade is bij mij vooral heel bekend van zijn erotische poëzie. Ik weet wel dat hij deze poëzie pas in de laatste jaren van zijn leven is gaan schrijven en dat de bundeling ‘O Amor Natural’ ( De Liefde Natuurlijk) pas na zijn dood is gevonden. Zijn bewust erotische poëzie is slechts in één boek gepubliceerd, ‘Moça deitada na grama’ (vrouw die in het gras ligt) die met toestemming en daadwerkelijke tussenkomst van zijn schoonzoon gepubliceerd is.

Voor dat hij aan het einde van zijn leven dit soort verzen ging schrijven, schreef hij alledaagse gedichten, socialistische gedichten en metafysische gedichten. In welk segment het gedicht ‘Midden op de weg’ ( ‘No meio do caminho’) valt weet ik niet maar intrigerend is het wel, het deed me in de verte denken aan het gedicht ‘Met vis op weg’ dat ik schreef in 2012.

.

Midden op de weg

.

Midden op de weg lag een steen

lag een steen midden op de weg

lag een steen

midden op de weg lag een steen.

.

Nooit zal ik die gebeurtenis vergeten

in het leven van mijn zo vermoeide netvliezen.

Nooit zal ik vergeten dat midden op de weg

lag een steen

lag een steen midden op de weg

midden op de weg lag een steen.

.

Blues om wat blijft

Willy Spillebeen

.

De Vlaamse dichter, schrijver, vertaler, bloemlezer en essayist Willy Spillebeen (1932) ken ik door een andere Vlaamse dichter Hervé Deleu, die in 2012 de allereerste gedichtenwedstrijd van poëziestichting Ongehoord! won. Toen ik in 2013 door Hervé gevraagd werd een paar gedichten voor te dragen bij de presentatie van zijn bundel ‘De geur van de maan‘ was Willy ook een van de dichters die daar voordroeg. Beide dichters wonen in Menen in Vlaanderen en kennen elkaar goed.

Na deze eerste kennismaking vroeg ik Willy in 2014 om voor te komen dragen in Rotterdam bij het podium van diezelfde poëziestichting. Daar maakte hij grote indruk op het vooral jonge publiek. Sindsdien ben ik Willy wat uit het oog verloren. Ik vroeg hem voor MUGzine maar na enige pogingen daartoe kreeg ik uiteindelijk een reactie van zijn vriendin dat Willy daarvan afzag. Het bleek dat ik in 2014 de beloofde reiskosten aan hem niet had voldaan. Stom natuurlijk al had ik het graag destijds meteen gehoord en niet jaren later achteraf. Een poging om het alsnog goed te maken kon in zijn (haar) beslissing helaas geen verandering brengen.

Dit staat los van de waardering die ik heb voor Willy en zijn bijdrage aan de literaire wereld en de poëzie in zijn lange leven. Om dit te illustreren wil ik hier graag een gedicht van hem delen. In Brugge waar ik pas geleden was, kwam ik in een boekwinkel zijn bundel ‘Blues om wat blijft’, uitgegeven bij uitgevrij P in 2011, tegen. In die bundel staat het gedicht ‘Reiger en specht’. En als je nou denkt ‘ah een natuurgedicht!’ ja dat is het ook maar het is zoveel meer, het verandert langzaam in een erotisch gedicht. Lees maar.

.

Reiger en specht

.

Blauwe reiger met grijs stuitje

vrouw met de rechte rug

staat roerloos naast het water

stijgt statig op.

.

Groene specht met geel stuitje

vliegt golven boven het water

vrouw met de rechte rug

hecht zich later aan een stam.

.

Hun stuitjes mimicry

van vogelverlangen.

.

Maar o de kuiltjes boven je stuitje

vrouw met de rechte rug.

.

O de orchidee van je schede.

.

O het verrukkelijke vrijen

met vogels met water

met bomen met bloemen.

.

La petit mort

Gijs ter Haar

.

In de nieuwe MUGzine #24 staan weer een aantal prachtige dichters. De nieuwe MUGzine verschijnt op 20  oktober en één van de dichters is Gijs ter Haar (1963). Ik ken Gijs al lang heb erg fijne herinneringen aan de keren dat we samen een podium deelde zoals bijvoorbeeld tijdens Dichter bij de bar in Delft in 2014. Ik ben dan ook heel blij dat hij een prachtig gedicht heeft aangeleverd voor MUGzine.

Mocht je nu denken ‘Die wil ik ook! en liefst op papier, word dan donateur van MUGzine. Stuur een mail naar mugazines@yahoo.com of lees op de website meer. Als je niet tot 20 oktober kan wachten hier alvast een prachtig erotisch sonnet van Gijs uit zijn bundel ‘Op klompen’ uit 2001 getiteld ‘Le petit mort’.

.

La petit mort

.

We liggen in jouw bed, alweer
is het verlangen sterker dan wij samen.
Het zweet parelt in heet beamen
de natheid naast ons naakt zijn neer.
.
En weer is elke ruit beslagen,
wentel ik mijzelf in de overdaad
die met jouw lichaam samengaat
in tijdloos wederzijds behagen.
.
Dan stopt geheel en als bij toverslag
heel de wereld, ook mijn hart,
maar wij gaan sneller dan het geluid.
.
Wij wisselen onze wezens uit,
en elke vezel in mijn lijf verstart
voordat ik in jou sterven mag.

.

De containers

Frank Koenegracht

.

Erotische gedichten zijn er in vele soorten en maten. Sommige zijn geschreven  op een plant (jawel), andere zijn eigenzinnig, weer andere zijn lustig en er zijn er ook die uitbundig zijn. Maar er zijn er ook waar je een gedicht een paar keer goed voor moet lezen, om precies door te krijgen waarover het hier gaat, en wat de erotische lading (die je bij het voor het eerst doorlezen wel voelt maar misschien niet meteen snapt) precies is.

Zo’n gedicht is het gedicht ‘De containers’ van Frank Koenegracht (1945) uit zijn bundel ‘De verdwijning van Leiden’ uit 1989. Voor wie het niet kent, de Candy was in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw een pornoblaadje.

.

De containers

.

Op mijn velden bloeien ze.

Langs de vondelingeweg

waar de bus kruipt

in zijn rode stofjas.

.

Als de avond valt verschijnt

hun oppasser, de herder van hun

opstapelingen en straten.

.

In zijn houten hut bij zoutlicht

leest hij Candy en later als de kranen

en hun kleine kopjes

.

silhouetten zijn, slaan nevels in

zijn knieën met hamertjes.

Maar Candy is warm en dist

.

dampende schotels op,

blaast zachtjes in het oude haventje

van zijn bekken… brrrrr.

.

De oppasser, klaarkomend, vliegt

op nachthemden klapwiekend van zaad,

bijna russisch,

naar zijn lampje in de hemel.

.

Alice

Leonard Nolens

.

Omdat het alweer een tijdje geleden is dat ik een erotisch gedicht hier deelde, hier een van dichter Leonard Nolens (1947) getiteld ‘Alice’. Het gedicht komt uit ‘De liefdesgedichten’ uit 1997.

.

Alice

.

Geslapen, lang en diep, in het zwart.

Ons licht is de hele nacht buiten geweest.

Mijn blonde luchthartige beent halfnaakt

En vergroeid met haar zwierende rok

Door de kamer, zij kamt er heupwiegend

En fluitend het licht, het dik licht

Van haar kroezende haar en de ochtend.

.

De zon speelt er graag met haar borsten

En springt op haar rug, bespat

Haar nekvel en schouders, zij staat er

Te schitteren diep in het hart

Van de spiegel en pakt mij daar vast

Met haar blik: ga nu mee, ga toch mee.

Ik verdwijn in een goudwolk van scherven.

.