Categorie archief: Erotische poëzie

Jurkje

Pat Donnez

.

De Vlaamse journalist en radiomaker Pat Donnez (1958) is vooral bekend van radioprogramma’s zoals Titaantjes (met de slogan Over wat het is, of had moeten zijn), Bromberen en Leef Lang! en van zijn reeks over Godfried Bomans. Donnez woont in Mechelen. In 2007 verscheen van Donnez de dichtbundel ‘Het is een mooi leven (zolang je niet bestaat)’.

Aan de gedichten in dit debuut is jarenlang door Donnez geschaafd. Ze getuigen van een ongewone helderheid en directheid. Maar ze zijn bedrieglijk eenvoudig. Albert Hagenaars schreef over deze bundel: “Donnez kan goed observeren en legt zijn bevindingen vast in een open, makkelijk leesbare stijl met humoristische, vaak licht ironische toets”. Uit deze bundel het gedicht ‘Jurkje’.

.

Jurkje

.

Nee, je hoeft geen jurkje
te dragen
als je dat niet wilt
ook niet dat heel bijzondere blauwe
met streepjes
glanzend blauwe streepjes
waar je sandalen zo
goed bij passen
en je slipje –
dàt jurkje dus

en als we gaan wandelen
en je jurkje –
je weet wel
dat heel bijzondere blauwe
met streepjes
glanzend blauwe streepjes –
waait op
zodat ik je slipje zie
dat er zo goed bij past
net als je sandalen

en als je je op mijn
vloerkleed legt
dat zo goed past
bij dat heel bijzondere
blauwe jurkje
met glanzende streepjes
en ik je slipje voel
dat je nu niet draagt
en je vraagt
eerlijk, ik hoor niet in een
jurkje, hè?

geloof me dan als ik zeg
nee, jij hoort niet in een jurkje
ook niet dat heel bijzondere
blauwe met streepjes –
glanzend blauwe streepjes

.

Meer gedichten van Pat Donnez staan op zijn website http://www.patdonnez.be/gedichten.php?

.

cjoostjoossen1

                                                                     Foto: Joost Joossen

pd

Maiandros, een recensie

Herve Deleu

.

Sinds het winnen van de eerste Ongehoord! gedichtenwedstrijd in 2012 ken ik Herve Deleu en mag ik zijn poëzie graag lezen. Dichter en schrijver van korte verhalen Herve Deleu heeft zich de laatste jaren ontwikkeld als een allround schrijver met een enorme dadendrang. Zo heeft hij nu een nieuwe dichtbundel met als titel ‘Maiandros’ wat Grieks is voor Meanderen. Waarom hij voor deze titel heeft gekozen wordt me niet helemaal duidelijk uit de gedichten in de bundel. Maar daarover zo meer.

Eerst de bundel zelf. Mooi uitgegeven in eigen beheer met een stevige kaft en goede kwaliteit papier. Op de eerste pagina een colofon waarop alleen summier wat informatie. Titel, eerste druk en dichtbundel 2016. Op de titelpagina een bevestiging van wat er op het omslag staat, dat het hier poëzie betreft. Daarna meteen het eerste gedicht. Op de laatste pagina een inhoud met de titels van alle gedichten en op welke pagina ze zich bevinden.

Ik zal heel eerlijk zijn, ik zie vaker bij in eigen beheer uitgegeven bundels een zekere eenvoud, een zeer summiere duiding van wie, wat, waar en waarom. Ook hier mis ik dat. Ook de bladspiegel met naar links en rechts naar de bladzijde rand uitgevulde tekst vind ik niet fraai en leidt af van de inhoud. Noem me ouderwets maar de klassieke indeling van het boek, met titelpagina, Franse titelpagina, inhoudsopgave en wat meer duiding van de inhoud stel ik als lezer zeer op prijs. In dit geval had dat ook best gekund. Enige informatie over Herve, titels van zijn andere uitgaven en wellicht een reden waarom deze bundel is gevuld met liefdes- en erotische gedichten.

Want dat zijn het. Stuk voor stuk hebben ze als onderwerp, verlangen, liefde, genot en een onderhuids borrelen van het ondermaanse. Ik zie de dichter bij de gedichten en begrijp hem, ken hem (een beetje) en weet dat hij een liefhebber is. Waarom niet een beetje info over de inhoud? Het maakte mij in ieder geval nieuwsgierig.

Herve kan dichten, en als het onderwerp de liefde in al haar verschijningsvormen is, is hij op zijn best. Niet voor niets was zijn winnende gedicht bij de Ongehoord! gedichtenwedstrijd er een die zo in deze bundel had kunnen staan, broeierig, opwindend en erotisch geladen.

Het lezen van de gedichten was opnieuw een plezier. Het Nederlands van Herve is die van een Vlaming en dat geeft zijn poëzie voor mij net dat beetje extra. Hoewel verenigd door het onderwerp zijn de gedichten toch steeds anders en soms verrassend zoals ‘Isabelle’ en ‘Genesis 2′(waar is Genesis 1?). Ondanks wat bezwaren is het een mooie bundel met 34 zeer lezenswaardige gedichten geworden zoals te verwachten viel van Herve. Hoe je aan de bundel moet komen? Eerlijk gezegd heb ik geen idee maar probeer het eens via zijn Facebook of Linkedin account.

Uit al deze opwinding en verlangen heb ik gekozen voor wat ik het mooiste gedicht vind; ‘Tango’. Voor mijn gevoel zit in dit gedicht alles wat in deze bundel aanwezig is. Hier is de dichter toeschouwer, scribent, analyticus en bewonderaar. Precies zoals ik het graag zie.

.

Tango

.

Ze strijkt gracieus haar haren strak

glimmen veld in ravenzwart

siddert als een wespenblad

wanneer haar kleed haar lijf omvat

.

ijdel glijdt z’haar schoenen in

de hak als fallus opgericht

staccato stampt ze putten in

’t parket dat kraakt als een gedicht

.

hij leidt haar dwingend in het rond

zij is het vuur, hij is de lont

hun lijven smelten tot één romp

die wentelt tot de passie komt

.

hun blikken haken elkaar vast

’t begeren in haar schoot gevat

door ’t overrijpe breekt de bast

zij wordt een vrucht in eigen nat

.

synchroon bewegen ze hun lijf

dat van haar rondom het zijn

de tango geeft hen lust en pijn

tot ’t eind hen rukt uit hun verzadigd zijn.

.

img_5507

 

Erotiek in poëzie

Dana Hokke

.

In 2000 schreef de Groene Amsterdammer over de toen 70 jarige ‘vergeten’ dichter Dana Hokke (alias van Dana Constandse). Deze dichter publiceerde in 1982 de bundel ‘Gebroken wit’ maar in de jaren daarna was slechts sporadisch nieuw werk van haar te lezen. Gedichten verschenen in Hollands Maandblad, Lust & Gratie, Maatstaf en in de poëziekalender van Meulenhoff maar ook in het Vlaamse Gierik en het besloten Tijdschrift Ons Kent Ons (TOKO).

Het hele artikel kun je hier lezen https://www.groene.nl/artikel/wie-schrijft-die-blijft-4

Uit haar bundel een erotisch gedicht getiteld ‘Vergelijking’.

.

Vergelijking

.

Het paren van nijlpaarden

is minstens zo subtiel

als onze logge bezigheid

in bed. Ook hier

stroomt Gods water echter

opgewekt over de akkers

of onbekommerd de delta in

al naar gelang het

zo uitkomt.

.

nijlpaarden

 

Stripfiguur

Jan Elburg

.

Van 3 tot en met 12 juni zijn de nationale stripdagen en daarom dacht ik dat het wel leuk zou zijn een gedicht over strips te delen met jullie. Dat is nog niet zo eenvoudig, zoveel gedichten over strips of stripfiguren zijn er niet te vinden.

Toch heb ik een mooi voorbeeld gevonden van de dichter Jan Elburg (1919 – 1992), de Vijftiger die onder andere de Jan Campert-prijs en de Constantijn Huygens-prijs won.

.

Stripfiguur

Rillend, maar aanwijsbaar niet van kou,
in je kamer, waar de kachel uit bleek.

Een blauw wolkje uit mijn mond met
– tekenend – : hou je van mij?

Zo ronduit als een cupmaat.
Nauwelijks een proefballon te noemen.

Meer nog dan het daarin vervatte,
dit de vraag: wat ging er scheef

met mijn recht op informatie,
toen je met boe noch ba op bed ging liggen?

.

stripdagen-haarlem-2016

Erotisch gedicht

Eddy van Vliet

.

Bij het woord erotiek hebben de meeste mensen wel een beeld. Dat hierin een enorme verscheidenheid schuilt zal voor de meeste ook geen nieuws zijn. Bij het lezen van het gedicht ‘Ochtend’ van de Vlaamse dichter Eddy van Vliet (1945 – 2002) zul je misschien niet meteen denken aan een erotisch gedicht. Toch als je door de zinnen heen leest en de beelden die Eddy oproept tot je door laat dringen, kun je je voorstellen waarom dit gedicht is opgenomen in de bundel ‘Seks, de daad in 69 gedichten’.

Oorspronkelijke verschenen in de bundel ‘De binnenplaats’ uit 1987, het gedicht ‘Ochtend’.

.

Ochtend

.

Liefst hoor ik het geritsel van kleren

als zij opnieuw de vorm aannemen

waaruit liefde hen gedurende uren verdreef.

.

En buiten: de kou die de bakstenen roder maakt,

de kinderen dichter bij elkaar doet kruipen.

.

Liefst hoor ik het geritsel van kleren,

als de slaap zich langzaam aan onze ogen onttrekt

en de glazen toekijken hoe het licht

zich opdringt aan de ramen.

.

Op zo’n ochtend zal het zijn dat zij,

van wie wij de uniformen niet kunnen raden,

zullen komen en zeggen: jullie gaan mee.

.

licht

Beurtzang

Th. van Os

.

Schrijver maar vooral dichter Th. van Os (1954) debuteerde in 1996 met de poëziebundel ‘Beurtzang’ bij de Arbeiderspers. Hierna verschenen nog een aantal dichtbundels en twee romans. Van Os publiceerde werk in Maatstaf, Tirade, Revisor, Vrij Nederland, De Zingende Zaag, Tzum en Hollands Maandblad.

Informatie over de dichter is te vinden op zijn website http://www.thvanos.nl/

Uit zijn debuutbundel het titelgedicht ‘Beurtzang’.

.

Beurtzang

.

Stel je een vuur voor dat zo fel uitslaat

dat alle kleuren witter vlammen dan wit licht

witter dan de bladzijde waarop dit staat

heet en vurig als een goed gedicht

.

en brand het in je lichaam, middenin

en voel de gloed die zich als witheet licht

begrenzen laat, als woorden in een zin,

ja, als de grenzen van een goed gedicht.

.

De bron is even vleselijk en wringt

zich als het lezen van een goed gedicht, een oog

waarin de taal zich stijf en soepel binnenzingt

.

waardoor neuronen hun patronen vuren

en kronkeling oplicht;

.

een goede beurt is ook een goed gedicht.

.

beurtzang

Haar lichaam heeft haar typograaf

Lucebert

.

Lubertus Jacobus Swaanswijk (1924 – 1994) beter bekend als Lucebert was dichter en schilder. Als dichter werd hij gezien als de voorman van de beweging van de Vijftigers, als schilder was hij nauw betrokken bij de Amsterdams poot van de experimentele Cobra-groep.

Voordat Lucebert deel ging uitmaken van de beweging van de Vijftigers had hij al meegedaan met verschillende dichters-collectieven als IPA, Contact en later de Cel Majakovski, met Gerrit Kouwenaar en Jan Elburg. De naam van de laatste was een verwijzing naar de Russische dichter Vladimir Majakovski.

In 1949 trad hij al op als de voorman van de Vijftigers en al snel werd hij de Keizer der Vijftigers genoemd. In de jaren zestig van de vorige eeuw verlegde hij zijn focus meer en meer naar zijn werk als beeldend kunstenaar.

Tegenwoordig wordt Lucebert beschouwd als één van de grootste Nederlandstalige dichters van de twintigste eeuw. De meeste van zijn gedichten zijn gebundeld in ‘Gedichten 1948-1963’, en recenter in ‘Verzamelde Werken’ uit 2002.

Uit de bundel ‘Verzamelde gedichten’ uit 1971 het gedicht ‘Haar lichaam heeft haar typograaf’ van deze bijzondere dichter.

.

haar lichaam heeft haar typograaf

.

spreek van wat niet spreken doet
van vlees je volmaakt gesloten geest
maar mijn ontwaakte vinger leest
het vers van je tepels venushaar je leest
 .
leven is letterzetter zonder letterkast
zijn cursief is te genieten lust
en schoon is alles schuin
de liefde vernietigt de rechte druk
liefde ontheft van iedere druk
 .
de poëzie die lippen heeft van bloed
van mijn mond jouw mond leeft
zij spreken van wat niet spreken doet
.
.
luce

Hun billen

Arthur Rimbaud

.

Arthur Rimbaud (1854 – 1891) was een vertegenwoordiger van het Symbolisme en het Decadentisme en in zijn korte leven één van de grote vernieuwers van de dichtkunst. Dat Rimbaud ook een lichte, speelse kant had blijkt mooi uit het gedicht ‘Hun billen’ of ‘Nos fesses’ (uit zijn vroege verzen).

.

Hun billen

.

Hun billen zijn de onze niet. Dat ondervond

ik als ik heren hurken zag achter de hagen

en bij de plonspartijen die de jeugd behagen

ontdekte ik model en vorm van onze kont.

.

In veel gevallen vaster, bleker, minder rond,

zo ziet ons achterwerk eruit, met ruige lagen

beharing; vrouwenbillen daarentegen dragen

slechts in de fraaie gleuf een bloei van welig bont.

.

Een blootheid die aandoenlijk is en wondermooi

als slechts bij engelen op vrome taferelen

tovert een glimlachende wang rond deze plooi.

.

Zó naakt te zijn om ’t spel van lust en rust te spelen,

het hoofd wenden naar de uitverkoren prooi

en in gefluister snikken met elkaar te delen.

.

Nos fesses

.

Nos fesses ne sont pas les leurs. Souvent jái vu

des gens déboutonnés derrière quelque haie,

et, dans ces bains sans gêne ou lénfance s’égaie,

jóbservais le plan et léffet de notre cul.

.

Plus ferme, blême en bien des cas, il est purvu

de méplats évidents que tapisse la claie

des poils; pour elles, c’est seulement dans la raie

charmante que fleurit le long satin touffu.

.

Une ingénuité touchante et merveilleuse

comme lón ne voit quáux anges des saints tableaux

imite la joue où le sourire se creuse.

.

Oh! de même être nus, chercher joie et repos,

le front tourné vers sa portion glorieuse,

et libres tous les deux murmurer des sanglots?

.

Dikke billen schilderijen

Uit: Arthur Rimbaud: Gedichten, vertaling door Paul Claes.

 

Haar kussen waren lang

Ramsey Nasr

.

Ramsey Nasr, dichter, schrijver, essayist, acteur, regisseur, librettist en vertaler, dichter des vaderlands (2009-2013) en stadsdichter van Antwerpen (2005) is een veelzijdig mens. Zijn poëzie is al even veelzijdig. Van adolescentenpoëzie (Gerbrandy) in zijn debuutbundel ’27 gedichten en geen lied’ naar het project ‘Hier komt de poëzie’ een 7 cd box met een persoonlijke keuze uit acht eeuwen Nederlandstalige poëzie, en van ‘Mi have een droom (Rotterdam 2059) naar zijn lichtere werk zoals het onderstaande erotische gedicht uit zijn debuutbundel uit 2000.

.

Haar kussen waren lang

En zonder blozen

Trok zij het lichaam uit

De lippen open

Waar zij zich langzaam gaf

Half heet half roze.

.

Zo lag zij als de vrucht

Waarop ze wachtte

Haar borsten volgebloed

Twee benen bracht ze

Vaneen en langzaamaan

Het allerzachtste.

.

nasr

Ramsey Nasr in het faculteitsgebouw van de Universiteit van Antwerpen

Ik word als jij

Jan Pieter Guépin

.

Er zijn veel dichters. Heel veel dichters. Als je bloemlezingen bekijkt dan staan er soms dichters in van eeuwen her. Dat betekent dat het arsenaal aan dichters voor iemand die over poëzie schrijft (zoals ik) enorm is. Dat is één van de redenen dat ik, een tijd geleden alweer, begonnen ben met de rubriek (bijna) vergeten dichters. Veel van de dichters die heden te dage niet meer gelezen worden zijn namelijk nog steeds zeer goed leesbaar.

Een goed voorbeeld van zo’n (bijna) vergeten dichter is wat mij betreft J.P. Guépin (1929 – 2006). Tijdens zijn studie klassieke letteren aan de universiteit van Amsterdam was hij redacteur van het studentenweekblad Propria Cures. Hij promoveerde op een onderwerp uit de Griekse godsdienstgeschiedenis: De tragische paradox.

Guépin was dan ook een groot pleitbezorger van de Neolatijnse poëzie, waarvan hij veel vertalingen maakte. De Neolatijnse poëzie zijn gedichten die zijn geschreven in het Latijn in de periode vanaf de renaissance.

In het gedicht’Ik word als jij’ komt deze voorliefde niet zozeer naar voren. Het gedicht komt uit de bundel ‘Gedichten’ uit 1984.

.

Ik word als jij

.

‘ik word als jij, we gaan elkaar vertrouwen,

kom bij me, kijk naar mij, ik naar jou,

mijn armen om je schouders, jij de jouwe,

ik voel hoe jij, jij hoe ik van je hou.’

.

‘Ik word als jij, als we in elkaar vergroeien,

ik proef mijn zoen, jouw zoen is nu mijn zoen,

mijn hand jouw buik, jouw buik mijn hand doet gloeien,

wat ik ook doe met jou zal jij weer doen.’

.

Nu woest maar kalm, dan opgewonden klaar,

gefluister, schreeuwen, en doodstil een poosje,

heel knus als lepeltjes in een klein doosje.

.

Zo gaan we op in elkaar,

wij met zijn tweeën weten hoe dat kan:

de man wordt telkens vrouw, de vrouw wordt man.

.

guepin