Ouderen
Dubbel-gedicht
.
Terug van nooit weggeweest het dubbel-gedicht. Vandaag een dubbel-gedicht met als thema ouderen en het ongemak dat oud zijn met zich meebrengt. De twee gedichten die ik uitzocht zijn van Drs. P (1919-2015) en van Hans Dorrestijn (1940).
Het eerste gedicht is van Dorrestijn en is getiteld ‘Slaapliedje voor bejaarden’ uit zijn bundel ‘Het dierlijkste van Dorrestijn’ uit 2014.
Het tweede gedicht is van Drs. P en draagt geen titel. Het is een parodie op het gedicht V. uit 1902 van Willem Kloos (1859-1938) en ik nam het uit de bundel ‘Weelde & feestgedruis’ de beste gedichten van Drs. P uit 1986.
.
Slaapliedje voor bejaarden
.
Slaap oudje slaap
Daar buiten ligt een schaap
’t Heeft in lange niet bewogen
Er is iets met haar ogen
Er komt een nare lucht vandaan
Slaap oudje slaap
Schaapje is u voorgegaan…
.
Korte versie:
.
Slaap oudje slaap
Daarbuiten ligt een schaap
Af
—
Ik ben een god in ’t diepst van mijn gedachten
En zit in ’t binnenste van mijn ziel ten troon
Maar verder ben ik helemaal gewoon
Met haaruitval en spijsverteringsklachten
.
Te water gelaten
Jotie T’Hooft
.
Omdat ik graag voor mijn boekenkast sta en daar zonder te kijken een bundel uitpak, om vervolgens een willekeurige pagina open te slaan en het gedicht dat ik daar dan lees met jullie te delen, heb ik dat vandaag opnieuw gedaan. Maar ik heb dit keer mezelf op een stoel gezet zodat ook bundels die zich niet op grijphoogte bevinden, ook een kans krijgen tot kortstondige aandacht.
Vandaag pakte ik de bundel ‘verzamelde gedichten’ van de veel te jong gestorven Vlaamse dichter Jotie T’Hooft (1956-1977) uit 1981 van de plank. Ik opende deze bundel op pagina 281 en daar staat het gedicht ‘Te water gelaten’ dat ik hier met jullie wil delen.
.
Te water gelaten
.
Sinds jaren liggend op het strand van proberen
en vervelen, ben ik gaan drogen in alle naden
van mijn lijf.
De zee ken ik slechts van horen ; geur van angst
die nu en dan komt aangewaaid op gelach
van meeuwen.
.
Dag aan dag reeg zich aaneen ; gestrand
als ik was begon ik zand te tellen
dat in mijn ongeneeslijke wonden kleefde.
Zo gingen de dagen voorbij.
.
Jij hebt nu mijn want bevolkt,
mijn zwarte zeilen gehesen
en de inham van je benen
is een vaargeul voor verdriet.
Je bent geheel en al mijn haven geworden,
van waaruit ik wegvaar, de storm tegemoet.
.
Ik zal zinken.
.
Toevallen
Bij de Dichters-top
.
Afgelopen zondag was bij Antiquariaat Colette de Dichters-top. Naar aanleiding van de NAVO-top (ook in Den Haag) van volgende maand hadden het Woordenrijk en Colette de handen ineen geslagen en een dichters-top georganiseerd met louter Haagse dichters (al was er ook een Vlaamse jonge dichter luisterend naar de naam Maria de Coninck bij). Het was een gezellige, interessante en zeer goed bezochte middag daar in de tuin achter het antiquariaat.
De hoogtepunten zaten wat mij betreft tussen 15 en 16 uur. Alexander Franken, Diann van Faassen, Dario Goldbach, Douwe Hovingh, Marilou Klapwijk en als uitsmijter de geweldige Kees ’t Hart. Kees bracht een gedicht over Asissië, consequent uitgesproken zonder umlaut, zonder microfoon en welluidend. Dit gedicht deed me onmiddellijk denken aan het gedicht over McDonalds dat Douwe Hovingh even daarvoor had voorgedragen. In de YouTube video hieronder kun je het gedicht beluisteren en bekijken vanaf 5.50 minuten, een opname van het Poëziecafé De Posthoorn van maart dit jaar.
Van deze dag hier enige foto’s van verschillende dichters. En natuurlijk een gedicht. In dit geval van diezelfde Douwe Hovingh getiteld ‘Toevallen’.
.
Toevallen
.
jouw fietsbel na
Een passant lacht om een grap
in jouw hoofd
Een schaduw valt op jouw schoot
Een lentejong gezicht valt op
in een voorbijgaande reflectie
Jouw moeder snijdt één keer haar vingers
Jouw moeder snijdt nooit meer haar vingers
zomaar zonder erbij stil te staan
Er valt een blad voor jouw voeten
Je ziet dezelfde eend voor de derde keer
je merkt het niet
Je ontmoet een vervreemde vriend
voor de eerste keer sinds
.
Alexander Franken
Diann van Faassen
Marilou Klapwijk
Kees ’t Hart
Vernederen is een vak
Toon Tellegen
.
Afgelopen week keek ik op televisie een praatprogramma (ben even vergeten welke, het zal iets op de NPO geweest zijn denk ik) en daar was een deskundige die de acties en gedragingen van Trump duidde. Zijn oordeel was hard maar duidelijk: Trump vernederd mensen als machtsmiddel. Ook andere dictatoriale en autocratische leiders doen dit (een voorbeeld dat gegeven werd was Merkel die op bezoek bij Poetin was, Merkel is panisch voor honden dus liet Poetin een hond rondom hun heen lopen).
Trump is wel een specialist als het gaat om het vernederen van mensen. Denk aan het bezoek dat president Selenskyy bracht aan het Witte Huis dit jaar. Toen ik het programma zat te kijken, waarin het ging over de manieren waarop Trump mensen vernederd, moest ik denken aan een gedicht dat ik ooit las over vernederen als vak. De dichter kon ik me niet herinneren maar na enig zoekwerk (ik herinnerde me wel het deel van mijn boekenkast waarin ik het ooit las) heb ik het gevonden.
Het gedicht is getiteld ‘Vernederen is een vak’ en het is geschreven door Toon Tellegen (1941). Het gedicht staat in zijn bundel ‘De werkelijkheid’ uit 2014.
.
Vernederen is een vak
.
Er zijn mensen die wachten op mensen
die zij- met alle middelen die tot hun beschikking staan –
zullen vernederen
.
vernederen is een vak dat hoge eisen aan zijn beoefenaren stelt
.
om de tijd te doden spelen zij vernederinkje –
een van hen kent zijn plaats niet, toont zijn wansmaak en onwetendheid
en de anderen vernederen hem
net zo lang tot hij zijn levensvatbaarheid verliest
.
vernederen is geen spoel voor kinderen,
er zijn opleidingen voor, leerstoelen in,
er worden conferenties en congressen aan gewijd
.
zij die niet spelen en op de uitkijk staan
zien iemand komen
daar! kijk!
zij hebben verrekijkers, laten de anderen kijken,
wijzen een stipje op de horizon aan
.
hun gevoelens trappelen van ongeduld,
en hun verstand,
hou houden zij hun verstand in toom?
.
Take it easy
Ellen Warmond
.
Schrijver en dichter Ellen Warmond (1930 – 2011) werd geboren in Rotterdam. In het literaire en persoonlijke leven van Warmond had Anna Blaman een prominente plek. Blaman woonde ook in Rotterdam, waar ze een literaire kring had opgericht. Blaman had een spilfunctie in het literaire leven en heeft een cruciale rol gespeeld in het debuut van Warmond door haar in contact te brengen met uitgever Bert Bakker. Warmond debuteerde in 1953 met de bundel ‘Proeftuin’. In dat jaar kreeg ze voor haar debuut de Reina Prinsen Geerligsprijs (samen met Remco Campert). Later zou ze nog de Jan Campertprijs in 1961 krijgen en de Anna Bijnsprijs in 1987.
Haar poëzie kreeg een plek in ‘Nieuwe griffels, schone leien’ (1954), een bloemlezing met Nederlandse avant-gardistische poëzie, samengesteld door Paul Rodenko, die Warmond ‘een van onze belangrijkste moderne dichteressen’ noemde. In de biografie van Ellen Warmond getiteld ‘Geef niet mee!’ uit 2024 plaatst Trudy van Wijk de poëzie van Ellen Warmond in de stroming van het atheïstisch existentialisme, gebaseerd op de filosofische publicaties van onder andere Sartre, De Beauvoir en Camus. Als kind had Warmond de verschrikkingen van de oorlog meegemaakt en ze herkende zich in deze filosofische stroming.
In 1958 werd Warmond redacteur van Gard Sivik, het belangrijkste literaire tijdschrift voor experimentele poëzie van die tijd. Dichters als K. Schippers, J. Bernlef en Armando publiceerden ook in dit tijdschrift. Hun werk wordt door de literatuurgeschiedenis gerekend tot de Zestigers. De Zestigers wilden poëzie maken die midden in de werkelijkheid staat. De werkelijkheid wordt beschouwd als bron voor de poëzie. Het hoeft niet verheven of diepzinnig te zijn, het alledaagse is óók de moeite waard.
Een mooi voorbeeld van een gedicht in die traditie van alledaagse werkelijkheid, verschoont van verhevenheid of diepzinnigheid is het gedicht ‘Take it easy’ uit haar bundel ‘Geen bloemen Geen bezoek‘ uit 1968
.
Take it easy
.
Je moet poëzie nemen
Zoals je de tram neemt
(een bewegende inhoudsmaat
waar iedereen iedereen
en alles alles aanstoot)
.
geen middel tot vervoering
maar middel van vervoer
(op weg naar iets
om maar eens iets te noemen)
en nog niet eens zo bijster
comfortabel.
.
Slechts een ontmoeting
Haarlemse dichtlijn
.
Zoals al vele jaren het geval is, organiseert de Haarlemse Dichtlijn ook dit jaar een poëziefestival op Hemelvaartsdag. Vandaag zullen vanaf 12.00 uur op 6 verschillende locaties in 3 rondes maar liefst 100 dichters van zich laten horen. Ook ik zal hier aanwezig zijn en mijn gedichten voordragen. Ik ben in de 2e ronde te horen in de kas van het Kweekcafé in het stadpark aan de Kleverlaan in Haarlem. In de 3e ronde ben te beluisteren in de Kennemer Boekhandel aan de Kleverparkweg 3 in Haarlem. Beide locaties (net als de andere vier locaties) zijn prima te voet te bezoeken en liggen in de buurt van het station.
Het thema van dit jaar is ‘In goede aarde’ en er zal ook weer een festivalbundel verschijnen die op de dag zelf te koop ius bij de organisatie. Het festival wordt geopend door de Dichter der Nederlanden Babs Gons. Veel van de dichters die aanwezig zijn ken ik van de vele podia die ik de afgelopen jaren organiseerde of bezocht. Het is altijd een verrassing te zien wanneer er nieuwe namen zijn en hoe zij het doen.
Een van de dichters die acte de présence geven is Kees van Meel (1948) die ook in de 3e ronde in de boekhandel te beluisteren is. Van hem hier het gedicht ‘Slechts een ontmoeting’ uit zijn bundel ‘Liefde Strijd Dood’ uit 2022.
.
Slechts een ontmoeting
.
Soms ontmoet je een verwante ziel
uit het niets in een vliegtuig of een trein
de buitenwereld doet er niet meer toe
het innerlijk tikt de precieze woorden
.
beiden lezen hun eigen verhaallijn
in levens zo vreselijk uiteen zo ver
van hun eigen levenspad afwijkend
al is hun geest hier samengevloeid
.
niettemin weten beiden ook
slechts eenmaal en nooit meer
dan een gestolen momentum
van aantrekking voordat iets
.
ook maar de zuiverheid kan breken
het lot heeft gebracht en genomen
maar in hun harten zal er altijd
een ogenblik van de Eenhoorn zijn
.
Triptiek van het bloed
Literair paspoort
.
Schreef ik pasgeleden nog over het literair paspoort 2002, vandaag een andere editie namelijk die van 2004. In deze editie opnieuw een keur aan dichters uit alle (Europese) windstreken, de Verenigde Staten en uit Nederland uiteraard (H.H. ter Balkt, Eva Gerlach, Piet Gerbrandy, Jan Eijkelboom etc.). Maar ik koos voor een Vlaams dichter die niet heel veen mensen zullen kennen namelijk Dirk van Bastelaere (1960). Toch schreef ik al een aantal keer over deze postmoderne dichter op dit blog.
In het Literair paspoort 2004 is een gedicht van zijn hand opgenomen met de intrigerende titel ‘Triptiek van het bloed’ dat werd genomen uit zijn bundel ‘Hartswedervaren’ uit 2000. Dat gedicht wil ik hier graag met jullie delen.
.
Triptiek van het bloed
.
a) De verste uithoeken
.
Er is het bloed zonder naam, opgepompt
uit de vloeibare kern van de aarde
en de rest spreekt zich uit,
een golf klotsend en gerezen kilometers buiten de kust
die langzaam door de verste uithoeken zwalpt
van de rest
met zijn sterfelijk vlees
die men lichaam noemt en, uitgestroomd,
het aanschijn verwerft van een schilderachtig meer.
.
Zichzelf vergeten
bevloeit het de gestalte
met panterhaar, nachtwaarts
gerichte oren, geweien in boomschors dringend,
sponzige lichamen
die zwellen tot een vlezen pijp
in het trekken waaraan
het hart zich verlustigt
.
en muilen,
waar het afdruipt
als men zijn kop even uit een dampend karkas haalt
om de omgeving af te spieden.
.
Eindexamen
J. Bernlef
.
Het is de periode van de eindexamens. In vele gym- en andere zalen wordt weer gezweet op Biologie, Nederlands, Wiskunde, Aardrijkskunde, Natuurkunde en welke vakken heb je tegenwoordig allemaal. Binnenkort worden de straten weer versierd met vele (rug)tassen aan vlaggenstokken ten teken van het behalen van het diploma. Een mooie traditie.
De gewoonte om vlag en tas samen op te hangen is waarschijnlijk ontstaan na de Tweede Wereldoorlog. In de eerste tientallen jaren in de 20e eeuw hingen alleen de scholen een vlag uit na de examens. Daarmee werden leerlingen naar school geroepen, daarna kwam al snel de vlag, vooral in Rotterdam begon men hier al vroeg mee.
Misschien hierdoor herinneren veel mensen zich hun eindexamen nog maar wat goed. Tot op hoge leeftijd. In het gedicht ‘Eindexamen’ van J. Bernlef (pseudoniem van Hendrik Jan Marsman (1937-2012) uit de bundel ‘Voorgoed : gedichten’ uit 2012 komt dit mooi naar voren.
.
Eindexamen
.
Haar verleden, gedeeltelijk ook het mijne
ligt dooreen, verscholen in een doos met foto’s
.
Hier, dit ben jij, een maand – of nee: twee
ik lig gedwee op een commode als illustratie bij de datum
die mijn vader er met zijn trekpen onder schreef
.
Nog heerste nergens twijfel
schreef hij rechttoe rechtaan
haar hand met het boxje trilde niet.
.
Nu beven de foto’s in haar hand
en waart ze met de ander door de doos
als de wind door de bladeren daarbuiten.
.
Het is saai hier, klaagt ze, de mensen om mij heen zijn dood
kijk maar en wijst op personen in de doos
.
Ach ja. Nu glimlacht ze. Dit was het eindexamen.
Zes meisjes houden elkaar, in aflopende grootte bij de
schouders vast
de voorste omklemt de schoorsteenpijp op het dak van het
schoolgebouw.
Wat zijn ze blij!
.
Ze schuift de doos opzij.
Het is hier stil. Ik knik.
Inderdaad, zeg ik, stil is het hier.
.
Zwerm
Hanneke van Eijken
.
Voordat dichter Hanneke van Eijken (1981) debuteerde in 2013 met haar bundel ‘Papieren veulens‘ mocht ik haar al eens aankondigen (in 2012) op een podium van poëziestichting Ongehoord! tijdens Route du Nord in café Faas in Rotterdam. Na haar debuutbundel maakte ze snel naam als dichter. Zo ontving ze in 2015 de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs en werd ze (ook voor haar debuutbundel) genomineerd voor de C. Buddingh’ prijs in 2014.
In 2018 verscheen van haar hand de bundel ‘Kozijnen van krijt’, in 2021 de bundel ‘Waar slaap van gemaakt is’ en nu, in 2025, is haar derde bundel verschenen getiteld ‘Hazenklop’. De recensies zijn onverminderd positief. Zo schrijft Dietske Geerlings op Tzum literair weblog: “Over Hazenklop kun je blijven denken en blijven schrijven, want er is zoveel moois in te ontdekken. Wie bang is voor ontlezing doet er goed aan dit soort parels te verspreiden en anderen te laten voelen wat de kracht is van taal.” En schrijft Janita Monna in Trouw: “In Hazenklop houdt Van Eijken houdt het gevaar op afstand in kalme, fluisterende regels en precieze, heldere beelden.”
Ik koos uit haar nieuwe bundel het gedicht ‘Zwerm’. In de aankondiging van deze bundel schrijft de uitgever: “Met haar nieuwe bundel Hazenklop verkent Hanneke van Eijken in zorgvuldige en beeldende taal de begrippen tijd, ruimte en het horen bij een kudde.” Lees voor het woord kudde het woord zwerm en het mag duidelijk zijn waarom ik diot gedicht koos.
.
Zwerm
.
De schaduw is zo groot als het dier in ons
dat we te weinig zien
we voeren het veel om het rustig te houden
.
aan een ketting rammelt het verlangen om uit te breken
met zware poten door de omgewoelde grond te ploegen
de wens om een zwerm te zijn
.
ik wil een verenvacht, scherpe klauwen
een blik vol nachtnavigatie, de roep
uit mijn borst laten ronken
.
ik wil de wilde dieren in mij, die wroeten
grommen tegen het donker
.
Rampverlof
Jana Arns
.
Vandaag voor één van mijn boekenkasten gaan staan (je kent de traditie inmiddels) en met de ogen dicht een bundel eruit gepakt. Dit keer was dat ‘Ten minste houdbaar tot‘ uit 2022 van de Vlaamse dichter Jana Arns (1983). Opnieuw met gesloten ogen de bundel geopend en meteen een verrassing: ik opende de bundel op twee pagina’s met foto’s van Jana. Geen probleem, gewoon nog eens doen. En nu opende ik de bundel op pagina 30 en daar staat het gedicht ‘Rampverlof’.
.
Rampverlof
.
De straat met zorgen aangelengd.
Wagens varen voorbij.
.
Recht onder ons slaapkamerraam
legt het cruiseschip aan.
.
Aan boord: duikplanken vol boeken.
De personages springen in het diepe.
.
Er komen woorden aangedreven:
wie zal de wolkbreuk spalken?
.
Men bouwde huizen met dominostenen.
Wij vouwen bootjes van verzekeringspapieren.
.

















