Site-archief
Met enige vertraging
Lévi Weemoedt
.
De, in Vlaardingen geboren (1948), schrijver en dichter Lévi Weemoedt, pseudoniem van Isaäck Jacobus van Wijk, mag in een Poëzieweek die als thema humor heeft, natuurlijk niet ontbreken. Al jaren schrijft Weemoedt tragi-komische verhalen en gedichten. Soms kort en bijna melig, dan weer heel intelligent en inhoudelijk maar altijd met een knipoog. Zo ook in de bundel ‘Met enige vertraging’ uit 2014. Het eerste gedichtje is duidelijk een verwijzing naar hoe Dordrecht zich afficheert (hoe dichter bij Dordt, hoe mooier het wordt) en het tweede is wat meer inhoudelijk.
.
VVV
.
Hoe dichter
bij Hattem
.
Hoe minder
van dattem
.
Gezonde liefde
.
O, ik ben om háár
met roken gestopt.
.
O, ik ben om háár
weer begonnen met roken.
,
Drinken, gelukkig,
heb ik nooit onderbroken
.
Zodat de schade
nog meevalt, tot slot.
.
Duinlandschap
Adriaan Morriën
.
Als je, zoals ik, vlak bij zee en de duinen woont zou je soms bijna vergeten wat een prachtig landschap de duinen eigenlijk bieden. In zijn bundel ‘Avond in een tuin’ schrijft dichter Adriaan Morriën (1912 – 2002) een prachtig gedicht waaruit blijkt dat ook hij (hij werd geboren in Velzen) veel van de duinen hield. De bundel ‘Avond in een tuin’ werd in 1980 door G.A. van Oorschot uitgegeven.
.
Duinlandschap
.
De opeenvolging van de duinen
gezien van de top van de hoogste duin.
Het landschap golft
zonder zich te verroeren.
.
Elke tak, iedere grashalm, elk blad
en ook elke zandkorrel
iets afzonderlijks
maar daarom nog niet eenzaam.
.
Het geheel is eenzamer
dan elk deeltje afzonderlijk
omdat de hemel het geheel
niet werkelijk omvat.
.
Het gepiep van een vogel,
eerst niet opgemerkt in stilte,
door het gehoor uit de stilte gescheiden
en er daarna weer aan teruggegeven.
.
Dichter van de maand Januari
Hagar Peeters
.
Zondag in januari dus een gedicht van Hagar Peeters. Vandaag koos ik voor het wonderschone liefdesgedicht ‘Je bewoont al jaren’ uit haar bundel ‘Genoeg gedicht over de liefde vandaag’ uit 1999.
.
Je bewoont al jaren
.
Je bewoont al jaren
alle kamers in mijn hoofd.
Het lukt maar niet
je te verdrijven.
Ik heb er andere namen
in gestopt, maar geen
wil zo beklijven
als die van jou.
Ik vind hem terug in het
merk kleren dat ik koop,
je speelt mee in alle
films die ik zie
en zo vaak roept iemand je
op straat dat ik
me afvraag hoe het kan
dat je uniek bent
en toch zo gangbaar.
Je speelt denk ik niet
in films, en mijn hoofd
bewonen doe je zeker niet.
Was het maar waar. Je woont
ergens in een huisje aan zee
en tuurt daar uit het raam.
Je wacht. Op mij. Maar
je vergat mijn naam.
.
Berlijn 1968
José van Rosmalen
.
De schrijver en dichter José van Rosmalen (1947) beperkt zich niet tot één genre, maar schrijft gedichten, columns en korte verhalen. Een aantal daarvan heeft hij in 2012 gebundeld in het boekje ‘over grenzen’ dat hij in eigen beheer heeft uitgegeven. In het boekje van 72 pagina’s staan gedichten, korte verhalen en autobiografische schetsen. In dit bundeltje staat ook het gedicht ‘Berlijn’. Of dat hetzelfde gedicht is als het gedicht met de titel ‘Berlijn 1968’ dat ik op leesgedichten.nl tegen kwam weet ik niet maar ik vond het de moeite waard om hier met jullie te delen.
.
Berlijn 1968
.
In de kou
van de strijd
tussen oost en west
tussen nacht en ochtend
tussen corps en revolutie
vocht de groep studenten
zich door drank en principes
Op zoek naar waarheid
trots op idealen
blij met de koelkast
werd de muur al zachtjes gesloopt
Buiten regeerde angst
in de ondergrondse zweeg je
Het spel van de namen
de glazen wijn
een nacht in Oost-Berlijn
toen wist ik al
niet van het corps
noch van de revolutie te zijn.
.
Televisie
Willem Wilmink
.
Vorige week las ik in een bericht van een bibliotheekcollega onder andere dat tegen 2030 niemand meer naar de televisie kijkt. Als ik zo om me heen kijk naar jongeren van tegenwoordig dan geloof ik dat wel. Jongeren hebben nog maar weinig op met televisie. Of dat betekent dat in 2030 de stekker eruit getrokken kan worden weet ik niet (volgens mij kijken nog steeds grote groepen mensen van 30+ naar de televisie en die zijn dan maar ca. 15 jaar ouder) maar het mediagebruik veranderd, dat staat vast.
Schrijver en dichter Willem Wilmink (1936 – 2003) schreef jaren geleden al over het einde van de televisie in zijn gedicht ‘Televisie’. Dat gedicht is te lezen in de bundel ‘Verzamelde liedjes en gedichten’ uit 2004.
.
Televisie
.
men was allang vergeten dat het kon
maar het gebeurde: met een zacht gereutel
stierf de tv. het sprekend paard verbleekte
het licht werd opgestoken en de vader
aanzag zijn zoon die bij een storing werd verwekt
en zei: wat ben je oud geworden, jongen.
.
LNK Infotree, van Gintaras Karosas. Een 700 meter groot beeld met 3000 televisies, in het Europapark in Purnuškės in Litouwen.
Lucebert
De Amsterdamse school
Eigenzinnig erotisch gedicht
Gerrit Achterberg
.
Lezend in ‘de verzamelde gedichten’ van Gerrit Achterberg, uitgegeven in mijn geboortejaar, kwam ik het prachtige gedicht ‘Concave’tegen. Oorspronkelijk verschenen in de bundel ‘Energie’ uit 1946.
Nu wist ik niet wat Concave betekent dus even opgezocht voor mijzelf en jullie.
Concave of Concaaf is een ander woord voor hol (het tegengestelde van bol of convex). Voorbeeld: de concave kant van een schaal is de binnenkant; de buitenkant noemen we de convexe kant.
Met deze wetenschap lees je het gedicht al iets anders maar feit blijft dat het natuurlijk gewoon een heel mooi voorbeeld is van hoe een erotisch gedicht (ook) kan zijn.
.
Concave
.
Liggend twee heilige heelallen in elkander,
hoor ik mijn hemel in uw hemel schallen,
voel ik mijn ronding in uw ronding ballen,
schuif ik bedachtzaam bolsegment
na bolsegment langs uwe klingen
zonder in u te dringen;
wij hebben eender middelpunt.
.
Gerrit Achterberg (1905-1962). Collectie Letterkundig Museum. Den Haag.
Mont Ventoux
Jan Kal
.
De Mont Ventoux is vooral bekend onder wielerliefhebbers (als Col van de buitencategorie) en onder de lezers van het gelijknamige boek van Bert Wagendorp (dat inmiddels ook verfilmd is). Minder bekend is het gedicht met deze titel van Jan Kal.
Jan Pieter Kal (1946) is vooral bekend van zijn vele sonnetten. Hij groeide op in Haarlem, maar verhuisde naar Amsterdam voor een studie medicijnen. Aan studeren kwam hij niet toe door een alles overheersende liefde, maar die bracht hem wel tot het schrijven van sonnetten. Jan Kal kan van weinig poëzie maken. Hij heeft een eigen spontane, weemoedige toon, waarin ook zijn humor een plaats heeft.
Kal debuteerde in 1974 met de bundel ‘Fietsen op de Mont Ventoux’ waaruit ook dit gedicht is genomen. Hij heeft inmiddels 16 bundels het licht laten zien met ‘Een dichter in mijn voorgeslacht’ uit 2015 als laatste.
.
Mont Ventoux
.
Dichten is fietsen op de Mont Ventoux,
waar Tommy Simpson nog is overleden.
Onder zo tragische omstandigheden
werd hier de wereldkampioen doodmoe.
.
Op deze col zijn velen losgereden,
eerste categorie, sindsdien tabu.
Het ruikt naar dennegeur, Sunsilk Shampoo,
die je wel nodig hebt, eenmaal beneden.
.
Alles is onuitsprekelijk vermoeiend,
de Mont Ventoux opfietsen wel heel erg,
waarvoor ook geldt: bezint eer ge begint.
.
Toch haal ik, ook al is de hitte schroeiend,
de top van deze kaalgeslagen berg:
ijdelheid en het najagen van de wind.
.
foto: Annet Hogenesh
An
Herman de Coninck
.
In april 2016 ben ik gestopt met het, elke zondag, plaatsen van gedichten van één van mijn favoriete dichters aller tijden Herman de Coninck. Maar telkens als ik voor mijn boekenkast sta met dichtbundels trekken zijn bundels mijn aandacht. Dan neem ik ze één voor één ter hand, blader en lees er wat in en zet ze terug. En soms, zoals vandaag, denk ik; ik ga er gewoon weer een plaatsen.
Op de onvolprezen website http://www.dbnl.org/ staat te lezen over de bundel ‘Schoolslag’ uit 1994:
“De Coninck is een dichter die zichzelf van nature tegenspreekt, in de rede valt, corrigeert. Hij moet wel iemand zijn die waarheden in het algemeen en ook zijn eigen waarheden wantrouwt. Dat heeft zo zijn consequenties voor zijn poëzie. Van grote onderwerpen ziet hij de ontnuchterende details, triviale kleinigheden brengen hem tot visioenen. Die wisselwerking levert karakteristieke gedichten op.”
In het gedicht over An ‘1971’ (dat gaat over zijn bij een ongeluk overleden vrouw An en hun zoon Tom) is de Coninck heel persoonlijk en zelfs wat afstandelijk in één gedicht. Hij ondergaat en hij observeert. Mede daarom bleef mijn oog hangen op dit gedicht.
.
1971
Verliezen lukte beter: daar heb ik ternauwernood
één dichtbundel over gedaan. Ik won
de Prijs van de Vlaamse Provinciën met jouw dood.
Ik herinner me vooral dat ik mijn bril niet vinden kon.
Die lag naast de auto op de grond. Eerst vond
ik hem, het was een nieuwe, dan jou.
Dank zij die bril kan ik je nog steeds zien.
Na een eeuwigheid, misschien.
een minuut of twee, wees een vrouw naar het gras:
kijk, een kindje. Oja, dat hadden we ook. Snel mond
op mond. Tom gillen als vermoord. Dat leek me gezond.
Pas toen besefte ik hoe stil het voordien was.
Ik dacht: zal ik eens proberen te huilen?
Het lukte. Dat kwam de volgende dagen goed van pas.
.
















