Site-archief
Melancholie
Ode aan de melancholie
.
Op de website https://interestingliterature.com/2017/03/10-of-the-best-john-keats-poems-everyone-should-read/ staat een top 10 van de beste gedichten van John Keats (1795 – 1828). nu is een top 10 van beste gedichten samenstellen van een dichter die maar zo kort geleefd heeft minder moeilijk dan van een dichter met een omvangrijk oeuvre maar Keats is een speciaal geval. Vandaag de dag behoren de gedichten en brieven van Keats tot de meest populaire en geanalyseerde teksten uit de Engelse literatuur. Zijn werk verscheen binnen drie jaar (1816 – 1819). Met name zijn odes zijn wereldberoemd. Niet voor niets staan op nummer 1 en 2 in deze top tien twee odes (beide uit 1819).
Ik koos, voor de lengte (Ode on Melancholy is de kortste ode die Keats schreef) en leesbaarheid en voor de sensuele beelden waar Keats bekend om is voor ‘Ode on Melancholy’ dat op nummer twee in de top 10 staat.
.
Ode on Melancholy
.
Melancholy (William Blake)
Heldere ster
Films gebaseerd op gedichten
La Belle Dame sans Merci
John Keats
.
In 1819 schreef de Engelse dichter John Keats de ballade ‘La Belle Dame sans Merci’. Hij gebruikte de titel van een veel oudere ballade uit ongeveer 1424 van de Franse dichter Alain Chartier getiteld ‘La Belle Dame sans Mercy’. Hoewel de titels dus vrijwel hetzelfde zijn is de inhoud van de beide gedichten volledig verschillend.
Het gedicht wordt beschouwd als een Engelse klassieker, stereotiep voor andere werken van Keats (1795 – 1821). Het vermijdt de eenvoud van de interpretatie ondanks de eenvoud van de structuur. Hoewel eenvoudig van structuur (slechts twaalf korte stanzas, van slechts vier regels elk, met een simpel ABCB rijmschema) , zit het gedicht toch vol raadsels en is het onderwerp van talrijke interpretaties geweest.
Keats maakt gebruik van een stanza van drie jambische tetrameters met de vierde dimetrische lijnen, waardoor de stanza een zelfstandige eenheid lijkt en waardoor de ballad een doelbewuste en langzame beweging heeft die aangenaam is om naar te luisteren. Keats maakt gebruik van een aantal van de stijlkenmerken van de ballad, zoals de eenvoud van de taal, herhaling en afwezigheid van details. Keats’s ‘zuinige’ manier om een verhaal te vertellen in “La Belle Dame sans Merci” is het tegenovergestelde van zijn overdreven manier waarop hij bijvoorbeeld in ‘The Eve of St. Agnes’ schrijft. Een deel van de fascinatie die door het gedicht wordt uitgeoefend komt voort uit het gebruik van het understatement door Keats.
.
La Belle Dame sans Merci
.
O what can ail thee, knight-at-arms,
Alone and palely loitering?
The sedge has withered from the lake,
And no birds sing.
O what can ail thee, knight-at-arms,
So haggard and so woe-begone?
The squirrel’s granary is full,
And the harvest’s done.
I see a lily on thy brow,
With anguish moist and fever-dew,
And on thy cheeks a fading rose
Fast withereth too.
I met a lady in the meads,
Full beautiful, a fairy’s child;
Her hair was long, her foot was light,
And her eyes were wild.
I made a garland for her head,
And bracelets too, and fragrant zone;
She looked at me as she did love,
And made sweet moan
I set her on my pacing steed,
And nothing else saw all day long,
For sidelong would she bend, and sing
A faery’s song.
She found me roots of relish sweet,
And honey wild, and manna-dew,
And sure in language strange she said—
‘I love thee true’.
She took me to her Elfin grot,
And there she wept and sighed full sore,
And there I shut her wild, wild eyes
With kisses four.
And there she lullèd me asleep,
And there I dreamed—Ah! woe betide!—
The latest dream I ever dreamt
On the cold hill side.
I saw pale kings and princes too,
Pale warriors, death-pale were they all;
They cried—‘La Belle Dame sans Merci
Hath thee in thrall!’
I saw their starved lips in the gloam,
With horrid warning gapèd wide,
And I awoke and found me here,
On the cold hill’s side.
And this is why I sojourn here,
Alone and palely loitering,
Though the sedge is withered from the lake,
And no birds sing.
.
John William Waterhouse (1893)
Poëzie in gaming
Elegy for a dead world
.
Toen ik de tip kreeg over een game waarin poëzie geschreven moest worden om in de game verder te komen heb ik in eerste instantie mijn wenkbrauwen gefronst. Games en Poëzie, gaat dat wel samen? Waar games over het algemeen worden gespeeld door (en ik weet dat dit erg stigmatiserend is maar ‘ for the sake of argument’ dan maar) nerderige jongens die niets moeten hebben van poëzie, blijkt nu toch een game ontwikkeld te zijn die gamers aanzet tot het zelf schrijven van poëzie en proza.
De game heet Elegy for a dead world en is ontwikkeld door Ichiro Lambe en Ziba Scott. Hoe werkt het? Terwijl de gamer verre planeten en dode beschavingen ontdekt, worden ze geconfronteerd met 27 uitdagingen in 3 werelden. Elke wereld is gebaseerd op een gedicht uit de (Britse) Romantiek te weten “Ozymandias” van Percy Bysshe Shelley, “When I Have Fears That I May Cease to Be” van John Keats, en “Darkness” van Lord Byron.
Deze uitdagingen vinden plaats in verschillende rollen zoals een keizer die zijn troepenmacht opbouwt of als een meisje dat een stad moet evacueren omdat deze gebombardeerd dreigt te worden. De spelers reizen door prachtige achtergronden terwijl de tekst op hetscherm het verhaal verteld. Maar een groot deel van de tekst wordt leeg gelaten , dat is wanneer de spelers de dichter in zichzelf moeten aanspreken.
De spelers worden uitgedaagd in verschillende stijlen, dan weer rijmend, dan weer in een vaste vorm en ook in een vrije vorm. Elegy for a dead world begon op een dag toen Lambe en Scott aan een conferentietafel zaten in hun werkruimte in Cambridge , Massachusetts , terwijl ze visuele interpretaties van gedichten op lange vellen papier tekenden. Toen ze een vriend vroegen naar zijn interpretatie van de tekeningen gaf deze een volledig andere betekenis aan het verhaal. Vanaf dat moment was het idee geboren.
In het begin bleek dat veel gamers toch enige schroom hadden om los te gaan in het creatieve schrijfproces. daarom begint de game met het invullen van woorden en naarmate men verder komt wordt er steeds meer van de creativiteit gevraagd van de speler.
Van Keats het gedicht van één van de werelden “When I Have Fears That I May Cease to Be”
.
When I have fears that I may cease to be
Lijstenboek
10 dichters en hoe ze aan de kost kwamen
.
Behalve inmiddels twee meters aan dichtbundels bevat mijn boekenkast ook een zeer vermakelijk boek: Lijstenboek, het onmisbare handboek van merkwaardige informatie. Nu ben ik al mijn hele leven gek op weetjes en rare feiten maar in dit boek staat een hoofdstuk dat me erg aanstaat. Tien dichters en hoe ze aan de kost kwamen. Een overzicht:
.
William Blake (1757-1827) maakte gravures voor boekhandelaren, hij werkte als illustrator en tekenleraar. Hij kreeg echter zelden opdrachten en leefde in armoede.
Robert Burns (1759 – 1796) was op zijn 15e boerenknecht en werd uiteindelijk belastinginspecteur.
Allen Ginsberg (1921 – 1997) werkte als bordenwasser en marktonderzoeker.
John Keats (1795 – 1821) werd opgeleid voor chirurg en apotheker en ging werken als chirurgijnsassistent. Hij overleed aan tuberculose.
Pablo Neruda (1904 – 1973) was consul in Ceylon, Nederlands-Indië, Argentinië en Spanje. Terug in Chili werd hij gekozen in de senaat voor de communistische partij.
Piet Paaltjens (1835 – 1894) was dominee.
Ilja Pfeijfer (1968) deed een opleiding als tuinkabouter en heeft in die hoedanigheid jarenlang in een particuliere tuin gestaan bij de oude molen in Leiden (!).
De Schoolmeester ( 1808 – 1858) was kostschoolmeester in Engeland.
Jan Jacob Slauerhoff (1898 – 1936) was scheepsarts.
Walt Whitman (1819 – 1892) was drukkersknecht en redacteur maar ook timmerman en kantoorklerk voor Indiaanse zaken.
.
Er wordt ook nog een eervolle vermelding gegeven voor Arthur Rimbaud (1845 – 1891). Hij nam in Harderwijk dienst als soldaat bij het KNIL en ging naar Nederlands -Indië, deserteerde en kwam terug naar rankrijk, vond werk bij een circus, ging naar Cyprus als stenensjouwer en werd uiteindelijk in Ethiopië eigenaar van een handelspost waar hij handelde in koffie, ivoor, wapens en misschien ook slaven.
.
Om toch te eindigen met een gedicht, iets van Allen Ginsberg.
.
A desolation
.
as a cloudless sky.
Time then to make a
home in wilderness.
wander with my eyes
in the trees? So I
will build: wife,
family, and seek
for neighbors.Or I
perish of lonesomeness
or want of food or
lightning or the bear
(must tame the hart
and wear the bear) .And maybe make an image
of my wandering, a little
image—shrine by the
roadside to signify
to traveler that I live
here in the wilderness
awake and at home.
Fernando Pessoa
Vrijheid
.
Fernando Pessoa (1888-1935) is één van de belangrijkste dichters in het Portugese taalgebied en misschien wel de meest betekenisvolle dichter uit de 20ste eeuw. Reeds op jonge leeftijd leest en bestudeert hij de grote dichters en schrijvers uit de wereldliteratuur zoals William Shakespeare, John Milton, William Wordsworth, Edgar Allan Poe, Lord Byron, John Keats, Charles Dickens, Charles Baudelaire, Paul Verlaine en Arthur Rimbaud maar ook de grote dichters uit de Portugese literaire traditie.
Van Pessoa is veel vertaald door August Willemsen, zo ook de bundel ‘Gedichten uit 1978’ . Uit deze bundel het gedicht Vrijheid.
.
Vrijheid
.
Hoe heerlijk, ach hoe licht
is het verzaken van een plicht,
het boek dat voor ons ligt
blijft ongelezen, dicht!
Lezen vergt geduld.
Studeren stelt niets voor.
De zon verguldt
zonder één moeilijk woord.
.
De rivier stroomt voort, uiteindelijk,
zonder eerste druk.
En de bries die blaast,
zo vanzelfsprekend ochtendlijk,
heeft, daar ze tijd heeft, geen haast…
.
Boeken zijn vellen papier met inkt bedrukt.
Studeren is iets dat onduidelijk verduidelijkt
het verschil tussen niemendal en niets.
.
Hoeveel beter is het, wanneer het mist,
te wachten op Dom Sebastião,
of hij nu komt of niet!
.
Groots is poëzie, goedheid, schone kunsten…
Maar kinderen zijn ’s werelds schoonste gunsten,
en bloemen, muziek, maanlicht, en de zon die op z’n hoogst
teleurstelt als hij niet doet groeien maar verdroogt.
.
En al het overige is dus
Jezus Christus
.
Brief encounter
Poëzie in films
.
In de film ‘Brief encounter’ van David Lean uitv 1945 komt het gedicht ‘When I have fears that I may cease to be” van de Romantische dichter John Keats (1795 – 1821) voor. Brief encounter is het verhaal van huisvrouw Laura Jesson en dokter Alec Harvey.
Het verhaal wordt verteld vanuit het perspectief van Laura Jesson, een huisvrouw uit een klein stadje. Ze is getrouwd met een degelijke man die meer aandacht heeft voor kruiswoordraadsels dan voor haar. Om aan de verveling te ontsnappen gaat ze elke week met de trein naar de grote stad om te winkelen en een matineefilm te zien.
Na afloop van zo’n dagje uit krijgt ze op het station wat kolengruis in haar oog. Een andere passagier, de dokter Alec Harvey helpt haar het gruis te verwijderen. Beiden zijn begin dertig, getrouwd en hebben twee kinderen. De dokter is een huisarts in een ander provinciestadje die ook een keer per week in de grote stad komt om in het ziekenhuis te helpen.
Er ontstaat een geanimeerd gesprek, en beide drinken thee in de stationsrestauratie, waar ze ieder op hun eigen trein naar huis wachten. Al snel worden ze verliefd op elkaar. Ze beginnen in het verborgene af te spreken, in cafés en bioscopen, om hun ontmoetingen geheim te houden. Op een gegeven moment mag Alec voor een avond het huis van een vriend lenen, maar hun liefde wordt niet geconsumeerd omdat de vriend onverwacht eerder terugkeert. Dit is voor hun een teken dat de relatie echt niet verder kan; ze besluiten om hun gezinnen trouw te blijven en om elkaar verder niet te zien.
Hoofdrollen in deze Engelse film worden vertolkt door Celia Johnson en Trevor Howard. In 1984 kwam er een Amerikaanse re-make met Robert De Niro en Meryl Streep die echter een stuk minder goed beoordeeld wordt op IMDB.com, de website over films.
In 1946 kwam deze film in Nederland in de bioscopen onder de titel ‘Het Laatste rendez-vous’. De filmkeuring gaf de film een 18 jaar en ouder predicaat omdat er huwelijks ontrouw in wordt getoond.
Het gedicht van John Keats sluit heel mooi aan bij het thema van Brief encounter.
.
When I have fears that I may cease to be
.
When I have fears that I may cease to be
Before my pen has glean’d my teeming brain,
Before high piled books, in charact’ry,
Hold like rich garners the full-ripen’d grain;
When I behold, upon the night’s starr’d face,
Huge cloudy symbols of a high romance,
And think that I may never live to trace
Their shadows, with the magic hand of chance;
And when I feel, fair creature of an hour!
That I shall never look upon thee more,
Never have relish in the faery power
Of unreflecting love!—then on the shore
Of the wide world I stand alone, and think
Till Love and Fame to nothingness do sink.
.
Aanklacht tegen de oorlog
Dichter in verzet
.
Nu de hele wereld in rep en roer is om de gifgasaanval in Syrië wordt her en der ook teruggekeken naar gifgasaanvallen in het verleden. Gifgas werd niet voor het eerst in de eerste wereldoorlog gebruikt, maar al in de tijd van de oudheid. De Perzen zouden tijdens een beleg van de plaats Dura aan de rivier de Eufraat de Romeinen hebben vergiftigd met pek en zwavel in het jaar 256. De eerste grote gifgasaanvallen echter (chemische wapens) stammen uit de eerste wereldoorlog.
De dichter Wilfred Owen (1893 – 1918) wordt gezien als één van de grootste Engelse dichters van de eerste wereldoorlog (War poets). Hij werd beroemd door zijn oorlogspoëzie waarin de loopgraven en de gifgasaanvallen een grote rol speelden. In 1915 meldde Owen zich, voornamelijk uit romantische overwegingen, als vrijwilliger aan bij het leger. In januari 1917 werd hij, toegevoegd aan The Manchester Regiment. Na een aantal traumatische ervaringen (zo zat hij 3 dagen vast in een bomkrater) werd hij met een shellshockdiagnose naar huis gestuurd en opgenomen in het Craiglockhart War Hospital in Edinburg. Het was daar dat hij Siegfried Sassoon ontmoette.
Owen sneuvelde op 4 november 1918 tijdens een actie bij het Sambre -Oise kanaal, een week voor het tekenen van de wapenstilstand.
Owen voelde zich al op jeugdige leeftijd aangetrokken tot de dichtkunst, voornamelijk door zijn fascinatie voor het werk van John Keats, wiens invloed merkbaar aanwezig is in zijn vroege werk. Zijn poëzie veranderde sterk tijdens zijn verblijf in Craiglockhart. Als onderdeel van zijn therapie werd Owen, door zijn behandelend arts, aangemoedigd zijn ervaringen in Frankrijk om te zetten in gedichten. Sassoons invloed bestond vooral uit het stimuleren van een andere stijl en inhoud van de gedichten. Owen nam vooral Sassoons satire en realisme over. Er zijn verscheidene handgeschreven manuscripten van Owen’s werk bekend, compleet met Sassoon’s commentaar.
De grootste bijdrage aan Owens roem door Sassoon is waarschijnlijk de promotie van diens werk geweest, zowel voor als na zijn dood. Sassoon was een van Owens eerste redacteuren, al tijdens hun verblijf in Craiglockhart.
Een beroemd gedicht van Owen over de gifgasaanvallen lijkt een aanklacht tegen gifgas maar in feitelijk een aanklacht tegen de oorlog of zoals een commentator Say Tan het omschrijft: “Owen is saying, basically, that if the kind of “patriots” who always think war is somehow “noble” actually heard the blood gurgling in a dying man’s lungs as it frothed up out of his mouth, they might not think war was such a glorious thing after all, and they might realize there is nothing “fitting and sweet” about dying for a country.”
.
Bent double, like old beggars under sacks,
Knock-kneed, coughing like hags, we cursed through sludge,
Till on the haunting flares we turned out backs,
And towards our distant rest began to trudge.
Men marched asleep. Many had lost their boots,
But limped on, blood-shod. All went lame, all blind;
Drunk with fatigue; deaf even to the hoots
Of gas-shells dropping softly behind.
.
Gas! GAS! Quick, boys!–An ecstasy of fumbling
Fitting the clumsy helmets just in time,
But someone still was yelling out and stumbling
And flound’ring like a man in fire or lime.–
Dim through the misty panes and thick green light,
As under a green sea, I saw him drowning.
.
In all my dreams before my helpless sight
He plunges at me, guttering, choking, drowning.
.
If in some smothering dreams, you too could pace
Behind the wagon that we flung him in,
And watch the white eyes writhing in his face,
His hanging face, like a devil’s sick of sin,
If you could hear, at every jolt, the blood
Come gargling from the froth-corrupted lungs
Bitter as the cud
Of vile, incurable sores on innocent tongues,–
My friend, you would not tell with such high zest
To children ardent for some desperate glory,
The old Lie: Dulce et decorum est
Pro patria mori.