Site-archief
Satie
Henk Romijn Meijer
.
Het gebeurt me nog wel eens. lezend in een dichtbundel (meestal een verzamelbundel) dat ik een gedicht tegen kom van een dichter die ik alleen als schrijver van romans of verhalen, of als columnist ken. Meestal betreft het hier éénmalige gedichten en heeft de schrijver in kwestie nooit een dichtbundel uitgebracht. En soms word ik verrast zoals in het geval van schrijver, taalkundige, vertaler en essayist Henk Romijn Meijer.
Henk Romijn Meijer (1929-2008) ken ik als schrijver vanaf 1983, toen een docent Nederlandse Letterkunde aan de P.A. Tiele Academie, waar ik mijn opleiding deed, ons studenten wees op Romijn Meijers roman ‘Mijn naam is Carrigue’. Henk Romijn Meijer brak in dat jaar door naar het grote publiek met deze roman, een boek dat een nieuw genre in de Nederlandse literatuur zou inluiden: de faction. Het is naar vorm en stijl een psychologische roman, naar intrige een thriller, maar gebaseerd op ware feiten.
Toen ik in de bundel ‘De vier jaargetijden’ een gedicht van zijn hand tegen kwam was ik dan ook verrast. Op zoek naar zijn oeuvre kwam ik via Wikipedia een enorme lijst van romans, verhalen, novelles en kritieken tegen én één poëziebundel uit 1986, getiteld ‘Resten van jou’. Destijds uitgegeven in een oplage van 750 stuks, voorafgegaan in een speciale druk van 250 exemplaren als relatiegeschenk in 1985.
Uit deze bundel is in ‘De vier jaargetijden’ een keuze uit poëzie over klassieke muziek uit 1991 het gedicht ‘Satie’ opgenomen.
.
Satie
.
De spotzieke lentevogel
klauwt aan zijn vingers vast.
.
nu zijn er bijna uitgesproken woorden
die aarzelen, dan wemelen als sneeuw,
dan dichtvallen als ogen, verschrikt verlegen.
.
eenzaamheid glimpt als de weerschijn
van een kaarslantaarn, bescheiden
en voorzichtig klinkt de eenzaamheid.
.
Billy Holiday
Hans Vlek
.
Van de dit jaar overleden, bijzondere dichter Hans Vlek (1947 – 2016) vandaag het gedicht ‘Billy Holiday’. Ik hoorde afgelopen week het nummer ‘Strange fruit’ weer eens op de radio, een prachtig nummer dat helaas tegenwoordig maar weer wat actueel is (het is een aanklacht tegen het racisme in de Verenigde Staten). Het nummer werd trouwens geschreven door een communistische onderwijzer van Joodse afkomst uit The Bronx, Abel Meeropol, onder het pseudoniem Lewis Allan. Het nummer was oorspronkelijk ‘Bitter fruit’ getiteld.
Billy Holiday maakte het nummer beroemd en het werd opgenomen in de lijst van Songs of the Century (liedjes van de eeuw) door de Recording Industry of America en de National Endowment for the Arts, een overheidsorganisatie ter bevordering van kunst en cultuur.
Uit: ‘Geen volkse god in uw achtertuin’ uit 1980.
.
Billy Holiday
.
een vrouw een dame
als een altsax zo groot
zo zwart als poëzie
.
dit kan
nog nachten duren
dit geluid
diep uit haar hals
pijn en zonsverduistering
.
haar lichaam teistert
verminkt
het bitter bloed van haar stem
.
harde steden van steen
en de dagen die gaan
zij weet
.
zingt.
.
Levensavond van een drummer
Bert Voeten
.
Misschien komt het omdat ik mijn hele leven al een voorkeur voor drummers en percussionisten heb gehad of omdat ik zelf percussie speel of omdat ergens bij mij thuis op de kast ook nog een paar stokken liggen, maar het volgende gedicht van Bert Voeten trof me. Met liefde en compassie geschreven het gedicht ‘Levensavond van een drummer’ uit de bundel ‘Een bord bekijken’ uit 1966.
.
Levensavond van een drummer
.
Zijn trommen
-twee grote, vier kleine, twee
tom-toms, bongo’s etc.- heeft mijn
vader (78) al lang van de hand gedaan
.
maar niet zijn stokken
want zijn techniek houdt hij bij
op een schijf meubelplaat
met een middellijn van 15 cm
en, toegegeven,
ik ben jaloers op zijn beat.
.
Liedje voor de pijn
Jan Willem Otten
.
Schrijver/dichter Jan Willem Otten heeft een veelzijdig oeuvre opgebouwd van poëzie, verhalend proza, toneel, kritieken, artikelen, beschouwingen en essays. In 1973 debuteerde hij als dichter met de bundel ‘Een zwaluw vol zaagsel’ waarna hij nog elf dichtbundels publiceerde. Van 1989 tot 1996 was hij redacteur van ‘Tirade’.
Voor zijn poëzie ontving hij de Reina Prinsen Geerligsprijs, de Herman Gorterprijs en de Jan Campertprijs. Uit zijn bundel ‘Eerdere gedichten’ uit 2000 het gedicht ‘Liedje voor de pijn’.
.
Liedje voor de pijn
.
Een mevrouw loopt door de gang
met in een zilveren kom haar plas.
.
Zij zingt in zich zelf
van de pijn van vannacht
zo waaiend verwoestend
dat zij zich moest krimpen
tot iets van niks, tot pluisje
drijvend op die wind.
.
Het woei niet weg
het woei niet mee
is niet verpletterd
maar bestaat nog steeds
ook nu de pijnwind ligt.
.
Straks wordt zij zwaar
en bang voor nieuwe wind
voor splijten als een eik.
.
Maar hedenmorgen is zij
vederlicht. O bleef ik zo,
voor altijd zonder wil,
.
zingt de mevrouw op onze gang.
Haar zilveren kom spoelt zij nu om.
.
Amerika was een radio
Eddy van Vliet
.
De Vlaamse dichter Eddy van Vliet (1942 – 2002) verliet op 12 jarige leeftijd het gezin waarin hij opgroeide omdat het niet boterde tussen zijn vader en moeder. Hij keerde nooit meer terug naar zijn ouderlijk huis. In 2001 schreef hij een lang episch gedicht over zijn vader in de bundel (waarin dus 1 gedicht) getiteld ‘Vader’. Tijdens het schrijven van dit gedicht overleed zijn vader. Waarschijnlijk is hij dit nooit te boven gekomen, hij overleed zelf een jaar later.
Eddy van Vliet’s poëzie wordt wel gerangschikt onder de neoromantische poëzie. Eddy van Vliet won verschillende literaire prijzen waaronder de Jan Campert-prijs.
Uit ‘Gigantische dagen’ uit 2002 het gedicht ‘Amerika was een radio’.
.
Amerika was een radio…
.
Amerika was een radio
waarop je orkesten kon zien spelen
.
Gezegd werd zelfs dat er huizen waren
hoger dan kerken
.
Van kerken gesproken
er zongen steeds lachende negers
.
O wat wilde ik graag in Amerika zijn
alle dagen ijs en
een cowboy als kameraad.
.
Thelonious Monk
Simon Vinkenoog
Simon Vinkenoog (1928-2009) was schrijver, dichter en voordrachtskunstenaar. Hij begon op 21 jarige leeftijd het blad literaire blad ‘Blurb’ dat samen met ‘Braak’ van Remco Campert en Rudy Kousbroek aan de wieg stond van wat later de Vijftigers werden. In 1950 debuteerde hij met de bundel ‘Wondkoorts’en publiceerde daarna nog 50 werken.
In 1951 publiceerde Vinkenoog de roemruchte bloemlezing ‘Atonaal’, die geldt als het eerste publieke manifest van de Vijftigers, die zich atonale dichters noemden. Uit de verzamelbundel ‘Eerste gedichten 49-64’ het gedicht ‘Thelonious Monk’.
.
Thelonious Monk
Dit is een straat in parijs
met een arabier in de zon
die langzaam slenterend werkeloos
loopt te zijn een 1951-noordafrikaan
ting ting ting in de bleke zon
zonder geluid
.
dit onder water uitgesproken
vonnis ting ting ting
ternauwernood de oppervlakte rakend
en met een strofe in de franse taal:
je donnerais ma vie toute entière
pour un petit rire confus et obscène
.
herinnert aan de dierentuinapen
met mondbekken harige benen
en ronde gladde achterhanden
die gretig alle kleuren grijpen wit en zwart
ting ting ting
.
Uit: Eerste gedichten 49-64, 1966













