Site-archief

Zij als inktvis

Hugo Claus

.

Over erotische poëzie zijn nogal wat meningen. Je houdt ervan of je houdt er niet van, zei ooit een dichter tegen mij. Maar eigenlijk kun je zoiets niet zeggen. Dat is net zoiets als zeggen dat je niks hebt met voetbal behalve als het Nederlands Elftal speelt. Eigenlijk zeg je dan: Ik hou niet van voetbal in het algemeen maar wel van het spel van het Nederlands elftal. En die nuance zou je ook richting erotische poëzie kunnen hebben. Ik schreef al vaak over erotische poëzie en gaf daar evenzoveel voorbeelden van. Dat ging van omfloerste beschrijvende Arabische poëzie, tot voorname klassieke poëzie en van redelijk platvloerse maar oh zo vermakelijke poëzie (‘Kutgedicht’ van Jules Deelder) tot aan erotische poëzie over planten (‘Amour Florale’ van Evy Van Eynde).

Wie het genre ook beheerste was Hugo Claus en ook weer op zijn heel eigen manier. In heel directe taal zonder franje, grof soms en duidelijk beschrijft hij in ‘Zij als inktvis’ het liefdesspel tussen de dichter en een vrouw.En ook hier is er de erotische spanning voelbaar terwijl er op poëtisch gebied ook veel te genieten valt. Het gedicht ‘Zij als inktvis’ komt uit de bundel ‘Het huis van de liefde’ uit 1999.

.

Zij als inktvis

.

Die inktvis met tongen en tieten

houdt van mij en ik van haar

uit lijfsbehoud.

Hoor mij blaten tegen haar gaten.

.

Als zij knipoogt met haar vele schele ogen

geeft zij licht in het water.

Zij heeft het altijd koud.

Ik nies terwijl ik grond verlies.

.

Zoveel tentakels, zoveel obstakels.

Misschien is het daarom dat ik haar zo bemin,

daarom zo grenzeloos wil vergeten

in haar klamme spleten

wat ooit mijn bestemming was

op het begrensde aardse gras.

.

Als ik haar nappen om mij voel sluiten

en haar zuigen merk tot in mijn merg,

wil ik knappen, kraken en verzuipen.

.

Ver van haar en haar doem en haar domein

en in de maat der mensen

ben ik ontmand en wandel wensloos als een hoen.

.

Alleen bij haar ben ik, alhoewel haar prooi,

een meester in het beestige.

Mijn zuurstof is haar onverbiddelijk groen.

.

                                                                                                                                                                                                                       kunstenaar: scribbletati

Pornografica

Om wat er nog komen moet

.

In 2008 verscheen bij uitgeverij Prometheus de bundel ‘Om wat er nog komen moet’ van Hafid Bouazza met als ondertitel ‘Pornografica’. Dat deze bundel er kwam was zeker geen vanzelfsprekendheid. Bouazza schrijft in zijn voorwoord: “Er is niets schadelijks of schaamtevols aan seks en porno, maar bepaalde instanties die wij benaderden voor de financiering van dit boek durfden hun vingers er niet aan te branden.” Dat de gedichten ook nog eens van Arabische dichters zijn, deed bij diezelfde mensen ook nog eens de angst rijzen dat moslims er wel eens aanstoot aan zouden kunnen nemen.

Hafid Bouazza liet zich er niet door weerhouden en vond bij Prometheus de uitgeverij die de bundel wel wilde uitgeven. De bundel is geen pamflet, schrijft Bouazza opnieuw in het voorwoord maar een zoeternij voor literaire zoetekauwen. De illustratie op de voorkant van de bundel is gemaakt door Dick Matena.

De gedichten zijn voor het grootste deel van dichters uit de 8e en 9e eeuw waarbij vooral de dichter Abū-Nuwās een groot deel voor zijn rekening neemt. Bij de bundel zit ook een CD waarop 19 gedichten te horen zijn, vertaald door Bouazza en ingesproken door Katja Schuurman waarbij een groot deel van de gedichten van de dichter Ibn al-Mu’tazz zijn.

Uit de bundel koos ik voor het gedicht zonder titel van de dichter Abū-Nuwās (ca. 750 – 810). Deze zoon van een Perzische moeder wordt gerekend tot de grootste klassieke Arabische en Perzische dichters. Hij was een meester in alle standaard genres van Arabische poëzie. In de verhalen van Duizend-en-één-nacht is hij de metgezel van kalief Haroen ar-Rashid. Zijn vrijheid van meningsuiting, vooral over onderwerpen die door islamitische normen werden verboden, heeft ertoe geleid dat veel van zijn werk later in gecensureerde vorm werd uitgegeven.

.

Een kus van jou is als neuken met iemand anders

En zo zijn zij in vergelijking voor mij evenveel waard

Als ik een bevallig gezicht wil

Dan is mijn geluk dat ik in dat gezicht jou zie

De mensen zijn geschapen om elkaar dingen aan te fluisteren

Onder het juk van tradities maar jij bent zoals je geneukt wordt

Bij mijn vader – wat ben je weergaloos en innemend!

Schone gezichten worden overtroffen door de schoonheid van je rug

.

Het was voorspeld

De mooiste gedichten over weer of geen weer

.

In de loop der jaren zijn er veel, heel veel poëziebundels verschenen rondom een bepaald thema. Inmiddels bezit ik er al vele tientallen van. Zo zijn er bundels over muziek, voetbal, dieren, moeders, kinderen, tuinieren, seks, Europa, het geloof, de oorlog (wereldoorlog I en II), de vrede, katten en ga zo maar door. Het aardige van dit soort bundels vind ik de variëteit in dichters en vormen van poëzie die samenstellers bij elkaar weten te vinden. Pas geleden heb ik weer een nieuw exemplaar aan mijn verzameling kunnen toevoegen, dit keer met als thema ‘het weer’, Nederlandser kun je het bijna niet krijgen.

In 2004 gaf uitgeverij Mozaïek uit Zoetermeer, de bundel ‘Het was voorspeld’ uit met als ondertitel ‘de mooiste gedichten over weer of geen weer’. Deze zelfde uitgeverij gaf al eerder themabundels uit over koeien en rivieren en dijken. Deze bundel werd samengesteld door Rien van den Berg en Liesbeth Goedbloed en bestaat uit gedichten van bekende dichters (Gerrit Achterberg, Herman de Coninck, Anna Enquist,Judith HerzbergToon tellegen, Vasalis en Willem Wilmink) en minder bekende dichters (Peter van Lier, Lenze L. Brouwers, Koos Geerds en Rouke van der Hoek). Onderwerpen zijn vormen van neerslag, de maanden, de seizoenen, weermannen maar ook de wind, de wolken en de zon.

Ik koos voor en gedicht van dichter Menno Wigman getiteld ‘Stil maar, wacht maar’.

.

Stil maar, wacht maar

.

Wat een geluk dat Holland niet bestaat.

Alleen een tenger land van mist en klei,

alleen miljoenen doden zonder steen,

alleen het ultimatum van de zee.

.

En wat een troost dat er geen morgen is,

dat er nooit sprake was van sneeuw en hagel,

zon en voorjaarswind – helemaal niks.

.

Alleen het ultimatum van het licht.

.

Tot zover het weerbericht.

.

 

Erotiek op zondag

Carlos Drummond de Andrade

.

Nu de vakantie bijna voorbij is, is het tijd voor erotiek op zondag. Natuurlijk kan erotische poëzie altijd, waarom het tot zondag bewaren, maar in navolging van de Dichter van de maand en de Dichter op verzoek nu een maand lang (of misschien nog wat langer) een combinatie van de twee gericht op erotische poëzie.

Erotische poëzie is een bijzonder genre. Niet veel dichters schrijven erotische poëzie omdat er snel de valkuil dreigt van platte pornografische teksten. En toch is er genoeg erotische poëzie geschreven en ook verschenen, denk bijvoorbeeld aan de verzamelbundel ‘De daad in 69 gedichten’.

Maar vanaf vandaag dus de komende zondagen erotiek op dit blog. Te beginnen met de meester van de erotische poëzie, de Braziliaanse dichter Carlos Drummond de Andrade. In 1992 verscheen bij De Arbeiderspers de bundel ‘De liefde natuurlijk’ een vertaling van ‘O amor natural’ vertaald door August Willemsen. In de bundel staan de gedichten in het Portugees met op de andere pagina de Nederlandse vertaling. Uit deze bundel ‘De dingen die in bed gebeuren’ de vertaling van ‘O que se passa na cama’.

.

De dingen die in bed gebeuren

.

(De dingen die in bed gebeuren

zijn geheim van wie bemint.)

.

Het geheim van wie bemint

is: niet slechts vluchtig het genot

te kennen dat ons diep doordringt,

tot stand gebracht op deze aarde

en zo verre van de wereld

dat het lichaam, dat het lichaam vindt

en daarin voortgaat op zijn vaart,

de vrede vindt van groter gaarde,

vrede als in de dood, onaards,

als een nirwana, penisslaap.

,.

O bed, o zoet, zoet wiegelied,

slaap kindje, slaap kindje, slaap

nu slaapt de boze jaguar,

nu slaapt de argeloze vagina,

en de sirenen slaapt, de laatste

of voorlaatste… En de penis

slaapt, de poema, ’t uitgeputte

wilde dier. Slaap nu o fulpen

sluier op en om je vulva.

En laten zij die minnen zwijgen,

tussen laken en gordijnen

nat van zaad, van de geheimen

van de dingen die in bed gebeuren.

.

 

Ik vind geen rust

Sir Thomas Wyatt

.

Sir Thomas Wyatt (1503 – 1542) werd geboren in Kent, Engeland en was dichter maar ook ambassadeur van koning Hendrik VIII in Frankrijk en Italië.  Wyatt speelde het gevaarlijke spel van seks, geld en macht tijdens zijn verblijf in het hof van Hendrik VIII. Hij maakte zijn leven nog gevaarlijker door met de koning te strijden om de hand van Anne Boleyn. Tenslotte hadden de vijanden van Henry de gewoonte om met hun hoofden gescheiden van hun lichaam te eindigen. Wyatt was een hoveling en metgezel van Henry VIII vanaf zijn dertiende. Hij was op 17-jarige leeftijd getrouwd en kort daarna gescheiden. Sommige bronnen zeggen dat hij in 1522 de minnaar van Anne Boleyn was geworden, niet lang voordat ze voor Koning Hendrik koos.

Minstens vier gedichten van Wyatt worden verondersteld te verwijzen naar Anne, inclusief het sonnet ‘Whoso list to hunting’ waarin ze wordt voorgesteld als een hert, bejaagd door vele vrijers maar uitsluitend toebehorend aan Caesar. Wyatt werd in 1526 weggestuurd van het hof naar Frankrijk en in 1527 naar Italië, waar hij werd gevangen genomen door troepen van het Heilige Roomse Rijk. Toen Anne Boleyn uit de gratie viel bij Hendrik in 1536, werd Wyatt gevangengezet in The Tower of London, omdat hij met haar omging en bekeek hij haar executie vanuit zijn cel. In 1539 stond hij aan het hoofd van een complot om de katholieke Reginald Pole te vermoorden door vergiftiging. Tegen 1540 zat hij opnieuw in de gevangenis wegens verraad. Zijn latere minnares zou ook door Hendrik als zijn geliefde zijn genomen.

Zijn werk werd nooit gepubliceerd tijdens zijn leven, maar hij was een van de leidende dichters van de Engelse Renaissance. Tijdens zijn tijd in Italië ontdekte hij de werken van Petrarca en introduceerde hij Italiaanse modellen en poëtische vormen in Engelse verzen, waaronder het sonnet.

I find no peace

.

I find no peace, and all my war is done.
I fear and hope. I burn and freeze like ice.
I fly above the wind, yet can I not arise;
And nought I have, and all the world I season.
That loseth nor locketh holdeth me in prison
And holdeth me not—yet can I scape no wise—
Nor letteth me live nor die at my device,
And yet of death it giveth me occasion.
Without eyen I see, and without tongue I plain.
I desire to perish, and yet I ask health.
I love another, and thus I hate myself.
I feed me in sorrow and laugh in all my pain;
Likewise displeaseth me both life and death,
And my delight is causer of this strife.
.

Harry en K.

De daad in 69 gedichten

.

Ik schreef al eerder over de bundel ‘ Seks, de daad in 69 gedichten’ , in 2001 uitgegeven door uitgeverij 521, een bloemlezing van Vrouwkje Tuinman en Ingmar Heytze met erotische gedichten van Nederlandstalige dichters. In deze bundel staan twee gedichtjes naast elkaar die opvallen door hun inhoud maar ook door hun vorm. Daarom deze twee hier gezamenlijk weergegeven. Het ene is van Harry Mulisch zonder titel en de ander is van K. Schippers met als titel ‘ Blank verse’ .

.

terwijl ik

klaarkom          gaat

de bel.

wie kan

dat zijn              zo laat nog?

een kind?

.

Blank verse

.

je

je

je

je                      je               je

je                            en je

.

ik raak je overal niet aan

.

Een wonder

Herman Brusselmans

.

Hoewel ik Herman Brusselmans als schrijver niet echt ‘ken’ (ik vind de absurditeit in zijn boeken vaak net even té) was het helemaal een verassing voor me toen ik het boek ‘Meisjes hebben grotere borsten dan jongens’ uit 1997 tegen kwam. In dit boek staan gedichten voor lezers vanaf een jaar of tien.

De gedichten, waarvan sommige op rijm, zijn grappig, hilarisch, baldadig, grof, gevoelig en geschreven in de zo bekende Brusselmans-stijl die zijn lezers zeer zal aanspreken. Aan de orde zijn liefde, geweld, racisme, seks, God en stoute kinderen. Teksten waar je hardop om moet lachen – maar tussen de regels lees je ook de tranen.

Omdat de Poëzieweek 2017 (vanaf 26 januari) als thema ‘humor’ heeft wilde ik een gedicht uit deze bundel hier delen. Toegegeven het is een speciaal soort humor en ondanks het wrange onderwerp  kan ik er wel om grinniken.

.

Een wonder

.

24 december:

Mama is aan de drank

Papa is aan de drugs

De kinderen krijgen slaag

De hond is dood

.

25 december:

Mama is aan de drank

Papa is aan de drugs

De kinderen krijgen slaag

De hond kwispelt nog één keer

.

meisjes

Erotisch gedicht

Eddy van Vliet

.

Bij het woord erotiek hebben de meeste mensen wel een beeld. Dat hierin een enorme verscheidenheid schuilt zal voor de meeste ook geen nieuws zijn. Bij het lezen van het gedicht ‘Ochtend’ van de Vlaamse dichter Eddy van Vliet (1945 – 2002) zul je misschien niet meteen denken aan een erotisch gedicht. Toch als je door de zinnen heen leest en de beelden die Eddy oproept tot je door laat dringen, kun je je voorstellen waarom dit gedicht is opgenomen in de bundel ‘Seks, de daad in 69 gedichten’.

Oorspronkelijke verschenen in de bundel ‘De binnenplaats’ uit 1987, het gedicht ‘Ochtend’.

.

Ochtend

.

Liefst hoor ik het geritsel van kleren

als zij opnieuw de vorm aannemen

waaruit liefde hen gedurende uren verdreef.

.

En buiten: de kou die de bakstenen roder maakt,

de kinderen dichter bij elkaar doet kruipen.

.

Liefst hoor ik het geritsel van kleren,

als de slaap zich langzaam aan onze ogen onttrekt

en de glazen toekijken hoe het licht

zich opdringt aan de ramen.

.

Op zo’n ochtend zal het zijn dat zij,

van wie wij de uniformen niet kunnen raden,

zullen komen en zeggen: jullie gaan mee.

.

licht

Lippendienst

Stella Napels

.

Uit de fijne bundel ‘Seks, de daad in 69 gedichten vandaag het gedicht ‘Vergelijk’ van Stella Napels. Stella Napels publiceerde in 1997 de geruchtmakende bundel ‘Lippendienst’. Deze bundel vol ‘brute seks’ maar ook ‘windstille gedichten’ bleek niet door een vrouw (Stella) maar door een man geschreven te zijn namelijk door Victor Vroomkoning.

Vroomkoning publiceerde onder zijn eigen naam al meerdere dichtbundels. Hij was voorzitter van de Johnny van Doornprijs en sinds jaar en dag voorzitter van de SNS-Literatuurprijs. Ook is hij jaarlijks actief als jurylid voor de Gelderse Kunstbende en treedt hij geregeld op in het land.

.

Vergelijk

.

Ik ben zijn bees:

benen, borsten, billen

buik.  Mijn binnen

bestaat niet.

.

Hij is mijn zets:

mijn zak, mijn zeis,

mijn zweep, mijn zwijn.

Ik ken zijn binnen

van buiten.

.

lippendienst

 

En wat dan?

Jotie T’Hooft

.

Het verhaal van Jotie T’Hooft (1956 – 1977) is bekend, op de middelbare school ernstige aanpassingsproblemen; door zijn zwakke resultaten, opstandige karakter en zijn onhandelbaar gedrag van meerdere scholen gestuurd zocht hij zijn heil in drugs, literatuur, poëzie en muziek. Op zijn 14e was hij al verslaafd. Op zijn 17e ging hij op kamers wonen in Gent, verdwaalde daar nog verder in het drugsmilieu en deed hij een mislukte zelfmoord.

Zijn ouders namen hem terug naar zijn geboorteplaats Bevere. Daar brak een periode van relatieve rust aan. In 1975 trouwt Jotie met zijn nieuwe liefde Ingrid Weverbergh.  Zijn schoonvader, directeur van uitgeverij Manteau, bezorgde hem niet alleen werk als lector bij deze uitgeverij, maar zorgde er ook voor dat zijn eerste bundel ‘Schreeuwlandschap’ in 1975 gepubliceerd werd.

Het drugsmisbruik bleef echter en in 1977 verlaat Ingrid Jotie en pleegt hij uiteindelijk zelfmoord door een overdosis cocaïne te nemen.

Jotie T’Hooft is in de eerste plaats een neoromantisch dichter en de thema’s in zijn werk zijn dan ook de thema’s uit de deze stijlperiode: het onvervulbare verlangen, de spanning tussen ideaal en werkelijkheid, de droom, het ontvluchten van de werkelijkheid, het verlangen naar zuiverheid. De belangrijkste thema’s bij Jotie T’Hooft, zijn die zaken die een rechtstreekse vlucht vormen voor het bestaan: druggebruik, dood en zelfmoord, erotiek en seks.

Het oeuvre van Jotie T’Hooft is door zijn dood op jonge leeftijd beperkt (tijdens zijn leven verscheen nog ‘Junkieverdriet’ en meteen na zijn dood ‘de laatste gedichten’) maar nog steeds wordt zijn werk verkocht en gelezen.

Uit de bundel ‘Schreeuwlandschap’ het gedicht ‘En wat dan?’.

.

En wat dan?

.

Op een dag zal ik weg zijn en

wat dan? Verdwenen zonder een

teken te geven of te nemen en

het puin dat ik achterlaat is

niet langer lachwekkend.

.

Want wie zoals ik nooit heeft

gebouwen laat niets achter dan

verwachting en verwarring en

wat dan?

.

Wellicht in uw herinnering zal ik

stollen verstijven, niet lang meer

blijven maar verbleken tot verleden

en wat toen? Te doen?

‘Het was waar’ zult gij zeggen ‘hij speelde

met woorden als geen ander maar wat

heeft dat te betekenen’. Zo bleek zal

ik zijn.

.

In u…

.

en wat dan…?

.

ingrid

Jotie en Ingrid

schreeuwlandschap