Site-archief
De bol is rond
Michael Tedja
.
De in Rotterdam geboren maar in Vlaardingen opgegroeide, schrijver, dichter, beeldend kunstenaar en curator Michael Tedja (1971) is niet alleen een zeer veelzijdig man maar ook echt een kunstenaar. Ik leid dat af aan zijn oeuvre maar ook aan het feit dat hij in woorden zijn universum heeft benoemd. Of zoals hij het noemt de fictieve ruimte waarbinnen zijn beeldend werk, zijn poëzie en proza samenkomen. Hij noemt dit Het Holarium. Deze virtuele ruimte bestaat uit een systeem opgebouwd uit fragmenten van taal, ritme en onderzoek die samen een coherente entiteit vormen. Het verzamelen van deze fragmenten wordt door hem ‘aquaholisme’ genoemd, net als ‘Holarium’ een samenvoeging van de woorden aquarium en holisme (het zoeken naar verbindingen die losse eigenschappen tot één geheel maken). Het Holarium was ook de titel van zijn eerste solotentoonstelling in Museum Jan Cunen in Oss in 2002.
Tedja debuteerde als dichter in 2005 met de bundel ‘De aquaholist’ bij de Rotterdamse uitgeverij Sea Urchin, een uitgeverij gespecialiseerd in ‘historical avant-garde and counterculture’, met gedichten en prozagedichten. In 2013 verschijnt zijn tweede bundel met de titel ‘Tot hier en verder’. De titel is gebaseerd op de betekenis van de naam Tedja. Deze betekent in het Surinaams: tot hier. Te = tot, en dja = hier. In 2015 verschijnt de bundel ‘Regen’ dat afkomst en racisme als thema heeft.
En nu, dit jaar verschijnt zijn bundel ‘Lift’, een ‘eigenzinnig en gelaagd kunstwerk dat een kritische blik biedt op de samenleving. Tedja kreeg voor zijn literaire werk de Sybren Poletprijs (2021) en de Jana Beranováprijs 2020. Uit zijn laatste bundel ‘Lift’ heb ik een gedicht gekozen waarin de lift een centrale rol speelt.
.
Het verschil tussen
rijk en arm was als koren op het
mechaniek. De
relaties tussen de flatbewoners.
.
Ik wilde die
relatiegeschiedenis omverwerpen, het mechaniek
van de lift veranderen
en opbouwen
met ronde informatie
in de vorm van een wereldbol
.
De wereldbol was eindig
en oneindig, universeel en persoonlijk.
.
Net zoals de bollen,
die altijd bol waren, waar
ik die ook liet staan of aan ophing.
De cirkel was bol
en die was rond.
.
Dichten alsof
Sybren Polet
.
Sybren Polet (1924-2015) was schrijver en dichter. Polet (pseudoniem van Sybe Minnema) debuteerde onder zijn eigen naam met de dichtbundel ‘Genesis’ in 1946. Als Sybren Polet debuteerde hij in 1949 in het literaire tijdschrift Podium, waarvan hij van 1952 tot 1965 redacteur zou zijn. Zijn dichtwerk wordt tot dat van de Vijftigers gerekend. De stad Amsterdam speelt er een centrale rol in en de personages, aangeduid als Mr. Iks, Mr. X, en dergelijke meer, veranderen continu van gedaante.
Polet kreeg voor zijn werk onder andere de Jan Campert-prijs, de Herman Gorterprijs, de Busken Huetprijs en de Constantijn Huygensprijs. In 2011 werd de Lokienprijs in het leven geroepen, vernoemd naar de bekende romanfiguur van Polet en vanaf 2018 wordt ook de Sybren Poletprijs toegekend.
In de nalatenschap van Sybren Polet is een manuscript aangetroffen met handgeschreven gedichten die nog niet eerder waren gepubliceerd. Op de achterflap van deze bundel getiteld ‘Zijnsvariaties Verbovelden’ uit 2018 staat te lezen: een vlijmscherpe analyse van onze tijd, een bewogen afscheid van het bestaan en een sprankelende blik op de toekomst: het slotakkoord van een avontuurlijk oeuvre in de Nederlandstalige literatuur.
Uit deze bundel nam ik het gedicht ‘Dichten alsof’.
.
Dichten alsof
.
1
En dan weer het zelfvernietigende besef
dat wij een doorgangsvorm zijn
naar een volgende mutatie.
*
De laatste huidschubben uitgekweekt,
de aapvorm verlaten:
een buitenbrein ontwikkeld.
Een derde voorhoofdsoog.
*
Het superego wordt geëtheriseerd
of ondergebracht in een andere biovorm.
.
2
Denkleven.
Vanaf het jaar nul
zal niemand meer sterven, niemand
geboren worden.
.
Hoe vredig volledig
dit nihil: alles alleen weer
in afwachting van:
In afwachting van
een nieuw alsof.
*
Leven alsof.
Dichten alsof.
.
Waarde
Michael Tedja
.
De Rotterdamse Michael Tedja (1971) is schrijver, dichter, beeldend kunstenaar en curator. In 2003 debuteert hij als schrijver met zijn eerste roman. Twee jaar publiceert Tedja zijn eerste dichtbundel bij de onafhankelijke uitgeverij – gespecialiseerd in ‘historical avant-garde and counterculture’ – Sea Urchin, met als titel ‘De aquaholist’. Deze gedichten en prozagedichten zijn ontstaan in de periode 1991-2004.
Hierna worden nog verschillende dichtbundels van hem uitgegeven waaronder de serie ‘Het 1 euro gedicht’ in 2011. Naast zijn poëzie in dichtbundels publiceerde hij regelmatig gedichten, essays, proza en tekeningen in De Gids, Absint, Samplekanon, nY, Revisor, Hollands Maandblad, De Volkskrant, Metropolis M en Caraïbisch Uitzicht. Ook cureert hij een beeld en taalrubriek voor de Poëziekrant.
In 2021 neemt Tedja plaats in de jury van de P.C. Hooftprijs voor poëzie. Ook werd hem dit jaar de Sybren Poletprijs toegekend. De prijs is bedoeld voor het oeuvre van een Nederlandstalige auteur die schrijft en werkt in de geest van Sybren Polet (1924-2015).
In het werk van Tedja komen thema’s als identiteit, hosselen (titel van zijn tweede ‘roman’ met fictie, essays, poëzie en pamfletten), exclusiviteit, on-line aanwezigheid, het postkoloniale bewustzijn en communicatie voor. Michael Tedja is een dichter die zijn nek durft uit te steken (zoals Hans Puper het omschreef in een column op Meander) en heeft daarmee een heel eigen en origineel geluid. Uit zijn bundel ‘Regen’ uit 2016 het gedicht ‘Waarde’.
.
Waarde
.
Het bewijs, het tegendeel
dat tot leven kwam reisde.
Ik was er een mee, een geheel
dat ik zelf neerzetten kon.
.
Toen zag ik de groep staan.
Die was wat het was: zij
die terug wilden naar hoe het was.
Ik dacht dat die op zich stond.
.
Het beste dat er was voordat het
een en al kern werd. Ooit, ja.
Ik was er solitair mee, totdat
de regen tegen het raam kletterde.
.
Op de achtergrond
waren kinderen bewegingen
aan het tellen. Basketballers
sprongen naar een hoop.
.
Het water was vloeibaar.
Door de kou werd het ijs.
Door de zon weer vloeibaar.
.







