Site-archief

De klopper van het geluk

Valeria Di Felice

.

De Italiaanse dichter, uitgever en vertaler Valeria Di Felice (1984) is een Italiaanse dichter, uitgever en vertaler, publiceerde de dichtbundels ‘L’antiriva’ (2014), ‘Attese’ (2016) en ‘Il battente della felicità’ (2018). In 2023 verscheen in een vertaling van haar hand een keuze uit het werk van Anna de Brémont (1849-1922) een Amerikaanse journalist, schrijfster, dichter en zangeres, getiteld ‘Sonetti e Poesie d’amore’.

Valeria Di Felice is medeoprichter van het Casa della Poesia in de Abruzzen. In 2021 verscheen bij uitgeverij Atalanta Pers ‘De tegenoever’, een vertaling door Willem van Toorn en Patrizia Filia van ‘L’antiriva’. De bundel is inmiddels ook verschenen in het Arabisch, Spaans en Roemeens.

Uit de bundel ‘De klopper van het geluk’ ( ‘Il battente della felicità’) vertaald in dit geval door Patrizia Filia en Ineke Holzhaus, drieëndertig gedichten verdeeld in drie secties, vertelt over de liefde tussen een ‘ik’ en een ‘jij’, waarbij de ‘ik’ probeert niet alleen de ‘jij’ te ontdekken en wat hen verbindt, maar ook zichzelf, hier gedicht 2 en 5. Meer over deze bundel lees je hier. Deze bundel is nog niet gepubliceerd in Nederland

.

2

Nu moet ik het doen – zeg ik tegen mezelf –
de bron uitkiezen van de glimlach

de parel gewiegd in de mond
van de vreugde.

Ik moet – nu – een kus geven aan jouw kus,
scharlaken veertje gegleden
over de lichtheid van de wereld,
de witte handschoen neergedrukt
op de oevers van de ander.

.

5

Je hier houden, in vloeibare dromen
van slapeloze nachten, in een onverwacht april
van een ochtend die zich blauw maakt van licht.

In een onbekend alfabet
en regenbogen van zijde,
in de gewelfde rondingen
van een hart dat de stilte doet zwijgen.

Je hier houden is dichterbij
het wonder komen ergens anders te zijn,
de gouden mond van een gedicht
herboren buiten de rite van de zon.

.

Anton Korteweg

Brief

.

Schreef ik een paar dagen geleden nog over een gedicht van Willem van Toorn getiteld ‘Brieven’, vandaag voeg ik daar een gedicht aan toe getiteld ‘Brief’. Ik kocht afgelopen weekend in een kringloopwinkel in Brugge de bundel ‘Gedichten 1992’ uit de Poëziereeks van het David Fonds, samengesteld door Hubert van Herreweghen (1920-2016) en Willy Spillebeen (1932).

In die bundel staat dus het gedicht ‘Brief’ van Anton Korteweg (1944). Dit gedicht werd eerder gepubliceerd in het tijdschrift Maatstaf. jaargang 39 uit 1991.

.

Brief

.

Wat ik niet kan! Op dezelfde rij tegels

honderden meters fietsen als een streep

en nooit de randen zelf maar raken. Als

aan elke kant van me het land ook maar

tien centimeter lager lag, hoe snel

verzwolg de afgrond me. Tennissend met

m’n zoon mis ik geen bal, in het echt

maakt m’n vader me in. Maar je weet,

er is bij ons geen afgrond meer en

mijn vader, hoe lang is hij dood al.

.

Brieven

Willem van Toorn

.

Vorige maand verscheen bij uitgeverij G.A. Van Oorschot de bundel ‘Het komt goed’, niet te verwarren met de verhalenbundel met diezelfde titel van Toon Tellegen of met het bundeltje van Judith de Joode dat bij Loopvis verscheen. Nee het betreft hier een bloemlezing samengesteld door Elisabeth Lockhorn met gedichten over geluk in al zijn schoonheid en complexiteit. In de bundel zijn gedichten opgenomen van dichters vanuit de hele wereld die geprobeerd hebben geluk in taal te vangen.

Een van die dichters is de dit jaar overleden Willem van Toorn (1935-2024). Uit zijn bundel ‘Gedichten 1960-1997’ uit 2001 nam Lockhorn het gedicht ‘Brieven’.

.

Brieven

.

1 (Het licht)

.

Wat je net wilde pakken is het licht.

Het is niet weg. Het wacht achter je hand

die het nu natekent, volmaakt omrand

schaduwbeeldje, dansend op je gezicht.

.

Zo is het licht. het kan niet om dingen heen.

Daarom was het ook zo lang zo donker

op deze wonderschoon begroeide steen

die sinds de diepe dagen van december

.

ook jouw wereld is: het kon de

lange ronding naar jou toe niet maken

om je hand zo vrolijk aan te raken

als nu in deze regelrechte lente.

.

Anders dus dan zijn zachte zuster water,

die zich zo meegaand om je huid

kan buigen, moet het steeds rechtuit.

.

Dat was het licht, kleindochter. later

schrijf ik je weer. Over regen, de aarde,

sommige mensen, vogels, de muziek,

de stilte, wolken en zo meer.

Grootvader.

.

Het gedicht

Willem van Toorn

.

Ik ben al vele gedichten op vreemde plekken tegen gekomen, lees de honderden berichten in de categorie ‘Gedichten op vreemde plekken’ er maar op na. En toch wordt ik soms nog verrast door een gedicht op een plek waarvan zelfs ik het niet had verwacht. Dat gebeurde me enige tijd geleden toen ik in Breda in de Grote kerk de expositie Post-Digital Heritage bezocht.

De Grote Kerk van Breda hoort bij de vier topmonumenten van Brabant. Het mausoleum van de voorvaderen van de koninklijke familie, onderstreept haar status. Dit historische bouwwerk is het onbetwiste middelpunt van de stad Breda. En nu denk je misschien dat het gedicht dat ik daar tegenkwam onderdeel was van de expositie maar niets is minder waar. Lopend door de kerk over de grafstenen van honderden jaren oud zag ik op de grond, middenin een grafsteen uit 1652, een koperen plaat met daarop het gedicht van dichter, schrijver en vertaler Willem van Toorn (1935) getiteld ‘Het gedicht’.

De plaat was verdiept aangebracht in de steen, alsof er ooit iets anders had gezeten dat nu vervangen was door de plaat met het gedicht. >nig zoekwerk later en ik lees op de website van dbnl.org : Het lege vierkant op de zerk van kanunnik Polyet uit 1549 werd ‘als aandenken aan de restauratie’ voorzien van een nieuwe koperplaat met een gedicht van Willem van Toorn getiteld ‘Het gedicht’. Mysterie opgelost.  Hieronder een foto van de grafzerk van kanunnik Polyet en het gedicht van Willem van Toorn.

.

Het gedicht

.

Opdat je nooit vergaat
doe ik je in het gedicht
hoe je loopt, hoe je ligt
hoe je lichaam tegen me praat

,

eeuwen hiervandaan
leest een levende het wellicht
aandachtig gebogen gezicht
boven de woorden. Ik dicht je
dat het gedrukt staat.

.

Auto

Willem van Toorn

.

In 1960 debuteerde dichter, romanschrijver en vertaler Willem van Toorn (1935) met de dichtbundel ‘Terug in het dorp’ (in 1959 was zijn formele debuut met de novelle ‘De explosie’). Inmiddels zijn we vele publicaties (waaronder 13 dichtbundels) verder maar was zijn laatste dichtbundel inmiddels alweer uit 2009 (‘De hofreis’). De poëzie van Willem van Toorn dreigt zo wat in de vergetelheid te raken terwijl het zo’n bijzonder dichter is. Zijn gedichten zijn doortrokken van een liefdevolle ironie waarbij het thema (on)zekerheid centraal staat. In het gedicht ‘Auto’ uit de bundel ‘Landschap voor een dode meneer’ uit 1968 staat het gedicht ‘Auto’ waarin de auto bijna menselijke eigenschappen krijgt toebedeeld door Willem van Toorn.

.

Auto

.

De auto scheidt wegen af

uit zijn achtereind, talloze meters

landschap verteerd tot verleden

verbruikt asfalt, uitlaatgas.

.

Meedogenloos, achter glas,

zien wij de kijkende levens

van boeren met zondags gesteven

gebaren, van koeien, van gras-

.

groene graasdorpen één

tel lang bestaan en dan bijt de

snelheid hen tot op het been

kaal en zij glijden als lijken

bleek van het netvlies. Luid

braakt de uitlaat hen uit.

.

Poëzieworkshop in april

La France

.

Ineke Holzhaus is dichter, theatermaakster, schrijfster en docente schrijven.  Ze heeft toneelteksten, gedichten en dichtbundels en een verhalenbundel gepubliceerd en in oktober 2018 verscheen ‘Geef mijn vader’, haar eerste roman, bij uitgeverij Ambo|Anthos. Ook schrijft zij voor ‘Dichter’, een uitgave van Plint waarover ik eerder schreef https://woutervanheiningen.wordpress.com/2018/07/10/dichter-2/. Bij de schrijversvakschool in Amsterdam en bij Stichting El Hizjra verzorgde ze workshops schrijven voor theater en poëzie en bij Stichting School der Poëzie is ze vaste medewerker bij het schrijfonderwijs op middelbare scholen. Maandelijks presenteert ze een poëzieprogramma vanuit de Amsterdamse bibliotheek en tevens verzorgt ze workshops in de OBA (de Openbare Bibliotheek van Amsterdam). Ze publiceerde eigen werk in diverse literaire bladen en in 2008 verscheen haar eerste bundel bij Wagner & Van Santen ‘Hond in Pompeï’.

Op Domaine Le Haut Verger en Monsier Deux organiseert zij samen met haar man, schrijver Willem van Toorn, een volledig verzorgde poëzieweek met workshops  poëzie lezen en schrijven, met fotografie als inspiratie. Of zoals de organisatoren het beschrijven: Genieten van vrijheid en rust met iedere dag veel tekstuele en visuele inspiratie. Ongestoord kunnen dichten en daarbij gestimuleerd worden door een enthousiasmerende docente. Meer informatie vind je op http://www.domainelehautverger.nl/workshops/poezieweek/.

Van Ineke Holzhaus het gedicht ‘Météo’.

.

Météo

We sneden het strogras niet meer
lieten de dag uit onze handen glijden

alleen koel sap hield ons wakker, druiven
tegen de muur zogen wat er nog aan vocht
te vinden was uit versteende grond –

we toetsten météo, stuitten op vluchtelingen
in boten, leerden hedendaagse woorden –
en morgen weer geen regen, ontvingen

bewegende beelden van eendenkuikens
gered uit een put, dierenfilmpjes ingezet
tegen onthoofdingen in naam van een god

we rolden ons om op verdwaalde bedden
hoorden vermagerde koeien roepen om voer
maar elkaar niet meer, wachtten op regen

vreesden de hagel, vreesden elkaar, tot
het water viel, stroomde in beken, rivieren
voor het gewas, de dieren, voor later.

.

Stof zijn wij

Brein en poëzie

.

Voor de bundel ‘Stof zijn wij, brein en poëzie’ zochten Rutger Kopland en Neerlandicus Reinier Spreen gedichten bijeen waarin hersenen en hersenfuncties een rol spelen. Rutger Kopland (pseudoniem van Rudi van den Hoofdakker) die als hoogleraar biologische psychiatrie, hoofd was van een afdeling waarin onderzoek wordt gedaan naar de relatie tussen hersenen en gedrag, was de juiste dichter om deze bundel met Reinier Spreen samen te stellen.

De gedichten in dit bundeltje, dat werd uitgegeven in 2002 door Vergouw Publishing, getuigen van het besef dat het brein een wonderbaarlijke stoffelijke machinerie is, die ons met onszelf en met de wereld om ons heen verbindt.

In deze bundel staan 25 gedichten van dichters als o.a. Leo Vroman, Wiel Kusters, J. Bernlef, M. Vasalis, Gerrit Kouwenaar en Gerrit Achterberg. Het gedicht dat ik koos is van Willem van Toorn, is getiteld ‘Geheugen’en verscheen eerder in ‘Gedichten 1960 – 1997’ uit 2001.

.

Geheugen

.

Hoe je bestaat in mijn hoofd:

op filmpjes van oude tijd

in lussen opgehoopt.

Beelden verstild, maar bereid

.

tot leven te komen zodra

licht van verlangen of spijt

door kristallen schijnt.

Een straat. We kijken je na.

Deur waar je achter verdwijnt.

.

Of: haast onzichtbaar klein

diep in een landschap bewaard,

deel van een ansichtkaart

uit een ontroerd domein

kennelijk. Wie je heeft gespaard

in dat boordevol hoofd van mij

moet wel haast ik zijn.

.

Waar dit je bijna raakt

loopt de film op zijn eind.

.

Dichterbij de polder

Buiging

.

In de Alblasserwaardse polder is men sinds 2003 bezig een literaire fietstocht vorm te geven tussen de molens, de oude boerderijen en de weilanden. Langs deze fietstocht zijn inmiddels gedichten van 12 dichters geplaatst op lage sokkels en in brons gegoten. Dichters als Ester Naomi Perquin, Marieke Rijneveld, Hester Knibbe, Willem van Toorn, Ad Zuiderent en Jana Beranová hebben gedichten geleverd voor dit mooie, door de Lions opgezette project.
De gedichten nodigen de voorbijganger uit om even stil te staan, te lezen en door de ogen van de dichter naar de omgeving te kijken. Met andere ogen dus, waardoor je vanzelf anders gaat kijken.

De Lionsclub vroeg ongeveer veertien jaar geleden aan dichter Jan Eijkelboom uit Dordrecht om het eerste gedicht te maken. Hij schreef een prachtig gedicht over een kastanjeboom aan de Zijdeweg bij Nieuw-Lekkerland. Zijn gedicht werd in 2003 onthuld. De komst van een netwerk van fietsknooppunten maakt het makkelijk om zelf een mooie route uit te stippelen langs de ‘polderpoëzie’. De meest oostelijke plaquette bevindt zich halverwege het fietspad van Ottoland naar Groot-Ammers, bij de fietsersbrug die in de volksmond ‘de Kikker’ wordt genoemd. De twee meest westelijk geplaatste gedichten zijn te vinden in het molendorp Kinderdijk.

Op de website van ‘Dichter bij de polder’ http://fietsroute.ws/index.html  kun je alle gedichten en de route nalezen. Uiteindelijk wil men maar liefst 25 gedichten laten plaatsen langs deze route.

Ik koos voor het gedicht ‘Buiging’ van Ester Naomi Perquin.

.

Buiging

.

Waren we eerder geweest dan hadden we schepen gezien
in de ronding, oude dieren, steunend op hun hulpeloos formaat.
We hadden hun buiken bestreken, hun huid van hout en pek.

We hadden touwen doorgegeven, gereedschap gedragen en
dagenlang gewerkt aan een waterdichte vaart. Nu staan we hier,
op kant noch wal. ook wij worden verleden, maar dan trager.

We hebben wereldzucht op zakformaat, antwoorden op vragen.
We bewegen langs het water met moderne blikken
en moderne dromen, gewichtsloos haast.

Wie hier nog later staat zal ons niet tegenkomen.

.

Willem van Toorn

Zonder titel

.

Vandaag gewoon een gedicht van dichter Willem van Toorn. Uit de bundel ‘De hofreis’ uit 2009 een gedicht zonder titel.

.

Als het zo nauw niet luistert

met die klanken als we dachten

mogen dan ook deze erin

of klinken die te erg naar mens:

de hopeloze schreeuw van de zwerver

in de doodlopende steeg,

het ratelen van de tank

die boven de keien van het plein

dat de naam van een heilige draagt

zijn kanonsloop traag naar jou toe draait

terwijl je geen kant meer op kunt?

.

tiananmenps5n-3-web

Fabrique

Willem van Toorn

.

Willem van Toorn (1935) is schrijver, dichter, toneelschrijver, vertaler en bloemlezer. Met name in de jaren ’70 en ’80 van de vorige eeuw was Willem van Toorn een grote naam in de poëzie. Hij won in die periode vele poëzieprijzen, publiceerde vele bundels en zat in een aantal jury’s van poëziewedstrijden. Een uitgebreide bio- en bibliografie kun je lezen op de website van schrijversinfo.nl op http://www.schrijversinfo.nl/toornvanwillem.html . Willem van Toorn’s gedichten zijn doortrokken van een liefdevolle ironie waarbij het thema (on)zekerheid centraal staat.

Uit de bundel ‘Gedichten 1960-1997’ uit 2001, het gedicht Fabrique.

.

Fabrique

.

Is dit nog wel een tuin? Wat moet ik met
deze pagode zonder goden, obelisk
die slechts zichzelf gedenkt, een niks
met niks verbindende brug uit Tibet.
.
Vijvers waar je ook kijkt. Wolken erin
maar van een mens geen spiegelbeeld. Ik buig
mij over leegte. Een jachthuis
waar nooit een jager in woonde. Onzin.
.
Vond ik je hier, was je een herderin
met valse blossen. Nagespeeld. Niet pluis.

.

Willem_van_Toorn