Categorie archief: Gedichten op vreemde plekken
Mooi, Mooier, Middelland
Geplaatst door woutervanheiningen
Geen Poeha
Geplaatst in Favoriete dichters, Gedichten in de openbare ruimte, Gedichten op vreemde plekken, Social media
Tags: 27 september 2018, Atelier Mineur, Deelder, dichter, event, Facebook, feestelijke opening, gedicht, gedichten, gedichten in de openbare ruimte, gedichten op vreemde plekken, Geen Poeha, gevelgedichten, J.A. Deelder, Jiske Foppe, Joost van Geel, Jules Deelder, Lotgenoten, Middelland, Mooi Mooier Middelland, poëzie, Rotterdam, Sappho, wandeling, werkgroep leefbaarheid
Poëzieroute Wassenaar
Geplaatst door woutervanheiningen
A. Marja
.
Nederland blijkt een land van wandel- en fietsroutes te zijn. Niet alleen ter recreatie maar vaak ook langs kunst, beelden en poëzie in de buitenruimte. Ik schreef in het verleden al over verschillende poëzie(wandel)routes in Nederland en België maar ik kwam er recent weer een tegen in Wassenaar https://www.poezieroutewassenaar.nl/. De Stichting Poëzie Route Wassenaar bestaat uit 3 niet nader genoemde personen uit deze plaats en heeft tot doel een interessante en mooie route samen te stellen om gedichten dichterbij mensen te brengen. Zij willen dit doen door een route van 24 gedichten in de openbare ruimte te plaatsen van gedichten van dichters die in Wassenaar gewoond hebben of die op andere wijze een band hebben met Wassenaar.
Van de 24 geplande gedichten zijn er inmiddels 16 geplaatst op plekken in het dorp, van de bibliotheek en de kerk tot op de parkeergarage en in tuinen. Op de hoek van de Zuylen van Nijeveltstraat, bij nummer 202 ligt voor de stoep van De Wassenaarse Krant een tegeltableau met een gedicht van A. Marja. Marja is het pseudoniem van Arend Theodoor Mooij (1917-1964). Marja woonde niet in Wassenaar, maar hij verbleef in de Pauwhof, een buitenplaats in het dorp waar het echtpaar Overvoorde-Gordon gastvrijheid bood aan letterkundigen om in een rustige omgeving te kunnen werken.
.
Geplaatst in Bibliotheken, Gedichten in de openbare ruimte, Gedichten op vreemde plekken, Literaire wandelingen
Tags: 16 gedichten, 1917, 1964, 24 gedichten, A. Marja, Arend Theodoor Mooij, beelden, België, Bibliotheek, buitenplaats, dichter, dichters, echtpaar Overvoorde-Gordon, fietsroute, gedicht, gedichten, gedichten in de openbare ruimte, gedichten op vreemde plekken., inwoners, kerk, kunst, letterkundigen, Nederland, nummer 202, parkeergarage, parken, Pauwhof, poëzie, Poëzieroutes, rustige omgeving, Stichting Poëzie Route Wassenaar, stoep, toeristen, tuinen, wandelroute, Wassenaar, Wassenaarse krant, Zuylen van Nijeveltstraat
Gevonden poëzie
Geplaatst door woutervanheiningen
Zoetermeer
.
Ik heb al vaker geschreven over, wat ik noem, gevonden poëzie. Poëzie die je tegenkomt op plekken waar je het niet verwacht, poëtische uitingen binnen en buiten waar ogenschijnlijk geen idee of plan aan ten grondslag ligt. En vandaag voeg ik weer een vondst toe. Toen ik enige tijd geleden in Zoetermeer de straat in reed waar mijn moeder woont en waar ik een groot deel van mijn jeugd heb gewoond, viel mij een geel bord boven het straatnaambord en een snelheidsbord op. Ik kon niet goed lezen wat erop stond echter. Toen ik weer weg reed uit de straat ben ik even gestopt om te zien wat er nou precies op dat bord stond. Het beelk een ‘gedicht’ te zijn, een tekst met een poëtisch karakter. Het rare echter was dat er in de andere straten in de buurt niet van dit soort borden hingen.
Ik heb een foto van het bord gemaakt en ben daarna op zoek gegaan naar wat dit precies voor een bord was, of het deel uitmaakt van een project en of er nog meerdere borden hangen. Niets heb ik gevonden. Het lijkt erop dat dit het enige bord is dat daar hangt, zonder aanwijsbare reden of context. Een echt voorbeeld dus van gevonden poëzie.
.
het kuiken tikt zacht
tegen de schil, die zegt krak
zonlicht stroomt binnen
.
gretig drinkt de pup
moedermelk voedt geweldig
geluk groeit gestaag
.
Olijfboom
Geplaatst door woutervanheiningen
Gedicht in de metro
.
Op 22 maart 2016 werden diverse aanslagen in en rond Brussel gepleegd, door teruggekeerde IS aanhangers, waarbij in totaal 35 mensen om het leven kwamen. Een van deze aanslagen was in de metro van Maalbeek.
Op 20 juli 2016 werd in dat zelfde metrostation Maalbeek een herdenkingsmonument ingehuldigd voor de slachtoffers van de aanslag op 22 maart. Het gaat om een getekende olijfboom van de hand van kunstenaar Benoît Van Innis, geflankeerd door een gedicht van Federico García Lorca. Van Innis zegt hierover: “De olijfboom is een universeel symbool van de vrede. Ik hoop dat ze dat hier ook kan zijn.”
Het kunstwerk is 2,75 meter op 6,5 meter groot, en terug te vinden aan de ingang langs de Etterbeeksesteenweg. Het kunstwerk stelt een olijfboom voor, met aan weerszijden een gedicht van Federico García Lorca – een Nederlandstalige en Franstalige versie. Daarnaast zijn er nog zes vertalingen in het Duits, Spaans, Engels, Arabisch, Russisch en Chinees. Toen het kunstwerk werd onthuld bleek er een fout geslopen te zijn in de naam van García Lorca (zijn voornaam werd geschreven als Frederico en niet Federico), deze fout is inmiddels hersteld.
De tekst in het Nederlands luidt:
.
Blauwe hemel.
Gele akker.
.
Blauwe berg.
Gele akker.
.
Over de verschroeide vlakte
stapt een olijfboom.
Een eenzame
olijfboom.
.
Geplaatst in Dichter in verzet, Favoriete dichters, Gedichten in de openbare ruimte, Gedichten op vreemde plekken, Poëzie en Kunst
Tags: 22 maart 2016, 35 doden, aanslagen, Arabisch, België, Benoît Van Innis, Brussel, Chinees, dichter, Duits, Engels, Etterbeeksesteenweg, Federico Garcia-Lorca, fout, Frans, gedicht, gedichten, gedichten in de openbare ruimte, gedichten op vreemde plekken, herdenkingsmonument, kunstenaar, Maalbeek, metro, Nederlands, olijfboom, poëzie, Russisch, Spaans, universeel symbool van vrede, vertalingen
Leunen tegen de flanken van de tijd
Geplaatst door woutervanheiningen
Sabine Kars
.
De afgelopen week las ik op Facebook dat de, door mij bewonderde dichter, Sabine Kars, een (deel) van een gedicht op een muur kreeg in de gemeente waar zij woont, Zutphen. Zoiets laat ik natuurlijk niet zomaar gaan en ik heb haar gevraagd om het volledige gedicht. Zij was zo vriendelijk mij dit toe te sturen. Het is hieronder te lezen.
Leunen tegen de flanken van de tijd
op de maat van kantelende dagen en de nacht
met open ogen van hellende vragen
verlang ik naar een stad
die tot stilstand komt
maar alles beweegt en slaat snaren aan
zelfs het slapen in kantoren
rust op lawaaigevulde belangen
en het vangen van licht
dat gekunsteld is
apparaten zoemen machines
dreinen hun vastzittende hoest
wint verwoestend terrein verziekt me
snoeit me maakt me met de grond gelijk
ringtones
pushberichten
moord en brand
altijd binnen handbereik van
knipperende mensen
onderhuidse bommen en de schutters
op het dak springen van hak op tak op
tak hun verknipte woordenspel
en tumult ken ik van buiten
nu wil ik schuilen
zing me een lied
uit de diepte van vogels
vol vrijgelaten woorden
en wat zou kunnen zijn
ik vouw me op ik
rits me dicht
denk aan
ruimte
en weg van de zwerm
neem ik een vlucht
over heuvels van velours
hang aan wijzers en
zie de wereld wuiven
kijk mij
in gewaterverfde lucht
met reikhalzende ganzen wieken
leunend tegen de flanken van de tijd
ik strijk neer
op een pleisterplaats
waar spaties groeien
leg me te luister
bij de adem
van loofrijke suppoosten
die met tederhouten handen
stilte souffleren
ik nestel
en vertak me
in hun kruinen kijk uit
op weidse duinen waarachter
een einderloze branding
en een vloed aan alles
wat me lief is
daar
word ik ruimer
daar knip ik alle dromen aan
Geplaatst in Favoriete dichters, Gedichten in de openbare ruimte, Gedichten op vreemde plekken
Tags: De Hoven, dichter, dichter op de begane grond, Dirk Aarnink, Facebook, gedicht, gedichten, gedichten in de openbare ruimte, gedichten op vreemde plekken, Leunen tegen de flanken van de tijd, muurgedicht, muurpoëzie, poëzie, Sabine Kars, schilder, strofe, Warnsveld, Weg naar Voorst 3, werkgroep Muurpoëzie, Zutphen
On-site poetry
Geplaatst door woutervanheiningen
Nick J. Swarth en Sander Neijnens
.
Dichter Nick J. Swarth (tot gisteren actief als deelnemer van de Poeziebustoer 2018) werkt al sinds 2006 samen met typografisch ontwerper Sander Neijnens. Samen creëren ze gedichten die zijn geïnspireerd op een specifieke locatie. De teksten, evenals de manier waarop ze geschreven zijn, staan in wisselwerking met de plek waar het gedicht is aangebracht.
On-site gedichten worden gemaakt als kunstwerken in de openbare ruimte, voor landart-tentoonstellingen, festivals of evenementen.
On-Site Poëzie begon in 2006. Stadsdichter van Tilburg Nick J. Swarth werd gevraagd om een gedicht te schrijven voor een blinde muur in de stad. Hij vroeg typograaf Sander Neijnens om de tekst te ontwerpen. Het kunstwerk ‘mussenmanieren’ werd zeer gewaardeerd door de burgers.
Ondersteund door de lokale kunstcommissie KORT, maakten Swarth en Neijnens vervolgens gedichten op zes andere locaties in de periode tussen 2007 en 2012. Het project heette locatiegedichten. Vanaf 2012 wordt het project voortgezet als ‘On-Site Poetry.
Hier een aantal voorbeelden van hun projecten. Kijk vooral ook op de website http://www.onsitepoetry.eu/index.html
.
Geplaatst in Favoriete dichters, Gedichten in de openbare ruimte, Gedichten op vreemde plekken, Poëzie en Kunst, Poëziebus
Tags: 2006, 2007 - 2012, blinde muur, dichter, evenementen, festivals, gedicht, gedichten, gedichten op vreemde plekken, kort, landart-tentoonstellingen, locatiegedichten, locatiepoëzie, lokale kunstcommissie, Mussenmanieren, Nick J. Swarth, On-Site poëzie, On-Site Poetry, poëzie, Poëziebustoer 2018, projecten, Sander Neijnens, Tilburg, typografisch ontwerper
H.C.Andersen
Geplaatst door woutervanheiningen
Grafregels
.
Hans Christiaan Andersen (1805 – 1875) of H.C. Andersen zoals hij in Denemarken steevast wordt genoemd, is bekend en beroemd als schrijver van vele sprookjes. Hij begon zijn carrière echter als dichter. Zijn debuut was in 1827 met het gedicht ‘Det døende Barn’ (Het stervende kind) dat hem zeer onder de aandacht bracht. Daarna volgde een roman, al snel gevolgd door hervertelde sprookjes. Uiteindelijk zou hij met zijn zelf bedachte en geschreven sprookjes wereldberoemd worden. Dat hij ook dichter was is dus veel minder bekend. Ook bij mij niet. Tot ik zijn graf bezocht op de Assistents begraafplaats in Kopenhagen. Daarop zijn, uit een Gedicht uit 1874 van zijn hand een aantal regels aangebracht (de laatste vier regels). En wel uit het gedicht ‘Oldingen’ uit 1874, gepubliceerd in Samlede Skrifter” Tolvte Bind, uitgegeven in 1879.
Het gedicht heb ik alleen kunnen vinden in het Deens, de vertaling is een (min of meer) vrije vertaling van mijzelf.
.
Oude man
Voor de grote ingang sta ik nu
Door dood en begrafenis.
Zeven keer tien is het leven van het stof,
De kamer die God gaf;
Mijn lichaam wordt weggegooid, een versleten kleed,
En de ziel – de ziel zal worden uitgeroeid,
Alles wat ik liefhad’, nastreefde, leefde’, samenvoegde,
Naar boven in Vergetelheid? – Is het de eeuwigheid?
Is het allemaal gewoon een spel van kracht,
Alles zonder beloning?
Waarom hebben we dit verlangen daarna gekregen?
Een eeuwigheid?
Heeft Jezus, die voor ons zijn leven heeft gegeven,
Gewonnen wanneer wij dood en begraven zijn,
Dan is ons geloof onze hoop, ons leven liefje,
En niet de grote oorzaak van liefde!
De kracht die ‘Alle kliffen’ beliep, beval
Met het woord: “blijf!”
De voorzienigheid waaruit de liefde voortkomt,
Heb eeuwig leven.
– De ziel die God naar zijn beeld schiep,
Is ondraaglijk, men kan verloren zijn;
Ons aardse leven is hier het zaad van de eeuwigheid,
Ons lichaam sterft, maar de ziel kan niet sterven!
.
Oldingen
Foran den store Indgang nu jeg staaer
Ved Død og Grav.
Syv Gange ti er Støvets Leveaar,
Det Rum, Gud gav;
Mit Legem’ kastes hen, en udslidt Klud,
Og Sjælen — Sjælen, skal den slettes ud,
Alt, hvad jeg elsked’, stræbte, leved’, led,
Gaae op i Glemsel? — Er det Evighed?
Er da det Hele kun et Spil af Kræfter,
Alt uden Meed?
Hvorfor fik vi da denne Længsel efter
En Evighed?
Har Jesus, som for os sit Liv hengav,
Kun fundet, vundet med os Død og Grav,
Da er vor Tro, vort Haab, vort Liv Bedrag,
Og ikke Kjærlighedens store Sag!
Den Kraft, som ordned’ alle Kloders Gang
Ved Ordet: “bliv!”,
Det Forsyn, hvorfra Kjærlighed udsprang,
Har evigt Liv.
— Den Sjæl, Gud i sit Billede har skabt,
Er uforkrænkelig, kan ei gaae tabt;
Vort Jordliv her er Evighedens Frø,
Vort Legem døer, men Sjælen kan ei døe!
.
Geplaatst in Dichtbundels, Gedichten op vreemde plekken, Over Poëzie
Tags: 1805, 1874, 1875, Assistents begraafplaats, begraafplaats, Deens, Deens dichter, Denemarken, Det døende Barn, dichtbundel, dichter, dichtregels, Digteren, gedicht, gedichten, gedichtenbundel, graf, Hans Christiaan Andersen, hervertelde sprookjes, Het stervende kind, Kopenhagen, Oldingen, oude man, poëzie, Samlede Skrifter, schrijver, sprookjes, sprookjesschrijver, Verzamelde gedichten
Paul van Ostayen
Geplaatst door woutervanheiningen
Gedicht op een muur
.
In de Joodse wijk (rond de België lei) van Antwerpen staat heel groot op een muur van het Sint-Vincentiusziekenhuis een gedicht getiteld ‘Zeer kleine speeldoos’ van Paul van Ostaijen (1896 – 1928). Het geboortehuis van deze dichter is vlak om de hoek op de Lange Leemstraat 53. Geboren als Nederlander (zijn vader was Nederlander, zijn moeder Vlaams) kreeg hij op zijn 22ste ook de Belgische nationaliteit. In zijn laatste levensjaren propageerde Van Ostaijen de ‘zuivere lyriek’: pure klankpoëzie zonder bijbedoelingen. Het gedicht moest ‘geontindividualiseerd’ zijn, autonoom, los van de werkelijkheid en de gevoelens van de dichter. Zijn laatste gedichten werden postuum uitgegeven onder de titel ‘Nagelaten gedichten’. Uit de bundel ‘Gedichten’ uit 1935 komt het gedicht op de gevel van het ziekenhuis.
.
Zeer kleine speeldoos
.
Amarillis
hier is
in een zeepbel
Iris
hang de bel
aan een ring
en de ring
aan je neus
Amarillis
Schud je ’t hoofd
speelt het licht
in de bel
met Iris
Schud je fel
breekt de bel
Amarillis
Waar is
Iris
Iris is hier geweest
Amarillis
aan een ring
en de ring
aan jouw neus
Wijsneus
Amarillis
.
Geplaatst in Dichtbundels, Favoriete dichters, Gedichten in de openbare ruimte, Gedichten op vreemde plekken, Vlaamse dichters
Tags: 1896, 1928, 1935, Antwerpen, autonoom, België, Belgische nationaliteit, bijbedoelingen, dichtbundel, dichter, geboortehuis, gedicht, gedicht op een muur, gedichten, gedichten in de openbare ruimte, gedichten op vreemde plekken, geontindividualiseerd, gevoelens, Joodse wijk, klankpoëzie, Lange Leemstraat 53, Nagelaten gedichten, Nederlands dichter, Paul van Ostaijen, poëzie, poëziebundel, postyuum uitgegeven, Sint-Vincentiusziekenhuis, Vlaams dichter, Vlaanderen, werkelijkheid, Zeer kleine speeldoos, zuivere lyriek
Gedicht over een Pitbull op een auto
Geplaatst door woutervanheiningen
Denemarken
.
Rond browsend op Internet kwam ik een bijzonder geval tegen van gedichten op vreemde plekken. MmichaelScott was op weg naar de bibliotheek in zijn woonplaats in Denemarken en hij kwam op de motorkap van een auto een gedicht tegen. Pitbulls zijn verboden in Denemarken en het gedicht is niet één van de beste ooit, maar als voorbeeld van de meest vreemde plaatsen waar je gedichten kan tegen komen en ook over de meest uiteenlopende onderwerpen is dit er een om te koesteren.
.
Pitbull Poem
.
“You made me what I am today, courage at its best.
You wanted me to know no fear, a cut above the rest.
Not only have I mastered that, I’ve thrown in loyalty too.
Look past my eyes into my soul, you know I’d die for you.
I’ll watch your kid, I’ll watch you house.
Your praise will be my crown.
Ask what you will, I’ll do my best, I’ll even be your clown.
But some of you don’t like me, I’m sure I don’t know why.
The only thing I’m guilty of is courage and love,
so why do they want to see me go, they want my breed to end.
Will I see you sitting idly by? You, who I call friend.
You made me what I am today, you never saw me waiver.
I’ve done my best to keep you safe.
Won’t you please return the favor?”
.
Poëzie in Zurenborg
Geplaatst door woutervanheiningen
Rutger Kopland
.
Afgelopen weekend was ik in Antwerpen en daar kwam ik, al wandelend door de wijk Zurenborg (aanrader voor als je van Art Neauveau architectuur houdt) een gedicht van Rutger Kopland tegen. Op een raam van een huis in de Transvaalstraat was in folie een gedicht van Rutger Kopland aangebracht. Wat zo aardig is aan deze regels, is dat ze uit het gedicht ‘Groningen’ komen maar blijkbaar inspirerend en bruikbaar genoeg om ook in andere steden van toepassing te zijn.
Het volledige gedicht uit de bundel ‘Dankzij de dingen’ uit 1989 luidt:
.
In Groningen
Je bent in Groningen, maar hier
ben je dat niet, dit is een onbekende
plek, dit is een gedicht in
deze stad.
Waarin je al die jaren kwam en
ging, door altijd zon, altijd regen,
altijd wind, totdat je hier
stond, en dit las.
Je kwam en gaat weer weg, ook nu.
Zo zal het blijven tussen ons, ik ben
een onbekende plek
.
Geplaatst in Dichtbundels, Favoriete dichters, Gedichten in de openbare ruimte, Gedichten op vreemde plekken
Tags: 1989, Art Neauveau, België, Dankzij de dingen, dichtbundel, dichter, dichtregels, favoriete dichter, gedicht, gedicht op een raam, gedichten, gedichtenbundel, In Groningen, poëzie, poëzie in de openbare ruimte, poëzie op vreemde plekken, poëziebundel, raam, regels, Rutger Kopland, Transvaalstraat, Vlaanderen, Zurenborg


























