Site-archief

De dichter

Simon Vestdijk

.

Zo nu en dan pak ik de bundel ‘Dichten over dichten’ uit 1994 erbij om te lezen over wat dichters zoal over andere dichters en dichten vinden. Deze vuistdikke bloemlezing, samengesteld door Atte Jongstra en Arjan Peters biedt een hele mooi en uitgebreid overzicht van vrijwel alle bekende dichters van de 19e en 20ste eeuw.

Ik bleef bij het lezen hangen bij een gedicht van Simon Vestdijk (1898-1971) of S. Vestdijk zoals hij hier wordt opgevoerd. Dit gedicht gaat over R.M.R. (Rainer Maria Rilke, 1875-1926).  Kees Broere schrijft in de Vestdijkkroniek uit 1983 hierover: “Zonder nog over invloed te spreken kunnen we vaststellen dat de naam Rilke door Vestdijk talloze malen genoemd wordt in proza, poëzie en, voornamelijk, essays. In de Anton Wachter cyclus wordt Rilke door de hoofdpersoon driftig ge- en herlezen. In de poëzie komen we naast het gedicht ‘De dichter, RMR’ de woorden ‘op een Rilke toon’ tegen (Verzamelde Gedichten I).”

.

De dichter

.                                                                                            R.M.R.

Hij at en dronk. Dat was mij eerst genoeg

Den rang te zien, dien hij als mensch bekleedt;

’t Verheugde mij, dat hij zijn stem vermeed

En niet te weig’ren hoefde, als men ’t vroeg.

.

Toen kon ‘k mij niet weerhouden, en ik zocht

Aan kostbaarheden alles van hem samen

Wat ik ooit las, en gaf het and’re namen

En dacht, dat ik ’t hem zóo vereeren mocht.

.

Maar bij ’t servet wegplooien schudde hij

Al dat papier mée weg, als brokjes brood

Gedachteloos of peinzend in zijn schoot,

En brak zich toen pas in een glimlach vrij.

.

En ’t scheen of hij uit snippers hooger steeg,

Tóch woorden zocht, – en, voor hij kon ontslaan

Van mij, die uit zijn oogen heen moest gaan,

Tóch iets verwachtte, nu hij eeuwig zweeg.

.

Grootmoeder

Dubbel-gedicht

.

Vandaag in het Dubbel-gedicht twee gedichten over grootmoeders of oma’s. In deze twee gedichten is heel goed het verschil te lezen tussen hoe er naar een oma werd gekeken rond 1900 en hoe dat was rond het einde van de 20ste eeuw.

Het eerste gedicht is van de Vlaamse dichter Virginie Loveling (1863 – 1923). Virginie Loveling debuteerde, samen met haar twee jaar oudere zuster Rosalie, met realistische, observerende gedichten, die een sentimentele ondertoon hadden. Na Rosalies vroegtijdige overlijden in 1875 schreef ze in hoofdzaak novellen en romans in een vrij sobere en realistische stijl. Het gedicht van Loveling is getiteld ‘Grootmoeders portret’ en komt uit ‘Ik ben genoemd Meisje en Vrouw’ 500 gedichten over de vrouw uit de Nederlandstalige Letterkunde, samengesteld door Christine D’haen uit 1980.

Het tweede gedicht in dit Dubbel-gedicht over grootmoeders en oma’s is van Willem Wilmink (1936 – 2003). Het gedicht of eigenlijk de liedtekst is getiteld ‘Oma’s’ en ik nam het uit ‘Willem Wilmink verzamelde liedjes en gedichten’.  De tekst is van het nummer ‘Oma’s van de CD ‘Loodzware tassen’ uit 2005.

.

Grootmoeders portret

.

In grootmoeders kamer daar hangt het beeld

uit hare kinderjaren:

Een lachend mondje, peerlenoog

En bruine kroezelharen

.

De kinderen stonden en staarden ’t aan,

En ’t zeî aan het ander:

”Och, waar’ dat schoone kindje hier,

Wij speelden met malkander!”

.

En de oude in haar leunstoel met bril en toer,

Keek op bij deze rede:

”Wie zou dat schoone kindje zijn?…

Gij speelt er altijd mede”.

.

Oma’s

.

Kinderen! Mijn oma komt

en ze blijft wel zeven dagen

en dan is het altijd feest

en ik kan haar alles vragen,

alles wat ik lekker vind,

-Ze verwent je, lieve kind.

.

En mijn oma heeft een brede hoed

en daar kom ik mee naar beneden

en mijn oma lacht erom,

want ze houdt wel van verkleden,

ze vindt mij zo’n leuke vent.

-Omdat oma jou verwent.

.

Oma neemt van alles mee

wat ik heel goed kan gebruiken.

Ze heeft snoepjes in haar tas

die naar odeklonje ruiken,

ze heeft lolly’s en kaneel.

-Ze verwent je veel te veel.

.

Spook en reus en toverheks,

daar kan oma van vertellen

en ze geeft me veel patat

en ze geeft me frikandellen

met een lekkere vette smaak.

-Ze verwent je veel te vaak.

.

Nooit praat oma erdoorheen

als ik ooit een keer wil praten,

Na het eten moet ze vaak

hele kleine windjes laten,

rikketikketikketik.

-Ze bederft je dat vind ik.

.

H.C.Andersen

Grafregels

.

Hans Christiaan Andersen (1805 – 1875) of H.C. Andersen zoals hij in Denemarken steevast wordt genoemd, is bekend en beroemd als schrijver van vele sprookjes. Hij begon zijn carrière echter als dichter. Zijn debuut was in 1827 met het gedicht ‘Det døende Barn’ (Het stervende kind) dat hem zeer onder de aandacht bracht. Daarna volgde een roman, al snel gevolgd door hervertelde sprookjes. Uiteindelijk zou hij met zijn zelf bedachte en geschreven sprookjes wereldberoemd worden. Dat hij ook dichter was is dus veel minder bekend. Ook bij mij niet. Tot ik zijn graf bezocht op de Assistents begraafplaats in Kopenhagen. Daarop zijn, uit een Gedicht uit 1874 van zijn hand een aantal regels aangebracht (de laatste vier regels). En wel uit het gedicht ‘Oldingen’ uit 1874, gepubliceerd in Samlede Skrifter” Tolvte Bind, uitgegeven in 1879.

Het gedicht heb ik alleen kunnen vinden in het Deens, de vertaling is een (min of meer) vrije vertaling van mijzelf.

.

Oude man

Voor de grote ingang sta ik nu
Door dood en begrafenis.
Zeven keer tien is het leven van het stof,
De kamer die God gaf;
Mijn lichaam wordt weggegooid, een versleten kleed,
En de ziel – de ziel zal worden uitgeroeid,
Alles wat ik liefhad’, nastreefde, leefde’, samenvoegde,
Naar boven in Vergetelheid? – Is het de eeuwigheid?

Is het allemaal gewoon een spel van kracht,
Alles zonder beloning?
Waarom hebben we dit verlangen daarna gekregen?
Een eeuwigheid?
Heeft Jezus, die voor ons zijn leven heeft gegeven,
Gewonnen wanneer wij dood en begraven zijn,
Dan is ons geloof onze hoop, ons leven liefje,
En niet de grote oorzaak van liefde!

De kracht die ‘Alle kliffen’ beliep, beval
Met het woord: “blijf!”
De voorzienigheid waaruit de liefde voortkomt,
Heb eeuwig leven.
– De ziel die God naar zijn beeld schiep,
Is ondraaglijk, men kan verloren zijn;
Ons aardse leven is hier het zaad van de eeuwigheid,
Ons lichaam sterft, maar de ziel kan niet sterven!

.

Oldingen 

Foran den store Indgang nu jeg staaer
Ved Død og Grav.
Syv Gange ti er Støvets Leveaar,
Det Rum, Gud gav;
Mit Legem’ kastes hen, en udslidt Klud,
Og Sjælen — Sjælen, skal den slettes ud,
Alt, hvad jeg elsked’, stræbte, leved’, led,
Gaae op i Glemsel? — Er det Evighed?

Er da det Hele kun et Spil af Kræfter,
Alt uden Meed?
Hvorfor fik vi da denne Længsel efter
En Evighed?
Har Jesus, som for os sit Liv hengav,
Kun fundet, vundet med os Død og Grav,
Da er vor Tro, vort Haab, vort Liv Bedrag,
Og ikke Kjærlighedens store Sag!

Den Kraft, som ordned’ alle Kloders Gang
Ved Ordet: “bliv!”,
Det Forsyn, hvorfra Kjærlighed udsprang,
Har evigt Liv.
— Den Sjæl, Gud i sit Billede har skabt,
Er uforkrænkelig, kan ei gaae tabt;
Vort Jordliv her er Evighedens Frø,
Vort Legem døer, men Sjælen kan ei døe!

.

Een schuimspoor op zee

Poëziewebsites

.

Op internet is veel, heel veel informatie te vinden over poëzie, heel veel websites van dichters, van dichterspodia, van organisaties die zich met poëzie bezig houden, in het Nederlands maar eigenlijk wel in de meeste talen. Een groot aantal zijn bekend, een aantal wat minder bekend. Om je een indruk te geven welke sites ik interessant vind en welke ik bezoek hier een klein overzicht met de reden waarom.

Poëzie algemeen

Naast mijn website (waar je je nu bevindt) zijn er verschillende websites die over poëzie gaan, waar je recensies kunt lezen, waar je gedichten kan lezen en informatie over dichters en waar je interviews met dichters kan lezen. Deze websites houden je ook op de hoogte van het laatste nieuws.

https://meandermagazine.net

https://www.tzum.info

http://www.poezie-leestafel.info

.

Wedstrijden

Als je als beginnend dichter jezelf wil meten met andere dichters dan is het meedoen aan wedstrijden een goede manier. Op de volgende websites vind je er (voor jeugd en volwassenen)

https://www.poeziepaleis.nl

https://schrijvenonline.org

.

Internationaal

Er zijn natuurlijk ongelofelijk veel websites waar je internationale poëzie kunt lezen. Vooral als het gaat om Engelstalige poëzie zijn er een paar pareltjes waar heel veel informatie over dichters en gedichten te vinden zijn.

https://www.poemhunter.com

https://www.poetryfoundation.org

.

Zelf gedichten plaatsen

Als je zelf je gedichten graag op een website terug ziet dan zijn er wel enkele te vinden. De kwaliteit is nogal verschillend maar deze zijn bekend en uitgebreid en je kunt er op naam en thema zoeken.

http://www.gedichten.nl

https://www.1001gedichten.nl

.

Zelf een bundel uitgeven

Naast de mogelijkheid die MUG books je biedt om zelf maar wel op een kwalitatief goede manier, je poëzie uit te geven in ‘eigen beheer’ zijn er nog een paar betrouwbare websites waar je allerlei mogelijkheden kunt vinden.

https://www.boekscout.nl

http://jouwboek.nl

https://lecturium.nl

.

Natuurlijk zijn dit maar een paar voorbeelden, als je vaker poëzie leest of over poëzie of dichters kun je dit lijstje met gemak aanvullen. Als je nieuw bent op dit vlak of net begint met het lezen van en/of schrijven van poëzie dan zijn dit aardige vertrekpunten.

Uiteindelijk zijn, zoals de dichter Antonio Machado (1875 – 1939) het al schreef in zijn gedicht ‘Jouw voetsporen, wandelaar’ ; jouw voetsporen de weg. Beperk je vooral niet tot deze paar voorbeelden, ga op zoek, google, zoek en vraag en je komt de mooiste voorbeelden van websites over poëzie tegen. En je kunt natuurlijk altijd op mijn categorie ‘websites over poëzie’ raadplegen.

.

Jouw voetsporen, wandelaar

.

Jouw voetsporen zijn de weg,

wandelaar, niets anders;

er is geen weg, wandelaar,

al wandelend ontstaat de weg.

De weg ontstaat door de wandeling,

maar werp je een blik achterom

dan zie je het pad waar je voet

nooit meer een stap zal zetten.

Er is geen weg, wandelaar,

alleen een schuimspoor op zee.

.

Vertaling: Mariolein Sabarte Belacortu

.

 

Een bundel liederen en gedichten

E.J. Potgieter

.

Hoewel ik al mijn poëziebundels (min of meer) bij elkaar heb staan kom ik zo nu en dan nog wel eens een bundeltje tegen elders in mijn boekenkast. Zo vond ik tussen mijn collectie ‘obscure oude boekjes’ een mooi bundeltje van E.J. Potgieter. Deze bundel getiteld ‘Liederen en gedichten’ is uit 1900, bijeenverzameld door Joh. C. Zimmerman. Voorin de bundel kwam ik nog een krantenknipseltje tegen wat waarschijnlijk van rond die tijd is. Omdat ik dit erg leuk vind en aandoenlijk heb ik het gefotografeerd en bijgevoegd.

Everhardus Johannes Potgieter (1808 – 1875) was schrijver en dichter. Hij richtte in 1837 het progressief-liberale weekblad ‘De Gids’ op. Hij was redactielid van ‘De Gids’ van 1837 tot 1865. Hij was tevens een van de meest actieve medewerkers en publiceerde vele commentaren en gedichten onder diverse pseudoniemen, veelal als W.D-s, een hommage aan de letterkundige en dichter W.A. Dwars. ‘De Gids’ was aanvankelijk hoofdzakelijk een kritisch tijdschrift, met vertalingen en oorspronkelijk werk geïllustreerd door prenten.

De laatste fase van zijn leven besteedde Potgieter voornamelijk aan de poëzie. Potgieters werk is over het algemeen kritisch en heeft een melancholische stemming.

.

Uit de bundel een bij dit jaargetijde toepasselijk herfstgedicht.

.

Herfst

.

In bosch en veld, in weide en tuin,

Schalt nu de stroeve herfstbazuin

met klaaggeluid

.

En haastig zijn ze weggevlucht

naar warmer, zoeler, blauwer lucht,

De voog’len reeds.

.

Ach, de adem van den najaarswind

Verstijft en doodt elk bloemenkind,

Dat bloeide nog.

.

En ’t groene loof van struik en boom

Verzinkt in d’eeuwen-ouden stroom

van komen, .. gaan.

.

En uit de zwarte, somb’re lucht…

Gudst regenstroom, met smarte-zucht;

Voorbij … voorbij!

.

Voorbij! wat leefde en danste en zong,

Voorbij! wat juichte, kweelde en sprong.

De herfst-tijd heerscht.

.

Een korte wijl –’t ijs ál gedaan !

Dan zal de winter boeien slaan

Om de aard – in ’t wit.

.

Rainer Maria Rilke

De Zwaan

.

Rainer Maria Rilke (1875 – 1926) wordt als één van de belangrijkste lyrische dichters gezien in de Duitse taal. Naast gedichten schreef Rilke proza en brieven.Zijn omvangrijke briefwisselingen vormen een groot deel van zijn literaire nalatenschap. In 1894 debuteerde hij met de poëziebundel Leben und Lieder waarna nog vele dichtbundels volgden.

In zijn poëzie is de filosofie van de tijd waarin hij leefde duidelijk aanwezig. De filosofen Schoppenhauer en Nietzsche hebben hem in het bijzonder geïnspireerd.  Deze filosofie rekent aan de ene kant af met de vanzelfsprekendheid van het westelijke christendom en aan de andere kant rekent het af met de (toen) moderne natuurwetenschappelijke verklaringen van de werkelijkheid.

Rilke werd vele malen in het Nederlands vertaald. Uit ‘Nieuwe gedichten. het andere deel’ uit 1998 hier het gedicht ‘De zwaan’.

.

De Zwaan

.

Deze last: door wat nog ongedaan is

als gebonden, zwaar je weg te gaan,

lijkt de lompe gang die van de zwaan is.

.

En het sterven, geen contact meer maken

met de grond waarop wij daaglijks staan,

lijkt op zijn beducht te water raken -:

.

in het water dat hem zacht ontving,

dat als blijdschap in herinnering

stroom na stroom onder hem door laat gaat,

nu ’t hem stil, oneindig zelfbewust,

als maar mondiger en meer gerust,

vorstlijker behaagt om voort te gaan.

.

Rilke

 

Pol de Mont

Vlaams dichter Pol de Mont (1857-1931)

.

Via de website van Gaston D. Haese kwam ik terecht op de site met gedichten van de Vlaamse dichter Pol de Mont. Ik had nog niet eerder van deze dichter gehoord maar ik las een gedicht op de website die ik graag met jullie deel.

Pol de Mont werd geboren in Wambeek. Na zijn middelbare studies in het Frans te Ninove gevolgd te hebben, ging hij naar het Klein Seminarie in Mechelen. Hier was het dat hij zijn eerste gedichten schreef en in 1875 zijn eerste bundel ‘Klimoprankske’ liet drukken. Twee jaar later ging hij rechten studeren aan de universiteit van Leeuven. Samen met Albrecht Rodenbach stichtte hij hier ‘Het Pennoen’. In 1880 werd zijn, met de Vijfjaarlijkse Staatsprijs voor Vlaamse Letterkunde bekroonde, bundel ‘Gedichten’ gepubliceerd.

Pol de Mont begon zijn carrière als leerkracht aan het atheneum in Antwerpen. In 1904 werd hij benoemd tot conservator van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten te Antwerpen. Een jaar later was hij één van de stichters van het tijdschrift De Vlaamse Gids. In 1919 nam hij ontslag als conservator nadat hij in de pers beschuldigd was van activisme. Hij werd hoofdredacteur van de Vlaamsgezinde krant De Schelde. Enkele van zijn medewerkers daar waren Paul van Ostaijen en Alice Nahon.

Een lied van zijn hand (getoonzet door Jos. de Klerk) werd opgenomen in de liedbundel Kun je nog zingen, zing dan mee (eerste druk in 1906). Dit liedboek was zeer populair en werd de hele twintigste eeuw herdrukt. De eerste regels luiden: ‘Gaan wandelen dat staat ons aan’.

Hieronder het gedicht ‘Nog op mijn lippen’ uit de bundel ‘Zomervlammen’ uit 1922.

.

Nog op mijn lippen

.

Nog op mijn lippen gloeit,
door al mijn aadren schroeit
de kus, van uw lippen ontvangen…
Van zwoele moeheid hijgen nog
mijn longen, en reeds blaak ik toch
van nieuw en aldoor-nieuw verlangen.
.
Uw ogen zien mij aan…,
mijn ogen zien u aan…,
uw handen zoeken naar mijn handen…
Weer vlijt uw blonde hoofd zo teer
zich op mijn borst, en weer, wéér, wéér
mijn lippen op uw lippen branden.
.
Kan men dan dronken zijn
van zoenen als van wijn,
van zoenen, rood als rode bessen ?
0 wonneroes, zo godlik zoet !
0 vlammen in ’t verjongde bloed !
0 dorst, die ‘k, nooit gelest, wil lessen !

.

lippenj

Met dank aan Wikipedia.

Antonio Machado

Dichter in verzet

.

Als dichter kun je op allerlei manieren in verzet komen. Natuurlijk is het grote verzet tegen oorlog, onderdrukking, repressieve regimes en dictators de manier om als ‘verzetsdichter’ bekend te worden. Maar in mijn categorie Dichter in verzet wil ik ook andere vormen van verzet een plek geven.

Zo kwam ik een Spaans dichter tegen, Antonio Machado (1875 – 1939), die zich in zijn eerste bundels ‘Soledades’ (1903 – 1907) af zette tegen de toen heersende estheticisme in een voor hem kenmerkende minimalistische stijl. Het estheticisme is een (geestelijke) stroming die gedateerd kan worden in de laatste drie decennia van de negentiende eeuw. De naam betekent ‘het streven naar esthetiek’. De kunstenaars en theoretici van het estheticisme waren van mening dat kunst ervoor diende om in alle opzichten de schoonheid te bevorderen, en niet een nuttig of opvoedkundig doel moest dienen of voeren naar een betere wereld. De kunst moest niet het leven afbeelden, maar het leven moet de kunst navolgen.

Belangrijkste dichter uit deze stroming is Oscar Wilde, die met zijn flamboyante levensstijl het vlaggenschip was van het estheticisme.

Antonio Machado moest hier dus niets van hebben en schreef zijn poëzie in een minimalistische stijl, die zich juist beperkt tot simpele, eenvoudige en eenduidige woorden en teksten.

.

Een voorbeeld van een gedicht van Machado is Caminante.

Wandelaar

.

Wandelaar, je sporen
zijn de weg, en zij alleen;
wandelaar, er is geen weg,
de weg ontstaat in het gaan.
Gaandeweg ontstaat de weg,
en als je omkijkt
zie je de baan die nooit meer betreden zal worden.
Wandelaar, er is geen weg,
slechts een kielzog in de zee.

.

Of in het Spaans:

Caminante

.

Caminante son tus huellas
el camino y nada más
caminante no hay camino
se hace camino al andar.
Al andar se hace camino
y al volver la vista atrás
se ve la senda que nunca
se ha de volver a pisar.

Caminante no hay camino
sino estelas en el mar.

.

Over dit gedicht:

In 1898 verliest Spanje met Cuba, Puerto Rico en de Filippijnen zijn laatste koloniën. De Spaanse samenleving is ondergedompeld in een diepe crisis. De intellectuelen van de generatie van 98 vormen een kritische blik op de Spaanse samenleving. Eerder was Spanje een machtig rijk geweest en nu was het een “achterlijke” Europese natie. De schrijvers van deze generatie geven een beeld van de depressieve Spaanse samenleving op zoek naar het Spanje met een ziel.

.

AM

Beeld van Antonio Machado in Baeza

.

Met dank aan Wikipedia en tweevoeter.nl

Poëzie op een molen

Gedichten op vreemde plekken: Deel 93 op een molen

.

In Weert staan 8 windmolens, een watermolen en een molenromp. Schrijver/dichter Paul Sterk schrijft over elke molen een sonnet welke ook nog eens op muziek worden gezet. Op 19 juli wordt het sonnet voor de Sint Annamolen (uit 1875) in Tungelroy feestelijk onthuld met de titel ‘Alles draait om Anna’ en zal het molensonnet worden gezongen door Marcel Jansen. Daarnaast hebben een aantal beeldend kunstenaars zich laten inspireren door het gedicht en de kunstwerken die hieruit voort zijn gekomen zijn ook dan te zien. Al eerder schreef Paul “Anna in de wind” voor de Sint Annamolen van Keent.

In de komende twee jaar zal Paul de tien sonnetten schrijven. Paul laat zich inspireren door de historie van de molens, de locatie of typische kenmerken van de molen en door de verhalen van de mensen die er hebben gewerkt of gewoond. Het project  ‘In de wind-Poëzie voor Molens’ is in samenwerking met Molenstichting Weerterland.

.

molen van Keent

Molen van Keent

Molen van Weert

.

Met dank aan Paul Sterk en Janine Jongsma

Rainer Maria Rilke

Wanneer het besef aanvaard wordt

.

Uit de bundel 88 treffende teksten, om bij stil te staan en in beweging te komen het volgende gedicht van Rainer Maria Rilke (1875-1926)

.

Wanneer het besef aanvaard wordt

.

Wanneer het besef aanvaard wordt

dat zelfs tussen de meest nabije mensen

oneindige afstanden blijven bestaan,

kan een prachtig samenleven

naast elkaar ontstaan

.

Als zij erin slagen

de afstanden tussen hen lief te hebben

wordt het mogelijk

dat ieder de ander

als één geheel

en tegen een wijde hemel ziet.

.

%d bloggers liken dit: