Site-archief
Brommers kieken
Ester Naomi Perquin
.
Toen ik het gedicht ‘Meisjes’ uit de bundel ‘Servetten halfstok’ van Ester Naomi Perquin uit 2007 las moest ik meteen denken aan de term Brommers kieken. Brommers kieken is Twentse én Achterhoekse term voor een smoes van geliefden om zich terug te trekken om te gaan zoenen. Vanaf het eerste moment dat ik de term hoorde jaren geleden vond ik het prachtig. Zo onschuldig maar zo ter zake doende.
Hoewel het feitelijke brommers kieken niet voorkomt in het gedicht zie je het voor je als je het leest. Daarom hier het gedicht ‘Meisjes’.
.
Meisjes
.
Zo handig in hun alledaagse praten
rusten zij aan zij, een rij van jonge huid
en zachte haren in die al te hete zon.
Duingras kietelt hun benen en hoog
klinkt de pas bedachte lach die meeuwen
steeds verschrikt doet overkomen.
Van kop tot teen onaangeraakt
liggen zij, met allemaal dezelfde stem
dezelfde moeder te bespreken.
Wat ze zoal zijn telt alle eeuwigheden
in hen op. Dat stil en zonbeschenen delen
van leeftijd, lichaam, zonnebrand.
Maar over het zand lijkt een vreemd,
steeds lager grommen aan te zwellen
en jaagt een rilling door de rij.
Elke seconde komen de jongens
op onverbiddelijke brommers
in grote golven dichterbij.
Foto: Tineke de Lange
Mijn honden en ik
Hugo Claus
.
Heel eerlijk gezegd is Hugo Claus voor mij een redelijk onbekende dichter. Ik heb wel wat gedichten van hem gelezen maar dat zijn er eigenlijk niet zoveel. In de vuistdikke bundel ‘Het grote dieren gedichten boek’ uit 2007 las ik echter een gedicht van hem waar ik aan bleef hangen.
De taal van Claus is bijna realistisch en fysiek en toen ik dit gedicht las herkende ik de stijl die ik mij herinnerde van de romans die ik van hem las. Oorspronkelijk verscheen dit gedicht in de bundel ‘Gedichten 1948 – 1993’.
.
Met dank aan Bijke.punt.nl
Brief
Elisabeth Eybers
.
In het boek ‘Kon uit de dood ik die éne doen keren’ uit 1998, las ik een gedicht van de Zuid Afrikaanse dichter Elisabeth Eybers (1915 – 2005). Ik publiceerde al eerder een gedicht van haar hand ‘Die moeder’ op 8 maart van dit jaar. Ook dit gedicht ‘Brief’, oorspronkelijk verschenen in ‘Versamelde gedichte’ in 1995, is van een schoonheid door de taal van Eybers en het Afrikaans. Voor degene die het Afrikaans wat minder macjtig zijn ook de Engelse vertaling (met dank aan John Irons).
.
Brief
.
Moenie die dood verdink, moenie hom vrees:
sy medelye trek ’n vlammekring
om alles wat ooit skoon of teer mog wees
dat geen bederf nog daar kan binnedring.
.
Maar vrees die lewe met sy donker lis,
sy breeksug en sy onverskilligheid:
jou stil geluk, jou stil vertroue is
vir hom in die verbygaan ’n klein buit
.
om vir die aardigheid en met een hou
half ingedagte neer te kap om jou
te herinner dat jy klein is en hy groot.
.
As daar iets is, volkome en onbesmet,
wat kan gered word sal die dood dit red:
daar is geen deernis soos die van die dood.
.
Letter
.
Do not suspect death, do not show him fear.
his pity draws a ring of fire round all
that might be delicate or lovely here
and holds decay off as a shielding wall.
.
Fear life instead with his dark artifice,
indifference and his destructive quest:
your quiet trust, your quiet happiness
for him in passing are as though in jest
.
at one swift blow to hew down some small prey
half absent-mindedly as if to say
remember you are small and he is great.
.
If anything, unsullied, undepraved,
is savable, then death will see it saved:
and death’s compassion none can emulate.
.
Poëziebusdichters 3
Jeroen Naaktgeboren
.
Jeroen Naaktgeboren (Rotterdam, 1977) is dichter, presentator en leerkracht. Hij won met zijn poetryrockgroep De WoordDansers in 2004 het NK Poetry Slam en eindigde daarop op het WK Poetryslam in Parijs op de tweede plaats. Hij werd januari 2007 tot de eerste officiële stadsdichter van Rotterdam benoemd en schreef het boek Poetry Slam, het festival. Kijk voor de optredens, plaatsen en data op http://www.poeziebus.nl
.
Hinkstap op de brandgrens
.
Stuka’s en Heinkels naderen boven het laagland
Daaronder de dokken, een vuilkleed over de randen
De Hef geheven met het lef van laatste overmoed
standhouden voor vrijheid die de wil van haat verzet
Straten met vaders
met armen vol moeders
met handen vol kinderen
met knuisten in een smeulend kleed
Op weg naar schuilkelders,
verstoppen in nissen,
bidden achter planken,
spanten om te klemmen,
plinten en balken
het gieren, het suizen,
de dreunende aarde
Vlammen likken en lekken met vlakke tongen
De brief keert terug zonder handtekening
Een lied van as schril en vals gezongen
De rode waas van gehaaste lichtkogels
Scherven en splinters door lijf gedrongen
Onrecht straft met het laffe geblaf van de Luftwaffe
Mijn stad scheurde haar hart voorbij met brandende longen
Ik ga door tochtgangen die tot daglicht-tunnels ontwaken
Langs getrapte blokkendozen voorbij wanden van glas
Onder torens van trots boven een plein van staal
Wachtkamers en paskamers in een glimstaal onthaal
Een stad die ver voor mij geboren
niet eens mijn sterven weten zal
Alleen in herdenken kan ik herkennen
wat mij hier bracht tot waar ik val
Hinkstap op de brandgrens
man op nu van stad tot toen
de oude tijd, de nieuwe mens
puin ontstegen wit en groen
.
Die moeder
Elisabet Eybers
.
Soms kom ik in mijn boekenkast de meest vreemde boeken tegen. Nu weer een boek van Joke Forceville-van Rossum met de titel ‘Als je het mij vraagt’ uit 1983. Joke begint in haar voorwoord over de welvaart in ons land en dat deze bijna spreekwoordelijk is (!). Omdat zij veel gelezen heeft en daarbij zoveel is tegengekomen dat blij maakt, te denken geeft, helpt, troost en vragen stelt, wil ze anderen hier ook deelgenoot van maken. Er zijn dringender redenen geweest om een boek uit te geven dunkt me. Dit boek bestaat dan ook uit een enorme hoeveelheid foto’s, spreuken, verhaaltjes, korte essay-achtige stukken, overdenkingen en gedichten. Waarschijnlijk heb ik dit boek daarom ooit voor een euro gekocht bij een kringloopwinkel.
Het boek doorbladerend wilde ik het al weg doen tot ik een prachtig gedicht tegenkwam van Elisabet Eybers getiteld ‘Die moeder’. Elisabet Eybers (1915 – 2007) was een Zuid Afrikaans dichter. Ze groeide op en studeerde in Johannesburg maar vestigde zich in 1961 in Amsterdam en nam de Nederlandse nationaliteit aan. Toch bleef ze schrijven in het Afrikaans. Haar werk wordt gekenmerkt door humor, ironie en zelfspot. Als voorbeeld hiervan onderstaand gedicht uit 2006, geciteerd in haar overlijdensadvertentie:
- Godsdienstigheid beweer
- Die siel bly voortbestaan
- Terwyl ek self begeer
- Om grondig te vergaan
Ze wordt met M. Vasalis en Ida Gerhardt tot de drie grote naoorlogse dichteressen van Nederland gezien. Voor haar werk ontving ze vele prijzen waaronder drie keer de Hertzogprijs, de Herman Gorterprijs, de Constantijn Huygensprijs en de P.C. Hooft-prijs voor haar hele oeuvre. Ze publiceerde maar liefst 30 bundels poëzie in haar leven.
.
Die moeder
.
Die vreemde oorsprong van jou lewe het,
soos lig deur ’n kristal, deur my gevloei
in al die maande toe ek één was met
die stil geheim van jou verborgene groei.
.
En nou kan niks ons skei – want is jy niet
afhanklik en gebonde aan my bloed
wat met sy onbegryplike chemie
jou wonderlik gevorm het en voed?
.
En of die uur ver en vergete word,
en of die jare tussen jou en my
hul seile span, die see sy golwe stort,
of self die Dood sy somber baken steek,
nogtans sal jy aan my gebonde bly
met die onsigb’re naelstring wat nie breek.
.
Tegen de afgrond
Dirk van Bastelaere
.
Ik ruim mijn kast op. Dat is hard nodig want ik heb nog nauwelijks plaats voor mijn (nieuwe) dichtbundels. Tussen alle boeken vond ik ook nog een tijdschrift ‘Boek’ uit 2007. Waarom ik dat bewaard heb is me een raadsel, er staat hoegenaamd vrijwel niets over poëzie in behalve een klein stukje over de Week van de poëzie en de VSB poëzie prijs. Grappig om te lezen is dat de Week van de poëzie in 2007 van 21 tot en met 27 april liep (synchroon met de Poetry month in de VS) terwijl deze week inmiddels naar januari is ‘verhuisd’.
In dat stukje staan ook de genomineerde dichters waaronder Dirk van Bastelaere (1960) met zijn bundel ‘De voorbode van iets groots’. De VSB poëzieprijs won hij niet dat jaar, wel de Jan Campert prijs. Uit een andere bundel ‘Hartswedervaren’ uit 2000 het gedicht ‘Tegen de afgrond’ waaruit duidelijk het post moderne karakter van zijn poëzie blijkt.
.
Tegen de afgrond
Dat ik je aanspreek,
stom hart,
is natuurlijk complete waanzin, je bent
een generiek gegeven uit de cultuurgeschiedenis.
Dat betekent: een sterrennevel,
drijvende paddesnoeren, een parcours d’accidents
een zon die in het zwart verkeert,
napalm, Reihung, een nevengeschikte wereld
en we schrijven entropie.
Het is een woord,
hart,
tegen de wereld. Net zo goed kan ik tegen
de afgrond gaan schreeuwen, een canyon waarlangs
op zorgvuldige plaatsen
een houten framepje werd opgesteld
met de vermelding Take Pictures Here. KODAK
.
Verse taal
Mahsai Attai
.
In 2007 werd door uitgeverij De Brouwerij de bundel ‘Verse Taal’ uitgegeven. In deze bundel met CD staan de verhalen en gedichten van een aantal vluchtelingen dichters. Vluchtelingen van alle tijden (van Chili in de jaren zeventig) tot Irak en Kroatië begin van deze eeuw. Wat hen bindt is een gedeelde geschiedenis van vluchten voor onderdrukking, geweld en angst uit hun vaderland naar Nederland. Schrijfster Alejandra Slutzky, fotograaf Jan Kees Helms en muzikanten Wilma Paalman en Marcel van der Schot stelden deze bundel en CD samen.
Een aantal dichters uit deze bundel heeft als dichter of in de poëzie enige naam gemaakt. Zo staan onder andere Sallah Hassan, Juan Heinsohn Huala en de helaas veel te vroeg gestorven Pero Senda in deze mooi en met respect uitgegeven bundel.
Als gedicht en dichter kies ik vandaag echter voor een wat minder bekende, namelijk Mahsa Attai die destijds vluchtte uit Iran met haar gedicht ‘Het leven’. Het gedicht is al meer dan 10 jaar oud maar nog altijd pijnlijk actueel.
.
Het leven
.
Er is in feite geen plek waar God eindigt en je begint
En geen plek waarop je eindigt en ik begin
.
Oh, laten we leven in vreugde, in liefde onder hen die haten!
Laten we onder mensen die haten leven in liefde
.
Ik adem in en word rustig
Ik adem uit en glimlach
Op dit moment weet ik
Er bestaat geen ander moment
.



















