Site-archief

Wat de voorzitter tegen Tom zei

Basil Bunting

.

Op zoek naar stromingen binnen de poëzie kwam ik een mij nog onbekende stroming tegen; Het Objectivisme. Objectivistische poëzie is een stroming in de Amerikaanse poëzie, vooral prominent in de jaren ’30 van de vorige eeuw, waarbij dichters de nadruk leggen op een directe, concrete beschrijving van de werkelijkheid, zonder al teveel nadruk op abstracte ideeën of emoties. Ze gebruiken een eenvoudige, vaak zakelijke taal en richten zich op het presenteren van objecten en gebeurtenissen zoals ze zijn, zonder ze te interpreteren of te symboliseren. Bekendste dichters die tot deze stroming behoren zijn Louis Zukofsky, William Carlos Williams, Charles Reznikoff.

Een van Engelse dichters uit die stroming was de modernistische dichter Basil Cheesman Bunting (1900-1985). Zijn reputatie werd gevestigd met de publicatie van het lange gedicht ‘Briggflatts’ in 1966, algemeen beschouwd als een van de belangrijkste prestaties van de modernistische traditie in het Engels. Bunting had een levenslange interesse in muziek, wat hem ertoe bracht de sonische kwaliteiten van poëzie te benadrukken, met name het belang van het hardop voorlezen van poëzie: hij was een volleerd voorlezer van zijn eigen werk. Zijn poëzie werd gepubliceerd in de Objectivist- uitgave van ‘Poetry magazine’, in de ‘Objectivist Anthology’ en in Ezra Pounds ‘Active Anthology’.

Bunting debuteerde in 1930 met in een eigen beheer uitgegeven bundeltje met de Latijnse titel ‘Redimiculum Matellarum’ (Een ketting van kamerpotten) een pamfletcollectie van dertien gedichten geschreven tussen 1925 en 1929. Zijn debuut als publicerend dichter kwam veel later in 1950 toen de bundel ‘Poems’ verscheen. In 1967 publiceerde Bunting de bundel ‘What the chairman Told Tom’. Uit die bundel vertaalde ik het titelgedicht.

.

Wat de voorzitter tegen Tom zei

.

Poëzie? Het is een hobby.
Ik rijd modeltreinen.
Meneer Shaw daar fokt duiven.

Het is geen werk. Je zweet niet.
Niemand betaalt ervoor.
Je zou reclame kunnen maken voor zeep.

Kunst, dat is opera; of repertoire –
The Desert Song.
Nancy zat in het refrein.

Maar om twaalf pond per week te vragen –
getrouwd, toch? –
je durft wel.

Hoe zou ik een busconducteur
in de ogen kunnen kijken
als ik je twaalf pond betaalde?

Wie zegt trouwens dat het poëzie is?
Mijn tienjarige dochter
kan het én rijmen.

Ik krijg drieduizend pond, onkostenvergoeding,
een auto, vouchers,
maar ik ben accountant.

Ze doen wat ik ze zeg,
mijn bedrijf.
Wat doe jij?

Vieze woordjes, vieze lange woorden,
het is ongezond.
Ik wil me wassen als ik een dichter ontmoet.

Het zijn communisten, verslaafden,
allemaal delinquenten.
Wat jij schrijft is rotzooi.

Meneer Hines zegt het, en hij is een schoolleraar,
hij zou het moeten weten.
Ga werk zoeken.

.

Wat is mogelijk?

Adrienne Rich

.

Adrienne (Cecile) Rich (1929 – 2012) was een politiek en sociaal geëngageerde Amerikaanse dichter, docent, essayist, woordvoerder voor de lesbische belangen en feministe.  Rich studeerde in 1951 af aan Radcliffe College met een Bachelor of Arts-graad. Op de universiteit las ze moderne Britse en Amerikaanse dichters zoals Wallace Stevens, Robert Frost en W. H. Auden. Haar debuut als dichter met de bundel, ‘A Change of World’, gepubliceerd in hetzelfde jaar dat ze afstudeerde, toont de invloed van deze dichters. Haar carrière als schrijver werd gelanceerd toen ze in 1951, op 22-jarige leeftijd, door W. H. Auden werd gekozen voor de Yale Younger Poets Award.

Adrienne Rich werd een van de meest gelezen en invloedrijkste dichters uit de tweede helft van de 20e eeuw. In de vele dichtbundels die ze schreef is een stilistische evolutie merkbaar vanaf formele poëzie naar een meer persoonlijke en krachtige stijl. Tot haar bekendste gedichten behoren. Met ‘Diving into the Wreck’ (1973) won ze de National Book Award. Ze accepteerde deze prijs samen met twee finalisten, Audre Lorde en Alice Walker, in naam van alle vrouwen. Daarnaast werd ze onder meer bekroond met de Bollingen Prize in 2003 en in 2010 ontving zij de ‘Lifetime Recognition Award’ van de Griffin Poetry Prize.

Door de redactiefilosoof van MUGzine Marie-Anne Hermans werd ik gewezen op een bijzonder gedicht van Adrienne Rich getiteld ‘What is possible’. Wil je het gedicht luisteren? Ga dan naar https://comraderadmila.com/tag/adrienne-rich/  of lees het hieronder.

.

What is possible

.

A clear night if the mind were clear

.

If the mind were simple, if the mind were bare
of all but the most classic necessities:
wooden spoon knife mirror
cup lamp chisel
a comb passing through hair beside a window
a sheet
thrown back by the sleeper

.

A clear night in which two planets
seem to clasp each other in which the earthly grasses
shift like silk in starlight
If the mind were clear
and if the mind were simple you could take this mind
this particular state and say
This is how I would live if I could choose:
that is what is possible

.

A clear night. But the mind
of the woman imagining all this the mind
that allows all this to be possible
is not clear as the night
is never simple cannot clasp
its truths as the transiting planets clasp each other
does not so easily
work free from remorse
does not so easily
manage the miracle
for which mind is famous
or used to be famous
does not at will become abstract and pure

.

this woman’s mind

.

does not even will that miracle
having a different mission
in the universe

.

If the mind were simple if the mind were bare
it might resemble a room a swept interior
but how could this now be possible
given the voices of the ghost-towns
their tiny and vast configurations
needing to be deciphered
the oracular night
with its densely working sounds

.

If it could ever come down to anything like
a comb passing through hair beside a window

.

no more than that
a sheet
thrown back by the sleeper

.

but the mind of the woman thinking this is wrapped in battle
is on another mission
a stalk of grass dried feathery weed rooted in snow
in frozen air stirring a fierce wand graphing

.

Her finger also tracing
pages of a book
knowing better than the poem she reads
knowing through the poem
through ice-feathered panes
the winter
flexing its talons
the hawk-wind
poised to kill

.

Nieuwe Amerikaanse dichters

New American Poets

.

In 2005 werd door uitgever David R. Godine (uitgeverij DRG) in Boston de vuistdikke bundel ‘New American Poets’ gepubliceerd, met daarin 95 van de nieuwste dichters in Amerika. Amerikaanse dichters uit alle windstreken, met hun roots in allerlei landen (onder andere Michael van Walleghen waarvan ik vermoed dat zijn roots in Nederland of waarschijnlijker Vlaanderen liggen), man, vrouw en allemaal nog onbekend (zeker hier in Nederland). Het zijn niet alleen jonge dichters, ook dichters die al wat ouder zijn en bekend worden of op doorbreken staan.

In de bundel valt me op dat er veel lange gedichten staan, ook prozagedichten en van elke dichter zijn een paar gedichten opgenomen (de bundel telt maar liefst 442 pagina’s). Omdat ik eigenlijk geen enkele naam ken ben ik wat op onderzoek uitgegaan.

Uiteindelijk heb ik gekozen voor dichter Marilyn Nelson Waniek (1946).

Marilyn Nelson is dichter, vertaler en auteur van kinderboeken. Ze is emeritus hoogleraar aan de Universiteit van Connecticut, en de voormalige dichter-laureaat van Connecticut. Ze is een winnaar van de Ruth Lilly Poetry Prize, de NSK Neustadt Prize for Children’s Literature en de Frost Medal. Van 1978 tot 1994 publiceerde ze onder de naam Marilyn Nelson Waniek.  Ze is de auteur of vertaler van meer dan twintig boeken en vijf poëziebundels voor volwassenen en kinderen, zogenaamde chapbooks (soort zelfgemaakte klein (A6) tijdschriftje van meestal 8, 12, 16 of 24 pagina’s). Naast vele andere publicaties verschenen van haar 11 poëziebundels. Uit ‘New American Poets’ koos ik het gedicht ‘Chosen’ dat komt uit haar bundel ‘Homeplace’ uit 1990.

In ‘The Homeplace’ wordt de lezer betrokken bij een reeks scherp geportretteerde levens (van haar familie). Door een continu verhaal te vertellen in een mix van vrij vers en traditionele vormen, geeft Waniek haar werk tempo en intensiteit. Ze behandelt de villanelle, het sonnet en de populaire ballad met gelijke vaardigheid en enthousiasme.

Het sonnet ‘Chosen’ beschrijft de consensuele maar ongelijke seksuele daad tussen haar over-overgrootmoeder Diverne, een slaaf die naar Hickman in de staat Kentucky werd gebracht vanuit Jamaica, en haar over-overgrootvader, Henry Tyler, een blanke man, wat leidt tot de geboorte van Pump, de overgrootvader van Nelson. Het gedicht besluit met dit couplet: ‘And it wasn’t rape. In spite of her raw terror. And his whip’. Het gedicht houdt vol dat de daad geen verkrachting was omdat het leidde tot de geboorte van een geliefd kind, maar de conclusie van dit gedicht dat eindigt met de woorden ‘verkrachting’ en ‘zweep’ is toch heel anders.

.

Chosen

.

Diverse wanted to die, that August night

his face hung over hers, a sweating moon.

She wished so hard, she killed part of her heart.

If she had died, her one begotten son,

her life’s one light, would never have been born.

Pomp Atwood might have been another man:

nor with a single race, another name.

Diverse might not have known the starburst joy

her son would giver her. And the man who came

out of a twelve room house and ran to her

close shack across three yards that night, to leap

onto her cornshuck pallet. Pomp was their

share of the future. And it wasn’t rape.

In spite of her raw terror. And his whip.

.

De beste Amerikaanse dichter

Elisabeth Bishop

.

Mensen zijn gek op lijstjes, ik ook. Op de website https://www.ranker.com/list/best-american-poets/ranker-books staat een overzicht van de beste Amerikaanse dichters, opgesteld door het publiek door simpelweg te stemmen op de favoriete dichter. Op zichzelf geen verrassend rijtje, de nummers 1 t/m 10 zijn allemaal heel bekende dichters (al staat E.E. Cummings natuurlijk op een 7e plaats te laag en staan zowel Bob Dylan met een 35ste plek en Jim Morrison op een 82ste plek in de lijst als lieddichters) maar de eerste voor mij onbekende dichter staat al op plek nummer 13: Elisabeth Bishop.

Bishop (1911-1979)  was dichter en schrijfster. Bishops werk wordt vaak geschaard onder lesbische- of vrouwenpoëzie, maar zelf wilde ze van deze categorisering niets weten. Van een feministische inslag is ook weinig te merken. Haar gedichten zijn redelijk conventioneel van stijl en kenmerken zich door een hoge sensibiliteit, waarbij ze zich altijd kwetsbaar opstelt. Steeds heeft ze veel oog voor detail en kleinigheden. Haar werk werd vele malen onderscheiden, onder andere met de Pulitzerprijs voor poëzie in 1956, de National Book Award voor poëzie in 1970 en de National Book Critics Circle Award in 1976.

Hoewel ze moeilijk rond kon komen van haar schrijven reisde Bishop veel. Zo woonde ze van 1951 tot en met 1966 in Brazilië waar ze beïnvloed werd door dichters als Octavio Paz en Carlos Drummond de Andrade. Het gedicht Seascape is duidelijk tijdens één van haar reizen geschreven.

.

Seascape

.

This celestial seascape, with white herons got up as angels,
flying high as they want and as far as they want sidewise
in tiers and tiers of immaculate reflections;
the whole region, from the highest heron
down to the weightless mangrove island
with bright green leaves edged neatly with bird-droppings
like illumination in silver,
and down to the suggestively Gothic arches of the mangrove roots
and the beautiful pea-green back-pasture
where occasionally a fish jumps, like a wildflower
in an ornamental spray of spray;
this cartoon by Raphael for a tapestry for a Pope:
it does look like heaven.
But a skeletal lighthouse standing there
in black and white clerical dress,
who lives on his nerves, thinks he knows better.
He thinks that hell rages below his iron feet,
that that is why the shallow water is so warm,
and he knows that heaven is not like this.
Heaven is not like flying or swimming,
but has something to do with blackness and a strong glare
and when it gets dark he will remember something
strongly worded to say on the subject.

.