Site-archief
Ongeletterd
Taalhuis en poëzie
.
Afgelopen vrijdag werd in de bibliotheek van Naaldwijk het Taalhuis geopend. Een Taalhuis is een plek waar mensen terecht kunnen die moeite hebben met lezen en schrijven. De kersverse Streekdichter van het Westland en omgeving Marijke van Geest was gevraagd om een gedicht te schrijven bij deze gebeurtenis. Het gedicht ‘Ongeletterd’ getiteld is afgebeeld op een banner en staat in de bibliotheek nabij het Taalhuis.
Voor eenieder die niet in de buurt woont, hier een foto van het gedicht van Marijke.
.
Congregation
Parneshia Jones
.
Over de dichter Parneshia Jones schrijft recensente Ellen Hagan: “ze is een vloeiende, gestage golf , ze is het coole Chicago vermengd met de het late en langzame kruipen van de zondagochtend in New Orleans. Ze is een wereld van een vrouw, een Renaissance moderne priesteres van de planeet aarde”. Parneshia Jones groeide op in de openbare bibliotheek van Evanston, Illinois, en de keuken van haar moeder. Het lezen en schrijven werden voor haar een tweede natuur.
Na haar studie ging ze aan het werk als marketing assistent voor de Northwestern University Press. De laatste twaalf jaar werkte ze voor schrijvers van Pullitzerprijzen, Nobelprijzen en winnaars van de Academy Award. Hierdoor en door het feit dat ze veel ervaring heeft opgedaan met auteurs vanuit de hele wereld op het gebied van poëzie, fictie, theater, voordrachtskunst, literatuur en filosofie, maken dat ze een zeer brede kijk heeft gekregen op het geschreven woord. Dit is ook van grote invloed geweest op haar eigen werk.
Zo schreef ze veel over zwarte vrouwelijke auteurs, maar met name haar debuutbundel ‘Vessel : poems’ werd zeer goed ontvangen en kreeg meerdere prijzen. Uit deze bundel het gedicht ‘Congregation’.
.
Congregation
.
Weir, Mississippi, 1984
Sara Ross,
Great and Grand-mother of all
rooted things waits on the family porch.
We make our way back to her beginnings.
Six daughters gather space and time
in a small kitchen.
Recipes as old as the cauldron
and aprons wrap around these daughters;
keepers of cast iron and collective
Lard sizzles a sermon from the stove,
frying uncle’s morning catch
into gold-plated, cornmeal catfish.
Biscuits bigger than a grown man’s fist
center the Chantilly laced table of yams,
black eyed peas over rice and pineapple,
pointing upside down cake.
The fields, soaked with breeze and sun,
move across my legs like Sara’s hands.
Chartreuse colored waters, hide and seek
in watermelon patches, dim my ache for Chicago.
Peach and pear ornaments
hang from Sara’s trees. Jelly jars tinted
with homemade whiskey,
guitar stringing uncles who never left
the porch, still dream of being famous
country singers.
Toothpick, tipped hats and sunset
linger as four generations come from
four corners to eat, pray, fuss and laugh
themselves into stories of a kinfolk,
at a country soiree, down in the delta.
.
Endre Ady
Verwant van de dood
.
Endre Ady (1877 – 1919) was een Hongaars dichter die zijn poëzie in een volkse stijl schreef en wiens werk sterk beïnvloed werd door dichters als Charles Baudelaire en Paul Verlaine. In zijn gedichten maakte hij vaak gebruik van het Symbolisme en thema’s als God, Hongarije en het gevecht tot overleven.
Ik ken Endre Ady als dichter al sinds 1998 toen ik voor de eerste maal de bibliotheek in Hatvan bezocht. Deze Hongaarse zusterstad van Maassluis heeft haar bibliotheek vernoemd naar deze beroemde Hongaarse dichter. Het is een heel normale zaak in Hongarije om bibliotheken naar beroemde schrijvers en dichters te noemen, heel anders dan in Nederland waar dat naar mijn weten nog nooit is gedaan.
In vertaling zijn er een aantal gedichten van Endre Ady verschenen waaronder het gedicht ‘Verwant van de dood’ in vertaling van Ankie Peypers uit 1969.
.
Verwant van de dood
.
Ik ben een verwant van de dood
en bemin de vluchtige liefde.
Ik houd ervan haar te kussen
die weggaat.
.
Ik houd van de zieke rozen
vrouwen die verwelkend
verlangen naar zonovergoten kwijnende
najaarstijd.
.
Ik houd van de trieste uren,
van hun spokende, wenkende roep.
.
Van de grote dood, de weerspiegeling
van de heilige dood.
.
Ik houd van hen die wenen,
ontwaken, verre reizen doen.
Van de kilbeijzelde ochtend
boven het veld.
.
Van de gelatenen die versagen,
van tranenloos verdriet en vrede.
Gelatenheid, de haven voor wijzen,
dichters, misdeelden.
.
Ik houd van hen die ontgoocheld zijn,
die kreupel, in de val gelokt,
niet meer geloven; van de bedrukten:
van de wereld.
.
Ik ben een verwant van de dood
en bemin de vluchtige liefde.
Ik houd ervan haar te kussen
die weggaat.
.
Voor de spiegel
Vlaardings eigen
.
Uit mijn boekenkast vandaag een alleraardigst bundeltje op oblong formaat getiteld ‘Vlaardings eigen’ een literair en historisch geschenk van de Stadsbibliotheek Vlaardingen. Met gedichten van Look J. Boden, Benne van der Velden, Sander Groen, Elma Oosthoek, Mirjam Poolster en Aat Rolaff. Daarnaast zijn gedichtjes en tekeningen uit de unieke poëziealbums van een aantal Vlaardingse families uit de collectie van het Stadsarchief in de bundel opgenomen.
Van Look J. Boden (1974) tekstschrijver, fotograaf en grafisch vormgever heb ik het gedicht gekozen ‘Voor de spiegel’.
.
Voor de spiegel
.
Ze maakt zich op
voor het avondmaal.
.
Nog één keer
zorgt de poederkwast
voor schaamrood op de kaken.
.
Nog één keer
haalt ze de merkstift
van liefde over haar mond.
.
Nog één keer
paradeert ze
langs het uitzinnig publiek.
.
Na haar verjaardag
blijft het stil
en vraagt de nieuwe alfahulp
of die mensen op de foto
soms haar kinderen zijn.
.
Soms wel, ja.
.
Komt een clown bij de dokter
Tim Hofman
.
In april organiseerde de bibliotheek waar ik werk de Voorleesweek met o.a. A.L. Snijders, Hugo Borst en Dennis Storm. De laatste wees mij niet alleen op een bijzonder aardig boek (Oogklepdenken) maar is ook samensteller van het boek ‘Achievers’ uit 2013 in opdracht van Lebowski uitgevers.
In ‘Achievers heeft Dennis een aantal grote talenten bijeengebracht op het gebied van de letteren. Schrijvers en dichters maar ook stand up comedians en muzikanten. Een van de dichters is Tim Hofman (1988) die met 15 gedichten is opgenomen in de bundel.
Tim Hofman is bij het grote publiek bekend als (collega) presentator van Dennis Storm bij BNN maar hij schrijft ook columns, hij blogt en dicht dus ook.
Bijzondere poëzie, beetje rauw, humoristisch ook maar zeker de moeite waard. Uit ‘Achievers’ het gedicht ‘Komt een clown bij de dokter’.
.
Komt een clown bij de dokter
.
Een laatste
blik
in de
spiegel,
.
hij ziet
het mislukte
traantje naast zijn kijker,
ondanks het gepriegel.
.
Trots zet hij zijn
rode neusje op
zijn wit
geschminkt gelaat,
.
pakt zijn vouwballonnenset,
kijkt hoe het krullenpruikje
op zijn kale knikker staat.
.
De beste man
geeft
– God
wat doet
dat zeer-
zichzelf nog eens
een knipoog.
.
Voor de
allerlaatste keer.
‘Daar gaan we’,
zegt hij
fors
doch ietwat
ontdaan,
.
want na vanavond
zal deze cliniclown
nimmer meer
aan zijn eigen sterfbed staan.
.
Meer lezen van en over Tim Hofman kan op zijn blog http://www.debroervanroos.nl/
Smaak
Anton Korteweg
.
Anton Korteweg (1944) is dichter en neerlandicus en was directeur van het Letterkundig museum en Documentatiecentrum in Den Haag. Toen in 2009 het Nationaal Documentatiecentrum Maarten ’t Hart werd opgezet in de bibliotheek van Maassluis was hij één van de leden van het comité van aanbeveling.
Sinds zijn debuut in Tirade in 1968 heeft Anton Korteweg met regelmaat dichtbundels gepubliceerd. Zijn poëzie kenmerkt zich door de ironische beschrijving van kleine gebeurtenissen, die gevoelens van melancholie oproepen. In zijn enigszins afstandelijke stijl bedient hij zich van woordspelingen en archaïsmen en maakt hij gebruik van alledaagse woorden voor verheven onderwerpen. In 1986 ontving hij de A. Roland Holst-Penning.
.
Uit de bundel ‘Voortgangsverslag’ uit 2005 het gedicht ‘Smaak’.
.
Smaak
.
De liefste muziek blijft toch die
waarbij je afwassen kan,
ouderwets, zonder machine,
met teiltje en afwaskwast.
.
Lepels tegen een kopje,
geplop, gerinkel van glaswerk,
een botsend bord, vallende vorken
doen er geen afbreuk aan.
.
Ik kom dan al snel terecht
bij Carmen, Bolero, Liszt,
Traviata, Eroica,
maar Mahler gaat me te ver.
.
Dik bovenop, vettig, tering,
let niet op een haaltje extra,
luid, schmierend, duidelijk.
.
Lekkere, hoerige ordi’s
niet om aan te horen zo plat,
die doen het bij mij altijd wel.
.
Kunst n.a.v. mijn gedichten
Project Kunst en Cultuur Academie
.
Begin dit jaar werd ik benaderd door een bestuurslid van de Kunst en Cultuur Academie Maassluis met de vraag of ik het leuk zou vinden als mijn gedichten gebruikt zouden worden in een project van de KCA. Het project bestaat eruit dat mijn gedichten (en voor cursisten die graag een ander gedicht willen is die mogelijkheid er) gebruikt zouden gaan worden ter inspiratie voor allerlei kunstzinnige uitingen zoals aquarel, keramiek, tekening en schilderijen.
Je zult begrijpen dat ik me zeer vereerd voelde en uiteraard ja heb gezegd op dit verzoek. De gedichten die worden gebruikt komen uit mijn bundels ‘Zoals de wind in maart graven beroert’ en ‘Winterpijn’ die gratis is te downloaden via https://mugbookpublishing.wordpress.com/2014/03/14/eerste-titel-nu-te-downloaden/
De tentoonstelling van de kunstwerken zal plaats vinden in juli, augustus en september 2015 in het Museum Maassluis en in de bibliotheek van Maassluis. Uiteraard zal ik hier verslag doen van dit, zeker voor mij, bijzondere evenement.
Uit ‘Zoals de wind in maart graven beroert’ het gedicht: ‘Nacht’.
.
Nacht
Waar tussen kastanjes en eiken
grondig het hoofd wordt geschud,
een grijze jas afgelegd wordt,
glijden warm voedende stralen binnen
in hoofd en nest
de eerste muggen rond de regenton,
razernij nog in het verschiet
in een nacht die niet meer lengt
zich prijs geeft aan de ochtendzon
wortels van elastiek die zich vastzetten
in de zwetende klei, op zoek naar ruimte
daar meen ik in de luchtdans van de
pimpelmezen, een bijenvolk te herkennen
de laatste zomer indachtig
.
Ongehoord! podium februari
Verslag
.
Op zondagmiddag 15 februari was het dan zover, het Ongehoord! podium verhuisde. Na jarenlang in de Glazen te zijn georganiseerd van de centrale bibliotheek van Rotterdam vertrokken we naar het podium op de 4e etage van diezelfde bibliotheek. Een interne verhuizing dus. In tegenstelling tot de Glazen zaal (of de Maarten Toonderzaal zoals deze tegenwoordig heet) is het podium op de 4e etage veel toegankelijker omdat het geen afgesloten zaal is.
Of het kwam door dit gegeven of door de geweldige programmering weet ik niet maar de middag trok over ruim twee en een half uur meer dan 60 bezoekers en belangstellenden. Door het open karakter van dit podium kwamen er steeds mensen aanlopen die de dichters zagen voordragen of werden gelokt door de klanken van Roos Blufpand. Hoe dan ook, het was een mooi podium met goeie, verrassende dichters, een prachtige prozaschrijfster en een betoverende Roos Blufpand met Nederlandstalige luisterliedjes.
Na de opening van de voorzitter Peter de Knegt, waarin hij afgaf terug te treden i.v.m. zijn gezondheid en het stokje over te geven aan Ton Huizer en het voordragen van een gedicht van de Rotterdamse dichter Jan Prins, was het de beurt aan Roel Weerheijm. Hij trapte af met zijn poëzie, persoonlijke gedichten, met bij elk gedicht een introductie. Roel warmde het publiek op met poëzie waar je over na kan denken.
Hierna was het de beurt aan Yvonne van der Haven. In een set zonder woorden (zonder af en aankondigingen van haar gedichten) en met tweemaal een bijzondere bijdrage van Roos kreeg ze de zaal doodstil.
Cynthia Stijger vertelde over de totstandkoming van haar roman ‘Aurora’. De roman verhaald over de kracht van verbondenheid tussen twee mensen die in een maatschappij die hen voorschrijft hoe te leven, hun eigen pad kiezen omdat ze slechts naar één ding verlangen; elkaar. In het stuk dat ze voorlas kwam dit, naast de prachtige beschrijvende passage, goed naar voren.
Na de pauze was het de beurt aan Renato Miguel. Renato stond heel ontspannen voor te dragen, met een uitstekende timing en in contact met het publiek kwamen veel (persoonlijke) zaken voor het voetlicht. Zijn gedicht ‘Gooi een roos naar de zangeres’ werd door het publiek maar vooral door Roos van Roos Blufpand die op de eerste rij zat, met groot enthousiasme ontvangen.
A.H. van de Elst ging er vervolgens eens goed voor zitten. Anekdotisch maar met een onderliggende serieuze ondertoon bracht hij vanuit de bonte stoel een reeks korte gedichten die het publiek regelmatig in de lach deed schieten.
Roos Blufpand deed verschillende nummers op de piano en begeleid door haar mannen op Cello en elektrische gitaar. Luisterliedjes die in de sfeervol verlichte zaal mooi tot zijn recht kwamen.
Op het open podium kwamen Rob Hilz (bedankt weer voor de mooie foto’s voor op de website), Helle van Aardeberg en Dennis Kras een aantal gedichten voordragen.
Het was een mooie middag en de volgende editie van het Ongehoord! poëziepodium is op zondag 19 april 2015 opnieuw in de bibliotheek van Rotterdam.
.





























