Site-archief
Bij een graf
P.C. Boutens
.
Vanavond is het alweer zover, de 10e editie van Dichter bij de Dood, een prachtig project waarbij dichters voordragen op de begraafplaats Oud Eik en Duinen in Den Haag. Van origine werd deze activiteit georganiseerd op 2 november (Allerzielen wanneer men de gestorvenen herdenkt) maar door interne verschuivingen bij de begraafplaats is dat sinds 2 jaar nu op Allerheiligen, op 1 november. Omdat deze activiteit in het leven geroepen is om de doden te herdenken en stil te staan bij de dood als onlosmakelijk element van het leven hangen we niet zo sterk aan deze datumverwisseling al is het wel jammer.
Maar vanavond dus aan de Laan van Oud Eik en Duinen. Een keur van dichters staan langs een route afgezet met fakkels en bij elke dichter kan geluisterd worden naar twee gedichten; 1 gedicht over een bekende Nederlander die op de begraafplaats ligt in combinatie met het thema en 1 vrij gedicht. Ik zal het gedicht ‘Bij een graf’ voordragen over P.C. Boutens (1970-1943) en het gedicht dat ik schreef over de NAVO top in Den Haag van afgelopen zomer.
De toegang is uiteraard gratis en voor de liefhebbers is er een gratis bundeltje met de gedichten die worden voorgedragen vanavond. De avond begint 10 18.45 en eindigt om 21 uur. Vanaf de ingang van de begraafplaats rechtdoor lopen tot de aula en daar begint de route. het blijft droog (heel fijn!), trek iets warms aan en kom luisteren naar poëzie en troubadours. Parkeren met de auto kan voor de begraafplaats maar vanaf 18.00 uur is het betaald parkeren.
.
Bij een graf
De bloemen van plastic, vergeelde foto, plantjes dood.
Zo dood als jij.
Kopjes gebogen in strijd met de tijd, stenen los van
elkaar als eenheid, ongebroken stralend in de zon, rumoer
van een nabijgelegen balkon, het lied van een merel.
Gedachten bij hoe het was en wat je teweegbracht.
Gedachten boven materie, stilte doorbroken door
menselijk handelen, een gevleugelde aria.
Tegenstellingen liggen als as uitgestrooid hier los
en vast, stil in beweging, in altijd durende rust, levendig
doorbroken door het lied van een merel.
.
Nu
Herman de Coninck
.
Toen ik vandaag voor mijn boekenkast stond en zonder te kijken een bundel eruit pakte, bleek dit ‘Vingerafdrukken‘ van Herman de Coninck (1944-1997) te zijn uit 1997. Omdat ik al veel gedichten van Herman de Conink heb gedeeld op dit blog was ik nieuwsgierig op welke bladzijde, bij welk gedicht ik de bundel zou openslaan. Het bleek pagina 13 te zijn waar het gedicht ‘Nu’ staat.
De regelmatige lezer van dit blog weet dat Herman de Coninck in de absolute top van mijn favoriete dichters staat. Dus toch maar even gecheckt of ik dit gedicht niet al eerder deelde. Dat blijkt niet het geval. Daarom hier ‘Nu’.
.
Nu
.
Vandaag zag ik een vrouw
afscheid nemen op de trein.
Zij ging naar een ander land,
maar ook daar zou zij van hier zijn,
achternabemind door haar man.
.
Zo hoop ik dat ik mijn dochter
over vijftig jaar, een vorige eeuw
in kan beminnen, deze,
in deze zinnen.
.
Einde van een tijdperk
Jozef Deleu
.
Via diverse kanalen kwam het bericht tot mij dat Het Liegend Konijn, tijdschrift voor hedendaagse Nederlandstalige poëzie, het geesteskind van Jozef Deleu (1937). Op 30 oktober 2025 verschijnt het laatste nummer. Deleu schrijft over het verschijnen van dit laatste nummer: “Poëzie is drager van originaliteit, vrijmoedigheid en zelfstandigheid. Dichters blijven machthebbers erop wijzen dat woorden ertoe doen en dat taal niet ondergesneeuwd mag raken onder het verbalisme van de politiek en de commercie. Het Liegend Konijn was een open en ongebonden huis voor onze poëzie. En soms was daar enige moed voor nodig. Voor Het Liegend Konijn en mij is de tijd van gaan gekomen. De jager wacht op de kim.”
Uit het nest geroofd, zo omschreef Deleu zijn werkwijze. Twee keer per jaar – van 2003 tot 2025 – bracht het blad een gevarieerd beeld van de Nederlandstalige poëzie. Het bevatte uitsluitend nieuwe, niet eerder gepubliceerde gedichten. Honderden dichters uit het hele Nederlandse taalgebied werkten mee aan Het Liegend Konijn. Ze vormden een bont gezelschap van jonge debutanten, rijpe poëten en oude meesters. Diversiteit en respect voor uiteenlopende poëtica’s lagen aan de basis van een unieke mix waardoor ieder nummer een kleurrijke waaier bood van onze hedendaagse poëzie.
Bij dit nieuws had ik meteen twee gedachten. De eerste was dat ik nooit uit het nest geroofd zou worden, mijn nieuwe bundel (die al te lang op zich laat wachten) komt daarvoor te laat. De tweede gedachte was dat het minipoëziemagazine MUGzine dat ik samen met onder andere Bart van BRRT.Graphic.Design en Marianne van Poetry Affairs maak, nu nog iets urgenter wordt. Toen ik las van het gezelschap van jonge debutanten, rijpe poëten en oude meesters wist ik dat wij van MUGzine een zelfde visie hebben en nastreven. Nu ben ik de laatste die MUGzine met Het Liegend Konijn wil vergelijken, omvang, frequentie en aanzien zijn van een geheel andere orde, laat staan de reputatie die Het Liegend Konijn 22 jaar lang heeft opgebouwd, daar kan 6 jaar MUGzine nog een puntje aan zuigen. Maar voor ons van MUGzine is de uitdaging wel sterker geworden om van ons minipoëziemagazine een langjarig succes te maken (maar dat waren we al van plan hoor).
Rest mij, samen met poëzieminnend Nederland en Vlaanderen, slechts woorden van dankbaarheid en waardering voor Jozef Deleu die poëzie mede op de kaart heeft gezet en aan de wieg van carrières van menig dichter heeft gestaan. Dat Jozef Deleu zelfs een niet onverdienstelijk dichter was mag inmiddels duidelijk zijn en daarom een gedicht van deze grote Vlaming. Uit zijn bundel ‘Hazen troepen samen’ uit 2000 het gedicht ‘Waar het op aankomt’. Want als er een ding is waar Jozef Deleu om geroemd mag worden is het het feit dat hij weet waar het op aankomt; De Poëzie!
.
Waar het op aankomt
Waar het op aankomt
de trein die niet
voortijdig stopt
in het station
de zon die niet ongezien
wegzinkt in zee.
Waar het op aankomt
een werkwoord vervoegd
in een goede zin
een vraagstuk opgelost
zonder vermogen
en zonder verlies.
Waar het op aankomt
een verlicht meer
en verliefd tot over
de oren. Het gaat voorbij
maar er blijft
overschot.
Waar het op aankomt
gerijpt in een eiken
vat reisvaardig
voor de overtocht
zonder overkant
als het moet.
.
Lijm
Kurt De Boodt
.
Zo nu en dan ontdek ik een dichter die ik nog niet ken. Zo zat ik in de vuistdikke verzamelbundel ‘Nieuw Groot Verzenboek’ 600 gedichten over leven, liefde en dood, samengesteld door Jozef Deleu uit 2015 (achttiende uitgebreide en herziene druk) te lezen toen ik het gedicht ‘Lijm’ las van de Vlaamse dichter, kunstcriticus en tekstschrijver Kurt De Boodt (1969).
De Boodt studeerde Germaanse Filologie aan de KU Leuven. Naast dichter en kunstcriticus was hij adviseur en tekstschrijver in de beleidscel van het Paleis voor Schone Kunsten in Brussel. Tot 1999 was hij hoofdredacteur van het maandblad Kunst & Cultuur. Hij publiceerde de bundels ‘Mal dood lam’ (2024), ‘Wake’ (2019), ‘Ghostwriter’ (2015), ‘Minnezang’ (2011), ‘Waarop de klok ontwaakt!’ (2008), ‘Anselmus’ (2004), ‘Moules belges’ (2002) en ‘En alles staat stil’ (2000).
Levity Peters schreef in zijn recensie van ‘Ghostwriter’ de bundel waaruit ‘Lijm’ werd genomen: “Het enige dat ik proef in deze poëzie is zijn boosheid op anderen, op de domheid van anderen, het machtsstreven van anderen, de onrechtvaardigheid van anderen, de meedogenloosheid, de harteloosheid, hun eeuwige tekort. Ik ga ervan uit dat de haat om het onrecht uit betrokkenheid voortkomt. Ik hoop dat Kurt de Boodt in een volgende bundel wat meer van zijn liefde voor de wereld toont. Er is geen betere.” Hij schrijft dit nadat hij geconstateerd heeft dat er sprake is van een vermoeiende eendimensionaliteit “Niemand lijkt hier een binnenkant te hebben. De dichter zet iedereen als pionnen op zijn speelbord om zo zijn boodschap over te brengen. Als een echte ghostwriter.”
Toch lees ik in het gedicht ‘Lijm’ wel degelijk ook een andere kant van De Boodt. Het gedicht is opgedragen aan Vosje de kater en een In Memoriam voor José Vermeersch (1922-1997) een Vlaamse beeldhouwer en kunstschilder. Oordeel zelf.
.
Lijm
I.M. José Vermeersch en Vosje de kater
.
We kunnen het altijd met minder doen.
.
Zie: het keramische hondje dat de kater nu
van de kast stoot, valt nu op de keukenvloer
in gruzelementen uit elkaar. Onlijmbaar.
.
De maker is al jaren zaliger. Zijn honden
mannen en vrouwen uit gebakken klei
beven op aarde, in huiskamers en musea, na.
.
Hondje overleefde verhuis en ochtendhumeuren.
Het stond hoog buiten bereik van poetsvrouwen
en dochters die te groot werden voor kattenkwaad.
.
Tot de kater zich de kast op joeg en ongelukkig bewoog.
In mijn hoofd snijden scherven geheugensporen open.
Kater kijkt schuldig maar bekomt zienderogen van de schrik.
.
De waarde van kunst hoort emotioneel te zijn.
De waarde van kunst zit in het hoofd van de kijker.
Een onlijmbaar hondje is goed voor de vuilniszak.
.
Terwijl ik dit tik, likt andere kater mijn baard.
O wat genieten poezen toch van het ogenblik.
Genoeg gelikt, rotkater, ik zie mijn beeldscherm niet.
.
We leven niet in musea die kunstwaarden bewaken.
Zo. Hondje staat weer op de kast, gelijmd en wel
van herinneringen aan voor altijd bij elkaar blijven.
.
We kunnen het altijd met minder doen
maar zonder elkaar, dat niet.
.
Yo! de liefde
Maria van Daalen
.
Over de schrijver en dichter Maria van Daalen (1950) schreef ik al een aantal malen. Over een bijdrage die ze schreef in ‘Die eeuwige wind‘ (over de Wierde van Wierum in Friesland) uit 2010, over haar erotische bundel ‘Elektron, muon, tau‘ uit 2000 en over haar werk als vertaler van de poëzie van Dorothy Porter.
Vandaag wil ik een mooi liefdesgedicht met een licht erotische ondertoon van Maria (pseudoniem van Maria Machelina de Rooij) met jullie delen. Omdat het alweer even geleden is en omdat het altijd een goed moment is om een liefdesgedicht te lezen. Uit haar bundel ‘Yo! de liefde’ uit 2003 komt het gedicht ‘Opening’.
.
Opening
.
Het langzame ballet van twee lichamen
in bed, je hand onderzoekt mijn borst, je kust
de tepel, je zucht, legt je voorhoofd rustig
tegen mijn borstbeen, mijn hart, we zijn samen
.
voorzichtig op zoek naar liefde, een drama
in één bedrijf, steeds hetzelfde toegerust
maar nieuwe benaderingen, intussen
geef je wankel koningsgambiet aan dame.
.
Je zoekt veiligheid als je onder me ligt,
als ik over je heen welf, warm en levend,
mijn tepel raakt je lippen, mijn hand steunt je.
.
Ben je bij me? In mijn ogen, jouw gezicht.
Ik til je hoofd omhoog. Daar gaan we, zwevend.
Je bijt in mijn onderarm, en dan kreun je.
Els de Groen (1949-2025)
Wereldverbeteraars
.
Gisteren bereikte mij het verdrietige bericht dat Els de Groen (1949-2025) is overleden. Nog begin dit jaar had ik contact met haar via de mail dat ze ernstig ziek was maar dat ze in behandeling was. Ze had mij eerder benaderd met de vraag wat ik voor haar kon betekenen in het uitgeven van een dichtbundel via Mugbooks, mijn facilitaire poëzie uitgeverij. Ondanks haar ziekte klonk ze nog steeds optimistisch. Het bericht van haar overlijden viel mede daarom nogal rauw op mijn dak.
Ik leerde Els kennen tijdens een optreden bij poëziestichting Ongehoord! in december 2016. Ik was al onder de indruk van haar verleden als Europarlementariër voor Groen Links en als schrijver van jeugdboeken en poëzie. Ik schreef een recensie over haar dichtbundel ‘Wakker vallen‘ uit 2018, waarin ze blijk gaf van een grote mate van engagement. Ondanks het feit dat er van haar boeken (vertaald in 13 talen) maar liefst 1.750.000 exemplaren verkocht zijn was ze altijd heel benaderbaar en reageerde ze zelfs heel enthousiast toen we haar vroegen om gedichten aan te leveren voor MUGzine #16 die als richting had ‘gedenk te overstromen’ en waar naast Els ook andere klimaatdichters als Alex Gentjens, Sara Eeelen en David Troch bijdroegen.
Het klimaat en de klimaatveranderingen gingen haar aan het hart. In een interview met Els door Cora de Vos op de Meandersite zegt ze onder andere hierover: “Er gebeurt zoveel om ons heen waar we geen notie van hebben, omdat we ons boven het ecosysteem geplaatst hebben waarvan we onderdeel zijn en dat we in onze onnozelheid naar de barbiesjes helpen.”
Op de rouwkaart van Els is het gedicht ‘Wereldverbeteraars’ uit haar bundel ‘Wakker vallen’ geplaatst dat ik hier graag wil delen. Het is een prachtig voorbeeld van hoe Els tegen de wereldverbeteraars (en dus zichzelf) aankeek. Met het overlijden van Els de Groen wordt de wereld een klein stukje minder mooi.
.
Wereldverbeteraars
.
Bespot ze niet
de dromers
demonstranten
spandoekdragers
Ze hebben je hoon niet nodig
.
Uitlachen doen ze zichzelf wel
in hun momenten van twijfel
die het diepst zijn
wanneer hun geweten spreekt
en het jouwe zwijgt
.
Het Centraal Museum van het gevoel
Frank Diamand
.
Afgelopen augustus overleed de dichter Frank Diamand (1939-2025). Ik schreef toen een bericht over hem, over onze enige ontmoeting en dat ik bij die gezamenlijke voordracht bij Reuring van Alja Spaan in Alkmaar, zijn bundel ‘Hoe dat moet loslaten en bewaren tegelijk’ uit 2021 aanschafte. Het was de enige bundel die ik van hem in bezit had. Tot afgelopen weekend. Toen schafte ik in een kringloopwinkel zijn bundel ‘uit Het Centraal Museum van het gevoel’ uit 1989 aan.
In deze bundel is, net als in zijn debuutbundel ‘Wie wil er nu met Hitler in de tobbe?’, de nagalm van de Tweede Wereldoorlog nog te horen en te lezen, maar het hoofdthema van de bundel is de liefste. Bemind, bedreigd, verloren, bezongen en steeds weer opnieuw ontmoet. Die onderwerpen komen voor mij mooi samen in het gedicht ‘Afscheid’.
.
Afscheid
.
Genoeg gezoend, gehuild
de laatste dag
ik breng je weg
een vliegtuig – binnenland –
terwijl ik wegga uit dit land.
.
Mijn vader huilde als een kind
toen hij zijn einde hoorde –
zijn hete hand en
de herhaling:
‘zo lief en met zo weinig geld’,
een opgespaard gevoel
voordat het niet meer kon.
.
Eénmalig is ons leven.
.
Je bent aanwezig
in elke wind door
houten jaloezieën
en in de mint,
die ik verkruimel
in mijn hand.
.
Blijf nog even.
.
Ik heb je zo lief
ik heb je zo lief gehad
tot aan,
de rand van het papier
tot hier.
.















30 jaar Meander
28 okt
Geplaatst door woutervanheiningen
Jubileumbundel
.
Meander, literair E-magazine voor Nederlandstalige poëzie bestaat dit jaar 30 jaar. In 1995 werd Meander opgericht door Rob de Vos (1955-2018). De Vos was de vennootschap vader en de stuwende kracht achter Meander, die in 1995 begon als e-mailnieuwsbrief met gecombineerde website. Jarenlang bestierde Rob de Vos Meander samen met een grote groep vrijwilligers tot zijn onverwachte overlijden in 2018. Toen nam Alja Spaan het stokje over als voorzitter van de stichting en sinds dat jaar ben ook ik als bestuurslid en secretaris toegetreden tot het bestuur dat verder bestaat uit Peer van den Hoven (penningmeester). Inmiddels is Meander flink gegroeid en heeft het maar liefst 43 vrijwillige medewerkers.
Deze medewerkers verzorgen de interviews, de recensies, de website, de social media, de commentaren, de kopij, de columns, de readymades, de klassiekers en de nieuwsbrief. Sinds een aantal jaren organiseert Meander ook de Rob de Vos poëziewedstrijd en een jaarlijkse medewerkersdag. Ook wordt met enige regelmaat een bundel of boek gepubliceerd. Zo werd in 2010 de bundel ‘Nog een lente‘ 30 dichters gekozen door Meander, uitgegeven door uitgeverij P en verscheen in 2023 de bundeling ‘Wat maakt een gedicht goed? met bijdragen van Meander medewerkers.
En nu, na 30 jaar vele medewerkers en duizenden bijdragen verder verscheen bij Meander de bundel ’30 jaar Meander’, opnieuw met bijdragen van medewerkers en opnieuw vormgegeven door Bart van BRRT.Graphic.Design. De medewerkers werd gevraagd ‘iets’ te schrijven dat betrekking had op Meander. En daar werd in grote mate gehoor aan gegeven. Door persoonlijke verhalen maar ook door middel van poëzie.
Uit die laatste categorie koos ik voor de bijdrage van Annet Zaagsma (medewerker sinds 2021) getiteld ‘Alles wat in de ochtend weer verdwenen is’.
.
Alles wat in de ochtend weer verdwenen is
.
Ik schrijf alleen. Er mag niemand in de buurt zijn.
Mijn kinderen slapen.
Ik zet een eerste stip, neem de ruimte.
Kijk rond in een droom waar mijn denken
traag en mistig is, probeer de details
te proeven die belangrijk zijn.
.
Tussendoor de afwas, of in bad
ontstaan woorden die spelen, buitelen
zonder harde gedachten.
Onderweg naar de Spar
kan ik al trappend fijne regels binnenkrijgen
.
waarvan de meeste verloren gaan
omdat ik wil doorrijden
omdat ik word afgeleid door een vogel
een berg of een kerk
omdat het geheugen
nu eenmaal zijn beperkingen heeft.
.
’s Nachts overvalt me dan het gedicht
aan de rand van mijn gezichtsveld.
Onscherp in halfslaap is het de kunst
die briljante flarden te vangen in leesbare krabbels.
Alles wat anders in de ochtend weer verdwenen is.
.
Dit delen:
Geplaatst in Award, Dichtbundels, Favoriete dichters, Meander, Nieuws, Poëziewedstrijd, readymades, Recensies, Social media, websites over poëzie
Een reactie plaatsen
Tags: 1955, 1995, 2010, 2018, 2021, 2023, 30 dichters gekozen door Meander, 30 jaar Meander.jubileum, @brrt.grapic.design, Alja Spaan, Alles wat in de ochtend weer verdwenen is, Annet Zaagsma, bestuur, bundel, columns, commentaren, dichter, dichters, gedicht, gedichten, interviews, jubileumbundel, klassiekers, kopij, literair e-magazine voor Nederlandstalige poëzie, Meander, medewerkers, medewerkersdag, nieuwsbrief, Nog een lente, Peer van den Hoven, penningmeester, peroonlijke verhalen, poëzie, readymades, Recensies, rob de Vos, Rob de Vos-poëzieprijs, secretaris, social media, stichting, uitgeverij P, voorzitter, vrijwilligers, Wat maakt een gedicht goed?, website, Wouter van Heiningen