Site-archief
Hermans over Hölderlin
Dichter over dichter
.
Schrijver Willem Frederik Hermans (1921-1995) schreef in zijn leven niet veel poëzie. Slechts ruim honderd gedichten, die in een relatief korte periode in een vroege fase van Hermans’ schrijverschap ontstonden. Zijn eerste gedicht publiceerde hij in 1939 in de schoolkrant, het laatste gedateerde is van 1953.
Hermans publiceerde vier bundels poëzie. In 1944 verscheen in een kleine oplage in eigen beheer ‘Kussen door een rag van woorden’, in 1946 ‘Horror Coeli en andere gedichten’, in 1948 ‘Hypnodrome. Gedichten’ en in 1968 ‘Overgebleven gedichten’. Hermans’ poëzie werd wisselend ontvangen, Hans van Straten schreef in een recensie dat zijn gedichten meer merkwaardig dan goed waren.
In 2011 verscheen bij De Bezige Bij de volledige poëziewerken van Hermans onder de titel ‘Volledige werken’ deel 9 Gedichten. Uit deze bundel nam ik het gedicht dat Hermans schreef over Friedrich Hölderlin (1770-1843).
.
Hölderlin
.
Hij gaat gebukt onder de droeve kanonnaden
Van de horizon der onsterfelijkheid.
Hij gaat blootshoofds de schrikkelpaden
Die tot verdwalen leiden. In zijn haar de zaden
Van gewassen die slechts daar ontkiemen,
Waar zij wiesen. En niet waar hij gaat:
.
Aangehitst door droefenis en grieven
Naar een veilig, maar steriel klimaat,
Nu de diepte van zijn trieste giechlen
Met zijn laatste tanden is betaald.
.
Nietzsche
De zon verzinkt
.
In zo’n grappig klein kastje, zeg maar mini boekenkastje in een tuin ergens bij mij in de wijk, lagen wat tijdschriften. Die kom je zelden tegen in dit soort kastjes, meestal staan er hele oude, vrijwel onleesbare boeken of romans in, maar in dit geval lagen er ook een aantal Filosofie Magazines. Op de cover van één van die magazines stond de intrigerende kop (vond ik tenminste) ‘Dat alles ben ik’ de wanhopige poëzie van Nietzsche.
Ik wist niet dat Nietzsche (1844-1900) ook dichter was (maar een dag niets geleerd is een dag niet geleefd nietwaar) dus heb ik het artikel met veel belangstelling gelezen. De schrijver van het artikel Maarten Doorman gaat in op de gedichten (en de vertaler Ard Posthuma en inleider Piet Gebrandy van de bundel) en stelt dat de poëzie van Nietzsche niet tot de beste van de Duitse dichtkunst behoort en aanleunt tegen de poëzie van Hölderlin, Novalis en Heine.
De filosofen Martine Prange en Mariëtte Willemsen, zo schrijft Doorman , betogen in de essays waarmee de bundel besluit dan ook dat Nietzsches gedichten vooral de moeite waard zijn voor verder begrip van zijn filosofie. Als dichter kan hij niet tippen aan Goethe, stelt Prange. Maar ze benadrukt diens invloed op Nietzsches werk.
Op zoek naar gedichten van Nietzsche (de bundel ken ik niet) kwam ik uit bij de geweldige website dbnl.org alwaar ik, in vertaling van Khalil Touqâne en in het Duits het gedicht ‘De zon verzinkt’ ( Die Sonne sinkt) vond.
.
De zon verzinkt
1
De hinde
Francesco Petrarca
.
Ik vond het wel weer eens tijd voor een liefdesgedicht en dus trok ik de bundel ‘De liefste, onsterfelijke liefdesverzen’ maar eens uit mijn kast. Deze bundel is samengesteld en vertaald door Paul Claes en bevat dichters die “eeuwig verliefd zijn, verliefd op hun beminde en op de taal, maar nog het meest op de liefde zelf”.
In deze bundel beroemde dichters uit alle tijden zoals Sappho, Dante, Keats, Hölderlin, Beaudelaire, Rilke, Yeats, Pessoa en vele anderen. Ik koos voor het gedicht ‘De hinde’ of zoals het in het Italiaans heet ‘Canzoniere CXC’ en ik heb zowel het origineel als de vertaling overgenomen.
.
De hinde
.
Een blanke hinde zag ik op het groen
met gouden horens onder een laurier
verschijnen bij de dubbele rivier,
terwijl de zon rees, in het guur seizoen.
.
Zo zoet verheven was dit visioen,
dat ik elk werk liet varen om het dier
te volgen, als een vrek die met plezier
zijn zwoegen opgeeft om een vondst te doen.
.
‘Raak mij niet aan,’ stond op haar sierhalsband
geschreven met topas en diamant,
‘Mijn heer heeft mij in vrijheid laten gaan.’
.
Reeds zag ik hoe de zon in ’t zenit scheen
-mijn ogen waren moe, maar niet voldaan-
toen ik in ’t water viel, en zij verdween.
.
Canzoniere CXC
.
Una candida cerva sopra l’erba
verde m’apparve, con duo corna d’oro,
fra due riviere, all’ombra d’un alloro,
levando ’l sole, a la stagione acerba.
.
Era sua vista sì dolce superba,
ch’i’ lasciai per seguirla ogni lavoro;
come l’avaro, che ’n cercar tesoro,
con diletto l’affanno disacerba.
.
Nessun mi tocchi — al bel collo d’intorno
scritto avea di diamanti e di topazî —
libera farmi al mio Cesare parve.
.
Et era ’l sol già vòlto al mezzo giorno;
gli occhi miei stanchi di mirar non sazî,
quand’io caddi ne l’acqua, et ella sparve.
.
Gedichten aan de lijn
Zug, Zwitserland
.
Nu het bijna 2014 is en weer een heleboel mensen aan de lijn gaan doen dacht ik, laat ik eens over gedichten aan de lijn schrijven.
In het Zwitserse plaatsje Zug werd in 2011 door Sigit Susanto en Lisa Palak, de stadspromotor het idee uitgewerkt om in de zomer, wanneer iedereen naar het meer komt (Zug ligt aan het meer van Zug) gedichten aan lijnen op te hangen. Deze lijnen werden gespannen tussen bomen en in twee categorieën verdeeld; volwassenen gedichten en kindergedichten.
Op hard kartonnen borden staan teksten als: Neem een gedicht, Schrijf een gedicht, Lees een gedicht en Luister naar een voorgedragen gedicht. De gekozen gedichten waren onder andere van Georg Trakl, Hölderlin, Theodor Storm en Goethe. Daarnaast werden een aantal Indonesische gedichten opgehangen (zowel in het Schwizerdütsc als in het Bahasa Indonesia) van onder andere Desdemona Casio, Dadan S. Sanusi, Hoo Jan d’Ras, Iswadi Pratama, Elnisya Mahendra en Ally Dalijo.
Hieronder een voorbeeld van Iswadi Pratama.
.
Pulang
Jangan kau semprotkan parfum pada baju-baju itu
Ia telah tergantung dibalik pintu, sudah lalu
Aku tak mau kehilangan bau keringatku
Tolong matikan televisi
Supaya ada sunyi
Supaya terdengar keluh meja dan kursi
Aku ingin mengenangkanmu pada bunyi
air di kamar mandi, kecut ketiak
atau nasi basi di dalam rak
Dan kau bisa mengingatku
pada derit engsel di pintu kamar
Atau dengus nafas yang tak sabar
Ya, Aku sudah pulang
Lubang hitam di kepalaku makin dalam
Kau rumah dibatas kelam
.











