Site-archief
Anna
Tijd! Gedichten
.
Joop Alleblas ken ik al jaren. Deze in 1946 geboren Westlander komt uit Wateringen waar ik bijna 10 jaar heb gewerkt. Alleblas studeerde aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam en promoveerde aan de Landbouwuniversiteit Wageningen. Van zijn hand verschenen vele wetenschappelijke artikelen en publicaties. Naast wetenschapper is Alleblas een bezield dichter en een fervent amateurarcheoloog.
In 2015 debuteerde hij met de dichtbundel ‘De nacht bestaat niet meer’. Sindsdien verschijnen zijn gedichten regelmatig in kranten, tijdschriften en deelpublicaties. Inmiddels heeft Alleblas 6 dichtbundels gepubliceerd. Hij voelt zich thuis in het vrije vers. Met een vleugje cynisme etaleert Alleblas in zijn poëzie zijn vrije en zonnige levenswijze. Op luchtige wijze krijgt hij verrassend vat op het schemergebied tussen verbeelding en werkelijkheid. Hij schroomt daarbij niet zijn fantasie de vrije loop te laten. Zo komt hij tot poëzie over het gewone leven, liefde, dood, erotiek en niet-alledaagse voorstellingen.
In 2001 verscheen van zijn hand de bundel ‘Tijd!’, een compilatie van gedichten die door Alleblas in het laatste deccenium van de 20ste eeuw zijn geschreven. Uit deze bundel koos ik het gedicht ‘Anna’.
.
Anna
.
Het was donker toen ik naar Anna ging
Haar kleine kamer geurde
We keken foto’s en noemden namen
Er klonk muziek en
gele tulpen bloeiden voor de ramen
.
Ze sprak van wat voorbij was
en van wat er nog ging komen
Haar ogen waren groot en zwaar en later
zag ik haar wakker dromen
en vroeg ze om een glaasje water
.
Het was laat toen ik Anna ging verlaten
Ik schoof de stoel weer op zijn plaats
ruimde op verzoek de tafel op en
deed de afwas in de keuken
.
Ik kuste haar op beide wangen
Haar dunne handen broos
gevouwen in haar schoot
.
Bij de deur zag ik haar
stil en voorzichtig
in gedachten zwaaien
.
Poëzie verkoopt niet
Poëzie is populair
.
Ik kan je bijna horen vragen huh? Bij de aanhef van dit stuk over poëzie staat ‘Poëzie verkoopt niet’ en meteen daaronder ‘Poëzie is populair. Dat lijkt een tegenstelling en toch is het dat niet. In ‘Schrijven magazine’ van februari dit jaar staat een lang artikel over poëzie. Dat poëzie leeft maar slechts mondjesmaat wordt verkocht.
Het artikel begint, zoals zo vaak, met het onderzoek dat Kila van der Starre deed in 2017 over de belevenis van poëzie door de Nederlander. Uit dat onderzoek blijkt dat maar liefst 97% van de Nederlanders in aanraking komt met poëzie. Kila plaatste nog gisteren een post op Instagram dat ze benaderd werd door de Telegraaf over dat zelfde onderzoek, 6 jaar na verschijnen. Dat in aanraking komen met poëzie gebeurt, je raadt het al, vooral buiten het boek. Op gebouwen, Internet, in kranten, in theaterzalen op de radio enzovoorts komen de Nederlandsers poëzie tegen.
Veel (vooral jongeren) lezen poëzie online. Zoals via InstagramUit een zoekwoord analyse van Arjan Jonker blijkt dat er maar liefst 2,4 miljoen keer per jaar op gedichten of poëzie wordt gezocht online. Omdat dat natuurlijk niet alleen de termen zijn waarop men zoekt ligt het totaal van zoekopdrachten nog veel hoger (denk aan dichter, dichtbundel etc.).
Een andere conclusie is dat Vlamingen en Nederlanderspoëzie vaker gezamenlijk ervaren, veelal auditief, dus door ernnaar te luisteren. Overigens staan de top 10 van best verkochten bundels van Vlaanderen en Nederland ook geplaatst in het artikel. Opvallend vind ik dat van de 10 er in Nederland maar liefst 6 in staan van buitenlandse dichters (vooral Rupi Kaur drie keer) en in Vlaanderen slechts drie (allemaal van Rupi Kaur). In Vlaanderen staan ook hedendaagse dichters als Delphine Lecompte (op 1 en op 6), Lieke Marsman (op 3), Maud Vanhauwaert (op 7), David Troch (op 8) en Leo Bormans (op 10). Terwijl in Nederland Lieke Masrman (op 1 en 5), De Poëzieboys (op 9) en Merel Morre (op 10 staat). In bedie landen staat alleen in Vlaanderen op 4 een klassieke held uit de poëzie namelijk het verzameld werk van Paul Celan.
Uit het onderzoek van Kila blijkt dat mensen dichtbundels lezen om: geraakt te worden (25%) of om een gedicht uit te zoeken voor een gelegenheid (20%). De verkoop van dichtbundels loopt al langere tijd terug. Dat is deels te verklaren doordat met name jongeren steeds minder boeken lezen en in toenemende mate online maar ook blijkbaar omdat het aantal mensen dat intrinsiek gemotiveerd is om poëzie te lezen om de schoonheid of de taal erg klein is en kleiner lijkt te worden.
Een voorzichtige conclusie van de hoofdredacteur in zijn redactionele stuk is dat poëzie definitief is losgeraakt van het papier. Is dat erg? Ik denk van niet, mis je iets als je geen poëziebundels leest? Ik denk van wel, de ware liefhebber zal begrijpen wat ik bedoel. Maar zoals de science fiction al jarenlang het kleine stiefzusje is van de lietartuur maar wel gelezen wordt door een kleine maar enthosuaiste groep liefhebbers, zo is het ook met de poëzie. Tel daarbij de aandacht voor poëzie buiten het boek en ik denk dat de conclusie moet zijn dat A.: poëzie inderdaad steeds minder verkoopt en B.: dat poëzie populair is.
Geen blogbericht zonder gedicht dus daarom een gedicht over poëzie. In dit geval het gedicht van Rogi Wieg (1962-2015) getiteld ‘Poëzie’ uit zijn bundel ‘De zee heeft geen manieren’ uit 1987.
.
Poëzie
.
Nu is het dus dat ik niet meer weet
hoe bang zijn was. Ik zal niet langer vijand
zijn van zoveel vormen goedheid. Maar vergeet
niet wat je was: ogen, haar, een hand
.
om mee te schrijven. En wat moet ik zeggen,
de stadsweg waarover je naar huis gaat,
mijn huis zelfs is zo liefdevol voor mij. Verleggen
van dit leven is gewichtig. dat je hier bestaat
.
alsof je altijd zal bestaan lijkt eigenaardig,
– en al die mooie dingen dan –
om alles weg te gooien voor wat poëzie is te lichgtvaardig.
.
Er is weinig taal in mij om zaken
te omschrijven zoals duit gebrek aan angst;
dus noem ik maar wat afgebroken wordt om nog iets goed te maken.
.
Wout Waanders
MUGzine #13
.
In augustus komt het nieuwe nummer van MUGzine uit. Dichters die vertegenwoordigd zijn met werk zijn Jana Arns, Marie Brummelhuis, Shari van Goethem en Wout Waanders. De kunst is dit keer van kunstenaar/fotograaf Ruben Philipsen. Om alvast in de stemming te komen zal ik hier een paar keer iets van de deelnemende dichters plaatsen. Zo plaatste ik van Shari van Goethem op 10 juni al een gedicht en vandaag is het de beurt aan Wout Waanders (1989).
Wout Waanders schrijft gedichten op een laptop, met een pen of een Edding 3000. Hij draagt ook gedichten voor. Daarnaast treedt Wout op als onderdeel van de vijfkoppige Boyband, de literaire boyband. Eind 2020 verscheen Wouts debuutbundel ‘Parkplan’ bij uitgeverij De Harmonie. Daarvoor had hij al in verschillende kranten, (digitale) tijdschriften en verzamelbundels poëzie gepubliceerd. Waanders was in 2019 en 2020 stadsdichter van Nijmegen en in 2008-2009 Campusdichter van de Radbouduniversiteit in Nijmegen. Hij won in 2012 de Poëzieprijs van de Stad Oostende en in 2014 Write Now! ‘s-Hertogenbosch. Zijn debuutbundel ‘Parkplan’ won de C. Buddingh’-prijs, en werd genomineerd voor de Herman de Coninckprijs.
In de hoedanigheid van stadsdichter schreef hij in 2020 het gedicht ‘een nieuwe stad’ een gedicht voor boven het condoleanceregister voor Nijmeegse coronaslachtoffers.
.
Een nieuwe stad
.
Gisternacht heb ik een nieuwe stad bedacht.
Het lijkt verdacht veel op Nijmegen, maar er zijn geen beperkingen,
geen nieuwsberichten (hooguit iets over een pandabeer)
en jij bent er. Jij bent er gewoon weer.
.
Ergens in je straat kom ik je tegen.
Je glimlacht, vraagt: is het anders zonder mij,
en ik knik: wat had je gedacht. Dan open jij je armen en
ik omhels je met terugwerkende kracht.
.
foto: Studio Schulte Schultz
Heidi und Peter
Elma van Haren
Collagegedichten
Jehudi van Dijk
.
Voor Vaderdag kreeg ik van mijn dochter het boek ’60 collagegedichten’ van kunstenaar Jehudi van Dijk. Een bijzonder fraai uitgegeven boek met collagegedichten van een dichter/collagemaker die gevonden was door dochterlief via Instagram @jehudi_werk.
In het boek staan dus 60 collagegedichten al vind ik de term wel wat misleidend. Het betreft hier namelijk in mijn ogen geen feitelijke collages, daarvoor is de afbeelding steeds 1 foto met daarop gesneden woorden uit kranten, tijdschriften en wat dies meer zij. Omdat ik het ook niet zeker wist heb ik even de definitie van ‘collage’ opgezocht:
Een collage is een kunstvorm, waarbij de kunstenaar gebruikmaakt van uitgeknipte of gescheurde stukken papier of ander materiaal, die met lijm op een steviger drager, bij voorbeeld papier of schildersdoek geplakt worden. De gebruikte materialen kunnen bijvoorbeeld zijn: (kleine) losse objecten, knipsels uit tijdschriften (tekst, foto’s, advertenties), delen van originele foto’s, tekeningen, gescheurde stukjes van een mislukte aquarel. Het woord collage komt uit het Frans, van het werkwoord coller, waar het plakken of kleven betekent.
Als je deze wat ruime definitie hanteert is het gebruik van tekst dus feitelijk al een vorm van collage. Wat me ook opvalt bij Jehudi van Dijk is dat hij de losse woordjes plakt met plakband op een foto wat soms nog een extra vervreemdend effect geeft. Het is duidelijk dat de inhoud hier boven de vorm gaat en aangezien de inhoud steeds een gedicht is, kan ik hier moeilijk iets tegen hebben.
De gedichten in deze bundel zijn (naast de collagefoto’s) dan ook echt de moeite waard. Het boek is via donaties en een crowdfund-campagne tot stand gekomen en is via de boekhandel te bestellen. Op https://www.voordekunst.nl/projecten/11296-jehudis-collagegedichtenbundel-1 kun je meer lezen over de manier van werken van Van Dijk en de totstandkoming van deze bundel.
.
Circus
Jaroslav Seifert
.
Jaroslav Seifert (1901 – 1986) werd geboren in de arbeiderswijk Žižkov, een voorstad van Praag in het toenmalige Oostenrijk-Hongarije. Zijn eerste bundel gedichten werd gepubliceerd in 1921. Hij was lid van de Communistische Partij en redacteur van een aantal communistische kranten en tijdschriften. Aanvankelijk schreef hij vooral revolutionaire gedichten, later meer lyrische poëzie.
In maart 1929 werden hij en zes andere belangrijke schrijvers uit de Communistische Partij gegooid. Dit was omdat ze een manifest hadden ondertekend tegen Bolsjewiekse invloeden in het nieuwe leiderschap van de Communistische Partij van Tsjecho-Slowakije. Desondanks kreeg hij in 1936 de staatsprijs voor literatuur. In 1949 verliet Seifert de journalistiek en begon zichzelf uitsluitend te concentreren op literatuur.
Hij kreeg geruime tijd een publicatieverbod. Zijn gedichten circuleerden echter met veel succes ondergronds. Erkenning bleef niet uit. In 1966 kreeg hij de eretitel ‘nationaal kunstenaar’. Hij won verschillende grote prijzen voor zijn gedichten, waaronder de Nobelprijs. De jury prees de “frisheid, gevoeligheid en rijke inventiviteit” van zijn gedichten.
In 1925 verscheen de bundel ‘Op de vleugels van de TSF’ waarvan in vertaling een zestal gedichten verschenen in Raster, Nieuwe Reeks, jaargang 1997. Uit de Raster het gedicht ‘Circus’ in een vertaling van Kees Mercks.
.
Circus
.
De waterput
Ferreira Gullar
.
De, in 1930 geboren en in 2016 overleden, José Ribamar Ferreira behoort tot de meest gerenommeerde hedendaagse dichters in Brazilië. Hij werkte als dichter en essayist mee aan verscheidene kranten en tijdschriften onder het pseudoniem Ferreira Gullar. Vanaf 1971 leefde hij in ballingschap in Peru en Argentinië tot hij in 1978 terugkeerde naar Brazilië.
Gullar debuteerde in 1950 met de bundel ‘A Luta Corporal’ waarna nog vele bundels volgden. In de bundel ‘Poëzie is een gebaar’, Vijfentwintig-en-een gedichten uit Latijns Amerika, zijn een aantal gedichten van zijn hand in vertaling en in het Portugees opgenomen.
August Willemsen (1936) vertaalde voor deze bundel een aantal gedichten waaronder het gedicht ‘O poço dos medeiros’ of in vertaling ‘De waterput’.
.
De waterput
.
Ik wil geen poëzie, de perfectie
van het gedicht: ik wil
de ochtend terug die vuilnis werd
.
Ik wil de stem
de jouwe en de mijne
open in de lucht als fruit in huis
buitenshuis
de stem
die doodgewone dingen zegt
die kankert en lacht
in de duizelende dag:
geen poëzie
poeëm of gaaf betoog
waarin de dood niet schreeuwt
,
De leugen
voedt mij niet:
mij voeden
de wateren
hoe smerig ook
hoe stilstaand hoe verstikkend
van de oude put
die nu gedempt is
waar wij vroeger lachten.
.
Binnenhof
Lieven Rens
.
De Vlaamse dichter Lieven Rens (1925 – 1983) schreef elf dichtbundels. Hij was recensent in diverse kranten en tijdschriften, gerenommeerd wetenschapper inzake het renaissancedrama in de Nederlanden in het bijzonder de werken van Joost van den Vondel. Daarnaast was hij hoogleraar Europese en Nederlandse cultuurgeschiedenis aan de Universitaire Faculteiten Sint-Ignatius Antwerpen (UFSIA).
In 1948 debuteerde hij met de bundel ‘Schrikkeljaar’waarna hij tot zijn voortijdige overlijden (in 1983 overlijdt hij aan de gevolgen van een tragisch ongeval) om de paar jaar een dichtbundel publiceert.
Als dichter behoorde hij aanvankelijk tot de groep van ‘Nieuwe Stemmen’ een tijdschrift van de katholieke jongeren, waarvan hij van 1951 tot 1958 redactielid was. Zij streefden een katholiek reveil na, en gingen aldus in tegen die andere naoorlogse stroming het existentialisme, die, volgens hen, teveel nihilistisch van aard was. Ook keerden ze zich af van de experimentelen en geloofden in de kracht van de grote klassieke traditie.
Zijn dichterschap is in drie delen te beschouwen: de eerste 11 jaar dicht hij vooral over de liefde en de verwording van de westerse cultuur. In de acht jaar die daarop volgen verwoordt hij de spanning tussen het menselijk verblijf in het aardse en de hemelse bevrijdingshunker. en verinnerlijkt en vergeestelijkt hij zijn poëzie in een reeks, landschappen, stillevens en portretten. In de laatste 7 jaar van zijn dichterschap evolueert hij naar een soort woordpoëzie, die haar eigen vorm en ritme vastlegt. Versregelbouw en woordschikking worden grilliger, associaties en referenties verruimen zijn poëtische wereld.
Voor zijn werk ontvangt hij enkele prijzen waaronder de Guido Gezelleprijs 1972-1976 van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde voor de dichtbundel ‘Leander’.
Uit de tweede periode van zijn dichterschap stamt de bundel ‘Op gouden grond’ (1971) waaruit het gedicht ‘Binnenhof (St.-Ignatius, Antwerpen)’ is genomen.
.
Binnenhof (St.-Ignatius, Antwerpen)
De platgetreden wegen,
Het gladgeschoren gras,
Alles ligt effen als een plaat van glas.
Heel even een bewegen
Van mus en mus, en soms
Een rilling onder de geraniums.
Ik voel de wereld wegen –
Iets is op til –
Iets moet gebeuren of de tijd valt stil.
.

















