Site-archief
Subway Etiquette
Poëzie om gedrag te veranderen
.
In 2013 werd een project uitgevoerd in de Subway (Metro) van Londen om, met gebruik van poëzie, het gedrag van mensen in de metro te versterken en te verbeteren. Transport For London lanceerde ‘Travel better London’ om het gedrag van de gebruikers van de metro te beïnvloeden. Er is zelfs al een term bedacht voor deze vorm van poëzie namelijk ‘Poetiquette’. Dit project werd gelanceerd in samenwerking met en vanaf National Poetry Day in Groot Brittannië.
Het kortste gedicht ter wereld
Ali, Silverstein, Gillian of Vondel
.
Op 13 mei 2013 schreef ik al over het langste gedicht ter wereld. Een bijzonder initiatief van GitHub.com dat inmiddels uit 3816 verzen bestaat. Het feit dat er zoiets als het langste gedicht ter wereld bestaat heeft me ertoe doen besluiten om eens te kijken of er ook zoiets als het kortste gedicht ter wereld bestaat.
Ik kan je hier melden dat er een levendige discussie op internet gaande is over wie dan wel het kortste gedicht ter wereld geschreven heeft. Er zijn twee gegadigden volgens de schrijver van het artikel op http://www.fun-with-words.com/shortest_poem.html en wel Shel Silverstein, schrijver van kinderboeken met het gedicht ‘Fleas’ / Strickland Gillian een Amerikaans dichter (1869 – 1954) met het gedicht ‘Lines on the Antiquity of Microbes’.
Het betreft hier hetzelfde gedicht maar waarschijnlijk is het origineel van Gillian.
Fleas / Lines on the Antiquity of Microbes
.
Adam
Had ‘em
.
Op een andere website https://www.englishforums.com/English/WorldsShortestPoem/vrrkk/post.htm wordt Muhammad Ali de wereldberoemde bokser als auteur van het kortste gedicht opgevoerd. Tijdens een graduation speech in de universiteit van Harvard zou hij het volgende gedicht hebben voorgedragen.
.
Me?
We!
.
Op diezelfde website echter komt een nog korter gedicht aan de orde en wel het gedicht van Joost van den Vondel dat hieronder te lezen is.
.
U
Nu!
.
In 1616 wordt Joost diaken in de Waterlandsche Doopsgezinde Kerk. Vier jaar later treedt hij af vanwege depressiviteit en lusteloosheid, verschijnselen die de artsen wijten aan een overdosis zwarte gal. Wellicht mede vanwege zijn depressie schrijft hij in 1620 een tekstueel wel heel minimaal gedicht, met als enige woorden: ‘U, nu!’ Met dit palindroom (een tekst die je van links naar rechts en andersom kunt lezen), dat volgens het Guinness Book of Records het kortste Nederlandse en vermoedelijk ook internationale gedicht is, wint hij een Nederlandse dichtwedstrijd.
En volgens mij is daarmee de strijd beslist. Joost van den Vondel is de auteur van het kortste gedicht ter wereld.
.
Solomon Burke
Poëzie in songteksten
.
In 1979 bracht soul legende Solomon Burke het album ‘Sidewalks, fences & walls’ uit. Op dit album staat het gelijknameige nummer en sinds de eerste keer dat ik dit nummer hoorde was ik er weg van. De tekst, de muziek, de melancholie, het maakt dat het één van mijn favoriete soulnummers aller tijden is. Geschreven door Linda en Michael Stokes en opgenomen in de Motown recording studios. In de categorie poëzie in songteksten vond ik dat deze niet mocht ontbreken.
.
Sidewalks, Fences & Walls
Little crooked heart
Drawn in chalk
On an old brick wall
Started writing in the heart
Told one and all
“Solomon loves Mary”
On sidewalks, fences, and walls
Now the rain that fell
Washed away those hearts in a childish scrawl
But the love that came from those hearts
Was big when we were small
And I wrote my love letters
On sidewalks, fences, and walls
Got chalk on my fingers
Got chalk on my hands
But somebody wrote across my heart a love so grand
So grand, so grand, so grand
Now I write my letters
With a fancy pen
But my mind goes back to chalk
Every now and again
“Solomon loves Mary”
Came straight from my heart
But just like all the other kids
One day we had to part
Now Mary’s married to Billy
But I can recall
“Solomon loves Mary”
“Solomon loves Mary”
“Solomon loves Mary”
On sidewalks, fences, and walls
Yesterday I walked by there
To reminisce again
I saw a child that looked like Mary
My childhood friend
She was writing a letter, a love letter
To the boy of her dreams
Just then her mother walked by
I knew her but she didn’t know me
I stood there in a daze
My mind repeating the phrase
“Solomon loves Mary”
“Solomon loves Mary”
“Solomon loves Mary”
On sidewalks, fences, and walls
Sidewalks, fences, and walls
Sidewalks, fences, and walls
Sidewalks, fences, and walls
Sidewalks, fences, and walls…
.
Plath en Hughes
Jij zegt het
.
Naar aanleiding van het boek ‘Jij zegt het’ van Connie Palmen (over het huwelijk van Sylvia Plath en Ted Hughes, beide dichters, de zelfmoord van Plath en het zwijgen van Hughes) wil ik hier graag een gedicht van beide plaatsen. Veel mensen kennen de namen van dit beroemde dichterspaar wel maar hun werk is vaak bij hen onbekend (zo was het bij mij ook). Daarom van Sylvia Plath het gedicht ‘Memoirs of a spinach-picker’ en van Ted Hughes het gedicht ‘The seven sorrows’.
.
Memoirs of a Spinach-Picker
They called the place Lookout Farm.
Back then, the sun
Didn’t go down in such a hurry. How it
Lit things, that lamp of the Possible!
Wet yet
Lay over the leaves like a clear cellophane,
A pane of dragonfly wing, when they left me
With a hundred bushel baskets on the edge
Of the spinach patch.
Bunch after bunch of green
Upstanding spinach-tips wedged in a circle—
Layer on layer, and you had a basket
Irreproachable as any lettuce head,
Pure leafage. A hundred baskets by day’s end.
Sun and sky mirrored the green of the spinach.
In the tin pail shaded by yellow paper
Well-water kept cool at the start of the rows.
The water had an iron taste, and the air,
Even, a tang of metal.
Day in, day out,
I bent over the plants in my leather-kneed
Dungarees, proud as a lady in a sea
Of prize roses, culling the fullest florets;
My world pyramided with laden baskets.
I’d only to set one foot in wilderness—
A whole sea of spinach-heads leaned to my hand.
.
The Seven Sorrows
The first sorrow of autumn
Is the slow goodbye
Of the garden who stands so long in the evening-
A brown poppy head,
The stalk of a lily,
And still cannot go.
The second sorrow
Is the empty feet
Of a pheasant who hangs from a hook with his brothers.
The woodland of gold
Is folded in feathers
With its head in a bag.
And the third sorrow
Is the slow goodbye
Of the sun who has gathered the birds and who gathers
The minutes of evening,
The golden and holy
Ground of the picture.
The fourth sorrow
Is the pond gone black
Ruined and sunken the city of water-
The beetle’s palace,
The catacombs
Of the dragonfly.
And the fifth sorrow
Is the slow goodbye
Of the woodland that quietly breaks up its camp.
One day it’s gone.
It has only left litter-
Firewood, tentpoles.
And the sixth sorrow
Is the fox’s sorrow
The joy of the huntsman, the joy of the hounds,
The hooves that pound
Till earth closes her ear
To the fox’s prayer.
And the seventh sorrow
Is the slow goodbye
Of the face with its wrinkles that looks through the window
As the year packs up
Like a tatty fairground
That came for the children.
.
The Poet’s Tongue
An anthology chosen by W.H. Auden and John Garrett
.
Uit mijn boekenkast dit keer de gebonden bundel ‘The poet’s tongue’ uit 1956 uitgegeven door G. Bell & Sons ltd. en samengesteld door niemand minder dan W.H. Auden en John Garrett.
De introductie begint al gelijk veelbelovend : Of the many definitions of poetry, the simplest is still the best: ‘memorable speech’. That is to say, it must move our emotions, or excite our intellect, for only that which is moving or exciting is memorable, and the stimulus is the audible spoken word and cadence, to which in all its power of suggestion and incantation we must surrender, as we do when talking to an intimate friend.
Een mooier introductie voor het project De Poëziebus lijkt me niet te vinden (zie elders op dit blog). Maar terug naar de bundel. Een aantal uitgebreide indexen maken de bundel leesbaar en de gedichten vindbaar. Op auteur, op eerste regel en op onderwerp, zo zijn de gedichten ontsloten.
Alle grote Engelse dichters zijn vertegenwoordigd. Van William Blake, George Gordon Byron, T.S. Elliot tot Emily Dickinson en Mary Coleridge. Van Shakespeare, Yeats en D.H. Lawrence tot Robert Frost en John Milton.
Prachtig uitgegeven in een heerlijk saaie linnen kaft biedt deze bundel voor ieder wat wils. Mijn keuze is gevallen op een gedicht van een voor mij redelijk onbekende dichter A. E. Housman (1859 – 1936). Housman was een Engels klassiek geschoold geleerde en dichter. Hij werd beschouwd als een van de belangrijkste classici van zijn tijd, en behoort tot de grootste geleerden van alle tijden.
.
In valleys green and still
Where lovers wander maying
They hear from over hill
A music playing
.
Behind the drum and fife,
Past hawthornwood and hollow,
Through earth and out of life
The soldiers follow.
.
The soldiers’s is the trade:
In any wind or weather
He steals the heart of maid
And man together.
.
The lover and his lass
Beneath the hawthorn lying
Have heard the soldiers pass,
And both are sighing.
.
And down the distance they
With dying note and swelling
Walk the resounding way
To the still dwelling.
.
Gedichten voor tuiniers
Poems for gardeners
.
Van een vriendin kreeg ik de bundel ‘Poems fo gardeners’. Germaine Greer bracht gedichten over tuinen en tuinieren bij elkaar. De gedichten komen uit de klassieke oudheid tot aan de 21ste eeuw. Van Shakespeare en Anacreontea tot Alexander Pope en Louise Glück. Maar ook Cummings, Heaney en Simon Armitage.
Germaine Greer schrijft in haar inleiding: ‘Marianne Moore said that the poet’s job was to depict “imaginary gardens with real toads in them’. In truth, gardens are always imaginary because they are always the garden that you are aiming for rather than the garden you have, but the toads are real and immediate’.
Uit deze mooi vorm gegeven bundel een gedicht van Philip Larkin getiteld ‘Cut Grass’.
.
Cut grass
.
Cut grass lies frail:
Brief is the breath
Mown stalks exhale.
Long, long the death
.
It dies in the white hours
Of young-leafed June
With chestnut flowers,
With hedges snowlike strewn,
.
White lilac bowed,
Lost lanes of Queen Anne’s lace,
And that high-build cloud
Moving at summer’s pace.
.
Poëzie in gaming
Elegy for a dead world
.
Toen ik de tip kreeg over een game waarin poëzie geschreven moest worden om in de game verder te komen heb ik in eerste instantie mijn wenkbrauwen gefronst. Games en Poëzie, gaat dat wel samen? Waar games over het algemeen worden gespeeld door (en ik weet dat dit erg stigmatiserend is maar ‘ for the sake of argument’ dan maar) nerderige jongens die niets moeten hebben van poëzie, blijkt nu toch een game ontwikkeld te zijn die gamers aanzet tot het zelf schrijven van poëzie en proza.
De game heet Elegy for a dead world en is ontwikkeld door Ichiro Lambe en Ziba Scott. Hoe werkt het? Terwijl de gamer verre planeten en dode beschavingen ontdekt, worden ze geconfronteerd met 27 uitdagingen in 3 werelden. Elke wereld is gebaseerd op een gedicht uit de (Britse) Romantiek te weten “Ozymandias” van Percy Bysshe Shelley, “When I Have Fears That I May Cease to Be” van John Keats, en “Darkness” van Lord Byron.
Deze uitdagingen vinden plaats in verschillende rollen zoals een keizer die zijn troepenmacht opbouwt of als een meisje dat een stad moet evacueren omdat deze gebombardeerd dreigt te worden. De spelers reizen door prachtige achtergronden terwijl de tekst op hetscherm het verhaal verteld. Maar een groot deel van de tekst wordt leeg gelaten , dat is wanneer de spelers de dichter in zichzelf moeten aanspreken.
De spelers worden uitgedaagd in verschillende stijlen, dan weer rijmend, dan weer in een vaste vorm en ook in een vrije vorm. Elegy for a dead world begon op een dag toen Lambe en Scott aan een conferentietafel zaten in hun werkruimte in Cambridge , Massachusetts , terwijl ze visuele interpretaties van gedichten op lange vellen papier tekenden. Toen ze een vriend vroegen naar zijn interpretatie van de tekeningen gaf deze een volledig andere betekenis aan het verhaal. Vanaf dat moment was het idee geboren.
In het begin bleek dat veel gamers toch enige schroom hadden om los te gaan in het creatieve schrijfproces. daarom begint de game met het invullen van woorden en naarmate men verder komt wordt er steeds meer van de creativiteit gevraagd van de speler.
Van Keats het gedicht van één van de werelden “When I Have Fears That I May Cease to Be”
.
When I have fears that I may cease to be



























