Site-archief

Liederen van de blauwkraanvogel

Antjie Krog

.

Antjie Krog (1952) debuteerde op haar achttiende met de dichtbundel ‘Dogter van Jefta’. Inmiddels is ze één van de belangrijkste dichters van Zuid-Afrika. Haar poëzie is persoonlijk, zintuiglijk en sterk geëngageerd. Thema’s die in het werk van Krog aan de orde komen zijn het moederschap en het ouder worden, de diepe verbondenheid en de worsteling met de ongelijkheid en het racisme in haar land. Ze neemt daarbij geen blad voor de mond. Haar stem is afwisselend woedend, kwetsbaar, hoopvol en radeloos. Haar werk is veelvuldig bekroond, onder ander met de prestigieuze Herzog-prijs, en Krogs dichterschap wordt vergeleken met dat van Sylvia Plath en Wislawa Szymborska.

In 2003 verscheen bij Uitgeverij Podium/Novib de bundel ‘Liederen van de blauwkraanvogel’ uit. In deze bundel koos Krog uit een enorm archief van de Engelsman Wilhelm Bleek. Deze verzamelde transcripties, poëzie en vertellingen van de Kaapse Bosjesmannen of Khoisan. Deze spraken een taal, het |Xam, waarvan de laatste spreker inmiddels is overleden (waarmee het |Xam een dode taal werd).

Krog las en vertaalde deze gedichten naar het Afrikaans en Robert Dorsman verzorgde de Nederlandse vertaling. Voor het goed verstaan van dit volk en hoe men leefde moet je de hele bundel lezen maar ik koos voor een gedicht getiteld ‘Het doden van een witte springbok’ of zoals de Afrikaanse titel is ‘Die doodmaak van ’n wit springbok’.

.

Het doden van een witte springbok

.

(|Han#Kass’o heeft dit van de vader van zijn moeder gehoord)

.

je maakt een witte springbok niet dood

je mag er alleen maar naar kijken

want het voelt alsof de springbok helemaal wil verdwijnen

een gewone springbok zal nooit naar de plaats komen

waar een witte springbok dood heeft gelegen

alle springbokken maken juist dat ze uit de buurt komen

laat daarom je boog zakken

daarom kijk je alleen maar naar een springbok die wit is

ook al is hij nog zo dichtbij

.

Met dank aan uitgeverijpodium.nl

Kleine advertentie

Mirjam Eijk

.

In mijn boekenkast kwam ik de kleine bundel ‘Metamorfoses aan zee’ tegen van dichter/schrijfster Mirjam Eijk. Uitgegeven door uitgeverij Maldoro is dit een bundeltje met bijzondere gedichten. Het verhaal van ‘Metamorfoses aan zee’ gaat over een meisje dat vanuit haar Haagse woning naar het strand gaat waar haar gemoedstoestand volkomen omslaat.

Dit verhaal wordt verteld op 35 verschillende manieren, in de traditie van Raymond Queneau’s ‘Stijloefeningen’. Uit de mond van een zesjarige, een zwartkijker, een achterdochtige en in de vorm van een politiebericht, een wetenschappelijk onderzoek en een advertentie.

Aangestoken door de contactadvertenties die Rinske Kegel elke zaterdag op Facebook deelt was mijn keuze meteen gedaan voor een voorbeeld van zo’n advertentie in deze bundel. Daarbij is het een bijzondere vorm en zoals je weet hou ik daar ook van.

.

Kleine advertentie

.

T. pkt. fts.R. n. strnd. Luchie schpn. Mnsn. wkkn. agrss. T. uit krtk. T. zcht. & stnt. Ook zovl. gkk. mnsn. ! Eindlk., strnd. Shck ! g.v.d. andr. mnsn. ook dr. T snkt. nr. adm. Zcht. zcht. ze wrdt. ng. gk.Sjk. slp. vlk. Pltslng. klrn. uit. Nkt. ! Z. in Z. zwmt., ijskd. mr. ze zwmt. ! Al. andr. kijkn. hun ogn. uit. Valln. zlfs. pr. ogn. uit hun kassn. ! (Kunn. mnsn. z. nt. mr. vndn., trst.)Evn. ltr. gt. T druit. Glijk. mndr. zrgn. an. dr. kp. Gk. hr. wl. prrtg. vr. d. T.

.

November

Freddy de Vree

.

De Vlaamse dichter, essayist en radiomaker Freddy de Vree (1939 – 2004) is in Nederland geen bekende naam.  Hij schreef behalve onder zijn eigen naam ook onder het pseudoniem Marie-Claire de Jonghe, en mogelijk ook Conny Couperus. Freddy de Vree was een eigenzinnige, anarchistische en dandyeske persoonlijkheid. Hij schreef aanvankelijk in het Frans, maar schakelde daarna over op het Nederlands. Hij was redactielid van een paar literaire tijdschriften en publiceerde bij De Bezige Bij verscheidene dichtbundels. Hij was jarenlang werkzaam als programmamaker en producer bij de Vlaamse culturele radiozender Radio-3. Een tijdlang runde hij ook de kleine uitgeverij Ziggurat in Antwerpen, die luxueuze bibliofiele edities van onder andere Hugo Claus heeft uitgegeven.

Uit zijn bundel ‘ Drie ogen zo blauw’  uit 1987 het, voor deze maand, toepasselijke gedicht ‘ November’.

.

November

.

Als een vuur ging twijfel nogmaals door de seizoenen.

Zuur sloeg neer, tyfus vergalde de boomgaard.

Nevels, ammoniak, kleffe rijm, dan zon. Slak weer.

.

Schuilen? In het ontwaarde huis dat jammerde als een hees kind

werd men niet verwacht. Op de sloten slakken van roest.

.

Het eigen spoor kwijt. Keldergedierte

ritselt langs splinters en planken.

In de hoge te droge zolder vermoedt men klauwvogels.

Geen stoel, geen kast, een ineengezakte tafel met een lege lade.

In de spoelbak mos en brijige schimmel. Men ziet de wilde tuin,

gegeseld door het zware weer, niet door de bedorven ramen.

Men weet de verdieping leeg, de slaapkamer verlaten

(geen bed, wat kraken van de vloer), het bad groenzwart.

Stapelplaats voor verloren leven. Afgedane zaken.

Thuis.

.

Geen bevrijding zonder herdenken

Stil

.

Gisteravond was de jaarlijkse dodenherdenking. Vandaag is het bevrijdingsdag. Om toch even stil te staan bij deze twee belangrijke gebeurtenissen heb ik vandaag de bundel ‘Vijfendertig tranen’ er nog maar weer eens bijgepakt. Ida Vos schreef deze bundel en publiceerde deze in 1975 in eigen beheer. Daarna werd de bundel alsnog door een grote uitgeverij opgepikt en onder de kop Nijgh Poëzie uitgebracht door Nijgh & Van Ditmar.

De bundel volgt in 35 gedichten het lot van een joodse schoolklas in de tweede wereldoorlog. Van een klassenfoto in 1942 via de Hollandse Schouwburg en kamp Westerbork naar Auschwitz en andere vernietigingskampen.  Bij de meeste gedichten staat een stukje verklaring, zo ook bij vier gedichten die allemaal de titel ‘Stil’ dragen. Dit zijn gedichten over kinderen die moesten onderduiken voor de Duitsers en die daarom hun dagen in doodse stilte moesten doorbrengen. Kinderen die moesten onderduiken kregen ook een andere naam. Voor deze kinderen was dat zeer moeilijk te verwerken.

.

stil

.

verroer geen vin

beweeg geen teen

verborgen kind

de wereld is gemeen

.

stil

.

wees stil

want niemand

mag je horen

.

wees stil

ondergedoken

kind

.

je naam je huis

heb je verloren

.

zorg dat men niet

je lichaam vindt

.

stil

.

blijf zitten waar je zit

verroer je niet

kijk door het raam

naar buiten

ga binnen desnoods

heelheel zacht

een kinderliedje fluiten

.

stil

.

ze zou soms willem

schreeuwen stampen gillen

bijten trappen slaan

.

maar moet als

lief stil meisje

als ondergrondse mol

bijna onzichtbaar

door het

alles vernietigende

leven gaan

.

Ik zie mensen

Een recensie

.

Begin van dit jaar kwam de nieuwe bundel uit van Koen Snyers getiteld ‘Ik zie mensen’ uitgegeven bij uitgeverij Zeghetmettekst. De bundel is uitgegeven in Oblong formaat (dat is een liggend formaat zeg maar). Op zich zelf is daar niets mis mee maar vanuit mijn bibliotheekachtergrond kan ik melden dat bibliothecarissen die over de collectie gaan geen fan zijn van in oblong formaat uitgegeven boeken. Deze detoneren in de kast (door het formaat steken ze uit) en maken dat andere boeken eerder omvallen. Reden om dit soort boeken eerder niet dan wel aan te schaffen.

Dan de cover. Eenvoudig, stijlvol, in inkt getekende mensen, duidelijk waarover deze bundel zal gaan. En dat is ook zo, het betreft hier een vertelling eerder dan een traditionele dichtbundel. De teksten staan genummerd steeds twee aan twee op elke pagina. Al lezend heb je al snel door dat dit een verhaal is, een stuk poëtisch proza. Volgens Koen is dit een vertelling die het best met een live gitarist ten gehore gebracht wordt. Hoe dit eruit ziet of wat de muziek toevoegt is moeilijk te beoordelen als je alleen de tekst hebt.

De vertelling gaat over een persoon (de verteller) die een reis maakt per trein naar een stad of badplaats, daar allerlei plekken aandoet en tijdens deze reis komt de verteller allerlei mensen tegen. Deze mensen maken het verhaal. De overpeinzingen van de verteller, de, soms filosofische, gedachten van de verteller, de gesprekken van de mensen die de verteller tegen komt, de beschrijvingen van wat de verteller tegenkomt, alles wordt in poëtische taal opgeschreven.

Het verhaal lijkt soms associatief tot stand gekomen te zijn. In de taal van de auteur komt dat tot uitdrukking in zinnen als: vrouw op hoge hakken, ik zou niet graag in je schoenen staan. Of: We plooien ons naar elkaar, we strijken de plooien glad. Maar ook: Achter een glazen wand zie ik mensen die zich de longen uit het lijf roken, op zoek naar eendracht achter een rookgordijn. Misschien komt het wat bedacht over maar omdat de auteur maar af en toe van dit stijlmiddel gebruik maakt is het niet storend.

Al met al een ongebruikelijke bundel die zeer te genieten is. Voor wie wel eens wat anders dan de meer traditionele gedichten wil lezen een aanrader.

.

05

.

Een vrouw in mantelpak staat op hoge

hakken. Ik hoor haar zeggen dat haar kui-

ten verkrampen. Wanneer ze steun zoekt

op een willekeurige schouder, zegt de

man die eigenaar is van de schouder:

Ik zou niet graag in uw schoenen staan.

Het gezicht van de vrouw verzuurt.

.

Fragmenten van het onbeschrijfbare

Een recensie

.

Van de Vlaamse dichter Dimitri Hillewaert ( 1983) verscheen bij uitgeverij MUG books begin deze maand de bundel ‘Fragmenten van het onbeschrijfbare’. Dat doet meteen al de vraag rijzen wat dat onbeschrijfbare is. Niet te beschrijven als geheel maar in fragmenten lukt het wel. Is deze bundel daarmee een puzzel? Allerminst. Dit is een gedichtenbundel van een dichter die heel dicht bij zijn gevoel blijft, geen zakelijke beschrijvende dichter maar een dichter die steeds op zoek is naar de waarheid achter de schijnbare waarheid.

De bundel is opgedragen aan twee vrouwen; zijn moeder Doreen en zijn vrouw Danaë. In de gedichten is het duidelijk dat zij geliefde een rol speelt, en soms herkent men de moeder. De 33 gedichten zijn niet eenvormig, soms maar een paar regels en eenmaal drie pagina’s. De nummering leidde mij in eerste instantie in verwarring. Geen nummering zoals je die herkent. Zo begint de bundel met de gedichten (allen zonder titel) 1, 47, 65, 33, 24, 109 enzovoorts. Alsof de dichter uit een grote voorraad gedichten heeft gekozen en de nummering er eigenlijk niet toe doet. Dit verklaard dan ook meteen het ‘Deel 1’ op de titelpagina.

Navraag bij de dichter bevestigt mijn gedachten. De dichter heeft uit een aantal honderden gedichten gekozen op gevoel. Het Deel 1 duidt er inderdaad op dat het de bedoeling is dat er meer delen komen.

Dan de inhoud. De gedichten zijn, zoals gezegd veelal vanuit het gevoel geschreven, vanuit de dichter die zich het ene moment nederig en nietig opstelt en het andere moment opstandig of berustend. In de gedichten is er regelmatig sprake van de tegenstelling tussen het grote (het universum, de sterren, de geschiedenis) en het kleine (het lichaam, de cellen, het hier en nu) maar ook andere tegenstellingen komen terug (oud en jong, twijfelend en zelfverzekerd). Dit maakt de bundel zeer lezenswaardig. Ook is er in veel gedichten sprake van een ‘zij’. Zoals gezegd zal het hier de geliefde van de dichter betreffen, sommige gedichten zijn heel persoonlijk, intiem zelfs.

Ook in deze gedichten is er het spel van de daden en de woorden tussen de twee. Liefdevol, met vrees, dan weer optimistisch. Dat is hoe de dichter in deze bundel de wereld , de liefde en het leven beschouwt. Het onbeschrijfbare zal een combinatie van die drie zijn.

Ik heb voor twee gedichten gekozen uit deze bundel. Het gedicht nummer 27 als illustratie van een intiem gedicht en het laatste uit de bundel gedicht nummer 19 wat een en al optimisme en vertrouwen in zich draagt. Een opmerking nog over de opmaak, volgdne bundel graag met paginanummering.

.

27

.

ondanks alles

blijf bij me

.

deel hazelnoten muziek met mij

laat de ochtend onze ogen tot aquarel roze

kleuren en vlecht met mij de middaggeuren

samen

.

bedel in mij om avond bedank het kaarslicht

en leg daarna jouw huid op de mijne

.

luister bescherm me en fluister

alsof ik een weeshuis ben

zonder wetten vrees of roede

.

gewoon voor het plezier van het fluisteren

.

19

.

sterven in jouw armen

zou ik glimlachend aanvaarden

zoals schipbreuk lijden in Venetië

.

Als je een meisje bent

Maartje Smits

.

Eind 2015 verscheen bij uitgeverij De Harmonie de poëziebundel ‘Als je een meisje bent’ van Maartje Smits. Maartje Smits studeerde Beeld & Taal aan de Gerrit Rietveld Academie, waar zij nu lesgeeft naast haar werk als freelance schrijver. Haar uiteenlopende werk werd in vele tijdschriften gepubliceerd. Dit jaar was ze een van de deelnemende dichters van de Poëziebustoer.

Als je een meisje bent gaat over opgroeien. “Je houdt het niet tegen. Maar Maartje Smits wilde het eigenlijk niet. In Als je een meisje bent probeert zij het volwassen worden te vangen door het schimmige gebied tussen kind en vrouw vast te leggen in beelden en bekentenissen. Maar de dichtbundel is tevens een gebruiksaanwijzing voor meisjes (m/v), alsook de definitieve omhelzing en tegelijkertijd het afscheid van het meisje”.

Uit deze bundel het gedicht ‘Via Via’.

.

Via Via

.

gister zag ik mijn moeder fietsen
in een stad waar wij allebei niet wonen
‘mam’
het duurde even voor ze mij herkende
ze was onderweg, sms’te ze, maar morgen

dus hier sta ik
onduidelijk of ze al geweest is
of nog moet komen

in mijn hoofd een rijtje vragen met mama erboven
mama de eerste
waarom lakschoenen ordinair zijn
ik zal kijken of ze nog steeds
van die pantykousjes draagt te geel
voor haar Hollandse kuiten
twee waarom kuikens je voeten volgen
drie wat ze bedoelde met ‘zie je nou, dat krijg je’
toen ik achteruitstapte
het piepte nog
vier over ongelukjes en
hoe lang je een ongelukje
dan blijft vijf waar ze naartoe ging, waar ze vandaan kwam
wat er gebeurt als een ei koud wordt
of ze naar huis gaat
en of ik mee mag

.

maartjesmits_small

als-je-een-meisje

Neerlands Dichterschat

De poëzie van de 19e eeuw

.

Een nieuwe aanwinst in mijn poëziecollectie is een lijvige bundel ‘saamgebracht door F.H. van Leent’, een vierde veel vermeerderde druk van uitgeverij H.J.W. Becht uit Amsterdam. Een klein dik boek met een lederen omslag en goudkleurige zijkanten. Uit welk jaar deze bundel komt kon ik niet achterhalen (waarschijnlijk rond de eeuwwisseling van 1900) maar het is een bijzonder werk. Veel, voor mij onbekende dichters zijn vertegenwoordigd in deze bundel maar een enkele naam ken ik zoals Alberdingk Thijm, Louis Couperus, Herman Heijermans, Multatuli, Potgieter en Tollens.

Ruim 450 pagina’s 19e eeuwse poëzie. Ik heb gekozen voor een vrouwelijke dichter Hélène Swarth (1859 – 1941) die wordt gerekend tot de Tachtigers. Wikipedia zegt over haar: “Hélène Swarth was tot op hoge leeftijd productief. Haar werk is enigszins ongelijk, maar in haar beste gedichten toont zij zich de evenknie van de andere vooraanstaande Tachtigers. Door haar zuiverheid van uitdrukking bereikte zij een opvallende eenheid van vorm en inhoud, terwijl anderzijds haar grote zintuiglijke ontvankelijkheid aan haar beste werk een kosmisch-religieuze inslag geeft.”

.

Uit ‘Eenzame bloemen’ uit 1883, het gedicht (Sonnet nummer) ‘I’ (uit Drie Sonnetten).

.

I

.

De zon bestrooit den blauwen vijverplas

Met gansch een vloed topazen en robijnen,

De zoele wind, alvorens weg te kwijnen,

Beweegt de bloemen van het oevergras.

.

Een zachte golving van gebroken lijnen

Zweeft in den vijver, trouw als spiegelglas,

Waar muggen zwermen tusschen ’t struikgewas

En gouden wolkjes komen en verdwijnen.

.

De roode stralen vloeien, drop bij drop,

Langs grijze wilg en bruinen beukentop,

Op ’t siddrend loof der popels en der elzen.

.

Traag  zinkt de zon in ’t purper wolkengraf,

Alsof haar avondkus de wijding gaf

Aan aarde en hemel die elkaar omhelzen.

.

IMG_3157

 

Life is a killer

Recensie

.

Derrel Niemeijer is een eigen uitgeverijtje begonnen en met ‘Life is a killer’ debuteert hij met zijn uitgeverij MeerPeper gelijk maar met een icoon uit de beatgeneration William S. Burroughs II of W.S.B. zoals op de cover staat te lezen.

William S. Burroughs (1914 – 1997) werd in 1959 beroemd door de uitgave van de roman ‘Naked Lunch’, een boek met een innovatieve, deconstructivistische structuur waarin hij harde maatschappijkritiek levert, met drugsverslaving en homoseksualiteit als metaforen. Tevens is het een kroniek van zijn eigen ervaringen met homoseksualiteit, het gebruik en afkicken van drugs. Hij maakte in dit boek onder meer gebruik van elementen uit genres als hard-boiled, sciencefiction en porno. Ook zijn enige gedeelten geschreven als satire op wetenschappelijke traktaten. (bron: Wikipedia).

In ‘Life is a killer’ complete poetry,  heeft Derrel met toestemming van de erven Burroughs het poëtische werk van W.S.B. bijeengebracht. Dit poëtische werk is een zeer klein gedeelte van wat hij heeft geschreven en er zullen mensen zijn die ook dit werk niet als poëzie zien.

Burroughs past hier namelijk steeds de cut-up techniek toe, waarbij hij letterlijk tekst verknipt en op een andere manier weer samenvoegt. Hierdoor ontstaan zeer bevreemdende en onsamenhangende teksten. In feite maakt Burroughs ready mades. Met name in de eerste ‘gedichten’ uit 1959 worden allerlei medische stukken verknipt over kanker, polio en dierenziekten. In latere stukken maakt Burroughs ook gebruik van proza van Stalin en gedichten van Rimbaud. Pas in de gedichten van na 1962 komt er enige samenhang in zijn teksten die ook voor de (geoefende) lezer begrijpelijker zijn. In de laatste twee gedichten ‘Pistol Poem No. 2’ en ‘Pistol Poem No. 3’ herkende ik een stijl die ik eerder bij andere post moderne dichters las.

In de bundel (geheel in het Engels) maakt Derrel gebruik van de interpunctie, de opmaak en het invoegen van lege bladzijden helemaal in de stijl van zijn grote held (die dit ook deed). Hoewel ik nog steeds niet kan wennen aan een gecentreerd Forword en Index, begrijp ik de keuze hiervoor.

Als pamflettistische bundel is dit dan ook een zeer geslaagd debuut van MeerPeper. Als je, zoals ik, graag de (rafel)randen van de poëzie opzoekt mag de cut-up techniek en de “geconcentreerde gekte” zoals ik het dan maar noem, van William S. Burroughs niet ontbreken.

De totale oplage van dit werkje bestaat uit maar 25 stuks maar ik weet zeker dat de liefhebbers van het werk van William S. Burroughs en/of van de beatgeneration deze uitgave graag zullen aanschaffen.

Uit deze uitgave het gedicht “People are some bath tub” uit 1959.

.

“PEOPLE ARE SOME BATH TUB”

,

“people are some bath tub.”

for new cancer holes

Ma viruses

made the night for She Ovation

Dish Soprano

separated by long peee

another mystery

other kill cells and future

agent at work

new cancer hole

These individuals are marked foe

They are of malignancy the link

The usual procedure

seperated by a long Pee

eventual program

known as COOL

virus graphed

Time.

OURS?

THAT?

.

Life is a killer

Zijwaarts springen

Een recensie

.

Van Méland Langeveld kreeg ik de bundel ‘Zijwaarts springen’. Een bundel die op een bijzondere manier tot stand kwam, maar daarover straks meer. Méland Langeveld is (tekst)schrijver, redacteur en dichter. Langeveld deed meerdere malen mee met de Turing gedichtenwedstrijd. Zes gedichten in deze bundel eindigden hoog in de Turingprijs ranglijst. Gedichten uit de edities van 2012, 2013 en 2014 en ongetwijfeld zal ook dit jaar zijn naam niet ontbreken op de ranglijst (als hij weer meedoet) want zijn poëzie heeft een heel eigen toon.

Uit eerdere besprekingen van zijn gedichten door de Turingprijs redactie: “Fantasie en werkelijkheid lopen door elkaar heen, vooral als er een vergelijking wordt gemaakt tussen een vader die lispelt en meubelen die praten.”

Maar ook: “zeer ontroerende, beeldende beschrijving van de relatie tot een dementerende ouder. Nergens wordt dit gedicht zeemzoet – wat met een gevoelige thematiek niet gemakkelijk te vermijden is.”

De verwachtingen voor lezing waren dan ook hoog gespannen bij mij. Dan als eerste de bundel. Deze is een gevolg van het feit dat Langeveld in de zomer van 2015 de eerste prijs bij de door uitgeverij aquaZZ georganiseerde gedichtenwedstrijd, won.

Als prijs werd deze bundel uitgegeven. Mooi vormgegeven door Angélique Kersten en opgedragen aan Leonie en Roos. De bundel is ingedeeld in zes hoofdstukken met titels als: Huilend leeg landschap’, ‘Sleetse loper naar het avondland’ en ‘Lepe ogen van de melancholieke koe’. Dit zijn mijns inziens willekeurig gekozen titels, ik heb tenminste geen directe link kunnen vinden met de gedichten die na de hoofdstuktitels volgden en de titel van een desbetreffend hoofdstuk. Overigens vind ik dit totaal geen probleem, misschien zie ik iets over het hoofd, misschien zijn het slechts vehikels om enige structuur aan te brengen in de bundel.

Uit deze titels komt al naar voren wat voor soort dichter Méland Langeveld is, wat ik een bijvoeglijke naamwoordendichter zou noemen. Dat is overigens zeker niet altijd een negatieve connotatie. In het geval van Langeveld zeker niet. Juist door de ongebruikelijke manier van toepassen. Voorbeeld: ‘Het vochtig ruisen van rul water’, ‘Fris gewassen sneeuw’ en ‘onverschillige regen’. Juist door het gebruik van dit soort ongebruikelijke combinaties van bijvoeglijke en zelfstandige naamwoorden is het lezen van deze bundel een plezier.

De gedichten zijn dan weer heel ‘down to earth’ en even later weer volledig ontspoord (op een positieve manier). Hierbij speelt de fantasie van de dichter een belangrijke rol. Voor de ervaren poëzielezer valt er veel te genieten maar ook voor de minder ervaren lezer zijn de gedichten zeer te genieten (ik heb de proef gedaan!). Een bundel die ik kan aanraden kortom.

Ik heb voor het gedicht ‘Stilte’ gekozen omdat dit voor mij heel duidelijk illustreert wat Langeveld kan.

.

Stilte

.

Vandaag rouwt de treurwilg paars

haar takken reiken tot aan

het somber, vileine water

haar lijzige bladeren

ruizelen in de schrale wind

.

voor even toont ze me een grimas

speelt met haar uitgerekte schaduw

aaibaar groen in nevelslierten omhuld

.

tijd is verzonnen door verlangen

lauwwarm water laat me erin wiegen

schudt me wakker

in fluisterend geschreeuw

.

zwalkend licht zindert uit de verte

drijft weg in ’t cadans van het getij

verstarring voorgoed doorbroken

.

in spraakloze taal ademt ze

zonder te ademen

.

ML

ISBN: 978 94 91897 50 4
86 pagina’s, prijs € 13,95