Maandelijks archief: december 2016
Brief aan de spiegel
Pierre Kemp
.
Via Facebook werd ik gewezen op een artikel dat verscheen http://www.literatuurmuseum.nl/artikelen/het-noodzakelijke-cliche-van-een-dichtende-forens over Pierre Kemp (1886 – 1967). Ik weet niet veel over deze Limburgse dichter, ik las eens een artikel over hem en bekeek een documentaire over zijn leven. Wat me ervan is bij gebleven, is dat hij een muze had, een vrouw die niet zijn vrouw was, en dat hij zijn poëzie vooral in de korte treinreizen schreef tussen de mijn Laura, waar hij werkte als loonadministrateur en zijn huis in Maastricht.
In het zeer lezenswaardige artikel staat ook te lezen dat hij altijd in het zwart gekleed ging zodat het kolengruis niet zichtbaar was. Kemp heeft veel gedichten geschreven (19 bundels) en zijn werk werd o.a. bekroond met de P.C. Hooft-prijs en de Constantijn Huygensprijs voor zijn hele oeuvre.
Uit zijn verzameld werk uit 1976 het gedicht ‘Brief aan de spiegel’.
.
Brief aan de spiegel
.
spiegel, als ik straks nog maar een lege onderbroek ben
en hemd, waarin vergolft mijn laatste harteklop;
als ik van het bestaande niets meer erken
dan wat nog welt uit mijn zingende kop
van onder het eerzame, schaarse haar,
kom ik nog eens vorsend voor je staan
en kijken wij elkander nog eens heel lang aan.
Tot dan,
je incomplete luisteraar
en leeggelopen man!
.
Lucebert
De Amsterdamse school
1,71
Demi Baltus
.
Demi Baltus (1998) studeert geneeskunde aan de UVA en in 2015 won ze met haar poëzie de Velser Inter Scolaire (een algemene podiumkunsten wedstrijd voor middelbare scholieren in Gemeente Velsen). Ze schrijft poëzie in de vorm van klankgedichten. In haar werk is klank en ritme heel belangrijk (wat ook blijkt uit het gedicht hieronder).
Haar gedichten luisteren net zo makkelijk weg als popsongs want zegt ze: “Ik wil dat mensen wakker blijven”. Afgelopen jaar was Demi één van de deelnemende dichters van de Poëziebus.
Uit de lesbrief van ‘Doe Maar Dicht Maar 2014-2015’ de docentenhandleiding het gedicht 1,71 van Demi.
.
1,71
.
Ik ken jou
Hoofd, schouders, knieën, teen
de stressvlek in je nek
en het trillen van je been
.
De glinstering in je ogen
en de woorden op je tong
De sproetjes op je neus
waar ik nog liedjes over zong
.
Ik ken je handen
koud maar veilig
De eerste haartjes op je kin
het puntje van je neus
en je hoofd van binnenin
.
Ik ken je lijfgeur als geen ander
Jouw lippen op mijn mond
Jouw 1,71
Mijn voeten van de grond
.
Demi in actie tijdens de Poëziebus toer in Antwerpen.
Dichter van de maand December
M. Vasalis
.
Uit de bundel ‘Parken en woestijnen’ uit 1940 koos ik vandaag voor een stemmig gedicht over de dood. Ook dit jaar was de dood en het sterven weer alom. Voor Vasalis was dit ongetwijfeld net zo maar toch wist zij met een knipoog over de dood te dichten.
.
De Dood
.
De Dood wees mij op kleine, interessante dingen:
dit is een spijker – zei de Dood – en dit een touw.
Ik zie hem aan, een kind. Hij is mijn meester
omdat ik hem bewonder en vertrouw,
de Dood.
.
Hij wees mij alles: dranken, pillen,
pistolen, gaskraan, steile daken,
een bad, een scheermes, een wit laken
‘zomaar’- voor als ik eens zou willen
de dood.
.
En vóór hij ging, gaf hij me nog een klein porretje…
‘ik weet niet, of je ’t al vergeten was,
het komt misschien nog wel te pas
voor als je eens niet meer zou willen
sterven,
maar wie let je?
zei de Dood.
.
Waarom poëzie zo belangrijk is
5 redenen
.
Dat poëzie belangrijk is hoef ik natuurlijk niet uit te leggen zou je zeggen. Iedereen die weleens poëzie leest (of schrijft) kent de kracht van het poëtisch woord. Toch ga ik een poging doen het nog eens uit te leggen. In algemene zin kun je stellen dat poëzie de geletterdheid bevordert , gemeenschappen bouwt, troost en hoop biedt en emotionele veerkracht bevordert.
Hieronder nog 5 specifieke redenen waarom poëzie belangrijk is.
Reden 1: Poëzie zorgt voor begrip en bouwt gemeenschappen
Poëzie kan kinderen (maar ook volwassenen) helpen om hun leven, met behulp van metaforen, beeldspraak en symbolische taal te schetsen als het gaat om pijnlijke ervaringen, of delen van zichzelf te beschrijven, als ze er nog niet aan toe zijn om deze te delen. In poëzie kun je deze dingen vaak op een anonieme manier kwijt. Maar poëzie kan je ook een stem geven, via grammatica, interpunctie, gebruik van kapitalen en onderkasten. Door het spel met de taal kun je je onderscheiden en verenigen.
Reden 2: Poëzie is ritme en muziek
Als je in poëzie niet alle woorden of betekenissen kan begrijpen, kun je toch het ritme voelen en de cadans van een gedicht. Je hoeft niet altijd de volle betekenis van een gedicht te kennen om er toch van te kunnen genieten. In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht bij kinderen, kunnen met name jongens worden gegrepen door het ritme en rijm. Het is de meest kinesthetische van alle literatuur, het is fysiek en vol smaak. Poëzie zet je letterlijk en figuurlijk in beweging.
Reden 3: Poëzie zet de deur open naar spreken en luisteren
Als je kijkt naar slam-poëzie of spoken word weet je meteen wat ik bedoel. Ook mensen die misschien niets hebben met de klassieke vormen van poëzie worden vaak gegrepen door de manier waarop juist deze vormen van poëzie worden gebracht. De authenticiteit van deze vormen zorgt zo voor een eigen publiek.
Reden 4: Poëzie geeft mensen die Nederlands leren ruimte
Omdat gedichten regels trotseren, kan poëzie heel toegankelijk zijn voor mensen die nog beperkt zijn in hun woordenschat. Bovendien, poëzie is universeel. Het lezen van poëzie in de eigen taal, kan helpen werelden en talen te overbruggen.
Reden 5: Poëzie helpt je bij het opbouwen van veerkracht
Het lezen en schrijven van poëzie bevordert het sociale en emotionele leren. Een goed geschreven zin in een gedicht kan je helpen om een ervaring op een geheel nieuwe manier te zien of te beleven. Op die manier kunnen inzichten die we hebben, ons nieuwe inzichten en kracht geven. William Butler Yeats zei dit over de poëzie: ‘Het is bloed, verbeelding en intelligentie samen. Het gebiedt ons de wereld te raken en te proeven, te horen en te zien, en het krimpen van alles wat er in de hersenen plaats vindt.
.
Met dank aan Elena Aguilar
Afbeelding BRRT Grafisch
Popcornkip
Joyce Willemse
.
Stadsdichter van Veenendaal in 2015 en 2016 Joyce Willemse neemt afscheid. Voor 2017 en 2018 wordt nu naar een nieuwe stadsdichter gezocht. Dat las ik op Twitter en nieuwsgierig als ik ben wil ik dan graag wat lezen van deze stadsdichter. Op de website van de stadsdichter van Veenendaal http://stadsdichterveenendaal.nl/ staan er een groot aantal.
De eerste die ik opende was meteen een rake. Bij het nieuws dat een Oekraïens bedrijf – Myronivsky Hliboproduct (MHP) – het voornemen heeft om een kippenslachtfabriek te vestigen in Veenendaal, schreef Joyce het volgende gedicht met een knipoog naar de term plofkip.
.
Popcornkip
.
Toooook, tok, tok, tok, tok
Tok, toooook,
Tok, tok, tok, toooook, tok
Tok, tok, tok, tok
Plof
Tok, tok, tok, toooook, tok
Plof
Tok
Plof
Tok, tok, tok, toooook, tok, tok, tooook
Plof, tok, tok
Plof
Tok Plof Tok Plof
Tok, tok, toooook, tok, tok, toooook
Plof Plof Plof
Tok Plof
Tok Plof Plof Plof Plof
Plof
.
Joyce heeft ook een zeer lezenswaardige website http://www.joycewillemse.nl/
Klassieke gedichten
Voorgelezen door bekende acteurs en actrices
.
Voor de liefhebbers van mooie klassieke Engelstalige gedichten is er op YouTube veel te genieten. Zo is er een kanaal waarop classic poems worden voorgelezen door mensen als Harvey Keitel, Alan Bates, Maggie Smith en Sir John Gielgud.
De gedichten van onder andere Henry Wadsworth Longfellow, R.L. Sharpe, W.B. Yeats en Rudyard Kipling krijgen op deze manier een nieuw leven en zijn, juist omdat ze door professionals worden voorgedragen, bijzonder genietbaar.
Als voor beeld een prachtig gedicht van Charles MacKay ‘I have lived and I have loved’ voorgedragen door Tom O’Bedlam.
.
I have lived and I have loved
I have lived and I have loved;
I have waked and I have slept;
I have sung and I have danced;
I have smiled and I have wept;
I have won and wasted treasure;
I have had my fill of pleasure;
And all these things were weariness,
And some of them were dreariness;–
And all these things, but two things,
Were emptiness and pain:
And Love–it was the best of them;
And Sleep–worth all the rest of them,
Worth everything but Love to my spirit and my brain.
But still my friend, O Slumber,
Till my days complete their number,
For Love shall never, never return to me again!
.
Vers
Jamila Faber en Sanne de Waard
.
Via via kwam ik op de website van VERS terecht. Een website van twee jonge schrijvers/dichters Jamila Faber (1989) en Sanne de Waard (1984). Dit zijn geen schrijvers of dichters in de klassieke vorm maar meer een soort multidisciplinaire kunstenaars die ook aan poëzie doen.
Faber is een schrijver/muzikant met een eigenzinnige aard en een scherpe pen. Haar stijl kenmerkt zich door absurditeiten, tragische humor en rake observaties. Terwijl de Waard een professioneel fröbelaar is, die laveert tussen creatief schrijven, journalistiek,fotografie, ruimtelijk design en beeldende experimenten met onconventionele gebruiksvoorwerpen.
Kortom twee creatieve geesten zoals je ze tegenwoordig vaker tegen komt. VERS is hun initiatief, waarbij literatuur en popcultuur elkaar ontmoeten. Aan de basis van VERS ligt geïmproviseerde poëzie. Op diverse locaties, waaronder veel festivals, gooit VERS haar caravandeur open om een ieder te verwelkomen met een gedicht op maat en een portie gezelligheid.
De dames schrijven hun verzen op ouderwetse typemachines waarbij de gast voor de input zorgt van de gedichten. Als het gedicht klaar is krijgt de gast deze mee op een briefkaart.
.
Alles over VERS en hun aanbod is te vinden op https://versproducties.wordpress.com/
Neeltje Maria Min
Wak
.
Neeltje Maria Min (1944) haar eerste gedichten werden gepubliceerd onder het pseudoniem Sophie Perk, verwijzend naar Jacques Perk in 1964 in het Nederlands cultureel en literair tijdschrift De Gids, twee jaar later gevolgd door enkele gedichten in het literair tijdschrift Maatstaf. Haar eerste bundel ‘Voor wie ik liefheb wil ik heten’, uit 1966 was met een oplage van 7000 exemplaren meteen een groot succes. Haar gedichten daarin gaan over liefde en dood en over de verhouding tussen ouder en kind.
Haar vijfde en vooralsnog laatste bundel verscheen in 1995 en was getiteld ‘Kindsbeen’. Uit deze bundel, die in 1996 de publieksprijs won komt het titelloze gedicht waarbij ik meteen een beeld had. Een beeld dat je tegenwoordig steeds minder vaak te zien krijgt namelijk een wak in het ijs met in dat wak een obstakel dat door het ijs gevangen is.
.
Een toegetakeld wak,
een hinderlaag van ijs.
Het tabernakel geeft
niet prijs wat het heeft ingelijfd.
.
Waar roestig ijzer schrijft,
waar tekening begint
van lijn en hapering,
houdt wind de adem in en snijdt.
.
Hier is het wachten op:
Het einde van de tijd,
een kilte die ontdooit,
de dag waarop hij vleugels krijgt.
.

















