Categorie archief: Alkmaar Anders

Avier

Luuk Wojcik

.

Terwijl ik mijn huis aan het schoonmaken was kwam ik een oude koffer tegen die ik jarenlang voor mijn werk had gebruikt. Terwijl ik de inhoud aan het selecteren was op wat er weg kon en wat ik wilde bewaren kwam ik ook verschillende dingen tegen die met mijn poëzie verleden te maken hebben. Een aankondiging van het Haagse Hofjesfestival waar ik in 2018 voor het eerst aan meedeed, een visitekaartje van Atelier9en40 van Alja Spaan waar ik bij Alkmaar Anders voordroeg, een aantal ansichtkaarten van het Alkmaars Dichtersgilde uit 2018, een proefdruk van twee bundels ( ‘Zoals de wind in maart graven beroert‘ en ‘Je hebt me gemaakt met je kus‘), een proefdruk van de eerste bundel van Evy Van Eynde ‘Zal ik liefde noemen‘ die ik uitgaf met MUGbooks in 2019 en een A4 van Avier.

Avier was een onafhankelijk literair vlugschrift dat verscheen in 2012 t/m 2014. Dat er na 2014 nog wel sprake was van enige activiteit blijkt uit het feit dat mijn A4 Avier een gratis winternummer was (nummer 17) uit 2016. De publicaties werden verzorgd door de Stichting Literaire Activiteiten Avier (SLA | Avier) en bevatten werk van zowel bekende als minder bekende dichters. Het snelschrift werd verspreid tijdens de vier keer per jaar georganiseerde presentaties van de stichting. De samengestelde website is inmiddels uit de lucht.

In mijn winternummer staan gedichten afgedrukt van Jana Beranová, Else Kemps, Piet Gerbrandy, Stella Bergsma, Jean Pierre Rawie, Jesse Laport, Koenraad Goudeseune, Delphine Lecompte en Luuk Wojcik. Omdat de laatste naam mijn niet bekend voorkwam wilde ik wat meer over hem te weten komen.

Luuk Wojcik (1993) publiceerde in Meander, Absint en op De Optimist. Iemand zei ooit tegen hem: ‘Ik ben blij dat er mensen zijn zoals jij.’ Iemand anders zei tegen hem: ‘Het enige dat erger is dan verrotte jongens zijn jongens die erover liegen.’ De meningen zijn dus verdeeld over Luuk. Hij verdient zijn geld momenteel als keuken-assistent en werkt aan een coming of age-voorstelling met muzikant Pieke. Dit is een tekst van De Optimist uit 2016. Daarna is er weinig bekend over Luuk behalve een bericht uit 2020 waarin hij als kok aan het woord is.

Desalniettemin toch aardig om zijn gedicht ‘Op een plein’ hier met jullie te delen.

.

Op een plein

.

Dit is hoe een auto

langzaam voorbij rijdt

met zoekende ogen achter de ruiten: dreigend, ’s avonds.

Een plastic zak is een autoraam.

.

Er staan bomen meer dan bankjes.

Er is altijd wel wat, er zijn hier tradities.

.

Hier loop je alsof je ieder moment een traptrede tegen kunt komen.

In een razend tempo groeien de stenen.

In een situatie vlakbij een casino schreeuwen mannen naar moeders.

.

Azuurblauwe neonletters van het hotel verlichten de gezichten

van de minderjarige meisjes in de nachtwinkel.

.

Op de achterliggende weg zoeft een brommer voorbij.

Ik steek mijn arm uit, en maak van mijn hand een pistool, volg hem ermee,

maar ik heb niets in mijn lichaam dat op kogels lijkt.

.

 

Iets dat op een route leek en een kaart van die andere wereld

Alja Spaan

.

Gistermiddag was de presentatie van de achtste bundel alweer van Alja Spaan (1957) getiteld ‘Iets dat op een route leek en een kaart van die andere wereld’. De bundel, uitgegeven door de onvolprezen uitgeverij P uit Leuven, vond plaats in de Alkenaer in Alkmaar. Ik mocht, daarvoor gevraagd door Alja, het programma presenteren en uiteraard heb ik daar met veel plezier in toegestemd.

Het programma bestond uit voordrachten van bekende namen als Margreet Schouwenaar, Pom Wolff en Helle van Aardenberg. Er was muziek, gedichten van bekende Nederlandse dichters op muziek gezet, van Rob van der Plas, er was een uitreiking van het eerste exemplaar, een signeersessie, een boekentafel van uitgeverij P een gezellige drukte en liefde voor poëzie bij iedereen in de volle zaal.

In ‘Iets dat op een route leek en een kaart van die andere wereld’ zijn gedichten opgenomen die Alja schreef over haar moeder. Een ontroerende en complexe moeder-dochter relatie, waarin veel schoonheid en melancholie schuilt. De gedichten werden al jaren geleden geschreven maar dankzij uitgeverij P zijn ze nu gebundeld. De dichters die hun gedichten voordroegen in het programma waren met zorg uitgekozen want alle drie gingen juist in op het thema moeder-kind.

Uiteraard zal ik ergens binnenkort een recensie van deze bundel op dit blog plaatsen maar nu alvast een voorproefje getiteld ‘de liefste’.

.

de liefste

.

Mijn moeder zegt er is niemand meer en

dat ze allemaal dood zijn en dat zelfs mijn

.

vader zo afwezig is de laatste tijd, ze kan

niet naar huis en ze verliest

.

deze omgeving en waar woon jij, vraagt ze,

woon jij nog ergens?

.

En dat haar fiets verkocht is maar dat ze

fietsen wou, ze kon met mij mee, dacht ze

.

en met lange nagels prikt ze in mijn vel

en dan opeens telt ze zachtjes, bijna

.

neuriënd de bolletjes op mijn trui die ik

zeker stuk voor stuk,

.

knikt ze, heb opgenaaid, van jou geleerd,

zeg ik dan maar en zij

.

dat verzin je maar wel dat mooie dingen

maken een manier is

.

om thuis te komen, denk ik, of om niets te

verliezen.

.

 

Het Centraal Museum van het gevoel

Frank Diamand

.

Afgelopen augustus overleed de dichter Frank Diamand (1939-2025). Ik schreef toen een bericht over hem, over onze enige ontmoeting en dat ik bij die gezamenlijke voordracht bij Reuring van Alja Spaan in Alkmaar, zijn bundel ‘Hoe dat moet loslaten en bewaren tegelijk’ uit 2021 aanschafte. Het was de enige bundel die ik van hem in bezit had. Tot afgelopen weekend. Toen schafte ik in een kringloopwinkel zijn bundel ‘uit Het Centraal Museum van het gevoel’ uit 1989 aan.

In deze bundel is, net als in zijn debuutbundel ‘Wie wil er nu met Hitler in de tobbe?’, de nagalm van de Tweede Wereldoorlog nog te horen en te lezen, maar het hoofdthema van de bundel is de liefste. Bemind, bedreigd, verloren, bezongen en steeds weer opnieuw ontmoet. Die onderwerpen komen voor mij mooi samen in het gedicht ‘Afscheid’.

.

Afscheid

.

Genoeg gezoend, gehuild

de laatste dag

ik breng je weg

een vliegtuig – binnenland –

terwijl ik wegga uit dit land.

.

Mijn vader huilde als een kind

toen hij zijn einde hoorde –

zijn hete hand en

de herhaling:

‘zo lief en met zo weinig geld’,

een opgespaard gevoel

voordat het niet meer kon.

.

Eénmalig is ons leven.

.

Je bent aanwezig

in elke wind door

houten jaloezieën

en in de mint,

die ik verkruimel

in mijn hand.

.

Blijf nog even.

.

Ik heb je zo lief

ik heb je zo lief gehad

tot aan,

de rand van het papier

tot hier.

.

 

 

Poëzienieuws

Presentatie bundel, voordrachten en podia

.

Gisteravond was ik bij De Groene Fee, het sympathieke poëziepodium van Louis van Londen in Breda. Louis weet elke keer weer andere dichters voor zijn podium te krijgen en dit keer waren dat onder andere Serge van Duijnhoven, Tom Driessen en Yvon Né. Dit keer was Stijn Charpentier de muzikant van dienst en het was weer een gezellige avond met een Serge van Duijnhoven die op dreef was (zoals altijd), Driessen die een lang gedicht volledig uit zijn hoofd voordroeg en Yvon Né met bijzondere gedichten.

Vanavond mag ik dan zelf voordragen tijdens de museumnacht. In de energiekas (op het dak van het gebouw aan de Helena van Doeverenplantsoen in Den Haag, entree Lange Beestenmarkt-zijde bij Billytown) treden in drie blokken verschillende dichters op waaronder Hans Franse, Alexander Franken, Gerrit Venema, Eelco van der Waals (organisator) en ik dus. De tijden van de blokken zijn: 19.30 – 20.00 uur, 21.00 – 21.30 uur en 22.30 – 23.00 uur. Ik draag voor in blok 2 en 3.

Op 1 november is het Dichter bij de Dood op begraafplaats Oud Eik en Duinen. Georganiseerd door Marjon van der Vegt in samenwerking met mij via poëziestichting Ongehoord! Ook ik zal hier die avond voordragen. Dichter bij de Dood 2025 staat in het teken van licht en donker. Op de begraafplaats wordt een route uitgezet met fakkels en op verschillende plekken staan dichters die hun gedichten voordragen. Plaats: Laan van Oud Eik en Duinen 40 in Den Haag, aanvang 18.45, gratis toegang.

Op 15 november presenteer ik in Alkmaar het programma van de bundelpresentatie van de nieuwe bundel van Alja Spaan. Daar zullen Margreet Schouwenaar, Helle van Aardeberg, Leo Peeraer en Pom Wolff voordragen en verzorgd Rob van der Plas de muziek. Ook ik zal daar poëzie van Alja voordragen. De presentatie is in de Alkenaer, Ritsevoort 36 in Alkmaar. De middag begint om 15 uur.

Geen bericht zonder gedicht en daarom uit de bundel ‘Gevangen in een tekening’ van Louis van Londen uit 2023, die hij samen met beeldend kunstenaar Nita Steketee maakte, een gedicht.

.

als God een deejay is,

doet hij dan ook

aan verzoekjes?

.

draait hij dan

speciaal voor ons

die ene plaat

waarop wij samen

dansten die nacht?

.

alle bewegingen,

alle pasjes kwamen

als vanzelf,

.

omdat we er niet bij

nadachten, dat deden

vanuit ons hart

.

Overleden dichter

Frank Diamand

.

In de krant Volkskrant van zaterdag las ik het overlijdensbericht van filmmaker, regisseur, producer en dichter Frank Diamand (1939-2025). Ik ken Frank van een voordracht die ik gaf bij poëziepodium Reuring van Alja Spaan in Alkmaar in 2021. Ik was toen meteen onder de indruk van zijn poëzie en schafte de bundel ‘Hoe dat moet loslaten en bewaren tegelijk’. Deze bundel werd uitgegeven door Essential Art (waar hij voorzitter van was) en waar een aantal van zijn dichtbundels verschenen.

Diamand debuteerde als dichter in 1966 met het gedicht ‘Cybernetica’ in De Gids. Twintig jaar later verscheen bij Van Gennep zijn debuutbundel met de ietwat bizarre titel ‘Wie wil er nu met Hitler in de tobbe?’. Frank Diamand was een bijzonder mens met een bijzondere geschiedenis. Aan de hoeveelheid namen onder zijn overlijdensadvertentie blijkt dat hij ook een zeer geliefd mens was, wat me niet verbaasd, mijn enige ontmoeting met hem was met een vriendelijk, aimabel en opgewekt mens.

In het literaire tijdschrift Raster, jaargang 1 (1967-1968) verschenen twee gedichten van zijn hand. Een in het Nederlands, de ander in het Engels (in zijn bundels waren beide talen vertegenwoordigd). Ik koos het Nederlandstalige gedicht met de titel ‘Communicatiestoring’ opgedragen aan professor Vermeulen-Cranch (de eerste hoogleraar anesthesiologie in Nederland).

.

Communicatiestoring

.

– oude man met miltruptuur en breuk –
zo iemand krijgt een lichte narcose
van zuurstof en ether, een inleiding
van cyclo-propaan.’
De ontvanger kleurt de zin homerisch bij:
‘en het lieflijk cyclo-propaan
brengt hem in slaap.’
gebeurt wat er gebeurt:
de poliklinieken verkleuren
worden asfaltgroen en oker
bedekt met stof en luizen
een weefsel van pervers kant.
Bomen ontsappen –
het beton verbrandt
en in de koude die dan optreedt
drijven sneeuwblinde olifanten,
huilen koolzuurschuim.
Egelvissen midden in de nacht
richten een onweer op.
En een zachte auto
die goed in de was is gezet
rolt door het snikheet Andalusië.
Een zeker tijdsverloop verstrijkt
voor de triviale betekenis
van het vreedzaam gebruik, van sommige
volgens ringstructuur gebouwde gassen
alle andere verdringt
.

Reflectief

Inge Boulonois

.

Afgelopen dinsdag overleed heel onverwacht dichter en schilder Inge Boulonois (1945-2024). Ik ontmoette Inge voor het eerst tijdens een avond bij Alja Spaan in Alkmaar tijdens Alkmaar Anders. Zij droeg die avond niet voor maar kwam voor de voordrachten en voor Alja. Later leerde ik haar beter kennen vooral door haar poëzie en het contact dat we hadden via Facebook, via dit blog, Meander en de bundels die ze publiceerde zoals ‘Voor waar genomen‘ en ‘Vers gekruid‘.

Toen wij van Mugzines een nummer wilde maken met light verse benaderde ik Inge om haar te vragen of ze daaraan mee wilde werken en vroeg ik haar om de namen van nog drie dichters. Dat resulteerde in een zeer succesvolle uitgave van Mugzine nummer 8 met light verse gedichten van haar, Wim Meyles, Frank van Pamelen en Remko Koplamp.

In 2000 begon Inge met het schrijven van gedichten. Ze debuteerde in 2004 met de bibliofiele bundel ‘Ooglijke tijd’. Van 2011 tot 2015 was ze stadsdichter van Heerhugowaard. Haar poëzie werd opgenomen in diverse literaire tijdschriften en bloemlezingen en haar werk werd meerdere malen bekroond: Plantage Poëzieprijs (2005), Concept Poëzieprijs (2006), Guido Wulmsprijs (2006), Culturele Centrale Boontje Poëzieprijs (2008), Poëzieprijs Merendree (2009) en de Nieuwegeinse Poëzieprijs (2009).

Sinds 2005 analyseerde ze poëzie voor Meander op klassiekegedichten.net. Voor literatuursite Meander schreef ze recensies van light verse. Een heel veelzijdige vrouw en dichter kortom. Bij Meander gaan we haar missen maar ook als mens. Inge was een enthousiaste, warme en altijd geïnteresseerde vrouw. Op haar rouwkaart staat ‘Leven blijft omdat het overgaat’ en dat zijn ware woorden. Op haar facebook pagina staat een laatste gedicht dat ik hieronder plaats. Maar ik heb ook een ander gedicht van haar gevonden dat ik erbij wil zetten. Het is getiteld ‘Reflectief’ en het geeft de optimistische en vrolijke aard van Inge weer. Zoals we ons haar zullen herinneren.

.

Reflectief

.

Steeds vaker kijk ik op mijn leven terug
En ben dan helemaal niet ontevreden
Met wat de jaren brachten tot op heden
En wat ik nu doe, ouder, minder vlug

Ik dicht, dit maakt mijn dagen stukken lichter:
Hier heb ik het gebracht tot zondagsdichter!

.

 

Dat ijsberen eieren eten

Margreet Schouwenaar

.

Dichter Margreet Schouwenaar (1955) schrijft al lang poëzie en kinderboeken. In 1992 debuteerde ze met de bundel ‘De drempel die vertrek is’ maar in 1994 werd ze al genomineerd voor de C. Buddingh’-prijs voor vier gedichten van haar die gepubliceerd werden in De Revisor. Inmiddels is haar nieuwe bundel ‘Dat ijsberen eieren eten’ (2024) die bij uitgeverij P is gepubliceerd haar 14e poëziebundel.

Regelmatig verschijnen er publicaties van haar in literaire bladen zoals de Revisor, Tirade (voorheen  ‘Nieuwe Wereld Tijdschrift’) en de Poëziekrant. Daarnaast werden er gedichten van haar hand opgenomen in verzamelbundels als “Volmaakte aanwezigheid, volmaakt gemis”,  “Vrouwen dichten anders”, en ‘De 100 beste gedichten van 2000’.

In 2009 volgde zij Joost Zwagerman op als stadsdichter van Alkmaar (tot 2018). In deze functie initieerde zij in navolging van F. Starik ‘De eenzame uitvaart’ in Alkmaar. Zij richtte tevens een dichtersgilde op en gaf de aanzet voor een poëzieroute door de binnenstad van Alkmaar.

Maar nu is er dus een nieuwe bundel. Taal voor Margreet Schouwenaar is een dankbaar middel, een gereedschap om haar poëzie te maken, fysieke en zintuigelijke poëzie, waarin steeds opnieuw iets denkt te herkennen, maar vervolgens verrast bent over dat wat getoond wordt. In de recensie van Pom Wolf schrijft hij dat de titel van de bundel de lading (van deze bundel) niet dekt maar dat het gedicht ‘De weg naar huis’ dit wel doet. Ik ben het met Pom eens, in deze bundel komt de reis die Margreet Schouwenaar heeft afgelegd naar de dag van vandaag, in vele aspecten van haar leven, aan de orde. Er wordt teruggekeken, soms met enige melancholie, soms met een blik naar de toekomst. Persoonlijk en poëtisch.

Het was voor mij een eerste uitgebreide kennismaking met het werk van Schouwenaar en die is me zeer bevallen. Uit de bundel koos ik het gedicht ‘Lucht’ uit het hoofdstuk dat dezelfde titel draagt als de bundel.

.

Lucht

.

De droge lucht laat naalden vallen. De wind windt

klittenband. De kaart met het paradijs is kwijt. Zo

groeit wanhoop. Beloften worden gevouwen en

als vliegtuigjes omhoog gegooid. Zoals altijd

tarten ze de rechte baan, het naadloos scheren.

.

Alles valt op z’n plaats. Misschien is dood

te licht; de hand die aarzelend het water raakt, half

koel, half warm, tot met een beweging in het deinend

oppervlak elk beeld verdwijnt. Onderbreek me maar,

ik wacht op woorden die de weg naar huis weten

.

en zet tot die tijd de ramen open, zodat

de hitte niet verstikt.

.

 

Druif

Joris Miedema

.

Afgelopen zondag mocht ik samen met nog 19 dichters de presentatie van het drieluik van Joris Miedema (1978), luister bijzetten. In de Alkenaer (waar ook het podium Reuring van Alja Spaan wordt georganiseerd) had Joris Miedema, samen met uitgeverij Opwenteling, een bijzondere presentatie bedacht. In het afgelopen jaar werden maar liefst drie dichtbundels van Miedema gepubliceerd: ‘Algen uit een andere dimensie’, ‘De vlucht van de levenloze libellen’ en ‘Sloppenwijk van het hiernamaals’.

Alle 20 dichters was gevraagd een gedicht uit een van de drie bundels te kiezen en dat tijdens de presentatie in een soort medley voor te dragen. In drie rondes (ca. 7 dichters per ronde) werden gedichten uit elke bundel voorgedragen. Elke ronde werd muzikaal voorgegaan door een klankkunstenaar Auke. Verschillende bekende dichters maar ook mijn collega, directeur van de bibliotheek in Alkmaar en een paar minder bekende dichters zorgden voor een mooie middag.

Het experiment van Joris en zijn vriendin werkte heel goed. Juist door de verschillende stemmen, de verschillende gedichten en vooral ook de bijzondere gedichten van Joris, was er sprake van een veelzijdig en interessant programma. Het was bijzonder leuk om hier deel van uit te maken. Ik koos uit de bundel ‘Sloppenwijk van het hiernamaals’ het gedicht ‘druif’, een gedicht met een twist, een beetje raar maar zo lekker. Als iets het werk van Joris Miedema kenmerkt dan is het zijn ongebreidelde fantasie, zijn licht surrealistische manier van denken en schrijven, maar vooral dat in al die kolder steeds een serieuze gedachte zit.

.

druif

.

elke dag vroeg een vrouw bij de groenteboer

aan mij of ik druif was

ze bedoelde

natuurlijk droef

tot er na een aantal dagen

ineens ’s morgens

op mijn kussen een druif lag

ik droomde normaal gesproken

abnormaal veel over fruit

.

zelfs de lagen achter de realiteit

waren van fruit

voor een schilder van stillevens als ikzelf

was het verschrikkelijk om de connectie

met een onderwerp te verliezen

wat ik ook probeerde

ik wist me ineens geen druif meer voor de geest te halen

wel een overvloed aan bananen, stervruchten

en soms granaatappels

.

toen ik naar aanleiding

van een eerdere scan

terug moest naar het ziekenhuis

omdat er een tumor gevonden zou zijn

bleek ik bij nacontrole

toch volledig schoon

gelukkig was ik al van het dak gesprongen

ik denk niet dat ik met zoveel geluk had kunnen leven

.

 

Voordrachten

19 november en 29 november

.

Op zondag 19 november zal ik bij de bundelpresentatie van ‘Sloppenwijk van het hiernamaals’ van Joris Miedema (1978) en gedicht uit deze bundel voordragen. De bundel is een derde deel na ‘De oneindige oester’ (2022) en ‘Algen uit een andere dimensie’ (september 2023). Vanaf 15.00 uur is de presentatie in De Alkenaer in Alkmaar (Ritsevoort 36) . Ik zal uit het derde deel het gedicht ‘Druif’ voordragen. Ik ben één van 20 dichters die allemaal een gedicht uit één van de drie bundels zullen voordragen in een soort medley van gedichten van Joris.

Op woensdag 29 november zal de voordracht in het kader van Dichter bij de Dood, die zou plaats vinden op Allerzielen, maar toen niet doorging door de storm, op begraafplaats Oud Eik en Duinen alsnog plaats vinden. Twaalf dichters hebben een bekende Nederlandse dichter, schrijver of kunstenaar geadopteerd en daar een gedicht bijgeschreven. Zij zullen dit gedicht op 29 november voordragen.  Ik heb de dichter Jan Prins (pseudoniem van C.L. Schepp, 1876 – 1948) gekozen en schreef er het gedicht ‘Tussen steden’ over. De toegang tot de begraafplaats is uiteraard gratis, de avond begint om 19.00 en duurt tot 21.00 uur. De begraafplaats ligt aan de Laan van Oud Eik en Duinen 40 in Den Haag.

Als voorproefje een gedicht van Joris Miedema dat eigenlijk heel mooi aansluit bij het thema van de andere activiteit van Dichter bij de Dood, uit ‘De dood en drie andere gedichten’ uit 2017 getiteld ‘Door de dood’.

.

Door de dood

.

in een interview zei een dokter
dat de dood niet zozeer een staat is
maar een ruimte
waarin je verkeert
je kunt er jaren in doorbrengen om jezelf
en anderen te vergeven
er staat een stoel voor je klaar en een tafel
waarop een pakje sigaretten ligt

.

je draagt geen jas in de dood
er is geen plek voor beleefdheden
je kunt alleen maar ziek worden
van jezelf
er groeien geen bloemen
omdat er geen vruchtbare grond is
als je verliefd wordt in de dood
is het verstandig om iets zwaars
op je buik te leggen

.

Puntig licht

Inge Boulonois

.

Dichter Inge Boulonois ken ik al sinds 2008 toen ik samen met haar (en nog enige anderen) mocht voordragen in het huiskameratelier van Alja Spaan tijdens Alkmaar Anders. Sindsdien volg ik haar en schreef ik onder andere over haar laatste bundel Voor waar genomen uit 2021. In MUGzine was ze één van de vier light verse dichters die nummer 8 vulde en nu is er een nieuwe bundel met light verse gedichten van haar verschenen.

In deze nieuwe bundel  ‘Puntig licht’ staan maar liefst 100 nieuwe, luchtige gedichten. De onderwerpen zijn divers: van kunst tot vakantie, van lockdown tot mei, van wandelende tak tot kamasoetra. En zoals we gewend zijn van Inge komt een verrassende diversiteit aan versvormen aan de orde in de bundel.

In het voorwoord schreef light verse dichter (ook in nummer 8 van MUGzine) Frank van Pamelen over haar gedichten: ‘Ik heb inmiddels heel wat werk van haar tot mij genomen, en steevast gaat dat gepaard met een gelukzalige glimlach’. Uit deze nieuwe bundel het gedicht ‘De goeie ouwe tijd’.

.

De goeie ouwe tijd

 .

Bezwaren tegen asbest had geen hond,

Roundup werd door de boeren luid bezongen,

tabak gold als ontspanning voor de longen,

lang in de zon was nuttig én gezond.

.

Dus welke wijsheid nu ook wordt beweerd:

wat goed is, blijkt soms later goed verkeerd!

.