Site-archief
Poëziebus 4
Jana Beranová
.
Een groot dichter en vertaler, voormalig stadsdichter van Rotterdam en al lange tijd een goede bekende, dichter Jana Beranová (1935) gaat ook mee dit jaar op de Poëziebus. Haar enorme kennis en ervaring zal veel jonge dichters en performers verder helpen en inspireren.
Jana Beranová vluchtte met haar ouders uit Tsjecho-Slowakije. In Nederland vestigde ze zich als vertaalster en dichteres. Tegenwoordig is ze steeds vaker ook mentor van jonge dichters. Uit het grote oeuvre van Jana het gedicht ‘Plekje op Olsany’ uit de bundel ‘Kiskassend gedicht’ uit 1996.
.
Plekje op Olsany
voor Jan Palach
Kale elzetakken flirten met grafzerken,
eenzaam als verstokte vrijgezellen. Winter-
licht valt op het plekje naakte aarde, niet
ver van de kerkhofmuur.
Ik ken zijn foto, de zachte jongenstrekken,
eenentwintig jaar, zijn toekomst legde hij
in de as (ofschoon geen zelfmoordenaar).
Ik weet de plek op de Wenceslasplein,
het vuur rende met hem mee, drong steeds
dieper in zijn huid. De oogleden weggebrand
doet zijn nacht voorgoed geen ogen dicht.
Met geheven vlam zweren kaarsen sindsdien
onze eed van trouw. Ook op dat plekje op
Olsany. Het is weer lente. En wat voor één.
De elzen kijken hun katjes uit.
.
Liefste
J.W.F. Werumeus Buning
.
Vandaag onder de noemer (bijna) vergeten dichters, de Nederlandse dichter en schrijver Werumeus Buning (1891 – 1958). Werumeus Buning was bevriend met Adriaan Roland Holst. Roland Holst moedigde zijn vriend, die op dat moment kunstredacteur bij de Telegraaf was, aan gedichten te gaan schrijven.
In 1921 verscheen zijn eerste dichtbundel ‘In memoriam’, over de dood van zijn geliefde. Daarop volgde ‘Hemel en Aarde’ (1927) waarin Werumeus Buning de stijlvorm van de ballade uitprobeerde. In die vorm dichtte hij zijn grootste succes: ‘Mária Lécina’ (1932) gevolgd door ‘Drie balladen’ (1935), waarvan de ‘Ballade van den boer’ de bekendste is ( wie kent de regel :”Maar de boer, hij ploegde voort” niet?).
In de oorlog trad Werumeus Buning toe tot de Kultuurkamer, wat hem na de oorlog een publicatieverbod van één jaar opleverde. Mede hierdoor was zijn populariteit tanende. Na de oorlog bleef hij actief als dichter en vertaalde hij werken van Shakespeare, Cervantes en Herman Melville.
Uit de bundel ‘Verzamelde gedichten’ uit 1948 het gedicht ‘Liefste’.
.
Liefste
.
Liefste ik ben de droefenis gaan beminnen,
omdat geen andere méér uw ogen had.
Het was een duister, roekeloos beminnen;
Ik heb niet meer van haar dan u gehad.
.
Want droefenis was als gij waart in mijn leven
om uwe ogen heb ik haar bemind.
Was zij van u niet liefde’s enigst kind?
Zij was als gij, zij is niet lang gebleven.
.
En droefenis ging henen om het smeken
dat zij van u zou laten wat nog was:
de zachtheid, die in mij gebleven was
als een oud nest, waarom de takken breken.
.
En droefenis, mijn lief, heeft mij verlaten
want ik was nimmer gans met jaar alleen
ik bleef van u, ik ben alleen gelaten;
Zij was als gij, en anders was er geen.
.
En droefenis, mijn lief, heeft al het oude
gebroken uit de takken van het hart.
Waar zijn haar ogen, ùwe bleke, gouden,
en waartoe zwelt genezen in het hart?
.
Zomer in Rotterdam
Frans Vogel (1935-2016)
.
Op 11 maart zou de Rotterdamse kunstenaar/dichter Frans Vogel 81 zijn geworden. Hij haalde het net niet. Op 19 februari overleed hij in Rotterdam. Vogel werd ooit bestempeld als het Rotterdamse antwoord op zelfkantschrijver Charles Bukowski, wat mij betreft een prima reden om hier een gedicht van hem te plaatsen.
In 2015 werd, naar aanleiding van zijn tachtigste verjaardag, nog een tentoonstelling ingericht in Galerie Wind op het Noordereiland in Rotterdam. Onder de titel ‘Ken zó in Boijmans’ vierde de galerie het leven van de dichter en beeldend kunstenaar. Van Frans Vogel was ook enige tijd de dichtregel ‘Jong begeerd, oud afgedaan’ te vinden op een vuilniswagen van de Roteb.
Uit ‘Passionate’ uit 1996 het gedicht ‘Zomer in Rotterdam’.
Met dank aan http://www.dbnl.org
Kruistocht in spijkerbroek
Frans Vogel
.
De Rotterdamse dichter Frans Vogel is 80 jaar en wordt in een uitgebreid artikel in de Volkskrant van gisteren besproken en aan het woord gelaten. Frans is columnist, copywriter en dichter. Rien Vroegindeweij noemde hem ooit ‘de Charles Bukowski van de Rotterdamse underground’. Hier een typerend gedicht uit zijn, in 2005 gepubliceerde, bundel ‘Gelukkig maar, laatstverzamelde werk’.
.
(Met dank aan Thea Beckman)
Fernando Pessoa
Vrijheid
.
Fernando Pessoa (1888-1935) is één van de belangrijkste dichters in het Portugese taalgebied en misschien wel de meest betekenisvolle dichter uit de 20ste eeuw. Reeds op jonge leeftijd leest en bestudeert hij de grote dichters en schrijvers uit de wereldliteratuur zoals William Shakespeare, John Milton, William Wordsworth, Edgar Allan Poe, Lord Byron, John Keats, Charles Dickens, Charles Baudelaire, Paul Verlaine en Arthur Rimbaud maar ook de grote dichters uit de Portugese literaire traditie.
Van Pessoa is veel vertaald door August Willemsen, zo ook de bundel ‘Gedichten uit 1978’ . Uit deze bundel het gedicht Vrijheid.
.
Vrijheid
.
Hoe heerlijk, ach hoe licht
is het verzaken van een plicht,
het boek dat voor ons ligt
blijft ongelezen, dicht!
Lezen vergt geduld.
Studeren stelt niets voor.
De zon verguldt
zonder één moeilijk woord.
.
De rivier stroomt voort, uiteindelijk,
zonder eerste druk.
En de bries die blaast,
zo vanzelfsprekend ochtendlijk,
heeft, daar ze tijd heeft, geen haast…
.
Boeken zijn vellen papier met inkt bedrukt.
Studeren is iets dat onduidelijk verduidelijkt
het verschil tussen niemendal en niets.
.
Hoeveel beter is het, wanneer het mist,
te wachten op Dom Sebastião,
of hij nu komt of niet!
.
Groots is poëzie, goedheid, schone kunsten…
Maar kinderen zijn ’s werelds schoonste gunsten,
en bloemen, muziek, maanlicht, en de zon die op z’n hoogst
teleurstelt als hij niet doet groeien maar verdroogt.
.
En al het overige is dus
Jezus Christus
.
The Raven
Edgar Allen Poe
.
Het meest beroemde gedicht van Edgar Allan Poe ‘The Raven’ (uit 18450 heeft talloze verfilmingen en niet te vergeten honderden verwijzingen en referenties in de pop en populaire cultuur. Leuk weetje: Boris Karloff speelt in zowel The Raven (1935) als in The Raven (1963) . De twee films zijn alleen verbonden door de titel en verwijzingen naar Poe’s werk (de eerste betreft een interpretatieve dans van het gedicht, de laatste is een komedie). En die twee staan nog los van The Raven (1915) en The Raven (2012).
Het gedicht van Edgar Allen Poe heeft dus nogal wat los gemaakt bij filmmakers. Het gedicht is nogal lang vandaar dat ik hier de eerste en laatste strofe plaats.
Wil je het hele gedicht lezen, dan kan dat op http://www.heise.de/ix/raven/Literature/Lore/TheRaven.html
.
The Raven
.
Once upon a midnight dreary, while I pondered weak and weary,
Over many a quaint and curious volume of forgotten lore,
While I nodded, nearly napping, suddenly there came a tapping,
As of some one gently rapping, rapping at my chamber door.
`’Tis some visitor,’ I muttered, `tapping at my chamber door –
Only this, and nothing more.’
.
And the raven, never flitting, still is sitting, still is sitting
On the pallid bust of Pallas just above my chamber door;
And his eyes have all the seeming of a demon’s that is dreaming,
And the lamp-light o’er him streaming throws his shadow on the floor;
And my soul from out that shadow that lies floating on the floor
Shall be lifted – nevermore!
.
Het hele gedicht voorgedragen door Vincent Price.
.
Fabrique
Willem van Toorn
.
Willem van Toorn (1935) is schrijver, dichter, toneelschrijver, vertaler en bloemlezer. Met name in de jaren ’70 en ’80 van de vorige eeuw was Willem van Toorn een grote naam in de poëzie. Hij won in die periode vele poëzieprijzen, publiceerde vele bundels en zat in een aantal jury’s van poëziewedstrijden. Een uitgebreide bio- en bibliografie kun je lezen op de website van schrijversinfo.nl op http://www.schrijversinfo.nl/toornvanwillem.html . Willem van Toorn’s gedichten zijn doortrokken van een liefdevolle ironie waarbij het thema (on)zekerheid centraal staat.
Uit de bundel ‘Gedichten 1960-1997’ uit 2001, het gedicht Fabrique.
.
Fabrique
.
Is dit nog wel een tuin? Wat moet ik met
deze pagode zonder goden, obelisk
die slechts zichzelf gedenkt, een niks
met niks verbindende brug uit Tibet.
.
Vijvers waar je ook kijkt. Wolken erin
maar van een mens geen spiegelbeeld. Ik buig
mij over leegte. Een jachthuis
waar nooit een jager in woonde. Onzin.
.
Vond ik je hier, was je een herderin
met valse blossen. Nagespeeld. Niet pluis.
.
Mag ik voelen zij hij
E.E. Cummings vertaald door Lepus
.
Al eerder plaatste ik een gedicht van een E.E. Cummings dat was vertaald door Lepus.
Omdat ze zo bijzonder zijn, ook in het Nederlands hier nog een gedicht van E.E. met als titel ‘Mag ik voelen zij hij’ (May I feel said he) uit de bundel No Thanks uit 1935.
.
mag ik voelen zei hij
.
mag ik voelen zei hij
(‘k zal gillen zei zij
één keer maar zei hij)
’t is leuk zei zij
.
mag ik strelen zei hij
hoeveel zei zij
heel veel zei hij)
waarom niet zei zij
.
(kom op zei hij
niet te ver zei zij
wat is te ver zei hij
waar je bent zei zij)
,
mag ik blijven zei hij
(hoe bedoel je zei zij
zoals dit zei hij
als jij kust zei zij
,
mag ik doorgaan zei hij
als het liefde is zei zij)
als je lust hebt zei hij
(je bent te driest zei zij
,
dat is ’t leven zei hij
maar jouw vrouw zei zij
nou zei hij)
auw zei zij
,
(lekker zei hij
niet stoppen zei zij
o nee zei hij)
nu traag zei zij
,
(kkklaar? zei hij
mmm zei zij)
jij bent zalig! zei hij
(jij bent Van Mij zei zij)
.
Vertaald door Lepus met dank aan http://users.telenet.be/gaston.d.haese/cummings_nl.html
.

















