Site-archief

Bemoediging

Wolf Biermann

.

De Poëzie van de Duitse dichter en zanger (Karl) Wolf Biermann (1936)  staat in het teken van het gedeelde Duitsland. Ook uitte hij fundamentele kritiek op het stalinistische regime van het voormalige Oost-Duitsland in zijn gedichten. Hij wordt dan ook vooral als een politiek dichter gezien.

Zijn vader werd als Jood en verzetsman vermoord in Auschwitz en op 14 jarige leeftijd (wat zijn verdere leven getekend heeft), was hij al lid van de Freie Deutsche Jugend (een communistische jeugdbeweging). In 1953 verhuisde hij op 17 jarige leeftijd naar de DDR. Daar begon hij met het schrijven van gedichten en liederen. In 1963 leidde het stuk Berliner Brautgang tot het eerste conflict met de autoriteiten. Het door hem opgerichte Berliner Arbeiter- und Studententheater wilde dit stuk spelen, dat over de bouw van de Berlijnse Muur handelde. Het mocht niet worden opgevoerd en het theater -een verbouwd cinemazaaltje- werd gesloten voordat de première kon plaatsvinden. In datzelfde jaar werd hij ook geweigerd als lid van de communistische partij van de DDR, de SED.

Nadat in 1965 zijn gedichtenbundel “Die Drahtharfe” en zijn eerste langspeelplaat “Wolf Biermann (Ost) zu Gast bei Wolfgang Neuss (West)” worden uitgegeven in de Bondsrepubliek, verbiedt de DDR-overheid Biermann om nog op te treden, te publiceren of buiten de DDR te reizen. De SED beschuldigt hem van klassenverraad en obsceniteit. Vanaf dat moment komt werk van Biermann dan ook vooral uit in West Duitsland waarna dit clandestien zijn weg vindt naar Oost Duitsland.

In 1976 mag hij voor het eerst weer naar West Duitsland om op te treden. Als hij daar verblijft wordt zijn staatsburgerschap van de DDR ingetrokken en kan hij niet meer terug naar de DDR, ondanks grote protesten van schrijvers, kunstenaars en intellectuelen uit het West en Oost Duitsland.

Biermann zette zijn carrière verder met optreden en nieuwe teksten, waarin hij de DDR op de korrel bleef nemen en tegelijk ook zijn geloof in een vorm van socialisme en communisme tegen het stalinisme uitte. Hij brak later met zijn socialistische overtuiging, terwijl er eind jaren 80 ook een zekere actie-moeheid zichtbaar werd. In de jaren  ’90 kreeg hij meer interesse in zijn Joodse roots, treedt regelmatig op in Israël en vertaalt hij Joodse poëzie. Tegenwoordig woont Biermann in Hamburg en is nog altijd actief. Hij ontving meerdere prijzen voor zijn werk zoals  de Georg-Büchner-Preis in 1991, en is sinds zijn zeventigste verjaardag in 2006 drager van het Groβes Bundesverdienstkreuz. Ook is hij ereburger van de stad Berlijn.

Uit 1968 het gedicht ‘Ermutigung’ (bemoediging) in het origineel en in vertaling van L. van Summeren.

.

Ermutigung

Du, laß dich nicht verhärten
in dieser harten Zeit.
Die allzu hart sind, brechen,
die allzu spitz sind, stechen
und brechen ab sogleich. Du, laß dich nicht verbittern
in dieser bittren Zeit.
Die Herrschenden erzittern
– sitzt du erst hinter Gittern –
doch nicht vor deinem Leid. Du, laß dich nicht erschrecken
in dieser Schreckenszeit.
Das wolln sie doch bezwecken
daß wir die Waffen strecken
schon vor dem großen Streit. Du, laß dich nicht verbrauchen,
gebrauche deine Zeit.
Du kannst nicht untertauchen,
du brauchst uns und wir brauchen
grad deine Heiterkeit. Wir wolln es nicht verschweigen
in dieser Schweigezeit.
Das Grün bricht aus den Zweigen,
wir wollen das allen zeigen,
dann wissen sie Bescheid

 

Bemoediging
Jij laat je niet verharden
In deze harde tijd
Die veel te hard zijn breken
Die veel te scherp zijn steken
En breken af meteen. Jij laat je niet verbitteren
In deze bittere tijd
De heersers zullen sidderen
Jij zit niet achter spijlen
Voor jouw verdriet
Toch niet voor jouw verdriet. Jij, laat je niet afschrikken
In deze deze tijd van schrik
Ze willen immers zorgen
Dat we de wapens strekken
Nog voor de grote strijd. Jij, laat je niet verbruiken
Gebruik de tijd van jou
Je kunt niet onderduiken
Wij kunnen je gebruiken
Vooral je energie. We zullen niets verhullen
In deze verhulde tijd
Het groen breekt uit de twijgen
Wij willen dat iedereen tonen
Dan weten zij het ook

.

biermann

Met dank aan Wikipedia.

Bovenbouw

Hans Magnus Enzensberger

.

De Duitse schrijver, dichter, vertaler en redacteur Hans Magnus Enzensberger (1929) is een wereldberoemde Duitse auteur die ook onder het  pseudoniem Andreas Thalmayr publiceerde. In de bundel ‘A thing of beauty’ die Menno Wigman en Rob Schouten samenstelden, en die een verzameling van de bekendste gedichten uit de wereldliteratuur bevat, is een gedicht opgenomen van Enzensberger met de titel ‘in het leesboek voor de bovenbouw’.  Dit ironisch bedoelde gedicht verscheen in 1957. Voor de liefhebbers van poëzie in de oorspronkelijke taal hier het gedicht in het Duits en in de vertaling van Martin Mooij.

.

Ins Lesebuch für die Oberstufe

Lies keine Oden, mein Sohn, lies die Fahrpläne:
sie sind genauer. Roll die Seekarten auf,
eh es zu spät ist. Sei wachsam, sing nicht.
Der Tag kommt, wo sie wieder Listen ans Tor
schlagen und malen den Neinsagern auf die Brust
Zinken. Lern unerkannt gehn, lern mehr als ich:
das Viertel wechseln, den Paß, das Gesicht.
Versteh dich auf den kleinen Verrat,
die tägliche schmutzige Rettung. Nützlich
sind die Enzykliken zum Feueranzünden,
die Manifeste: Butter einzuwickeln und Salz
für die Wehrlosen. Wut und Geduld sind nötig,
in die Lungen der Macht zu blasen
den feinen tödlichen Staub, gemahlen
von denen, die viel gelernt haben,
die genau sind, von dir.

.

In het leesboek voor de bovenbouw

.

Lees geen odes mijn zoon, lees de dienstregelingen:

die zijn secuurder. Rol de zeekaarten op

voor het te laat is. Wees waakzaam, zing niet.

De dag zal komen dat ze weer lijsten op de deur

plakken en nee-zeggers tekens op de borst

verven. Leer onherkenbaar te gaan, leer meer dan ik:

van buurt te wisselen, van pas, van gezicht.

wees vertrouwd met het kleine verraad,

de dagelijkse, morsige redding. Bruikbaar

zijn de encyclieken om vuur aan te steken,

de manifesten: om boter in te pakken en zout

voor de weerlozen. Woede en geduld zijn nodig

om in de longen van de macht te blazen

het fijne dodelijke stof, gemalen

door degenen die veel hebben geleerd,

die zeker zijn, van jou.

.

DOCU_GRUPO

atob

 

De Elfenkoning

Johann Wolfgang von Goethe

.

Altijd als ik iets lees over of van Johann Wolfgang von Goethe (1749 – 1832) moet ik denken aan Boudewijn Büch en zijn dweperige liefde voor deze beroemde Duitse schrijver, dichter, wetenschapper, filosoof, staatsman, natuuronderzoeker en toneelschrijver (dat kon in die tijd nog, zoveel verschillende carrières hebben). Ik denk dat je Büch bewust moet hebben meegemaakt om dit te herkennen.

Dat had ik ook weer toen ik in de hele fijne bundel ‘Gedichten die vrouwen aan het huilen maken’ las welk gedicht Inez Weski had gekozen als gedicht dat haar tot tranen roerde als kind. het betreft hier het gedicht ‘De Elfenkoning’ van Goethe (in een vertaling van Erik Derycke). Of ‘Erlkönig’ zoals de Duitse titel luidt uit 1782.

Ze zegt hierover: “Het gaat over een vader, die te paard met zijn ijlende kind door de nacht rijdt in de ijdele hoop op hulp. Je voelt vooral die wanhoop van de vader, die zijn kind geruststelt, en de onafwendbaarheid van het noodlot.”

.

De Elfenkoning

Wie rijdt er zo laat door nacht en wind?
Het is een vader met zijn kind.
Hij houdt de jongen vast in zijn arm,
Omklemt hem stevig en houdt hem warm.-

Waarvoor toch ben je zo bang, mijn zoon?-
Voor de elfenkoning, met mantel en kroon;
Zie jij dan, vader, de elfenkoning niet?-
Mijn zoon, dat is een nevelsliert.-

‘Mijn liefste kind, kom mee met mij!
Zo’n leuk spelletjes spelen wij:
Vol bonte bloemen staat ons strand;
Mijn moeder kleedt ons met goud en kant.’-

Ach vader, ach vader, heb je niet gehoord
Waarmee de koning mij zachtjes bekoort?-
Wees rustig, blijf rustig mijn kind!
In dorre bladeren ritselt de wind.-

‘Ga mee met mij en leer mij kennen;
Mijn dochters zullen jou verwennen,
Ze dansen elke nacht, mijn lieve knaap,
En wiegen en zingen je daarna in slaap.’-

Ach vader, ach vader, kijk ginds naast de baan:
Zie je de koning zijn dochters niet staan?-
Mijn zoon, ik zie ze helder en klaar;
Het lijken die oude grijze wilgen daar.-

‘Ik hou van jou, je bent al wat nu voor mij telt;
En ben je niet willig, dan gebruik ik geweld.’-
Ach vader, ach vader, nu raakt hij me aan!
Elfenkoning heeft mij pijn gedaan!-

De vader huivert, hij rijdt gezwind
Hij houdt in zijn armen het kermende kind,
Bereikt de hoeve ternauwernood;
Het kind in zijn armen was dood.

.

erl_king_sterner

gdv

Zij die vielen

Jules Deelder, laatste keer dichter van de maand

.

Ten tijde van het Europees Kampioenschap voetbal in Duitsland schreef Jules Deelder het gedicht ‘Nationaal gedicht’ waarin hij een verwijzing naar een ander gedicht van hem gebruikte namelijk het gedicht ‘Zij die vielen’  uit de bundel ‘Renaissance gedichten ’44-’94’,  uit 1994.

Waar het eerste gedicht over voetbal en de oorlog gaat, is het tweede volledig gewijd aan de oorlog. Zoals je van Deelder mag verwachten.

.

Nationaal gedicht
(21-6-’88)

Oooooooo!
Hoe vergeefs
des doelmans hand

zich strekte
naar de bal
die één minuut

voor tijd
de Duitse doel-
lijn kruiste

Zij die vielen
rezen juichend
uit hun graf

.

Zij die vielen

.

Op een glooiing langs de weg

Eergens tussen Verdun en Metz

Liggen onder zwarte kruizen

Naast vele ‘unbekannte’ Duit

Schers ook Max Rust en Karl

Knoche voor lul het Laatste

Oordeel af te wachten met

.

Naast zich Kurt Engel en

Oswald Granat en Friedrich

Held en Emil Waghals dáár

Weer naast en iets verderop

Heinz Pardon en Oskar Fried-

Hof en Gottlob Puf die uit-

Gerekend kanonnier was en

.

In ’t enige door bloemen ge-

Markeerde graf Otto Blümchen

Geflankeerd door – zonder

Dollen – Ernst Kopfschutsz

En Franz Schlemiel met dáár

Weer naast – o ironie – the

One and only Jakob Krieg

.

renaissance

Zo of zo

Karin Kiwus

.

De Duitse dichter Karin Kiwus (1942) heeft een maatschappelijke loopbaan die haar voerde van redacteur bij Suhrkamp Verlag, hoofd van de afdeling Literatuur van de Berlijn Academy of Arts, gastdocent aan de Universiteit van Austin, Texas, docent Vrije universiteit van Berlijn en redacteur bij de Academie voor Beeldende Kunsten in Hamburg.

In 1976 debuteerde ze met de bundel ‘Aan beide zijden van de aanwezigheid’ waarna nog 6 bundels volgden. Ze ontving voor haar werk onder andere de Literatuurprijs van de stad Bremen en de Wiesbaden poëzieprijs Orphil.

In een vertaling van Joke Gerritsen en Martin Mooij het gedicht ‘Zo of zo’ of ‘So oder so’.

.

Zo of zo

.

Mooi

geduldig

met elkaar

langzaam oud

en gek worden

.

aan de andere kant

.

alleen

gaat het natuurlijk

veel vlugger

.

So oder so

.

Schön

geduldig

miteinander

langsam alt

und verrückt werden

.

andrerseits

.

allein

geht es natürlich

viel schneller

.

karin_kiwus

Goethe als dichter

Dodendans

.

Eind 2012 schreef ik al eens over Goethe als dichter. De schrijver en wetenschapper Johann Wolfgang von Goethe (1749 – 1832, dat von kreeg hij toegevoegd aan zijn naam toen hij in 1782 in de adelstand werd verheven) is natuurlijk vooral bekend en beroemd om zijn proza. Goethe begon ook pas laat met dichten. Componist Franz Schubert was een groot liefhebber van de poëzie van Goethe en zette er verschillende op muziek. Hieronder het gedicht ‘Totentanz’ of ‘Dance of Death’ in een vertaling van Edgar Alfred Bowring uit 1874 voor wie, zoals ik, het Engels eenvoudiger te begrijpen is dan het Duits.

.

Totentanz                                                                                                    Dance of Death

Der Türmer, der schaut zu Mitten der Nacht The warder looks down at the mid hour of night,
Hinab auf die Gräber in Lage; On the tombs that lie scatter’d below:
Der Mond, der hat alles ins Helle gebracht; The moon fills the place with her silvery light,
Der Kirchhof, er liegt wie am Tage. And the churchyard like day seems to glow.
Da regt sich ein Grab und ein anderes dann: When see! first one grave, then another opes wide,
Sie kommen hervor, ein Weib da, ein Mann, And women and men stepping forth are descried,*
In weißen und schleppenden Hemden. In cerements** snow-white and trailing.
Das reckt nun, es will sich ergetzen sogleich, In haste for the sport soon their ankles they twitch,
Die Knöchel zur Runde, zum Kranze, And whirl round in dances so gay;
So arm und so jung, und so alt und so reich; The young and the old, and the poor, and the rich,
Doch hindern die Schleppen am Tanze. But the cerements stand in their way;
Und weil hier die Scham nun nicht weiter gebeut, And as modesty cannot avail them aught here,
Sie schütteln sich alle, da liegen zerstreut They shake themselves all, and the shrouds soon appear
Die Hemdlein über den Hügeln. Scatter’d over the tombs in confusion.
Nun hebt sich der Schenkel, nun wackelt das Bein, Now waggles the leg, and now wriggles the thigh,
Gebärden da gibt es vertrackte; As the troop with strange gestures advance,
Dann klippert’s und klappert’s mitunter hinein, And a rattle and clatter anon rises high,
Als schlüg’ man die Hölzlein zum Takte. As of one beating time to the dance.
Das kommt nun dem Türmer so lächerlich vor; The sight to the warder seems wondrously queer,
Da raunt ihm der Schalk, der Versucher, ins Ohr: When the villainous Tempter speaks thus in his ear:
Geh! hole dir einen der Laken. “Seize one of the shrouds that lie yonder!”
Getan wie gedacht! und er flüchtet sich schnell Quick as thought it was done! and for safety he fled
Nun hinter geheiligte Türen. Behind the church-door with all speed;
Der Mond, und noch immer er scheinet so hell The moon still continues her clear light to shed
Zum Tanz, den sie schauderlich führen. On the dance that they fearfully lead.
Doch endlich verlieret sich dieser und der, But the dancers at length disappear one by one,
Schleicht eins nach dem andern gekleidet einher, And their shrouds, ere they vanish, they carefully don,
Und, husch, ist es unter dem Rasen. And under the turf all is quiet.
Nur einer, der trippelt und stolpert zuletzt But one of them stumbles and shuffles there still,
Und tappet und grapst an den Grüften; And gropes at the graves in despair;
Doch hat kein Geselle so schwer ihn verletzt, Yet ‘tis by no comrade he’s treated so ill
Er wittert das Tuch in den Lüften. The shroud he soon scents in the air.
Er rüttelt die Turmtür, sie schlägt ihn zurück, So he rattles the door—for the warder ‘tis well
Geziert und gesegnet, dem Türmer zum Glück, That ‘tis bless’d, and so able the foe to repel,
Sie blinkt von metallenen Kreuzen. All cover’d with crosses in metal.
Das Hemd muß er haben, da rastet er nicht, The shroud he must have, and no rest will allow,
Da gilt auch kein langes Besinnen, There remains for reflection no time;
Den gotischen Zierat ergreift nun der Wicht On the ornaments Gothic the wight seizes now,
Und klettert von Zinne zu Zinnen. And from point on to point hastes to climb.
Nun ist’s um den armen, den Türmer getan! Alas for the warder! his doom is decreed!
Es ruckt sich von Schnörkel zu Schnörkel hinan, Like a long-legged spider, with ne’er-changing speed,
Langbeinigen Spinnen vergleichbar. Advances the dreaded pursuer.
Der Türmer erbleichet, der Türmer erbebt, The warder he quakes, and the warder turns pale,
Gern gäb er ihn wieder, den Laken. The shroud to restore fain had sought;
Da häkelt—jetzt hat er am längsten gelebt— When the end,—now can nothing to save him avail—
Den Zipfel ein eiserner Zacken. In a tooth formed of iron is caught.
Schon trübet der Mond sich verschwindenden Scheins, With vanishing lustre the moon’s race is run,
Die Glocke, sie donnert ein mächtiges Eins, When the bell thunders loudly a powerful One,
Und unten zerschellt das Gerippe. And the skeleton fails, crush’d to atoms.
Met dank aan http://german.about.com/library/bltotentanz.htm

goethe_1

Die Sonne

Rammstein

.

Eerder schreef ik over de gedichten en de poëzie van de zanger van Rammstein, Till Lindemann. Hij had toen net de bundel ‘In stillen Nächten’ gepubliceerd. Zelf hou ik erg van het nummer ‘Sonne’. Ondanks de opsomming heeft de tekst zeker een poëtisch gehalte. Daarom hier de tekst en de video van dit fijne nummer.

.

Sonne

eins, zwei, drei, vier, fünf, sechs, sieben, acht, neun, aus

Alle warten auf das Licht
Früchtet euch, früchtet euch nicht
Die Sonne scheint mir aus den Augen
Sie wird heute Nacht nicht untergehen
Und die Welt zählt laut bis zehn

Eins, Hier kommt die Sonne
Zwei,Hier kommt die Sonne
Drei, Sie ist der hellste Stern von allen
Vier, Hier kommt die Sonne

Die Sonne scheint mir aus den Händen
Kann verbrennen, kann euch blenden
Wenn sie aus den Fäusten bricht
Legt sich Eis auf das Gesicht

Sie wird heut’ Nacht nicht untergehn
Und die Welt zählt laut bis zehn

Eins, Hier kommt die Sonne
Zwei,Hier kommt die Sonne
Drei,Sie ist der hellste Stern von allen
Vier,Hier kommt die Sonne
Fünf,Hier kommt die Sonne
Sechs,Hier kommt die Sonne
Sieben, Sie ist der hellste Stern von allen
Acht, Hier kommt die Sonne

Die Sonne scheint mir aus den Händen
Kann verbrennen, kann DICH blenden
Wenn sie aus den Fäusten bricht
Legt sich Heiß auf dein Gesicht
Legt sich schmerzend auf die Brust
Das Gleichgewicht wird zum Verlust
Lässt dich hart zu Boden gehn
Und die Welt zählt laut bis zehn

Eins, Hier kommt die Sonne
Zwei,Hier kommt die Sonne
Drei,Sie ist der hellste Stern von allen
Vier,Und wird nie vom Himmel fallen
Fünf,Hier kommt die Sonne
Sechs,Hier kommt die Sonne
Sieben,Sie ist der hellste Stern von allen
Acht, Neun, Hier kommt die Sonne

.

Sonne

Voetsporen

Amir Afrassiabi

.

In 2000 werd door de stichting Schrijven en de stichting Dunya de bundel ‘Voetsporen’ uitgegeven. In deze bundel gedichten van dichters die hun wortels in een ander land of andere cultuur hebben. Amir Afrassiabi, Brigitta Hacham, Akbar, Ilbegi, Marianne Littooy, Guillaume Pool en Myra Römer zijn allemaal met een aantal gedichten in deze bundel vertegenwoordigd.

Amir Afrassiabi (1934) woont en werkt sinds 1986 in Nederland. De in Iran geboren dichter studeerde literatuur en architectuur en was werkzaam als architect. Sinds de jaren vijftig werden zijn verhalen, essays en gedichten in verschillende literaire tijdschriften in Iran gepubliceerd. Hij schreef drie Perzischtalige poëziebundels ‘Najaarspraatjes’ (1962), ‘Met de zeevogels’ (1993) en ‘Het station’ (1998).

Amir is voorzitter van de Iraanse stichting voor Cultuur en Kennis en redacteur van het (in Iran verboden en in Duitsland verschijnende) culturele maandblad ‘Gardoun’en redacteur van het literaire tijdschrift ‘Maks’ in Zweden.

Uit deze bundel het gedicht ‘Nood’van zijn hand dat in deze warme dagen herkenning zal brengen.

.

Nood

.

Moeder had een bevroren god

in haar geërfde ijskast,

bewaarde hem daar

voor de dagen van nood,

de snikhete zomerdagen.

Wie zomaar van hem at, wachtte

vreselijke straf. Het was

aangrijpend te horen hoe Vader

hem in zijn vloeken ontzag:

Nu is het tijd, de hoogste tijd,

de tijd van nood is aangebroken hier.

Het is snikheet. het is zo warm geworden,

alles smelt. Ook

de ijskast.

.

Voetsporen

Amir Afrassiabi_01

The cabinet of lost and found

Wunderkammer

.

In 2009 werd door de Red Room Company voor het Sydney Writer’s Festival een project uitgevoerd onder de titel ‘The cabinet of lost and found’. Het bestond uit een curiositeitenkabinet met daarin een installatie van gedichten en objecten waar het publiek dan in kon snuffelen. In de Renaissance waren deze zogenaamde Wunderkammer al heel hip.  Destijds verzamelden mensen in hun woning op een speciale plek bijzondere en zeldzame voorwerpen om te laten zien aan bezoekers.

Binnen dit project werd studenten van de Ogilvie Highschool, hierin ondersteunt door dichter Esther Ottoway, gevraagd om een talismanachtig object uit te zoeken dat als stimulans kon zorgen voor de keuze van gedichten en objecten. Op deze manier kon elk van hen een bijzondere en persoonlijke Wunderkammer samenstellen of men kon dit in groepjes doen. Van dit project is een boek samengesteld door blurb.com

Hieronder een gedicht uit een van de Wunderkammers van  Kara Kollo-Hay.

.

My great grandmother’s ring 

.

When my mind was still unmarked,

When I stood on tip toes to reach the kitchen door,

I found the little band in a bowl of ornaments.

It caught my eye and fit my finger.

 

I wore it ‘til it meant more than it cost,

Now my mind is jam-packed

My own mother looks up at me,

The rings I wear all hold meaning,

But the little gold band I found at eight still clutches my finger,

Growing thinner and thinner by day,

Its battered surface and uneven bend carries history and time.

Four generations in a continuous circle.

As the ring turns,

It reflects us all.

.

clf1

clf2

 

cabinet_of_lost__found_20_small.jpg.500x500_q85

 

Meer info over de Red Room Company op hun website: http://redroomcompany.org/about/

Altijd kleurt je bloed mijn wangen rood

Else Lasker-Schüler

.

Else Lasker-Schüler (1869-1945) gold al tijdens haar leven als een van de grootste liefdes dichteressen uit het Duitse taalgebied, Niet eerder legde een dichteres zo schaamteloos haar hart op tafel. In een zeldzaam beeldende, bijna hyperventilerende taal bezwoer zij alle seizoenswisselingen van de liefde, soms zelfs in één gedicht tegelijk.

Dit staat te lezen achterop de bundel die ik voor 50 cent op de kop tikte bij (voorheen) de Slegt met de titel ‘Altijd kleurt je bloed mijn wangen rood’. Een bijzonder bundeltje met gedichten in het Duits en in vertaling van Menno Wigman.

Over haar leven staat op Wikipedia: Lasker-Schüler schreef zwaar bevlogen, lyrische werken, ook in haar verhalen en in haar toneelstuk Die Wupper. Haar poëzie is bewust irrationeel en werkt met associaties en aaneenrijgingen. De figuren die ze in haar proza ten tonele voert, zijn vaak vermomde mensen uit haar omgeving. Ze spint allegorische constellaties van sprookjesachtige situaties en laat een grote verscheidenheid aan emoties de revue passeren.

Ze neemt deel aan avant-gardistische bijeenkomsten van expressionistische dichters, was zeer gerespecteerd en had vele vrienden onder dichters, schrijvers en kunstenaars. In 1933 vlucht ze Duitsland uit naar Zwitersland omdat ze van Joods komaf was, dan reist ze door naar Egypte en Palestina waar ze in 1945 berooid sterft.

Uit de bundel het gedicht’O je handen’.

.

O, je handen

.

Zijn mijn kinderen.

Al mijn speelgoed

ligt in hun holten

.

Steeds speel ik soldaatje

Met je vingers, kleine ruiters,

Tot ze omvallen.

.

Wat heb ik ze lief,

Je jongenshanden, allebei.

.

 

O, deine Hände

.

Sind meine Kinder.

Alle meine Speilsachen

Liegen in ihre Gruben.

.

Immer spiel ich Soldaten

Mit deinen Fingern, kleine Reiter,

Bis sie umfallen.

.

Wie ich sie liebe

Deine Bubenhände, die zwei.

.

Else_Lasker-Schüler_1875

 

altijd