Site-archief

Nieuwe Waterweg

Ab van Oosten

.

Ik kocht de bundel ‘Palet, eenvoudige poëzie uit deze eeuw’ verzameld door A.C. Bosch uit 1970. Deze eeuw is dus de 20ste eeuw die in 1970 nog een stukje te gaan had, maar soit. A.C. Bosch was leraar aan het Stedelijk Gymnasium te Leeuwarden dus die zal geweten hebben welke keuze hij moest maken.

Naast een naam en adres staat voorin geschreven met pen: Be careful books are your friends! Waarom je daarvoor voorzichtig mee moet zijn is me een raadsel maar altijd leuk een handgeschreven toevoeging aan een bundel. In deze bundel veel bekende maar ook veel onbekende of niet meer bekende dichters. In de inleiding lees ik: “Alweer een bloemlezing dus? Zo men wil: ja. Dit werkje verschilt echter in één – naar de samensteller meent essentieel- opzicht van zijn voorgangers. Het is geschreven voor “ongeschoolde” lezers, waarbij in de eerste plaats is gedacht aan de leerlingen uit de laagste drie klasse van onze middelbare scholen.” Kom daar nog maar eens om tegenwoordig.

Het criterium dat de samensteller aanhield was dat van eenvoud en begrijpelijkheid. Ook schrijft de samensteller dat ‘de volgorde waarin de gedichten zijn afgedrukt zo is gekozen, dat een geleidelijke opklimming in ‘moeilijkheid’ is bereikt’. Het gedicht dat ik heb gekozen is van A.J.D. van Oosten (1898 – 1969) dichter, prozaïst, galeriehouder en journalist. Redactiesecretaris van ‘De Gemeenschap’ (1934 – 1939). Het gedicht is getiteld ‘Nieuwe Waterweg’.

Ik koos voor dit gedicht omdat de Nieuwe Waterweg het laatste stuk is van de verbinding van Rotterdam met zee, dat in 1872 in gebruik werd genomen, en dus dit jaar 150 jaar bestaat. Een tweede reden is dat in Maassluis (gelegen aan een deel van de Nieuwe Waterweg, namelijk het Scheur) dit 150 jarig bestaan groots gevierd gaat worden en, in het gedicht, genoemd wordt.

.

Nieuwe Waterweg

.

Rookpluim en vlag wapperen vóór de boot,

het dode tij staat breed tussen de pieren;

hier lijkt het land nog onbevolkt en groot

als overal bij monden van rivieren;

.

er is geweldig licht ter zuidwest-kim

daar liggen Rozenburg, den Briel, Rockanje;

links strekt zich Holland in een verre schim,

de hoge torens duiken onder regenfranje;

.

de vaart volgt scherp de wenk van bocht en baak,

de scherpe boeg bijt grimmig door de golven;

men raakt hier kalm-aan zeker van zijn zaak,

geen zeemansgraf is ooit hier nog gedolven;

.

Maassluis glijdt nader: een verdroomde stad,

Oudhollands elegant, proper en deftig;

dan wisselt het toneel; de oevers worden plat,

smaller de stroom, de middag luid en heftig.

.

Ischa Meijer

Kinderen

.

In een bundel met de titel ‘Kinderen, Meer dan honderd gedichten over hun wondere wereld’ verwacht je van alles maar niet direct een gedicht van Ischa Meijer (1943 – 1995). En toch staat er een gedicht in van deze schrijver, journalist, interviewer, televisiepresentator, toneelschrijver en filmacteur. En zoals hier blijkt dus ook dichter.

In deze verzamelbundel uit 2005 zijn de gedichten verzameld en toegelicht door Willem Wilmink. De bundel is opgebouwd uit een aantal hoofdstukken zoals: Het dagelijks bedrijf van kinderen, Ouders en kinderen, Portretten van kinderen, Het kind in zijn eentje, Fabriekskinderen, Kinderen in de oorlog, Kinderen die doodgaan, Opvoeding in de heer, De betoverde wereld, Op weg naar volwassenheid en Het terugblikken op de kindertijd. En juist in dit laatste hoofdstuk staat het gedicht, zonder titel, van Ischa Meijer.

In de verantwoording staat dat dit gedicht oorspronkelijk voorkomt in ‘Mijn lieve ouders’ uit 1994 een boek met columns over zijn ouders.

.

Soms loop ik ’s nachts naar het Victorieplein,
Als kind heb ik daar namelijk gewoond.
Aan vaders hand zijn zoon te zijn,
Op moeders schoot te zijn beloond

.

Om niet. Om niet is het, dat ik hier ga,
De vrieskou in mijn jas laat dringen,
Alsof de tijd zich ooit zou laten dwingen,
Terwijl ik roerloos in de deurpost sta

.

Om thuis te komen. En zo simpel is de gang
Om tot dit moeilijk inzicht te geraken:
Dat ik geen kind meer ben; dat ik verlang

.

Naar iemand die nooit kon bestaan:
Een jongetje dat alles goed zou maken –
de tijd die stilstond en hem liet begaan.

.

Holland

E.J. Potgieter

.

Vakantie in eigen land is thuis blijven of naar een ander deel van het land reizen. Afhankelijk van waar je woont is Holland het een of het ander. Dichter Potgieter(1808 – 1878) schreef eeen gedicht over Holland. Ik nam het over uit de bundel ‘Geliefde gedichten die iedereen kent maar niet kan vinden’ gekozen en ingeleid door Wim Zaal uit 1972.

.

Holland

.

Graauw is uw hemel en stormig uw strand,
Naakt zijn uw duinen en effen uw velden,
U schiep natuur met een stiefmoeders hand, –
Toch heb ik innig u lief, o mijn Land!

.

Al wat gij zijt, is der Vaderen werk;
Uit een moeras wrocht de vlijt van die helden,
Beide de zee en den dwing’land te sterk
Vrijheid een’ tempel en Godsvrucht een kerk.

.

Blijf, wat gij waart, toen ge blonkt als een bloem:
Zorg, dat Europa den zetel der orde,
Dat de verdrukte zijn wijkplaats u noem’,
Land mijner Vad’ren, mijn lust en mijn roem!

.

En wat de donkere toekomst bewaart,
Wat uit haar zwangere wolken ook worde,
Lauw’ren behooren aan ’t vleklooze zwaard,
Land, eens het vrijst’ en gezegendst’ der aard’.

.

Gedane zaken

Nemen geen keer

.

Op de achterflap van de bundel ‘De bril van Chabot’ uit 2008, schrijft Martin Bril: “Bart Chabot is een man met vele gezichten en bekend bij menigeen. Maar zijn echte gezicht bevindt zich in zijn poëzie – en veel te weinig mensen weten dat”. Ik denk dat Martin Bril gelijk had toen hij dit liet optekenen. Martin Bril koos de gedichten in deze bundel uit het werk van Chabot (1954). Veel mensen zullen Bart Chabot kennen van zijn televisieoptreden bij vooral talkshows, van zijn verhalenbundels of van zijn (overigens zeer lezenswaardige) biografie (in meerdere delen) van Herman Brood.

Ik ken de dichter Bart Chabot al heel lang, nog vanaf de tijd dat hij helemaal nog niet bekend was. Toch lees ik zijn werk ook te weinig. Ik kwam daar achter toen ik ‘De bril van Chabot’ weer eens doorlas. De grappige, verrassende onderwerpen die Bart Chabot aansnijdt in zijn poëzie zijn bijzonder leesbaar en genietbaar. En in tegenstelling tot wat je misschien zou denken op basis van zijn (drukke) voorkomen lees ik in zijn poëzie juist veel rust.

Uit de bundel koos ik voor het gedicht ‘Gedane zaken (nemen geen keer)’ waaruit de creatieve en ook wel absurde fantasie van Chabot blijkt.

.

Gedane zaken (nemen geen keer)

.

onlangs kwam ik hem tegen

god

ergens

het doet er niet toe waar

op een binnenweggetje

in de ardennen

zo’n kwartier gaans

van het centrum van bomal

voor wie het met alle geweld

weten wil

.

en we raakten in gesprek

van het een

kwam het ander

u weet hoe dat soms gaat

en op een gegeven moment kwam ik hem

te spreken over zijn zoon

van hem hebben we tenslotte al een tijdlang

weinig meer vernomen

pakweg tweeduizend jaar

 

Zijn gelaat betrok

Jezus, zei ie

en vergiste ik mij

of sloop er iets meewarigs

in Zijn stem

Jezus, die had Ik jullie nooit

op je dak mogen zenden

Die eeuwige hippie

met zijn open sndalen

en zijn Love

en zijn Peace

Ach, zei ik,

en trachtte snel

een ander onderwerp te bedenken

want ik wilde de Heer

niet in verlegenheid brengen

 

Maar Hij was me voor

en zei: Nee, nee,

dat had Ik nooit mogen doen

Nee,

Ik had Mijn dochter moeten sturen

Dan was het allemaal

heel anders gelopen

 

Daarin nu

kon ik de Heer

geen ongelijk geven

.

Johann Wolfgang von Goethe

Rusteloze liefde

.

In de bundel ‘A joy forever’ de mooiste liefdesgedichten uit de wereldlitaratuur, verzameld en ingeleid door Menno Wigman en Rob Schouten staat een schat aan de meest prachtige en bijzondere liefdesgedichten door de eeuwen heen. Zo ook van schrijver, dichter en all round genie Johann Wolfgang von Goethe (1749 – 1832). Het gedicht ‘Rusteloze liefde’ of Rastlose Liebe’ verscheen in vertaling van Geert van Istendael in ‘De mooiste van Goethe’ uit 1997.

.

Rusteloze liefde

.

Door sneeuw, door vlagen,

Door stormen jagen,

In mist van kloven,

In wolken boven,

Uur na uur! Uur na uur!

Zonder rust of duur!

.

Liever door lijden

Word ik verslagen

Dan zo’n groot verblijden

Van het leven te dragen.

Steeds weer de passie

Van hart tot hart,

Geen wonder dat ze

Ons slaat met smart!

.

Waarheen moet ik vluchten?

Vergeten gehuchten?

Altijd verdreven!

Kroon op het leven,

Geluk zonder rust,

Liefde, is uw lust.

 

.

Rastlose Liebe

.

Dem Schnee, dem Regen,
dem Wind entgegen,
im Dampf der Klüfte,
durch Nebeldüfte,
immer zu! Immer zu!
Ohne Rast und Ruh!

Lieber durch Leiden
möcht’ ich mich schlagen,
also so viel Freuden
des Lebens ertragen.

Alle das Neigen
von Herzen zu Herzen,
ach, wie so eigen
schaffet das Schmerzen!

Wie – soll ich fliehen?
Wälderwärts ziehen?
Alles vergebens!
Krone des Lebens,
Glück ohne Ruh,
Liebe, bist du!

.

                                                                                                                                                                                        Rastlose Liebe, door Ernst Barlach
%d bloggers liken dit: