Site-archief

Telescoop

Lotte Dodion

.

In tegenstelling tot meestal op vrijdag of zaterdag ben ik vandaag niet voor mijn boekenkast gaan staan om zonder te kijken een bundel te pakken. Dit keer heb ik gewoon de bundel ‘Verzachtende omstandigheden‘ van de Vlaamse dichter Lotte Dodion (1987) gepakt om nog een gedicht met jullie te delen omdat mij deze bundel uit 2025 gewoon erg bevalt.

Dit keer heb ik gekozen voor het gedicht ‘Telescoop’ omdat er op de een of andere manier een vorm van troost uit spreekt. En ik denk dat veel mensen behoefte hebben aan troost. En de vondst van Duisterniets (in plaats van duisternis) vind ik persoonlijk heel prachtig.

.

Telescoop

.

Soms is het genoeg

getuige te zijn. Niet de ster,

maar de kijker.

.

Soms is het genoeg

onze blik als de arm van een telescoop

steeds dieper de nacht in te schuiven

tot die een omarming wordt die alles kan dragen.

.

Soms is het genoeg

ons te herinneren dat wij ons opbranden aan lichtsnelheid

terwijl sterren daar miljarden jaren ruim(te)tijd voor nemen.

.

Soms is het genoeg

het licht uit te laten,

ons sterrenstof op te laden aan dit magische Duisterniets.

.

Hier in het donker staan

heelt alles.

.

Verzachtende omstandigheden

Lotte Dodion

 

De Vlaamse dichter Lotte Dodion (1987) heeft na haar debuut als dichter in 2016 met de bundel ‘Kanonnenvlees‘ best lang over gedaan om met een tweede bundel te komen. Dat wil allerminst zeggen dat ze stil heeft gezeten, integendeel zou ik zeggen. Zo bracht ze via poëzie slachtoffers en daders van zware misdrijven bij elkaar, schreef korte verhalen met overlevers van de Tweede Wereldoorlog en begeleidde een theatertraject waarin chronisch zieke patiënten ervaringen delen met vrienden en familie.

In 2020 richtte ze STUDIO HAIKU op, een mobiel haiku-atelier waarmee ze het land doorkruist om o.a. in ziekenhuiskantines, vrouwenshelters, rust-en-verzorgingstehuizen samen met bezoekers en bewoners haiku-medailles te maken: alternatieve medailles voor de atleten van het gewone leven’. Naar aanleiding van de oprichting van STUDIO HAIKU verscheen in 2022 ‘’STUDIO HAIKU, een handleiding voor haiku-avonturiers’.

Daarnaast deed ze een aantal cross-over projecten met verschillende muzikanten en was ze onafhankelijk stadsdichter van Antwerpen in 2023-2024. Werk van haar werd opgenomen in verschillende bloemlezingen en literaire tijdschriften. Haar gedichten werden vertaald naar het Frans, Engels, Duits, Slowaaks, Turks en Arabisch. In 2018 was ze een van de oprichters van de Partij voor de Poëzie (samen met Jan Ducheyne, Michaël Vandebril en Laurence Vielle).

Maar nu is er dus haar tweede dichtbundel met de titel ‘Verzachtende omstandigheden’. In deze bundel, zo verteld mij de tekst achterop de bundel “onderzoekt Lotte de wonderlijke, maar grillige loop van het verschijnsel hoop. Waar verstopt hoop zich? Hoe roepen we haar krachten aan? In toegankelijke taal smeedt Dodion observaties en ervaringen van pijn, rouw, twijfel en boosheid om, tot ze weer vonken van verwondering, engagement en levenslust.”

Als voorbeeld koos ik het gedicht ‘Dingen die ik leerde van droominfo.nl’ uit de bundel.

 

Dingen die ik leerde van droominfo.nl

 

je bent meer een volger dan een leider

als je droomt van een aanhangwagen

sleep je te veel bagage mee

 

je bent een parkeervak

dat buiten de lijntjes wil

experimenteren

 

ook jij

kan een cavia zijn

live the dream

 

de parabel van de paperclip:

je wil dingen samen houden?

begin bij je benen

 

zet je uit de wind en

sta in je kracht

zak door de grond

 

als een betontegel

je bent nu

een prachtig terras

 

’s nachts sluimert in ons

de droefheid van verlepte groenten

we kunnen er niets aan doen

 

dan bouillon leren maken

onze tranen laten trekken

tot ze smaken.

 

Gouden Flits-reeks

Lotte Dodion

.

In een winkeltje op de Veluwe vond ik een bijzonder boekje. Ik dacht eerst dat het een Gouden Boekje was van vroeger, die ik nog ken uit mijn jeugd (Wim is weg) maar alleen de uiterlijke vorm doet er erg aan denken. De inhoud is helemaal anders. Het is een bundeltje uitgegeven en samengesteld door Jeugd en Poëzie, Doe Maar Dicht Maar en stichting Kinderen en Poëzie in Mechelen in 2005.

Onder leiding van Juryvoorzitter Jos van Hest koos een jury bestaande uit Daniël Dee, Joris Denoo, Christina Guirlande, Coen van Peppelenbos, Frank Pollet, Jaap Robben, Jan Smeekens, Mieke Vanpol en Francis Verdoodt, de winnaars van de Gouden, Zilveren en Bronzen Flits. De Flitsen (projzen voor een poëziewedstrijd) werden uitgereikt aan Kinderen tot 12 jaar en Jongeren tot 20 jaar.

Winnaars waren bij de Kinderen de 11 jarige Kathleen Van Gucht (goud), de 10 jarige Mitchel Lindhout (zilver) en de 7 jarige Kiki de Klerk. Bij de jongeren tot 20 jaar gingen de prijzen naar 17 jarige Gillis De Troyer (goud), de 20 jarige Saar Deroo (zilver) en de 18 jarige Erik Thijs Wedershoven.  Eerlijk gezegd voor mij allemaal onbekende namen.

In de bundel staan echter alle gedichten die bijna hebben gewonnen zoals Jos van Hest het zo mooi opschreef in het juryrapport. Tegen de bijna-winnaars zegt hij daar: blijf schrijven en laat je niet op je kop zitten door zo’n stelletje juryleden.

Dat een paar van de dichters die bijna wonnen dit niet hebben laten gebeuren blijkt uit de namen die ik wel ken en in dit bundeltje staan: Anne van den Dool (toen 12 jaar), Lieke Marsman (toen 14 jaar) en Lotte Dodion (toen 17 jaar). Heel leuk om gedichten van deze dichters te lezen toen ze nog jong, onbekend en veelbelovend waren.

Ik heb van deze drie dichters in de dop het gedicht ‘lijkbleekje’ van Lotte Dodion gekozen.

.

lijkbleekje

.

hij heeft haar glazen kist besteld

en kijkt met een kabouterhartje toe

hoe slaap als een oud wijf op haar ligt en

adem uit haar duwt tot de laatste zucht

dan pas beseft hij welk vergif ze heeft gekregen

want hij kust haar

en het helpt niet

.

Lies Van Gasse

Visioen 21.4

.

Bij de Nacht van de Poëzie sprak ik Lies Van Gasse (1983). Zij is samen met Lotte Dodion, Ruth Lasters, Cleo Klapholz en Yves Kibi Puati Nelen stadsdichter van Antwerpen. Van haar kreeg ik een bidprentje. Maar niet zomaar een bidprentje. Het betreft hier een bidprentje met een gedicht en een tekening van Lies voor de Antwerpse Begijnhoftuin. Op 21 april 2024 (zie de titel van het gedicht) werd de Begijnhoftuin omgedoopt tot het Hofje der Poëten. Het dient als bede om de stilte en de geschiedenis van deze tuin te bewaren en publiek toegankelijk te houden.

De bijzondere boomgaard, de symbolische bloemenpracht, de beelden van Aäron  en Melchisedek vertellen elk hun verhaal. Daarom moet deze stiltetuin gekoesterd blijven. Daarnaast is de Begijnhoftuin een toevluchtsoord voor dichters en denkers als Peter Holvoet-Hanssen en Diane Broeckhoven en verder terug in de tijd proto-stadsdichter Hadewijch van Antwerpen.

Op de dag van de opening en de omdoping tot Hofje der Poëten werd het gedicht ‘Visioen 21.4’ van Lies Van Gasse onthuld. Hieronder kun je het gedicht lezen.

.

Visioen 21.4

.

Ik ga zitten in het stil, het bloeiende stil
met tegenover mij beelden, profeten
die gremelen achter mijn lichtend scherm,
die mij uit vele vensters een vis toewerpen, broden,
die begrijpen wat een ander verstaat,

,

mijn hoofd dat licht geeft in het smalle donker,
mijn gedachten, soms zo weinig van gewicht,
mijn ogen, vastgeklit in mazen.

.

Hier zit ik, het stil, het zich herhalende stil,
een ruimte van takken en gras, een groene kapel
vol oude stenen monden.

.

De kussentjes van de kweeperen zingen.
Stille ogen zorgen voor een stille geest.
We worden gelikt door dromen

.

en rondom mij groeit een kamer
die we zacht moeten noemen,
die we, mossig en moerbei en peren,
die schors waaruit zij al eeuwen zingt,

.

die stem die mij aankijkt, een duister
– ze wordt nu met andere ogen gelezen
en op dunne pootjes loopt ze achter ons aan.

.

De stem wordt een stem in een stem.
De vrouw in de vrouw wordt een andere vrouw.

.

Haar haar zingt een lied. Ik zing een lied
en er zijn hier geen poorten, geen spijlen.

.

Tweede moeder

Dicht Slam Rap 

.

Zoals de regelmatige lezer van dit blog weet ben ik een fervent bezoeker van tweedehandsboekenwinkels en kringloopwinkels. Vooral omdat ik daar met enige regelmaat boeken en bundels voor een nette prijs vind die (vaak) niet meer in de reguliere handel zijn te krijgen. Zo liep ik afgelopen weekend tegen het bundeltje Dicht Slam Rap uit 2014 tegen het lijf. Een bundeltje dus van 10 jaar geleden. En wat ik zo aardig vind aan deze bundel, samengesteld door Marcel Linssen, Maarten Gulden en ACG Vianen, is dat ik verschillende van de dichters die in de bundel vertegenwoordigd zijn ken uit die tijd (en vaak nog steeds). De link naar de website werkt niet meer helaas maar gelukkig hebben we deze bundel nog.

In de bundel staan gedichten van dichters die toen nog aan het begin van hun carrière als dichter stonden. Zo lees ik gedichten van Lotte Dodion, Marco Martens, Merlijn Huntjens, Loren Brouwers, Jelmer van Lenteren, Hervé Deleu, Irene Siekman, Rinske Kegel en Marieke Rijneveld. Stuk voor stuk dichters die ik op ons podium van poëziestichting Ongehoord! heb mogen ontvangen. Van de een hoor ik wat minder van de ander heel veel maar indertijd waren deze dichters vaak nog jong en nog niet landelijk bekend.

Marieke Rijneveld (inmiddels Lucas Rijneveld) was in 2014 23 en had op 17 jarige leeftijd al gedebuteerd op een poëziepodium (ook bij poëziestichting Ongehoord!) maar moest nog doorbreken bij het grote publiek in 2015 met de bundel ‘Kalfsvlies’. In ‘Dicht Slam Rap’ staan twee gedichten van hem. Een daarvan is getiteld ‘Tweede moeder’.

.

Tweede moeder

.

Eén keer in de maand maak ik van een onbekende vrouw

mijn tweede moeder. Ik geef haar de naam van iemand

.

uit de Libelle en laat haar steeds vragen hoe het met mij

gaat. Ze draagt legerkleding en schiet op mij als ik vind dat

.

ik eventjes dood mag. Af en toe moet ze kanker, het is

zwaar zo een zieke moeder, zeg ik dan tegen de taxichauffeur.

.

Soms neem ik haar ook mee naar mijn ouders, te oud

fluisteren ze in de keuken en hoe lang ze nog heeft.

.

Lies van Gasse

Wassende stad

.

Lies van Gasse (1983) is een Vlaamse kunstenaar en dichter. Van Gasse won al op jonge leeftijd diverse poëzieprijzen zoals de Literaire prijs van Harelbeke voor dichters tot 25 jaar (2005) en de Prijs voor poëzie van de provincie Oost-Vlaanderen (2011). In 2009 werd ze benoemd tot aanstormend talent in het Waasland. In 2022 werd ze samen met Yannick Dangre, Lotte Dodion, Ruth Lasters en Proza-K voor twee jaar tot stadsdichter van Antwerpen benoemd.

Lies van Gasse maakt illustraties, organiseert tentoonstellingen en schreef dichtbundels. En ze was verantwoordelijk, samen met Laurens Ham voor deel 3 van ‘Woorden temmen‘, het fijne initiatief van Kila van der Starre en Babette Zijlstra.

In 2017 publiceerde Van Gasse de poëziebundel ‘Wassende stad’. In deze bundel staat het onderstaande titeloze gedicht. Voor een beschrijving en analyse lees je hier verder.

.

Zoet is mijn woud,
zwaar zijn strelende takken,
hard klinkt de toon in mijn binnenoor.

Ik heb niet geslapen.
Ik heb mij gebald tot knop.

Groene velden glijden.
Op zachte tenen loopt een kat
in nat gras.

In een zout landschap
groeien bloemen van vis.
Dit stut ons.

Bladeren schijnen, melkwit.
Rode zaden, vlekken,
korte okselknoppen.

.

Menhir in Mexico

Jan Bervoets

.

In 2009 nam Joris Lenstra afscheid van  Ongehoord Rotterdam, een poëziepodium waar hij sinds 2006 in de organisatie zit. In 2007 wordt in de centrale bibliotheek van Rotterdam het eerste podium georganiseerd. De mensen die Ongehoord Rotterdam organiseerden waren naast Joris Lenstra, Hein van de Assem, Ton Huizer, Yvonne Koenderman en Frida Winklaar. In 2010, na het afscheid van Joris neemt een nieuw bestuur het over van deze club. Hein en Yvonne blijven, Corina Kappen en ikzelf treden toe.

Door de jaren heen heeft het podium van poëziestichting Ongehoord! vele goede en bijzondere dichters op haar podium mogen begroeten. Een selectie: Daniel Vis, Roel Weerheim, (Marieke) Lucas Rijneveld, Frans Terken, Daniël Dee, Elfie Tromp, Lotte Dodion, Gijs ter Haar, Alja Spaan, Els de Groen, Demi Baltus, Myrte Leffring, Joz Knoop, Meliza de Vries, Evy Van Eynde, Kira Wuck, Jana Beranová, Lies Jo Vandenhende, A.C.G Vianen, Judith Herzberg en natuurlijk de ons ontvallen Rieneke Minderman, Derrel Niemeijer en Wim den Hertog.

Hoewel de podia in de bibliotheek van Rotterdam inmiddels tot het verleden behoren, organiseert poëziestichting Ongehoord! nog steeds de Ongehoord! Poëziewedstrijd (twee jaarlijks) en worden er incidenteel podia georganiseerd in Maassluis, Den Haag en Rotterdam.

Toen Joris Lenstra in 2009 afscheid nam van Ongehoord Rotterdam verscheen een klein bundeltje met gedichten van dichters die ooit het podium betraden. Een van die dichters was Jan Bervoets (1942). Bervoets publiceerde vanaf de jaren ’80 in onder andere Maatstaf, De Revisor en De Gids. Van zijn hand is het gedicht ‘menhir in mexico’ opgenomen in de bloemlezing van Poëziepodium Ongehoord Rotterdam uit 2009.

.

menhir in mexico

.

verschrikkelijk zoals dit weer is voorspeld

met een saffieren mes

zijn ingewanden blootgelegd

en alle gieren vreten aan de wolken

.

welke tornado wil hier nog aarden

als zelfs de huizen onhandelbaar blijken

en er dagelijks doden vallen

in een ritmiese kadans

.

zoveel natuurgeweld lijkt wel retories

de geldigheidsduur van een ademtocht

is zevenmaal verzekerd

men staat in de rij voor het product

.

slechts een oude galsteen blijft nog achter

en wijst de laatkomers de weg

.

Dit is de avond niet

Literaire prijs van de stad Sint-Truiden

.

In Vlaanderen is het niet ongebruikelijk dat een gemeente een dichtwedstrijd uitschrijft. Dit kan zijn omdat bijvoorbeeld een bekende dichter er woonde (Linter, Tienen en Landen: dichter Julia Tulkens was daar ereburger) of geboren was (Oudenaarde: Waar dichter Jotie ‘T Hooft is geboren) maar ook omdat men poëzie van belang vindt. Zo weet ik van verschillende gemeenten dat ze dichtwedstrijden uitschrijven waar ook regelmatig Nederlandse dichters aan meedoen, ik zelf incluis. Hierbij kun je denken aan gemeenten en steden als Ichtegem, Vlassenbroek, Sint-Niklaas, Sint-Truiden, Avelgem en Zwevegem,

In 2022 werd in Sint-Truiden ook weer een wedstrijd uitgeschreven. Ik denk dat dit de laatste wedstrijd was waar ik een inzending voor deed want ik kreeg via de post een brochure met daarin alle prijswinnaars. Maar liefst 410 inzendingen waren er in de categorieën Jongerenprijs voor poëzie, Guido Wulms-prijs voor poëzie Guido Wulms woonde in Sint Truiden), Simon Michaël Coninckx-prijs voor poëzie en nog twee prijzen voor korte verhalen.

De jury van de Guido Wulms-prijs bestond dit keer uit Herman Fabré, Herman Rohaert, Katrien Frederix en Marleen Wulms (de oudste dochter van Guido Wulms). Dit laatste, een familielid in de jury, zie je bijvoorbeeld ook bij de Jotie ‘T Hooft-prijs waar de weduwe van Jotie in de jury plaats heeft. In de jury van de Jongerenprijs voor poëzie komen we ook bekenden tegen: Lotte Dodion, Anke de Vrij en Joost Stockx. De mooiste naam uit de juryleden vind ik persoonlijk die van Margot Delaet, niet zozeer om haar naam maar om het gegeven dat zij Fruitdichter is, wat nieuwsgierig makend is.

De Guido Wulms-prijs ging in 2022 naar Leen Pil met het gedicht ‘Dit is de avond niet’ waarover de jury schrijft: ‘De originaliteit,  heel mooie beeldspraak, maar vooral de ruimte voor interpretatie (gaat het over oorlog, een (bijna) verkrachting?) maakte het verschil.

.

Dit is de avond niet

.

Ontering houdt geen einde in, het is een doorgeefspel

zijdelings en zonder aankijken. Halverwege spreekt een

twijfelaar eerder over tasten en begrijpen. Een getuige

.

is er ook maar blijft niet lang. Wat blijft zijn buren

en gelaatsuitdrukkingen, wat blijft is brein, voorspelt

het landschap snel, poetst schutting weg tot pantserglas.

.

Blauw licht rukt uit en spant de adem over straten

tot een dunne zuurstoftent. In het midden beweegt

een steen. Of is het angst die niet meer waarrond,

.

waarheen? De flits keert terug, haakt zich in het uur,

aan jonge vogels die in stille parken dekking zoeken,

aan snelle meisjes die om doel en bomen heen lopen.

.

Leen Pil (derde van links) met de andere prijswinnaars

Studio Haiku

Lotte Dodion

.

Vorig jaar had ik contact met de Vlaamse dichter Lotte Dodion (1987), ik wilde haar vragen voor een bijdrage in MUGzine. Ze antwoorde toen dat ze heel erg druk was met een nieuw project dat heeft geresulteerd in een boek getiteld ‘Studio Haiku’ een handleiding voor haiku avonturiers. In ‘Studio Haiku’ gidst dichter en haiku-reisgids Lotte Dodion je stap voor stap door de wonderlijke mogelijkheden van de haiku. De haiku is een korte en krachtige Japanse dichtvorm die aan een aantal voorwaarden moet voldoen:

Een haiku bestaat uit drie regels waarin regel 1 vijf klemtonen of lettergrepen heeft, regel 2 zeven klemtonen of lettergrepen en regel 3 vijf lettergrepen of klemtonen.

De regels met betrekking tot de verdeling van de lettergrepen over de verschillende regels van het gedicht slaan voornamelijk op zogenaamde Westerse Haiku gedichten. Traditioneel Japanse Haiku wil nog wel eens afwijken van deze regels. Zo schreef de meest bekende Japanse dichter aller tijden Matsuo Basho (1644-1494) eens een haiku waarvan de tweede regel maar liefst 9 lettergrepen had.

Daarnaast heeft de traditionele haiku nog een aantal kenmerken:

  • omgeving als onderwerp (kan natuur zijn, maar bijvoorbeeld ook een bepaalde ruimte of een specifiek gebouw)
  • probeer een twist in de haiku te verwerken
  • houd het zo zintuiglijk mogelijk
  • probeer geen emoties in de haiku te verwerken: probeer juist emoties bij de lezer op te wekken
  • vermijd stereotype Japanse zaken, zoals de kersenbloesem

Uit het boek ‘Studio Haiku’ van Lotte Dodion blijkt  dat de haiku en het schrijven van deze vorm van Japanse poëzie een heerlijk speelveld is om je gedachten, gevoelens, observaties én kwinkslagen te vangen.

Veel meer over de haiku kun je lezen op deze website over Japanse dichtkunst.

Uit het boek van Lotte hier een aantal voorbeelden.

.

In de ochtendkoelte
maakt het geluid van de bel
zich van de bel los.

Yosa Buson

.

Een meer is mijn hart.
Op de oever sluipt de schaduw
van een zwarte tijger.

Kaneko Tôta

.

In mijn fantasie
kijk je nog één keer om en
dan pas verdwijn je.

Lotte Dodion

.

Houston we have a problem

Lotte Dodion

.

De Vlaamse dichter, performer en polyvalent (veelzijdig, meer dan één waarde bezittend) teksttalent Lotte Dodion (1987) ken ik al sinds 2011 toen ze als jonge aanstormende dichter op het Ongehoord! podium stond in Rotterdam als (toen nog) Mander dichter. Een Meander dichter was een dichter die ons (van Ongehoord!) werd aangeraden om te programmeren omdat deze talentvol was.  Lotte was toen 24 en inderdaad een aanstormend talent.

Daarna was ze één van de Vlaamse dichters op de Poëziebus in 2015 en programmeerde Ongehoord! haar opnieuw in 2016 op de jubileum editie in de Jacobustuin in Rotterdam. In maart van dat jaar verscheen haar poëziedebuut ‘Kanonnenvlees’ bij uitgeverij Atlas Contact dat zeer goed werd ontvangen.

Haar werk verscheen in bloemlezingen en in literaire tijdschriften als Plebs en Gierik NVT. Ze treedt op, verzorgt workshops en is inderdaad een veelzijdig woordkunstenaar. De laatste jaren werkte ze voor Vonk & Zonen, een literair productiehuis dat naast eigen producties ook een gastvrij huis is voor plannen van dichters en dromers. Een jonge literaire organisatie die sterk inzet op nieuwe vormen om literatuur te presenteren.

Vanaf 1 september dit jaar is ze echter weer terug op haar oude plek, als freelancer in de letteren. Op haar website https://www.lottedodion.be/ is alles over haar werkzaamheden te lezen. Daar staan ook gedichten van haar hand waaronder het mooie maar wrange ‘Houston we have a problem’.

.