Site-archief

Dat dichtbij zo veraf kan zijn

Willy de Boo

.

Bij MUGbooks is zojuist een nieuwe bundel poëtische teksten en gedichten verschenen van Willy de Boo. Willy is freelance verslaggever, studeerde taal- en letterkunde Engels en schreef verschillende bedrijfspublicaties. Ze schreef verschillende artikelen en interviews met schrijvers, kunstenaars en dichters en ze maakt jarenlang deel uit van een groep kunstenaars die zich binnen Nederland bezig hield met de aankoop van kunstobjecten.

Ze volgt sinds enige jaren colleges met filosofische strekking en ze analyseert, onder begeleiding van dichter Peter Swanborn, werk van dichters van vroeger en nu. In 2015 verscheen haar debuutbundel ‘Zeepbellen’ en nu is er dan haar tweede bundel met Gedichten en poëtische teksten. De bundel is te koop voor € 10,- bij de dichter maar ik kan je met haar in contact brengen. De titel van de bundel ‘Dat dichtbij zo veraf kan zijn’ is genomen uit het gedicht ‘Dichtbij’.

.

Dichtbij

.

Hoe ver zou je moeten

gaan

om je bereisd te voelen

.

naar het Château van Montaigne

Hemingway’s Key West

naar Jackson Mississippi of

een rondvaart in Brest?

.

de Okefenokee Swamp in Georgia

naar het Engelse platteland

tot aan Afrika’s Savannen

of een ver idyllisch strand?

.

‘dat dichtbij zo veraf kan zijn’

riep een fietser uit Maassluis

al ter hoogte van Maasland

voldaan zette hij zijn tent op

bij een camping aan een polderrand

.

Dikke editie

Poëzie thuis ontvangen

.

Hij is uit. MUGzine #18 in een extra dikke editie van maar liefst 20 pagina’s. Poëzie van Rotterdamse makelij van dichters Daniël Dee, Myrte Leffring, Hans Wap, Peter Swanborn, Hester Knibbe en Amber Rahantoknam. In deze nieuwe MUGzine krijg je een doorkijkje van Rotterdamse poëzie in verschillende stijlen anno nu. De gedichten worden aangevuld met artwork van Andries Hoogenraad en natuurlijk wordt je getracteerd op een knetterverse  Luule en een voorwoord van onze redactiefilosoof.

Wil je nou dit kleinood vijf keer per jaar in je brievenbus vinden zodat je op elke gewenste plek en op elk moment de nieuwste en meest diverse poëzie tot je kan nemen, word dan donateur. Dat kan al vanaf € 20,- per jaar (meer mag) en dan heb je geen omkijken meer, dan ontvang je vijf keer jaar elke nieuwe MUGzine via de post.

Wij zijn aan het nadenken over wat geinige merchandise voor MUGzine en @Luule. Daarover binnenkort meer. Maar nu dus eerst nummer 18. Een voorproefje van de eerste dichter die voor de tweede keer in MUGzine staat wat een unicum is en voorlopig niet meer gaat gebeuren, Daniël Dee (1975). Uit zijn laatste bundel ‘[Plak hier uw titel]‘ uit 2019 het gedicht ‘En gesp je revolverholster om’.

.

En gesp je revolverholster om

hart van me je had slechts één taak
pompen tot in het oneindige

waarom tref ik je nu dan hier aan
onder de blubber op de bodem van de put

haveloos laveloos korstjes vastgekoekt aan
de mondhoeken van de hele nacht projectielbraken

schuimbekkend schuine moppen tappend
alle duivels uit de hel vloekend

waarom liet je haar niet links liggen
waarom kon je je klep niet houden

breek uit die kooi van verontwaardiging
wees een kerel een koiboi als john ween

niet zo jammer niet zo jammer
tuimelkruid rolt stilletjes langs de saloon

o hart van me brekebeen blubberkop
je had slechts één eenvoudige taak

zet je voeten evenwijdig aan de schouders
knieën lichtgebogen en pief paf poef

hart van me één ding weten we zeker
je bent het breken nog niet verleerd

.

Het zomernummer

MUGzine # 18

.

In de zomer nemen wij van MUGzine altijd even wat tijd voor onszelf maar zeker ook voor onze lezers. Een klein beetje later dan we gepland hadden (vakantie periode) komt komende week nummer 18 uit.

Als je het Nederlandse dichterslandschap bekijkt zou je zonder enige overdrijving Rotterdam als hoofdstad van dit landschap kunnen benoemen. Al jaren heeft Rotterdam een stadsdichter van niveau (een paar van hen, Anne Vegter en Ester Naomi Perquin, werden benoemd tot dichter des vaderlands), het grootste poëziefestival van ons land, Poetry International, is in Rotterdam sinds 1970, er is een Poetry Circle 010 en er zijn door de stad heen verschillende poëziepodia en festivals. Maar ook poëzie stichtingen als De zoek naar schittering ( o.a. bruggedichten), de Poëziebus, stichting Het Park en poëziestichting Ongehoord! alsmede poëzietijdschrift Awater hebben hun roots in Rotterdam. En vergeet burgemeester Aboutaleb niet die dichtbundels samenstelde.

Daarom dit keer een nummer met louter Rotterdamse dichters ( 6 maar liefs) én een illustrator/kunstenaar uit Limburg. Hester Knibbe, Hans Wap, Daniël Dee, Myrte Leffring, Amber Rahantoknam en Peter Swanborn zorgden voor de poëtische bijdragen en kunstenaar Andries Hoogenraad is verantwoordelijk voor de illustraties. Natuurlijk een voorwoord van onze redactiefilosoof Marianne, een gloednieuwe Luule en de vormgeving is als altijd van Bart van BRRT.Graphic.Design.

MUGzine heeft een aantal nieuwe ideeën en verrassingen in petto en we zullen die in de loop van het najaar bekend gaan maken. Maar eerst dus het zomernummer van 2023. Donateur worden en een jaar lang elke editie op papier via de post ontvangen? Ga dan naar onze website en ontvang meteen een eerste cadeautje.

Om je alvast een voorproefje te geven hier een gedicht van Hester Knibbe dat niet in de nieuwe MUG staat getiteld ‘café-restaurant ‘la Rotonde” uit De Tweede Ronde, jaargang 12 uit 1991.

.

café-restaurant ‘la Rotonde’

.

de deur is dicht en dood, de oo’s
zijn weggevaagd uit het ‘Rotonde’
een stoel vervangt de zonnewijzer
.
ze wijst de tijd aan op het pleister
en past oneindig in dit ronde
verslijten en versleten worden
.
– stilaan raakt alles uitgehongerd
.
behalve dan de vrouwen wat terzijde,
zij scheppen thuis het eten op de borden
.
en of ze eeuwig zijn, vergeten wonder,
vertellen ze elkaar de nieuwste roddels
op deze foto – onderdeel van een seconde
.
.

 

 

Kunst- en Dichtproject

Raamwerk | Dichtwerk

.

De kunstenaars van de NEstudio’s op het Noordereiland in Rotterdam organiseren deze zomer voor de tweede keer het project Raamwerk. Zo’n 40 dichters en beeldend kunstenaars maken per duo een raamkunstwerk op de ramen van de ateliers van NE Studios in de Prins Hendrikstraat.

Maar daarnaast organiseren zij dit jaar ook het project Dichtwerk. Een bijzondere poëziewedstrijd, niet alleen voor eilanders, maar voor dicht- en spoken word-talent in heel Rotterdam.

Behalve deze wedstrijd biedt Dichtwerk ook een aantal workshops en masterclasses aan van professionals op het gebied van poëzie schrijven en voordracht. Die workshops worden gehouden in Huizen van de Wijken en bij de bieb. Iedereen kan zich hier gratis voor aanmelden. De data & locaties zijn te vinden op de website van het de NE studio’s.

Op 25 juni zal een keur aan Rotterdamse dichters (die meedoen in dit bijzondere project) voordragen op een podium naast de NE studio’s. Naast dichters als onder andere Daniel Dee, Iris Brunia, Hans Wap, Hester Knibbe, Peter Swanborn, Maureen Ghazal, Benzokarim en Mark Boninsegna zullen de winnaars van de poëziewedstrijd hun winnende gedichten voordragen en er is muziek. Ik zal dit podium presenteren. Om alvast in de stemming te komen een gedicht van Herman de Coninck (1944-1997) uit ‘De lenige liefde’ uit 1969 waarin ‘een raam om naar de werkelijkheid te kijken’ een rol speelt.

.

Je truitjes en je witte en rode

sjaals en je kousen en je slipjes

(met liefde gemaakt, zei de reclame)

en je brassières ( er steekt poëzie in

die dingen, vooral als jij ze draagt)-

ze slingeren rond in dit gedicht

als op je kamer

.

Kom er maar in, lezer, maak het je

gemakkelijk, struikel niet over de

zinsbouw en over de uitgeschopte schoenen

gaat u zitten

.

(Intussen zoenen wij even in deze

zin tussen haakjes, zo ziet de lezer

ons niet.) Hoe vindt u het,

dit is een raam om naar de werkelijkheid

te kijken, alles wat u daar ziet

bestaat. Is het niet allemaal

als in een gedicht?

.

Alle begin is moeilijk

Peter Swanborn

.

Canxatard reageerde op mijn oproep voor een dichter op verzoek en wilde graag Peter Swanborn (1963) in het zonnetje plaatsen. Rotterdamse dichter Peter Swanborn ken ik al sinds 2016 toen hij jurylid van de Ongehoord! Poëzieprijs was. In 2017 was hij te gast als dichter bij het Zomerpodium van Ongehoord! in de Jacobustuin. En op 25 juni zal hij één van de Rotterdamse dichters zijn die op het podium van Raamwerk II (kunst en poëzieproject van de NE studio’s op het Noordereiland in Rotterdam) acte de présence geven. In dit project zijn 20 dichters gekoppeld aan 20 kunstenaars. Peter Swanborn is gekoppeld aan kunstenaar Tamyra Meesters. Aan dit project is ook een poëziewedstrijd gekoppeld Dichtwerk.

Canxatard wilde een gedicht van Peter Swanborn omdat  “het zo’n geweldige docent poëzie lezen en schrijven is en een heerlijke dichter”. Alle reden dus om aan dit verzoek te voldoen. Ik koos voor het gedicht ‘Alle begin is moeilijk’ (Peter is tenslotte docent) uit De Gids nummer 3 uit 2017.

.

Alle begin is moeilijk

.

maar een paar nieuwe aanstalten zouden wel helpen.
Oude opboenen, skeletboom tot pijlen schaven, het is
niet meer van deze tijd. Liever zelfbouwpakket bestellen,
inclusief talige handleiding en klantaardig beeldmateriaal.

.

Voorfase overslaan is, naar men zegt, optie twee. Deur openen,
dikbevolkte stad in gaan, vaste route winkelcentrum. Na een uur
constateren dat bewapening onvoldoende, dan wel afwezig was.
Verrotzooid terugkeren op zelfverwijtend pantoffelschoeisel.

.

Die nacht procedure nalopen. Volgende ochtend nog geen
aanstalten bij post. Staand voor helder winterraamboos
bellen. Bloemknoppen tellen aan gisteren nog dode
tak. Mij vergapen aan moed en kleur en levenslust.

.

Beste meneer Bloem,

Selectie uit 20 jaar Mr. J.C. Bloemprijs

.

In 2001 werd voor de 1e keer de Mr. J.C. Bloemprijs beschikbaar gesteld door de gemeente Steenwijkerland waar dichter J.C. Bloem (1887-1966) de laatste jaren van zijn leven woonde. Sindsdien wordt de prijs elke twee jaar uitgereikt aan een dichter uit het Nederlandse taalgebied. Het geld is bedoeld (als aanmoedigingsprijs) voor een tweede bundel (Inleiding pagina 6). Dit laatste klopt niet helemaal, je zou denken dat het hier dus een prijs voor debutanten betreft maar een snelle check levert meteen al op dat niet klopt. Neem bijvoorbeeld Hagar Peeters die in 2005 de prijs kreeg voor ‘Koffers zeelucht’. Peeters debuteerde in 1999 met de bundel ‘Genoeg gedicht over de liefde vandaag’. Een ander voorbeeld is Maria Barnas, winnaar van de prijs in 2009 met ‘Er staat een stad op’ uit 2007, terwijl zij als dichter debuteerde in 2003 met ‘Twee zonnen’.

Wanneer een dichter is genomineerd wordt deze gevraagd een gedicht te schrijven op de persoon Bloem, zijn werk of een regel of titel uit zijn oeuvre. Niet alle dichters gaven hieraan gehoor. Van de gedichten die wel geschreven werden daaruit is een overzicht gemaakt (van dichters uit Nederland en Vlaanderen). Deze zijn in de bundel bijeengebracht samen met twee lezingen van Willem Thies over Bloem die rijk zijn aan zijwegen die je na lezing verder wil bewandelen maar de hoofdweg die hij kiest (het hart in het werk van Bloem en de betekenis, een analyse, van het gedicht ‘November’) is duidelijk analytisch en zeer verteerbaar.

De dichters die in de bundel zijn vertegenwoordigd worden geïntroduceerd middels een korte biografie, citaten, een overzicht van hun werk en iets over het gedicht dat is opgenomen. In de inleiding wordt de dichters die genomineerd zijn geweest voor de Mr. J. C. Bloemprijs en geen gedicht hebben aangeleverd gevraagd dit alsnog te doen. Alle genomineerden staan vermeld achterin de bundel. Men hoopt dat men zo een tweede (vermeerderde druk) van deze bundel kan uitgeven waarin meer genomineerde dichters staan.

Als ik kijk naar dichters die wel zijn genomineerd maar die geen bijdrage in de vorm van een gedicht hebben geleverd dan zijn dit niet de minste: Ilja Leonard Pfeijffer en Rodaan al Galidi (2003), Mark Boog (2005), Micha Hamel en Erik Jan Harmens (2007), Peter Swanborn (2011), Maud Vanhauwaert (2015) Maarten van der Graaff (2017), Daniel Vis en Charlotte Van den Broeck (2019) en Marieke Lucas Rijneveld (2021), en dit is nog maar een greep. Me dunkt dat je met gedichten van deze dichters een aardige (extra) bundel kunt vullen.

Desalniettemin staan er nog genoeg dichters van naam in deze bundel met een gedicht die deze bundel bijzonder de moeite waard maken. Zoals het gedicht van Sylvie Marie (1984) ‘Het leven zou zoveel leuker zijn’. Sylvie Marie werd in 2013 genomineerd met de bundel ‘Toen je me ten huwelijk vroeg’.

.

Het leven zou zoveel leuker zijn

.

zonder aanmodderen, deze lamme sofa,

staren, sterren, altijd dat raam.

.

ik zocht het op ; er zijn geen wedstrijden,

noch is er een wereldrecord janken

en toch trekken we jassen aan

als zwachtels, slenteren we ons suf.

 

waarom kiezen we niet eens

voor de donder, vegen we met regen

nooit gewoon de vloer aan,

wie weet wat er dan komt aangewaaid?

.

ja, waarom hebben de tegels

waarop we onze schoenen slijten geen

namen als martha, albert, julia, roger ?

heel eenvoudig hinkelspel had dan gezegd

wie van wie moet houden.

.

 

Het Einddoel

Jan Rot

.

Afgelopen zaterdag was ik aanwezig bij het jubileum van stichting De zoek naar schittering van Jiske Foppe als onderdeel van het festival ‘Woordnacht’.  Als lid van het comité van aanbeveling (samen met Sylvia Hagers, Bas Kwakman en Mart Bechtold) kon en wilde ik dit niet aan me voorbij laten gaan. Niet alleen omdat ik Jiske al langer ken en zeer waardeer om haar tomeloze inzet voor de poëzie maar ook zeker om te luisteren naar de lezing van Kila van der Starre (lid van de Raad van Toezicht van de stichting en all round “poëzieprofessor’).

Op de bijeenkomst in het Nieuwe Instituut in Rotterdam waren behalve de lezing en presentatie van Jiske over het werk van de stichting, ook voordrachten van drie Rotterdamse dichters; Daniel Dee, Peter Swanborn en Amber Rahantoknam. Jiske werd geïnterviewd door Woordnacht festivaldirecteur Hans Sibarani. Veel aandacht ging uit naar de Bruggedichten die Jiske met de stichting realiseert in Rotterdam maar ook andere projecten kwamen aan de orde zoals de gevelgedichten in Hordijkerveld, het Noorderdicht en Geluk op Zuid.

En er was aandacht voor de VERS app en de Route Lagogo, een poëtische wandeling door Hillegersberg en Schiebroek in Rotterdam. Bekende dichters, zowel landelijk als Rotterdams en lokaal, allen met een band met het festival Poëzie Lagogo of het gebied leverden gedichten aan en spraken ze in. Ze werden gekoppeld aan locaties die via de VERS app te vinden zijn. Sommige verschijnen als raamgedicht en andere gedichten zijn uitsluitend via de de app te beluisteren. Deelnemende dichters zijn onder andere Jana Beranová, Hester Knibbe, Ingmar Heytze, Elfie Tromp, Mark Boninsegna, Rob Hilz, Joz Knoop, Abdelkader Benali, Myrte Leffring, Edwin de Voigt en Anne Vegter.

Tijdens de presentatie liet Jiske een filmpje zien van Jan Rot (1957-2022) waarin hij het gedicht ‘Het Einddoel’ voordraagt dat hij samen met Boudewijn de Groot schreef als lied. Ook dit gedicht maakt deel uit van de Route Lagogo. Het is aangebracht op een raam van het cultuurcentrum De Buurvrouw aan de Larikslaan in Rotterdam.

.

Het Einddoel

.

Toen ik wist waarom ik huildeVielen beide ogen droogWat mijn tranen zo vervuildeWas de waarheid die ik loog
.
Nu lijk ik wel te dansenStevig vast en dan weer vrijEn al die tijd kijk ik naar jouEn jij verliefd naar mij
.
Toen ik wiste waarom ik beefdeWerden angsten minder grootEn toen ik wist waarom ik leefdeWas ik niet bang meer voor de dood
.
Ik was beschadigd moe en oudTe vaak verongelijktNu veeg ik alle tranen wegHet einddoel is bereikt
.
Nu lijk ik wel te dansenTerwijl de wereld kijktEn veeg ik alle tranen wegHet einddoel is bereiktNu veeg ik alle tranen wegHet einddoel is bereikt

.

 

Tot ook ik verwaai

Peter Swanborn

.

Peter Swanborn (1963) ken ik al een aantal jaar, in 2016 was hij jurylid van de Ongehoord! Poëzieprijs en in 2017 was hij te gast als dichter bij het Zomerpodium van Ongehoord! in de Jacobustuin. Swanborn is via de geologie en de fotografie in de literatuur terechtgekomen. Sinds 1997 is hij als literair medewerker verbonden aan de Volkskrant. Zijn gedichten en artikelen verschenen o.a. in De Gids, Poëziekrant, De Zingende Zaag, Passionate en Tortuca.
In 2007 verscheen Peter Swanborns poëziedebuut, ‘Bij het zien van zijn lichaam’, in de Contrabas-reeks. Deze bundel werd genomineerd voor de C. Buddingh’-prijs voor het beste poëziedebuut van 2007. Zijn poëzie is vertaald in het Engels, Duits, Frans, Spaans, Sloveens, Perzisch, Indonesisch en Japans.

In de bundel ‘Tot ook ik verwaai’ uit 2009 geeft hij een indringend beeld van wat dementie (van zijn moeder in dit geval) met een mens en zijn omgeving doet.
In heldere, eenvoudige bewoordingen beschrijft hij hoe het is om te beseffen dat je hersenen niet meer werken, om te weten dat je niets meer weet. De nachtmerrie van het dwalen door een vreemd huis waarvan iedereen zegt dat jij er woont. de schrik van het niet meer herkennen van mensen die zeggen dat ze je kinderen zijn.

De bundel is opgedeeld in drie delen. In het eerste deel wordt de beginnende dementie van de moeder beschreven. Ze is op dat moment nog in haar eigen woning.
In het tweede deel is de dementie gevorderd; de moeder is opgenomen in een verpleegtehuis.  In het derde deel wordt er door de familie naar de dood van de moeder toegeleefd.

De thematiek van de bundel, de beschrijving van de voortschrijdende ziekteverschijnselen van dementie en de ontzetting over de aftakeling van de moeder, waren heel herkenbaar voor mij al is elke situatie uniek. Peter beschrijft het proces met veel empathie en mededogen zoals in het gedicht ‘Badkamer’.

.

Badkamer

.

Bibberend, smekend, doe ik het goed zo?

Zij, naakt na tachtig jaar, in een warme wolk

water. Ik, vol ongemak, zoekend naar een

antwoord, een houding, een handdoek.

.

Doe ik het goed zo? Hou je maar vast

aan die beugels. Die hebben we niet voor niets.

Hier heb je zeep. Nee, dat mag je zelf doen.

Kan je best of wil je dat een zuster?

.

En ik denk aan de keren dat zij, vroeger,

mij moest wassen, de badzaal. de zinken

bak, de ruwe doek langs mijn natte benen.

.

En de schrik bij eerste schaamharen,

nu moet je maar zelf. De ongrijpbare afstand

eindelijk verdwenen. Doe ik het goed zo?

.

Zomerpodium

Jacobustuin

.

Elk jaar organiseer ik met de stichting Ongehoord! het Zomerpodium in de Jacobustuin in Rotterdam. Deze binnentuin is normaal gesloten voor publiek maar één maal per jaar, tijdens de Geheime Tuinen Route, gaat de tuin open voor publiek en dan organiseren wij er dus een poëziepodium. Elk jaar opnieuw is dit podium weer bijzonder. Door de ligging in het hart van Rotterdam, door de bijzondere sfeer die er heerst, door het groen, de vogels die je hoort en door de dichters die hier altijd boven zichzelf uit lijken te stijgen is het Zomerpodium voor mij mijn favoriete podium van het jaar.

Ook dit jaar is er dus weer een podium en wel op zondag 11 juni van 14.00 tot ca. 17.00 uur. Ook dit jaar kun je onder het genot van een hapje en een drankje (de hapjes zijn gratis) weer genieten van een aantal mooie dichters en muziek.

Dit jaar maar liefst twee Vlaamse dichters op het podium te weten Lies Jo Vandenhende en Philip Volckaert maar ook Gerda Posthumus (eilanddichter van Vlieland), Peter Swanborn (als Rotterdamse dichter), Daniëlle Zawadi (Winnaar van de voorronde Taal van de Kunstbende) en Ylka Kolken die voor het muzikale intermezzo zorgt.  Kortom veel om van te genieten.

Natuurlijk is er weer een open podium, is er alle mogelijkheid om de Jacobustuin te bekijken, een heerlijk drankje te genieten en wat te eten en interactief met dichters en publiek van deze dag te genieten.

De tuin is al om 12 uur open maar het programma begint rond twee uur. Ik hoop jullie daar te mogen ontmoeten en begroeten. Als voorproefje een gedicht van Gerda Posthumus getiteld ‘Zeeblues’.

.

zeeblues

.

niets van het zoute water uit haar ogen streeft
naar opgeloste weemoed die het hart verlicht
en is zelfs niet op iets van een gemis gericht
waarom het wenen zelf is wat haar inzicht geeft

zoals ze ieder tij zijn eigen hoogte geeft
maar ook de laagte met zijn eigen zwaargewicht
naar opgeloste weemoed die het hart verlicht
dat is hoe zij en in zichzelf haar waarheid leeft

druist ook de maan tegen een valse volte in
een chûte die zich keert tegen een nieuw begin
heeft ooit een leeg heelal uit haar verval gesticht

maar ook de laagte met zijn eigen zwaargewicht
en is zelfs niet op iets van een gemis gericht:
vervult haar volte tot een vloed ebt binnenin

.

Tweede prijs Ongehoord! Gedichtenwedstrijd 2016

Hans Franse

.

De tweede plaats van de Ongehoord! Gedichtenwedstrijd 2016 was voor Hans Franse. Hans was niet aanwezig want in Italië op een berg maar juryvoorzitter Peter Swanborn las het gedicht van Hans voor tijdens de uitreiking. De jury schreef in haar rapport over het gedicht van Hans:

Het gedicht is een geestige schildering van een klein Italiaanse restaurant waar grootmoe achter de pannen staat en kleinzoon de borden rondbrengt ‘met een vinger in het vlees’. Zo’n goed getroffen detail , maakt  als het ware, dat je jezelf meent er te zitten ‘achter de bistecca’. Het gedicht is genoeglijk van sfeer, maar weet de oubolligheid te vermijden die bij dit soort onderwerpen altijd op de loer ligt.

.

Italiaans restaurant in de buurt van Napels

 

De keuken van oma,

bejaarde hogepriesteres in een bloemetjesschort,

ligt in het centrum van het oneindig heelal .

Uit de kathedraal met gebrandschilderde pannen

stijgen magische  geuren tot over de Melkweg:

knoflook overweldigt van pool naar pool

Terwijl ik de wijn  langs mijn hemels palatum

laat tasten, en  engelen voel langs de tongpapillen

draagt Kleinzoon klunzig en stuntelig  borden rond,

zijn duimafdruk  leesbaar in  het vlees

van het  beste varken uit de hele buurt:

oma keurde het zelf, stond, oog in oog met wat

later een bisteccha zou zijn.

De koffie-van het huis- verplaatst mij naar de hemel,

terwijl buiten een dieselbus, hoestend, puffend,

knarsend , piepend en stinkend optrekt .

denk ik dat deze mij toch naar het paradijs begeleidt.

.

013-1