Site-archief
Chrystal Palace
Startshow Poëzieweek
.
De Poëzieweek die van 26 januari t/m 1 februari 2023 wordt georganiseerd, wordt afgetrapt met een Startshow op woensdag 25 januari in Minard, de mooie en oude stadsschouwburg in Gent. Opnieuw loopt Vlaanderen hiermee voorop in de Poëzieweek. De twee dichters die het Poëzieweek geschenk schrijven Hester Knibbe en Miriam Van hee, ook in het dagelijks leven goede vriendinnen zijn de eregasten van deze startshow die uiteraard in het teken staat van het thema van de Poëzieweek ‘Vriendschap’.
Maar er is meer te genieten op deze avond in Gent. Er zullen optredens zijn van de dichters Michaël Vandebril en Stijn Vranken, de muzikant Fulco Ottervanger, en het dichterscollectief Proza-K. Proza-k is het geesteskind van twee woordkunstenaars. Yves Kibi Puati Nelen en Cleo Klapholz, twee trotse Antwerpenaren die zichzelf hedendaagse poëtische esculapen noemen. Dit is namelijk het oud-Nederlands woord voor Dokter. Want in onze maatschappij proberen zij het woord als heelmiddel voor te schrijven.
Yves Kibi Puati Nelen en Cleo Klapholz waren twee van de Antwerpse stadsdichters die er gezamenlijk mee stopten, waarom lees je hier. Het gedicht ‘Christal Palace’ , een ode aan de koolkaai, mocht op het allerlaatste moment niet verschijnen op een lelijke grijze elektriciteitskast omdat de tekening zogezegd te obsceen was, wat een van de redenen was om zich als stadsdichters terug te trekken. Alle reden dus om het gedicht hier met afbeelding te plaatsen.
Tickets voor de startshow met dit duo zijn uiteraard te koop via de link hier . De deuren openen om 19.00 uur en de show begint om 20.00 uur.
.
Chrystal Palace
.
De geschiedenis van een stukje stad dat wederom vergeten was
Oh de rijkdom aan verhalen in deze mythische tempel van wellust
.
Een smeltkroes van gefortuneerden en onvermogenden,
van de befaamde en ongure figuren
In een roes van vluchtige schaduwen
Hier, op deze plaats, stond het hof van genot,
het notoire lokaas voor vermaak
.
Met zijn weerkaatsende weerspiegelende toog
vol wulpse, waanzinnige, wonderschone deernes,
dansend op het ritme van een grammofoon, jukebox of muzikant
.
magnifiek en obsceen Antwerpen, zo zinnelijk
bejegenen alsof ze deelnemen aan hetzelfde voorouderlijke ritueel.
.
Ode aan de nacht en haar dames van plezier
ode aan de schemering en de lusten van het vertier
.
Ode aan de gestorven zielen, bedolven onder het puin
voor altijd gestraft door de wrekende puriteinse god
.
Stadsdichters
Harry Zevenbergen
.
Op de zeer interessante website Neerlandistiek.nl lees ik in een artikel van Anke Martens over stadsdichters. Anke deed voor haar bachelorscriptie aan de Radboud Universiteit onderzoek naar wat het stadsdichterschap nou precies inhoud. Ze onderzocht de ontwikkelingen van het stadsdichterschap tussen 2005 en 2020 in Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Eindhoven en Groningen. Natuurlijk zijn er veel meer stadsdichters (en gemeente-, dorps-, wijk-, provincie- en gemeentedichters maar ik begrijp dat ze zich heeft beperkt tot deze grote steden. Waarbij Den Haag heel pijnlijk ontbreekt.
Opvallend was dat de genoemde steden rond 2005 voor het eerst een stadsdichter benoemden waarbij er echter ook grote verschillen zijn. Zo ligt bijvoorbeeld niet vast door welke instantie het stadsdichterschap gefaciliteerd wordt. In de meeste gevallen speelt de gemeente een rol, maar of de gemeente de stadsdichter ook daadwerkelijk zelf aanstelt varieert. Vaak worden er bij de benoeming of het ondersteunen van stadsdichters organisaties die zich met literatuur bezig houden of bibliotheken gevraagd een rol te spelen. Ik ken zelfs een voorbeeld waar de stadsdichter vanuit een samenwerking van een kerk met een sociaalmaatschappelijke organisatie werd geïnitieerd.
Dan zijn er verschillen in de financiering, de bedragen die stadsdichters krijgen, het aantal aan te leveren gedichten, hoe en door wie de stadsdichter wordt benoemd en wat voor soort dichters er gevraagd worden (of verkozen). Een korte conclusie van Anke: “Zoals wel is gebleken, wordt het stadsdichterschap op veel verschillende manieren vormgegeven. Ook de ideeën over de inhoud van het ambt verschillen. Het stadsdichterschap is dus geen vastomlijnd fenomeen, maar kan in allerlei gedaantes gerealiseerd worden. Het is dan ook niet gek dat zich nog steeds nieuwe ontwikkelingen voordoen.”
Wat je er ook van vindt, het stadsdichterschap is in Nederland inmiddels aardig geworteld. Steeds meer steden en gemeenten gaan over tot het benoemen van een stadsdichter of gemeentedichter. Op deze manier worden mensen op een laagdrempelige manier geconfronteerd met poëzie (net als met bijvoorbeeld straatpoëzie) waardoor de belangstelling voor poëzie en (misschien zelfs) het lezen van poëzie wordt bevorderd. En daar mogen we alleen maar blij mee zijn.
Zelf mag ik aanstaande woensdag voor de 4e keer alweer juryvoorzitter zijn bij de verkiezing van de stadsdichter van Maassluis, terwijl in mijn woonplaats nog steeds geen stadsdichter actief is. De enige en meteen laatste stadsdichter van Den Haag (2007-2009) was Harry Zevenbergen (1964-2022) en sindsdien is het stil. Als enige van de grote steden heeft Den Haag het al die tijd zonder moeten doen. Daarom en omdat Harry een goede bekende dichter was hier een stadsgedicht van zijn hand getiteld ‘De was moet schoon’.
.
De was moet schoon
.
kleurrijk aroma in de wasmand
mijn terugblik op een week
zweet, eten, deo en jouw resten
gevangen in textiel en ik weet
.
precies waar, wanneer en waarom
voor de deur wordt het leven
in tien minuten geknipt en geschoren
het is zomer in de Boekhorststraat
.
terwijl wit en bont zich mengt
worstelen fietsen met de autostroom
westwaarts het centrum in en verder
oostwaarts lonkt de Schilderswijk
.
wanneer ik klungel met de machine
staan er altijd mensen klaar om me
te helpen het duurt een paar weken
voor ik door heb wie er werkt
.
Achmed vertelt van de broek in vijf
die eruit kwam met slechts één pijp
Harry vult aan dat de andere
terug werd gevonden in machine vier
.
van buiten roept Ria: “Ben je nieuw hier?”
en dat ik ze niet moet geloven
maar dat van die broek is echt waar
het is zomer in de Boekhorststraat
.
Vers geplukt
Merlijn Huntjens
.
Al 15 jaar lang wordt er in Lelystad een Stadsdichtersdag georganiseerd. Met de Stadsdichtersdag heeft zich in Lelystad een waardevolle traditie geworteld met een landelijke uitstraling. Gerard Beense (hij was ooit de eerste stadsdichter van Lelystad) en Felix Guérain hebben vanaf het begin de organisatie van dit evenement op zich genomen. Op deze dag kunnen de (dit jaar) 40 stadsdichters uit Nederland en Vlaanderen terecht in huizen van inwoners van Lelystad, die de bewoners ter beschikking stellen, voor een poëzievoordracht. In de avond is er dan een optreden van alle dichters in het theater/bioscoop/congrescentrum in Lelystad, de Agora.
Ook dichter des vaderlands Tsead Bruinja verzorgde dit jaar een voordracht. Tijdens deze avond werd ook voor de achtste maal de prijs voor het beste stadsgedicht uitgereikt. Van zowel de gedichten die voor de stadsgedichtenprijs zijn ingezonden als van een selectie uit het werk van de huidige stadsdichters verschijnt bij uitgeverij Kontrast elk jaar een bundel.
In 2017 verscheen ‘Vers geplukt’ met de inzendingen van dat jaar. In deze bundel staat ook Merlijn Huntjens, stadsdichter van Heerlen in 2017 en 2018, met het gedicht ‘op en af ter gelegenheid van geluksweekend’.
.
op en af ter gelegenheid van geluksweekend
.
I.
.
bij het raam alles in een handpalm willen vangen en vasthouden, de
hele wereld het liefst en je kop vol kopen. dat maakt niet gelukkig.
.
lekker onder een deken bij het raam. kijk! er is een kip op de schutting
gekomen. hij lijkt op mij hoe hij niet vliegen kan maar hoog hupt en
hoe dat prima is.
.
II.
.
dat de hele wereld pluraal en in koor in mij spreekt. dat die kopstoffen
hard gaan.
.
in elk geval een beetje geleidelijk op en af zoals mijn vader die zijn bril
altijd zocht en hem gelukkig op zijn hoofd vond.
.
Foto: Luc Lodder
Stadsdichters
Avond met stadsdichters Rotterdam en Antwerpen
.
Afgelopen vrijdag- en zaterdagavond organiseerden het Vlaams-Nederlands Huis deBuren, Antwerpen Boekenstad & Poetry International in samenwerking met de Arenbergschouwburg en Bibliotheek Rotterdam twee avonden met stadsdichters van Rotterdam en Antwerpen. Ik ging naar de avond in het Bibliotheektheater in Rotterdam.
Presentator en interviewer Ernest van der Kwast ging in gesprek met de huidige stadsdichters Stijn Vranken (A) en Daniël Dee (R) en voormalig stadsdichters Jana Beranová (R) en Joke van Leeuwen (A).
De gesprekken gingen over wat een stadsdichter doet, welke vrijheden hij of zij zich kan permitteren, welke projecten men had gedaan en aan welke men werkte, over de lengte van het stadsdichtersschap en over de relatie met het gemeentebestuur, de stad en de inwoners van de stad. Behalve veel interessante informatie en een kijkje in het leven van de stadsdichters droegen zij ook allemaal een aantal gedichten voor.
Van Stijn Vranken was net daags ervoor een nieuwe bundel gepubliceerd. Helaas was die daar nog niet te krijgen. Persoonlijk was ik zeer onder de indruk van zijn (stads)gedicht ‘Spat onder stroom’.
Hieronder de gefilmde versie van (delen van) dit gedicht voorgedragen en besproken door Stijn zelf en de volledige tekst van het gedicht..
Spat onder stroom
(een bovenaanzicht)
Zie uzelf daar eens liggen, daar beneden, zo licht, gij stuk
stad, al dat stralen staat u precies goed, al dat schijnen
zit u blijkbaar diep in het bloed, gij brandt als vaneigens
bijna door de kaart, zo vurig als gij uzelf bemint en dit
brave land bevlekt, zo hard, zo hels, mijn god, gij non
stop big bang (in miniatuur, jaja, maar toch) – ach, waar
moet dat stranden, met uw steeds oeverlozer gescheld,
uw gebreek en gebouw, uw gegraaf en gedemp, uw
geschipper en gevaar, uw keer om keer altijd maar
weer wat aan de hand – niet te geloven hoe luid gij lijdt
aan uw zelfverklaarde rand – kom op schat, schitter nog
maar wat feller, ja gij, vermakelijke vlek, flikker voort
met uw geschilder en geschets, uw geschrijf en gezwets,
uw gekunst en gekitsch, uw gefuif en gefoor (ga door!)
met uw gesmoor en gesnuif, uw gesnor en gekuif, uw
getjing en getjoek, uw gezeik en gezoek, uw gedoe en
gedroom – allez, komaan, vooruit, licht uzelf nog eens
wat hogerop (armen genoeg) – zie, voila: zo valt daar
dan toch (uit uw eigen warme handen, jaja, maar toch)
een verdomd verdiend applaus (geklap, geklap!) voor u
en uzelf en vooral voorgoed, want zo zijt gij (dat ziet ge
nu eens van hier), gij schitterende plek
welgemorste mensheid, onbeschaamd schuim
op dit schiftend land, gij onuitwisbare
spat onder stroom.
.
© stadsgedicht Antwerpen 2014. Met dank aan de de organisatie van deze avond.
Dichters en muzikanten
Muziekweb
.
Muziekweb is de website van de Centrale Discotheek Rotterdam (CDR). De CDR is bekend als de muziekcollectie van Nederland en heeft op haar website veel informatie over muziek. Niet alleen over haar collectie en hoe hiervan gebruik te maken maar ook over verschillende stijlen en thema’s.
Een van de thema’s is Dichters & muzikanten. Zoals de tekst op de website al vermeldt, muzikanten en dichters zijn vaak elkaar creatieve partners. Tekstdichters zijn vaak net dichters en dichters zijn soms ook tekstdichters. In de categorie Muziek en Poëzie in songteksten heb ik hier al vele malen over geschreven.
De themafolder Dichters & Muzikanten bevat een aantal bijzondere samenwerkingsvormen van muzikanten en dichters door de tijden heen vanaf 1945 (Willem Pijper en Simon Vestdijk) tot 2012 (Willem Elsschot en Ella Bandita) maar ook de voormalige Rotterdamse stadsdichters De Woorddansers (2007), J.J. Slauerhoff en Nynke Laverman (2004) en Jules Deelder en Herman Brood (1996). In totaal worden 12 bijzondere vormen van samenwerking behandeld.
Van dit thema is een folder gemaakt (te krijgen via elke bibliotheek) die digitaal te lezen is op http://www.muziekweb.nl/Link/N00000000026
Van elk duo zijn geluidsfragmenten te beluisteren en is een discografie opgenomen.
.














