Site-archief
De tijd is puin, de tijd is hoop
Opening Poetry International 2025
.
Afgelopen donderdagavond was ik bij de feestelijke opening van de 55ste editie alweer van Poetry International in theater Zuidplein in Rotterdam. Dat dit een bijzondere opening zou worden was me al duidelijk toen ik las dat voor deze opening een samenwerking was gezocht met Conny Janssen danst. Conny Janssen is choreograaf en sinds de uitzendingen van So you think you can dance, toen ik voor het eerst van haar hoorde, ben ik een groot fan van haar werk.
En ik werd niet teleurgesteld, sterker nog, het was een bijzonder memorabele avond. In één grote choreografie van dans en poëzie, waarbij de dansers steeds op het podium waren en er elke keer een dichter op toneel werd gehaald die een gedicht voordroeg, voltrok de avond aan het oog van een gevulde en zeer enthousiaste zaal. In één woord adembenemend. De dansers vulden de gedichten van dichters vanuit de hele wereld aan als een perfect zittende handschoen om een hand.
Deze 55ste editie stond in het teken van ‘Laureates and Legends’ of anders gezegd; er waren laureaat dichters (zeg maar Dichter der Nederlanden maar dan van allerlei landen) en legendarische dichters uitgenodigd die deze avond zijn prachtige kleur gaven. Naast dichters uit alle windstreken waren er een aantal dichters uit Nederland en België zoals Astrid H. Roemer, Ilja Leonard Pfeijffer, Tom Lanoye en Derek Otte.
Hoewel alle dichters mij konden bekoren stak een er voor mij uit en dat was Simon Armitage uit het Verenigd Koninkrijk. Zijn gedicht ‘To-do list’ voorgedragen door hemzelf uiteraard, had iets betoverends en een ritme en kleur dat ik meteen na afloop, bij aankoop van de festivalbundel ‘De tijd is puin, de tijd is hoop’ 55 jaar Poetry International, zijn gedicht opzocht. De bundel ontleent de naam aan regels uit het gedicht van Derek Otte, die met dit gedicht het festival sloot. Of bijna moet ik zeggen, na zijn performance kwamen alle dansers met de attributen die gedurende de hele voorstelling langs het podium hadden gestaan, het podium op en daar werd een soort van 17e-eeuws schilderij voor onze ogen van gemaakt. Zie de foto hieronder. Een monumentaal einde van een adembenemende avond.
Het gedicht van Simon Armitage werd voor het eerst gepubliceerd in The New Yorker van 5 januari 2015. Armitage (1963) is Poet Laureate van het Verenigd Koninkrijk. Historisch gezien werd de functie voor onbepaalde tijd benoemd en doorgaans voor het leven bekleed; sinds 1999 is de termijn tien jaar. De houder van deze functie is nu dus Simon Armitage, die in mei 2019 Carol Ann Duffy opvolgde na haar tien jaar in functie. Armitage is hoogleraar poëzie aan de universiteit van Leeds.
.
To-do list
.
• Sharpen all pencils.
• Check off-side rear tire pressure.
• Defrag hard drive.
• Consider life and times of Donald Campbell, CBE.
• Shampoo billiard-room carpet.
• Learn one new word per day.
• Make circumnavigation of Coniston Water by foot, visit Coniston Cemetery to pay respects.
• Achieve Grade 5 Piano by Easter.
• Go to fancy-dress party as Donald Campbell complete with crash helmet and life jacket.
• Draft pro-forma apology letter during meditation session.
• Check world ranking.
• Skim duckweed from ornamental pond.
• Make fewer “apples to apples” comparisons.
• Consider father’s achievements only as barriers to be broken.
• Dredge Coniston Water for sections of wreckage/macabre souvenirs.
• Lobby service provider to unbundle local loop network.
• Remove all invasive species from British countryside.
• Build 1/25 scale model of Bluebird K7 from toothpicks and spent matches.
• Compare own personality with traits of those less successful but more popular.
• Eat (optional).
• Breathe (optional).
• Petition for high-speed fibre-optic broadband to this postcode.
• Order by express delivery DVD copy of “Across the Lake” starring Anthony Hopkins as “speed king Donald Campbell.”
• Gain a pecuniary advantage.
• Initiate painstaking reconstruction of Donald Campbell’s final seconds using archive film footage and forensic material not previously released into public domain.
• Polyfilla all surface cracking to Bonneville Salt Flats, Utah.
• Levitate.
• Develop up to four thousand five hundred pounds/force of thrust.
• Carry on regardless despite suspected skull fracture.
• Attempt return run before allowing backwash ripples to completely subside.
• Open her up.
• Subscribe to convenient one-a-day formulation of omega-oil capsules for a balanced and healthy diet.
• Reserve full throttle for performance over “measured mile.”
• Relocate to dynamic urban hub.
• Eat standing up to avoid time-consuming table manners and other nonessential mealtime rituals.
• Remain mindful of engine cutout caused by fuel starvation.
• Exceed upper limits.
• Make extensive observations during timeless moments of somersaulting prior to impact.
• Disintegrate.
.
Poëzieweek 2025
en al die activiteiten
.
Van een gedichtennacht in Nijmegen, naar een poëziehalte met Bart Moeyaert in Mechelen, van een Poetry Jam in Alkmaar naar een gratis poëziebundel ‘Winter’ in Rotterdam. En dat is slechts de eerste pagina van de activiteiten die gedeeld zijn op poezieweek.com en er zijn maar liefst 45 pagina’s met activiteiten (12 op een pagina dus reken maar uit, maar liefst 540 activiteiten in Nederland en Vlaanderen in de week van de Poëzie en de periferie van die week).En zelf doe ik er ook aan mee middels de Luule Special.
Voor de rechtgeaarde liefhebber een Walhalla en een nachtmerrie. Want waar te beginnen? So much to do and so little time! Alle reden om een verstandige keuze te maken. Natuurlijk zijn er onder alle poëzieliefhebbers ook vele die zelf dichter zijn en actief in deze week. Dat maakt de spoeling nog dunner. Alweer een reden om over te gaan van een week naar de maand van de poëzie. Zoals in de Verenigde Staten april (the cruelest month) al sinds jaar en dag Poetry month is. Het is geen nieuw idee, ik schreef er in 2012 al over.
Eigenlijk is elke dag gedichtendag. Wanneer je over de Poëziekalender 2025 beschikt is dat letterlijk en figuurlijk het geval. Zelf zal ik een paar activiteiten bezoeken. Misschien niet de meest in het oog springende of de meest spannende maar eerder bijeenkomsten die ik interessant vind, waar ik dichters kan tegenkomen, waar ik iets nieuws ga horen. Ik wens al mijn lezers een mooie Poëzieweek toe, en voor alle dagen, weken en maanden daarna tot aan de Poëzieweek 2026, elke dag een fijne gedichtendag.
Of zoals Tom Lanoye (1958) het in zijn gedicht ‘Programma’ uit de bundel ‘De meeste gedichten’ uit 2005 het al zegt ‘Dát is het, vind / ik. Zoiets. Ongeveer.’.
.
Programma
.
Weet ik veel hoe poëzie eruit
moet zien. Niet dat statische,
dat uniforme. Daar hou ik niet
zo van. Dezelfde toon herhaald
tot in den treure, en dat dan
‘vormvastheid noemen, of ‘een
eigen stem’, dat soort gelul.
Nee daar hou ik niet zo van.
.
Geef mij maar het favoriete
snoepgoed uit mijn jeugd. De
toverbal. Je zuigt en zuigt
maar. telkens komen er andere
kleuren te voorschijn en voor
je ’t weet, heb je helemaal
niets meer. Dát is het, vind
ik. Zoiets. Ongeveer.
.
Museum van het boek
Tom Lanoye
.
Op zoek naar een foto in mijn bestanden kwam ik een foto tegen waar ik even bij bleef hangen. Dat is altijd een goed teken, dus liet ik mijn zoektocht even voor wat het was en concentreerde ik me op de foto die mijn aandacht had getrokken. Het betreft hier een foto die ik nam in het Literatuurmuseum in Den Haag van een vitrine over Tom Lanoye (1958) Vlaams dichter, romancier, essayist en toneelschrijver.
In de vitrine lagen enige bibliofiel uitgegeven werken van Lanoye. Zoals de uitgave ‘Hanestaart’, gedichten, in 1988 uitgegeven in een beperkte oplage en geïllustreerd door Jimi Dams. Een oplage van 20 exemplaren van verguld halfleer met platten van versierd papier, genummerd en gesigneerd door de auteur.
De bladzijde waarop deze uitgave openlag was niet genummerd maar het gedicht was goed te lezen. Het betreft hier het gedicht ‘Clip’.
.
Clip
.
Leg een hertejong, ik zal het broeden
tot zijn schedel barst zoals
de lippen van een digitale vrouw.
.
Kus de jakhals in mijn plaats, ik zal hem
zegenen met satellieten tot zijn drift
kan karnen in een langverwacht vaccin.
.
Geef desnoods de schaamluis door, ik zal haar
strelen als tranquilizers op een sterfbed, haar
troosten als een vetplant met een flatneurose.
.
Maar vraag niet dat ik vrede neem met de
melt-down van verveling, dat ik de leeuwemuil
zou spalken met het hout van ersatz en geduld.
.
Verlang niet dat ik rusten zou voor ik nation-wide
gescreend heb: het scala van mijn tanden, de roep
van mijn ravage, het karma van mijn koorts.
.
Moeilijke oefening
Sylvie Marie
.
Naar aanleiding van de Special van MUGzine had ik met een vriend een discussie over wat nou precies een gedicht goed maakt, of een dichter een goede dichter. Voor mij, en ik denk voor velen, is dit de belangrijkste vraag die je over poëzie kan stellen en tegelijkertijd de moeilijkst te beantwoorden. Ik heb op dit blog al verschillende keren ideeën en gedachten gedeeld over wat nou toch een gedicht een goed gedicht maakt.
Tom Lanoye gaf 5 tips voor het schrijven van goede poëzie, zelf ben ik al eerder op zoek gegaan naar wat poëzie is, de website adazing.com gaf een mini cursus Spoken word en Slam poëzie maar dat is een specifieke vorm van poëzie, in ‘Waarom poëzie belangrijk is‘ vind je wat antwoorden, op de website letmus worden 6 tips gegeven voor een goed gedicht, Dennis G. Jerz geeft 10 tips voor het schrijven van een goed gedicht, CBC de Canadese omroep geeft 11 Do’s en Dont’s en tenslotte geeft literacyideas.com nog de belangrijkste gemeenschappelijke kenmerken van poëzie.
Allemaal goed bedoelde tips, aanwijzingen, regels en ideeën over wat een gedicht een goed gedicht maakt en hoe je een goed gedicht herkent. En dit is nog maar een tipje van de sluier, er is nog veel meer over dit onderwerp te vinden op dit blog.
Wij kwamen een eind maar uiteindelijk ook niet tot een eensluidende conclusie. Tot ik vandaag een gedicht las van Sylvie Marie (1984). In Querido’s Poëziespektakel staat het gedicht ‘Moeilijke oefening’. Een kort gedicht van slechts 5 regels die voor mij de essentie van een goed gedicht omvat. Mocht je na het lezen van al die tips, ideeën en aanwijzingen het idee hebben dat je er nooit uit komt, lees dan dit gedicht. Dit gedicht zegt alles.
.
Moeilijke oefening
.
stel je eens
een gedicht voor,
.
zwart op wit.
.
lees nu eens
enkel het wit.
.
Oorlogsdichter
Isaac Rosenberg
.
Over de Eerste Wereldoorlog zijn vele gedichten geschreven. Vaak door soldaten tijdens de oorlog al. Op dit blog kun je verschillende voorbeelden vinden van poëzie van Wilfred Owen, Vera Brittain, August Stramm, John McCrae, Frederick William Harvey en Ernst Jandl die in de oorlog is geschreven. In 2014 verscheen de bundel ‘De 100 beste gedichten van de Eerste Wereldoorlog’ samengesteld door Geert Buelens en van een inleiding voorzien door Tom Lanoye. Het aardige van deze bundel is dat naast alle bekende namen van dichters uit die periode, de samensteller ook heeft gekeken naar andere dichters zoals Nobelprijswinnaars Rabin dra nath Tagore en W.B. Yeats en Nederlandse dichters als Herman Gorter en Paul van Ostaijen. Boegbeelden van de internationale avant-garde Guillaume Apollinaire en Vladimir Majakovski staan naast grote dichters uit de moderne poëzie als Rainer Maria Rilke en Anna Achmatova. Samen geven ze een aangrijpend en rijk geschakeerd beeld van deze verschrikkelijke oorlog.
Wat ik echter heel goed vind aan deze bundel is dat er ook dichters instaan die helemaal niet zo bekend zijn, zoals bijvoorbeeld de dichter Isaac Rosenberg (1890-1918). Deze Engelse dichter en kunstenaar (etser) uit een Joods immigrantengezin, schreef indringende, visuele oorlogspoëzie. Hieronder een bijzonder voorbeeld uit deze bundel getiteld ‘De onsterfelijken’. Onder het gedicht, vertaald door Rob Schouten, staat: De echte overlevers van de oorlog zijn de luizen. Isaac Rosenberg stierf bij Arras, na een nachtelijke patrouille door sluipschuttervuur of in een gevecht (dat is niet helemaal duidelijk).
De inleiding een een paar gedichten uit deze bundel lees je hier.
.
De onsterfelijken
.
Ik doodde ze, ze bleven leven.
Ja dag en nacht zag ik ze komen
En deed geen oog dicht, sliep geen tel,
Kon me verbergen noch ontkomen.
.
Tot ik genoeg geleden had,
Mijn handen kleurde in hun bloed.
Vergeefs, want sneller dan ik moordde
Kwamen ze weer in wreder vloed.
.
Ik doodde, doodde, dolle slacht,
Mijn krachten vloeiden langzaam weg,
En nog verrezen zij en kwelden mij,
Want duivels sterven nooit echt.
.
Ik meende dat de duivel woonde
In drank, vrouwen, verdachte huizen,
Genaamd Satan, Beëlzebub,
Maar nu noem ik ‘m: gore luizen.
.
Tom Lanoye
Wara Avatara (Vlammenzwijn)
.
Erotische poëzie kan heel direct zijn, omfloerst, beschrijvend of juist of heel subtiel verwijzend zijn. Net als elke andere vorm van poëzie eigenlijk. Tom Lanoye (1958) schreef in zijn bundel ‘In de piste’ uit 1987 het gedicht ‘Wara Avatara (vlammenzwijn). dat openhartig is en een beetje van al deze elementen in zich heeft. Wat Wara Avatara (of Vlammenzwijn) betekent heb ik niet kunnen achterhalen. In de informatica is een avatar (ook bekend als een profielfoto of userpic ) een grafische weergave van een gebruiker of het karakter of de persona van de gebruiker. Als je Wara leest als Ware dan zou je hieruit een idee kunnen afleiden: het ware karakter van de dichter. De term Vlammenzwijn daar heeft denk ik iedereen wel een idee bij in deze context.
Hoe dan ook, het gedicht spreekt voor zichzelf.
.
Wara Avatara (Vlammenzwijn)
.
Ik ga het hier niet
hebben over seks, dit is
tenslotte poëzie, maar ook
als ik loop of zwem of
mijn gespannen lichaam in
een spiegel zie, krijg ik het
zo warm. Het lijkt wel transpiratie
.
maar dan vooral vanbinnen.
In het diepst van mijn zinnen.
Het vervelende is wel, dat je je
daar moeilijk wassen kunt. Het
wordt er dan ook dierlijker en
natuurlijker met de dag. Maar dat kan
me eigenlijk niet schelen. Ik vind het
.
heerlijk zo, ik weet dat alles mag.
.


















