Site-archief

Poëzie kun je leren (waarderen)

Poëzie in het onderwijs

.

Al een paar jaar nu geef ik af en toe gastlessen poëzie op middelbare scholen. Ontzettend leuk om te doen en het mooiste van deze lessen geven vind ik nog wel dat bij aanvang van de les de leerlingen vaak ongeïnteresseerd zijn, geen zin hebben, denken dat ze er niks van snappen of er niks van kunnen, terwijl aan het einde van de les er vaak een besef is gegroeid dat poëzie helemaal niet moeilijk is, of saai en dat zelfs het schrijven van een gedicht, hoe eenvoudig soms ook, al kan leiden tot enig enthousiasme.

Ik realiseer me dat zo’n gastles van mij niet meteen tot radicale veranderingen in het denken van jongeren zal leiden maar ik heb wel ervaren dat er iets van begrip voor poëzie groeit na een poëzieles. Ik merk dat collega’s van mij, leesconsulenten op scholen van primair en voortgezet onderwijs, ook steeds vaker poëzie in hun lessen en leermethoden vlechten. Ik kan daar alleen maar heel blij van worden.

In het primair onderwijs en voortgezet onderwijs is de aanpak van poëzielessen uiteraard anders, maar het doel is vaak vergelijkbaar: leerlingen laten kennismaken met en waarderen van poëzie. In het primair onderwijs ligt de nadruk op het ervaren van poëzie door middel van voordragen, luisteren en creatief bezig zijn (zelf een klein gedichtje schrijven, een elfje, een acrostichon of een luule), terwijl het voortgezet onderwijs meer aandacht besteedt aan de analyse en interpretatie van gedichten, inclusief hun structuur en stijl. In het voortgezet onderwijs wordt ook vaker de link naar spoken word of rap gelegd.

In algemene zin kun je stellen dat poëzielessen vier doelen dienen: Liefde voor het lezen en schrijven van poëzie ontwikkelen. Leerlingen het gedicht laten waarderen. De gedachte en verbeelding in het gedicht laten begrijpen. Rijm, ritme en de stijl van het gedicht leren waarderen.

En omdat een les in poëzie zich nu eens helemaal niet leent voor multiple choice vragen heb ik als gedicht vandaag gekozen voor juist een gedicht met die titel. Het gedicht ‘multiple choice ‘van Anton Korteweg (19044) is genomen uit de bundel ‘De stormwind van zijn hand’ uit 1975..

.

Multiple choice

.

HET / regende / was mistig / was stralend mooi weer

ZE HAD / vierkinderen (die niet wilden deugen) / een man aan de drank / kanker

ZE GING / veel te vroeg van huis / op tijd… / op het laatste nippertje…/

ZE DROEG / een mantel met imitatie-bontkraag / geen jas / een blauwe regenjas

ZE HEEFT HAAR FIETS TEGEN HET SCHUURTJE / gekwakt / gezet / gezet en op slot gedaan

ZE / heeft zich voor de trein geworpen / is voor… gestapt / stond rustig te wachten tot…

HET WAS / een klap als bij een botsing / alsof een hondje… / alsof een vlieg tegen een voorruit…

DE TREIN HEEFT / gedacht: alweer / nog geremd / niets gemerkt

HET IS / iets waar je geen woorden voor hebt / tragisch (zonder meer) / misschien nog maar het beste zo.

.

Poëziepodia

September

.

Naast dit dagelijks blog, mijn bemoeienissen met De Zoek naar Schittering, Poëziestichting Ongehoord! en Meander, MUGbooks, MUGzine en nog zo wat dingen die ik rond poëzie doe, mag ik ook graag voordragen op podia. Natuurlijk zou ik dat graag doen op grote bekende podia in den landen maar daarvoor moet je gevraagd worden (wat overigens ook regelmatig gebeurt). Maar het is misschien wel net zo leuk om ook op podia in de omgeving voor te dragen. Dit zijn vaak wat kleinere podia, plaatselijk of regionaal met een vaste kern van dichters. Ik ken er vele en deze podia bieden beginnende en ervaren amateurdichters de ruimte en de mogelijkheid om hun poëzie ten gehore te brengen.

Komende weken ben ik op een aantal van deze podia te zien en te horen. Allereerst op 8 november in Wageningen bij Poëzie leeft! van uitgeverij Leeuwenhof. In het depot in Wageningen (Arboretumlaan 4) zal tussen 12 en 16 uur niet alleen de nieuwe bundel van Johan Meesters worden gepresenteerd maar er zal ook een rondwandeling zijn door het Arboretum waar een aantal dichters zal voordragen bij beelden in de beeldentuin. Ik zal daar als één van die dichters voordragen.

Op dinsdag 10 september draag ik voor bij podium Woordkunst in Maassluis. Oude bekende en een mooi initiatief in de gemeente waar ik werk. Vanaf 20.00 uur aan de P.C. Hooftlaan 6 in Maassluis.

En daags erna zal ik voordragen bij het vijfjarig bestaan van Podium Mooie Woorden van Literair De Lier. Vanaf 19.00 uur in De Vlietwoning aan de Bruidsbogerd 11 in Naaldwijk.

Van Johan Meesters hier een gedicht als voorproefje getiteld ‘Ik ben een ander als geen ander’.

.

Ik ben een ander als geen ander

.

in Leeuwenhof loopt geen leeuw

ik ben een valse Brabander

en ook geen echte Zeeuw

hooguit een Nederlander

.

mijn echte naam heb ik verbloemd

tot Johan – naar een voetballer

ook als filosoof beroemd

.

en al ben ik niet zo schrander

Meesters heb ik mij genoemd

.

ik ben een ander als geen ander

.

 

Je lippen zijn zo zacht

Eva Meijer

.

Meestal debuteren dichters na een periode van schrijven, voordragen, publiceren in tijdschriften of digitaal. Een enkele keer komt een debuut na een lang leven van publiceren van alles behalve poëzie. Zo’n geval is Eva Meijer (1980 ). Meijer is filosoof, kunstenaar, schrijver, en singer-songwriter. Ze schreef vijftien boeken – romans, essays en academische filosofie – en haar werk is vertaald in meer dan twintig talen. Haar werk werd meerdere keren genomineerd voor verschillende prijzen (Libris Literatuurprijs,  de ECI Literatuurprijs, de Vondel vertaalprijs en de International Dublin Literary Award) en ze won de Lezersprijs van de BNG Bank Literatuurprijs en de Halewijnprijs.

En nu, na alles wat ze al heeft bereikt op muzikaal, filosofisch en literair gebied, is er haar debuut als dichter met de bundel ‘Het witste woord’ dat pas geleden verscheen. Hoewel de bundel goed onthaald werd (zo was het de clubkeuze van poëzietijdschrift Awater) is er ook wel wat kritiek te horen. Zoals op het gedicht ‘Zee me’ (al zo vaak gedaan en daardoor niet verrassend of origineel) en op het eenregelige gedicht ‘Misschien’ dat wat nietszeggend is.

Gelukkig is er ook veel te genieten in deze bundel. Onder andere het gedicht ‘Je lippen zijn zo zacht’. Een liefdesgedicht Dat mij zeer kan bekoren.

 

Je lippen zijn zo zacht

.

Je lippen zijn zo zacht. Wat schud je met je hoofd?

Je vingers om mijn pols. Je zegt: niet weggaan. En gaat weg.

Je lippen zijn zo zacht.

.

Wat zich uitvouwt om ons heen. De regen en de velden, geel en grijs

en grijs en groen – je zij, je arm, je bovenbeen. Dat blauwe overhemd.

Het gras is hoog, het buigt.

.

Je lippen zijn zo zacht, je houdt mijn hand zo vast.

De hond loopt door een plas. We missen woorden voor het blijven.

.

Waarom kijk je naar het pad? En schuin en niet naar mij.

En ook niet naar de vogels.

Je huid zit achter stof.

.

Waarom kijk je zo naar mij? Er valt motregen op je woorden.

Je moet nog leren om te blijven. Leren kijken naar dat ene.

.

Maar we hebben alle tijd. En je lippen zijn zo zacht net als je ogen.

.

Slam- en Spoken word poëzie

Mini cursus Spoken word en Slam poëzie

Op de website van adazing.com kwam ik een goed artikel tegen over de verschillen en overeenkomsten van slam poëzie en Spoken word poëzie. Ook biedt dit artikel een minicursus Spoken word of Slam poëzie, waar je overigens als voordragend dichter ook veel aan kunt hebben. Voor het gemak heb ik het vertaald en kun je het hier lezen.

Mensen hebben verschillende opvattingen over slam-poëzie en Spoken word. Sommigen noemen ze poëzie, anderen een gescripte vorm van poëzie en sommigen een vorm van rap of hiphop. Wat je opvatting ook is, beide bevatten ze elementen van poëzie, ook al gaat het om uitvoering. In werkelijkheid worden slampoëzie en Spoken word door elkaar gebruikt. Dat komt door de overeenkomsten tussen beide. Ook zijn de verschillen tussen de twee klein in vergelijking met hun overeenkomsten.

Slam-poëzie staat bekend als een vorm van gesproken poëzie die wordt uitgevoerd in een slam. Het wordt uitgevoerd als een wedstrijd tussen dichters tijdens een evenement. Gewoonlijk wordt bij een slam  het publiek gevraagd om de prestaties van elke dichter te beoordelen. Het hangt er ook van af hoe het het publiek aanspreekt.

Spoken word verwijst naar een gedicht dat is geschreven en moet worden uitgevoerd (uitgesproken). Het verwijst naar poëzie die is geschreven voor uitvoering op het podium. Het kan worden uitgevoerd waar de dichter maar wil of waar hij een platform heeft om op te treden.

Waar zitten dus de verschillen tussen Slam-poëzie en Spoken word? Slampoëzie wordt uitgevoerd als een vorm van competitie met andere dichters. Spoken word is meestal geen wedstrijd is, het kan gewoon een optreden zijn om een ​​publiek te vermaken. Slam-poëzie komt voor in evenementen die bekend staan ​​​​als een poëzie-slam. Maar Spoken word kan bij elke bijeenkomst of evenement die je maar bedenkt voorkomen, zelfs in een klaslokaal.

Het is echter beide uitvoeringspoëzie. Dat houdt in dat je het gedicht hardop voorleest, lichaamstaal, gebaren en gezichtsuitdrukkingen gebruikt om de boodschap goed over te brengen. Je hebt ook een vergelijkbare voorbereiding nodig om ze te schrijven en uit te voeren. Daarom hebben ze dezelfde elementen, procedures en stappen voor schrijven en uitvoeren.

Welke elementen, procedures en stappen worden hgier bedoeld?

Concrete taal: Gesproken woordpoëzie maakt gebruik van concrete taal. Het bevat woorden en zinnen die je publiek een duidelijk begrip van het onderwerp geven. Het maakt het gedicht ook helder en levendig. Ook gebruikt het een taal die de zintuigen aanspreekt.

Houding:  Je moet het uitvoeren op een manier die de meningen en gevoelens erachter verspreidt. Je moet je gedicht kunnen uitspelen. Het is de houding die je uitstraalt waardoor het echt gesproken woordpoëzie wordt en niet alleen een voordracht.

Herhaling: het gaat om het herhalen van enkele zinnen of woorden om nadruk te leggen. Dergelijke woorden of zinnen blijven gemakkelijk in de hoofden van je publiek hangen. Het draagt ​​​​ook bij aan het spannend maken van het gedicht.

Literaire middelen: Spoken word bevat literaire middelen. Ze helpen om Spoken word meer te maken dan alleen simpele zinnen. Ze laten het publiek dus zien wat je bedoelt en drukken emoties uit. Ze omvatten vergelijkingen, metaforen, personificaties, enz. Hier geldt echter dat er niet teveel van dit soort literaire middelen moeten worden imngezet om het helder en duidelijk te houden.

Ritme: Dit verwijst naar een geluidspatroon dat wordt geleverd met het benadrukken van verschillende lettergrepen. Het geeft een soort flow aan het gedicht. Het gebruikt ook geluid om de betekenis te versterken. Je kunt sommige geluidsmiddelen zoals onomatopee, alliteratie en consonantie gebruiken om ritme te creëren.

Rijm: het gaat om het gebruik van dezelfde klanken aan het einde van een regel. Je kunt er echter voor kiezen om geen rijm te gebruiken. Het is jouw stijl. Maar zoals ook bij literaire middelen; gebruik het met mate.

Hoe schrijf je slam poëzie of Spoken word poëzie?

Kijk hoe anderen optreden: Om gesproken poëzie effectief te schrijven en uit te voeren, moet je anderen zien optreden. Je kunt een Poetry Slam bijwonen of online bekijken. Let op degenen die het meest indruk op je maken en waarom ze dat deden. Let ook op hun woordgebruik, ritme en stroom van de gesproken woorden. Sommige mensen geven er misschien de voorkeur aan deze stap te nemen voordat ze hun gedichten schrijven. Anderen geven er de voorkeur aan dit te doen nadat ze klaar zijn met schrijven om inspiratie op te doen voor het uitvoeren ervan. Dus kijk hoe anderen optreden wanneer het jou uitkomt.

Kies een onderwerp: Voordat je je gesproken woordgedicht schrijft, moet je een onderwerp kiezen. Je moet een onderwerp kiezen waar je gepassioneerd over bent, omdat het gedicht met emoties wordt uitgevoerd. Je kunt er ook een kiezen die een speciale herinnering is. Het is echter het beste als het niet te breed maar specifiek is. Een onderwerp over ‘liefde’ kan bijvoorbeeld worden beperkt tot ‘je eerste liefde ontmoeten, of hoe je van je moeder houdt’. Het kan ook gericht zijn op uw ervaringen, zoals ‘deel uitmaken van een grote familie’. Het kan ook de vorm hebben van een vraag als “Wat is angst?” Het punt is dat wat je ook kiest, je passie moet uitlokken terwijl je optreedt. Schrijf al je ideeën op: als je eenmaal je onderwerp hebt geselecteerd, neem dan de tijd om ideeën op te schrijven. Als je aan het brainstormen bent, schrijf dan op wat er in je opkomt. Schrijf al je gedachten en gevoelens over het onderwerp op. Je kunt ook pauzes nemen en er later op terugkomen. Verder helpt het ook als je een pen en een klein dagboekje in je zak of tas hebt. Op die manier kun je gemakkelijk willekeurige ideeën neerleggen waar je ook bent. Het is normaal dat je afdwaalt als je aan het brainstormen bent. Dat betekent niet dat je het niet goed zult doen.

Schrijf je eerste concept: nadat je klaar bent met het schrijven van je ideeën, moet je je eerste concept opschrijven. Kies de woorden of zinnen die betrekking hebben op je onderwerp. Kies het beste uit de berg ideeën die je in eerste instantie hebt opgeschreven. Neem ook woorden op die passen bij het verhaal dat je wilt doorgeven. Begin met eenvoudige zinnen tot je het kader voor je gedicht hebt. Als je eenmaal hebt begrepen wat het verhaal vertelt, ben je klaar om te gaan.

Gebruik literaire middelen: Nu je een raamwerk hebt om mee te werken, kun je literaire middelen gebruiken. Ze geven een flow aan je gesproken woorden. Voeg ze toe in de juiste delen van je gedicht. Kies ook zaken zoals vergelijkingen, metaforen, enz. Controleer op zinnen die beter klinken met een literair middel. Wis je originele regels echter niet. Geef de vervanging ernaast aan of schrijf een andere kopie met de vervanging. Het kan helpen omdat de originele regel nog steeds nuttig kan zijn.

Maak gebruik van herhalingen en woordspelingen: Het toevoegen van herhalingen en woordspelingen kan je gesproken woorden een boost geven. Wanneer je enkele woorden of regels herhaalt, worden ze benadrukt. Ook blijft het zich herhalen in de geest van je publiek en wordt het daardoor gedenkwaardig. Bovendien creëren woordspelingen een mix van gevoelens bij je publiek. Het verbetert ook de creativiteit van je gedicht.

Verbeter het geluid: je schrijft je gesproken woorden op om het hardop voor te lezen, dus zorg ervoor dat het goed klinkt. Je hebt geen rijmschema nodig, maar je kunt rijm gebruiken om het geluid te verbeteren. Ook kan het ritme van je gesproken woord verbeteren als je poëtische middelen gebruikt. Ze omvatten alliteratie, onomatopee, enzovoort.

Herzie je gedicht: Nadat je klaar bent met het verbeteren van je gedicht, hoef je het alleen maar te herzien. Het zou je moeten helpen om je gedicht af te ronden. Neem eerst een pauze (erg belangrijk!). Het zal je helpen je stuk met frisse ogen te herzien. Als je het herziet, zul je waarschijnlijk zien wat je op een betere manier had kunnen schrijven. Lees het hardop, eerst voor jezelf en daarna voor een vriend. Probeer het meerdere keren te doen. Voer ook eventuele correcties uit die je opmerkt. Bovendien moet je je gesproken woorden op papier hebben. Het moet op de juiste manier kunnen worden doorgegeven aan je publiek. Nadat je je gedicht hebt geschreven, moet je het onthouden. Dat maakt het makkelijker om het uit te voeren. Maar het helpt om veel te oefenen om een ​​geweldige presentatie te geven.

Houding: Oefen de juiste houding voor je presentatie. Je zult rechtop moeten staan, met opgeheven hoofd. Houd er rekening mee dat de juiste houding je zelfvertrouwen uitstraalt. Je publiek zal dus sneller willen zien wat je te bieden hebt. Daarom is het verstandig te oefenen, omdat je misschien nerveus bent, vooral als het je eerste keer is. Je kunt echter elke houding gebruiken die je gesproken woorden verklaren tijdens je optreden.

Oogcontact: Maak van tijd tot tijd oogcontact met je publiek. Het zal hun aandacht trekken en zal ook helpen om dat deel te benadrukken. Maak niet de fout om met een stuk papier het podium op te gaan. Zelfs als je het verbergt, zal je publiek merken dat je naar iets anders kijkt.

Volume en toonhoogte: Je volume en toonhoogte moeten je gesproken woorden duidelijk maken. Ze kunnen ook enkele woorden of regels benadrukken. Je stem moet luid genoeg zijn zodat je publiek je kan horen. Maar het helpt als je niet te snel spreekt.

Pauzeren: Pauzeer wanneer het nodig is. Zeg niet alleen de woorden van begin tot eind zonder pauzes. Een korte pauze telkens wanneer een punt de lijnen scheidt, is essentieel. Je kunt echter naar eigen goeddunken pauzes gebruiken om je punt te maken.

Gezichtsuitdrukking: Je gezichtsuitdrukking moet de sfeer van het gesproken woord weerspiegelen. Als er op verschillende punten verschillende stemmingen zijn, moet je gezichtsuitdrukking gemakkelijk kunnen veranderen om ze weer te geven.

Gebaar: Je kunt verschillende gebaren gebruiken om duidelijker uit te drukken wat je wil overbrengen. Het geeft ook weer wat het gedicht inhoudt. De manier waarop je je lichaam beweegt of je handen gebruikt, zegt veel over het gedicht en benadrukt een punt.

Conclusie. In wezen zit het belangrijkste verschil tussen slampoëzie en Spoken word in de gebeurtenissen waarbinnen ze worden uitgevoerd. Verder bereid je je voor beide optredens op dezelfde manier voor. Daarom hebben ze dezelfde elementen en hetzelfde kader bij het schrijven ervan. Dus je kunt het gedicht dat je hebt geschreven gebruiken als een Spoken wordtekst om mee te dingen naar een poëzie slam. Op deze manier kun je gemakkelijk je gedicht of tekst schrijven, onthouden, oefenen en ten slotte uitvoeren als Spoken word of slam-poëzie.

.

Rokers voor de deuren van het ziekenhuis

Editors

.
De meeste mensen zullen geen gedicht uit hun hoofd kunnen opzeggen. Zelfs ik heb er moeite mee, wanneer ik voordraag heb ik toch echt de gedichten in geschreven vorm nodig. Maar als je vraagt aan diezelfde mensen of ze een zin of een stukje uit een gedicht kennen, zullen er veel meer dat kunnen. Vaak zijn dat zinnen uit bekende gedichten als:  ‘Denkend aan Holland, zie ik brede rivieren, traag door oneindig, laagland gaan’  van H. Marsman,  ‘En niet het snijden doet zo’n pijn, maar het afgesneden zijn’ van M. Vasalis of ‘Ik ging naar Bommel om de brug te zien’ van Martinus Nijhoff. Dit zijn zomaar een paar voorbeelden maar waarschijnlijk ken je er zelf ook genoeg.
.
De reden dat men dit soort zinnen onthoudt is dat er iets van herkenning is, of dat een zin grote zeggingskracht heeft, of gewoon omdat een zin heel mooi en poëtisch kan zijn. Ik schrijf dit omdat ik hieraan moest denken toen ik op de radio het nummer ‘Smokers Outside the Hospital Doors’ uit 2007 van de, uit Birmingham afkomstige band, Editors hoorde. De zin ‘The saddest thing that I’d ever seen
Were smokers outside the hospital doors’ is voor mij zo’n zin. Een prachtige zin waarbij iedereen meteen een beeld heeft of een herinnering en, vaak, ook meteen een mening.
.
Reden genoeg voor mij om de tekst een helemaal te lezen en hier met jullie te delen. En natuurlijk om de clip met de muziek hier te plaatsen want naast een prachtige zin is het een bijzonder mooi nummer.  Op de website Lowlove.nl kun je meer over de achtergrond van dit nummer lezen.
.
Smokers Outside the Hospital Doors
.
Pull the blindfold down
So your eyes can’t see
Now run as fast as you can
Through this field of trees
.
Say goodbye to everyone
You have ever known
You are not gonna see them
Ever again
.
I can’t shake this feeling I’ve got
My dirty hands, have I been in the wars?
The saddest thing that I’d ever seen
Were smokers outside the hospital doors
.
Someone turn me around
Can I start this again?
.
How can we wear our smiles
With our mouths wide shut
‘Cause you stopped us from singin’
.
I can’t shake this feeling I’ve got
My dirty hands, have I been in the wars?
The saddest thing that I’d ever seen
Were smokers outside the hospital doors
.
Someone turn me around
Can I start this again?
Now someone turn us around
Can we start this again?
.
We’ve all been changed from what we were
Our broken parts left smashed off the floor
.
I can’t believe you
If I can’t hear you
I can’t believe you
If I can’t hear you
.
(We’ve all been changed
From what we were
Our broken parts
Smashed off the floor
We’ve all been changed
From what we were
Our broken parts
Smashed off the floor)
.
Someone turn me around
(We’ve all been changed
From what we were)
Can I start this again?
(Our broken parts
Smashed off the floor)
Now someone turn us around
(We’ve all been changed
from what we were)
Can we start this again?
(Our broken parts
Smashed off the floor)
.
.

Hoe dat moet

Frank Diamand

.

Afgelopen zaterdag was ik gevraagd te komen voordragen bij het dichterspodium Reuring van Alja Spaan in Alkmaar. Helaas moest Eva Jeune afzeggen maar samen met Petra van Rijn en Frank Diamand mocht ik de aanwezigen trakteren op mijn poëzie. Frank Diamand kende ik als dichter niet, ik had zijn naam weleens langs zien komen maar dat was het. Ten onrechte bleek.

Frank Diamand (1939) en zijn ouders werden in september 1944 in de laatste trein vanuit Westerbork naar Bergen-Belsen getransporteerd. Op 13 april 1945 werd hij door Amerikanen bevrijd uit een van de treinen met zogenaamde ‘ruil-Joden’ (Joden die mogelijk tegen Duitse krijgsgevangenen geruild zouden kunnen worden), die van Bergen-Belsen naar Theresienstadt reed.

Frank Diamand is dichter en was filmmaker, regisseur en producer van documentaires voor de VARA. Ook werkte hij voor de Humanistische Omroep, de IKON, RVU en de Joodse Omroep. Diamand debuteerde als dichter in 1966 met het gedicht ‘Cybernetica’ in De Gids. Pas twintig jaar later, 1986, verscheen bij Van Gennep zijn debuutbundel ‘Wie wil er nu met Hitler in de tobbe?’. Latere bundels verschenen bij Essential Arts en Amphora books.

Dit jaar verscheen van hem bij Essential Arts de tweetalige bundel ‘Hoe dat moet loslaten en bewaren tegelijkertijd? / How that is done. holding and letting go at the same time? Uit deze bundel ,maar ook uit eerdere bundels, droeg Diamand voor en ik was plezierig verrast, ik had weer een bijzondere dichter ontdekt.

Uit zijn meest recente bundel die ik bij hem aanschafte (waarover Judith, een vriendin van hem zei: “Het perfecte cadeau voor iedereen die ooit gedumpt werd” het gedicht ‘Gepruttel na de breuk’.

.

Gepruttel na de breuk

.

Ik protesteer, ik weiger, ik laat me niet

tot een vergissing reduceren.

Ik ben je vader niet

noch je verkeerde echtgenoten.

.

Bedrieglijke bankbreuk heb je gepleegd.

Je deed je voor als lucratief

beleggingsfonds voor liefde.

Je belazerde de kluit.

.

Je deed me weg als een Marie Kondo.

Wreed ben je,

ter bescherming van het waanbeeld

in je hoofd, houd je me van verre.

.

Ik junkie van praten en contact,

– ik beken, en andere gebreken –

moet nu cold turkey verder.

.

Een verwend nest ben je,

maar o wat kan je zoenen.

.

Poëziepodia

Voordragen

.

Toen in 2007 mijn debuutbundel werd gepubliceerd bij uitgeverij de Brouwerij, stelde mijn uitgever voor dat ik mijn poëzie zou voordragen op een poëziepodium in Brielle. Dit kleinschalige podium werd georganiseerd in een café met de prozaïsche naam ‘De kont van het paard’. Ik wist niet precies wat ik me moest voorstellen bij een poëziepodium maar daar aangekomen voelde ik me al snel op mijn gemak. De organisatoren vertelde me waar in het programma ik mocht voordragen, hoe lang ik had voor mijn voordracht en ik kreeg een paar consumptiebonnen.

En meer heb je als beginnend dichter ook eigenlijk niet nodig. Een kleinschalig podium met andere dichters (waarvan sommige ook beginnend maar de meeste vaak al ervaring hebben. En juist door het contact met die andere dichters, met het publiek, met de organisatoren leer je hoe een poëziepodium werkt, leer je welke gedichten goed en minder goed werken en leer je dat het om de poëzie draait (nog te vaak zie ik dichters die een gedicht met een heel verhaal inleiden waardoor de aandacht niet zozeer meer op het gedicht ligt en waardoor je minder gedichten kan voordragen (de tijd is meestal beperkt tussen de 5 en 10 minuten.

Reden waarom ik nog steeds graag poëziepodia bezoek (om te luisteren en om voor te dragen) is de ontdekkingstocht naar nieuwe, mij nog onbekende dichters, een vernieuwde kennismaking met dichters die ik al ken en om mezelf beter te maken, verder te leren hoe een goede voordracht te brengen. In de afgelopen 14 jaar heb ik op heel veel poëziepodia gestaan, op ongelofelijk mooie en heel verschillende plekken mijn gedichten voorgedragen, prachtige dichters gehoord en gezien en ja, ook soms dichters die het in mijn ogen niet goed doen of het wel nooit zullen leren.

En juist dat maakt poëziepodia zo belangrijk voor jonge maar ook beginnende dichters (ik was al in de 40) die willen leren hoe je een goede voordracht brengt. Daarom ben ik ooit op dit blog de categorie ‘poëziepodia’ begonnen. En dat is waarom ik hier vandaag weer een aantal poëziepodia onder de aandacht wil brengen. Een greep uit het aanbod van de afgelopen weken:

Als je zelf googled op poëziepodium dan zul je er nog veel meer vinden, bij jou in de buurt of wat verder weg. Mij heeft het bezoeken van poëziepodia veel gebracht, doe er je voordeel mee.

Tot slot een gedicht over voordragen, een oud gedicht van mij (iets bewerkt) dat ik schreef toen ik nog zoekende was.

.

De dichter ontmaskerd

.

Je sprak over peilloze diepten

en omfloerste gedachten,

doorwrochte zinnen en

latent temperament.

 

En ik vroeg me af

waar zich dat dan

allemaal wel bevond?

.

Bij mij?

Hoe kon ik dat geloven.

Ik deed maar wat

tenslotte.

.

Eerste jonge dichter des vaderlands

Joanne Hoekstra

.

In 2012 werd voor de eerste maal in Nederland de jonge dichter des vaderlands gekozen. Er waren zestig inzendingen voor de nieuwe titel in poëzieland en van die 60 werden er 4 jongens en 10 meisjes genomineerd om mee te dingen naar de titel. Deze 14 jongeren (allen tussen de 16 en 18 jaar oud) kregen een aantal workshops aangeboden (onder andere ‘schrijven & schrappen’ en ‘voordragen’) en mochten in een privéles nog verder hun poëzie aanscherpen.

Uiteindelijk werden er drie finalisten gekozen: Sannemaj Betten, Kenza Bolsius en Joanne Hoekstra. Deze drie dichters mochten een poëzieclip opnemen en in de maanden erna kon er gestemd worden op de beste dichter of de beste clip. Uiteindelijk won de Friese 16 jarige Joanne Hoekstra de felbegeerde titel met het gedicht ‘In het hoofd van haar broer’.

De nieuwe jonge dichter des vaderlands werd tevens voor twee jaar aangesteld als huisdichter op Scholieren.com. Hieronder twee gedichten uit 2012 die ze schreef gedurende de verkiezing tot jonge dichter des vaderlands.

.

In het hoofd van haar broer

In het hoofd van haar broer
kwam nog een laatste gedachte op
toen het water zijn lichaam omarmde,
zijn hoofd verborg in de golven.

Ze had willen redden
Maar de schepen voeren nog, boeien dreven.

En ook zij was in gedachten verzonken.

.

twaalf jaar

.

De te jonge jongen,
Broek op half 7,
rugzak zelfs op kwart over 6.

.

Hij zuigt de sigarettenrook
alsof hij cola drinkt
zijn lichaam binnen.

.

Voor hij zich omdraait
en de lucht met rook
vermengt, richting de hemel spuugt.

.

Een hoestje ingehouden.
Hij is al wat eerder opgehouden
net twaalf jaar te zijn.

.

 

Uit een sprookje

Rosa Schogt

.

Er zijn veel dichters. Heel veel. Ik ken er vele van naam en van lezen, en een klein deel persoonlijk. En elke keer weer word ik verrast wanneer ik weer een nieuwe naam ontdek (waarom ken ik deze dichter niet? Waarom nog nooit iets van deze dichter gelezen?). Dat gevoel had ik toen ik de bundel ‘Dansen te ontspringen’ van Rosa Schogt uit 2019 las. Schot is actrice, theaterwetenschapper en redacteur. En dichter dus. Volgens de gegevens op de achterflap speelt, schrijft en geeft ze poëzie- en taallessen en draagt ze haar poëzie graag en met verve voor.

In haar eerste bundel (ze publiceerde al gedichten in De Revisor en in de bundel van Ellen Deckwitz ‘Olijven moet je leren lezen’) smijt Rosa Schogt (1980) met seks, liefde, dood en theater, verfrissend, zinnelijk, helder en grappig. Ze maakt zich zorgen om dingen, maar net niet genoeg om er echt wat aan te doen. Maar dan is er altijd nog de poëzie, en dat helpt. Een beetje. Met zo’n introductie is mijn nieuwsgierigheid gewekt. En eerlijk is eerlijk, haar gedichten zijn grappig en verfrissend, soms wat anekdotisch, met verwijzingen naar haar jeugd maar altijd prettig leesbaar.

Uit de bundel ‘Dansen te ontspringen’ koos ik het gedicht ‘Uit een sprookje’.

.

Uit een sprookje

.

Hij weet niet goed meer waar vandaan,

waarheen hij kwam, er was geen grens,

er was eens maar die liep naar hier,

een kaft, een blad papier

.

Hij is de trol, gebuikt, bebaard,

hij is de sater, is de ork,

de draak, de dwerg die van je houdt,

de reus, de gnoom, de wolf

.

Hij was de hele tijd op weg

naar jou. Hij zag een man, dicht bij het eind

Die zat daar maar, keek bang, benard

Het paard smaakte zeer goed

.

Diens kroon nam hij maar mee, voor jou

Jij bent de mooiste vrouw die hij ooit zag

Gelukkig lang houdt hij je vast

Je bent van hem alleen

.

Voordrachtskunst

Een korte handleiding

.

Volgens de auteur van het boek ‘Poëzie als woordspel’ heeft Nederland de meeste beoefenaars van de dichtkunst per vierkante kilometer. Of dat waar is durf ik niet te zeggen maar gezien de vele poëziepodia en de dichters op internet en de sociale media zou het zomaar kunnen. Steeds meer dichters willen hun poëzie niet alleen schrijven maar ook ten gehore brengen. En daar gaat het nog wel eens mis. Voordragen is een kunst die niet iedereen van nature beheerst.

Daarom hier een aantal hints, tips en trucs die ik tegenkwam in mijn poëzie-archief. Een aantal jaren geleden organiseerde stichting Ongehoord! een workshop voordragen waar deze tips en trucs aan de orde kwam.

De basishouding

Het lichaam.

  1. Zet je voeten parallel naast elkaar op de grond (tussenruimte ongeveer 15 cm, tenen naar voren)
  2. Hou de knieën iets gebogen, dus niet op slot (de knieën moeten evenwijdig boven de voeten gebogen worden)
  3. Zet het bekken boven de lijn van de knieën en voeten.
  4. Span de buikspieren iets aan, bounce een aantal keren
  5. Maak de borst lang en breed
  6. Trek de schouders op, span ze daarna aan en laat ze los zodat ze vanzelf ontspannen
  7. Span de armen aan en laat ze daarna ontspannen hangen
  8. Maak de nek lang
  9. Zorg dat de kruin van je hoofd recht op de lente as van je lijf staat
  10. Trek je wangen in, blaas je wangen op, en kauw net alsof je een enorm stuk kauwgom in je mond heb, ontspan je gezicht

Om beeldend te kunnen presenteren of voordragen is het belangrijk om je gedicht te analyseren:

  • Sfeer
  • Beelden
  • Emoties
  • Personages

Lees je gedicht een paar keer door desnoods hardop.

  1. Welke kleuren zie je in het gedicht?
  2. Welke geluiden hoor je in het gedicht?
  3. Welke geuren heeft het gedicht in zich? Welke geur overheerst?
  4. Welke mensen komen in het gedicht voor? Hoe zien ze eruit?
  5. Welke emoties worden er in het gedicht beleefd en door wie?
  6. Hoe ruikt het in het gedicht?

Zo maar een aantal aanbevelingen om mee te oefenen wanneer je onzeker bent over je voordracht of wanneer je deze wilt verbeteren. Leer je gedichten zoveel mogelijk uit je hoofd zodat je, tijdens je voordracht, oogcontact kan maken met het publiek. Let op de muzikaliteit, het ritme en het metrum van het gedicht.

Het gedicht ‘Een dichter’ van A. Marja uit ‘Traject’ uit 1955 biedt allerlei aanknopingspunten om bovenstaande vragen te stellen en te beantwoorden.

.

Een dichter

.

In deze nacht word ik opnieuw bespeeld

door wat kan komen in een ver verschiet,

gekweld zoek ik de vorm maar vind die niet

en voel mij als in vezelen verdeeld.

.

Het geeft meer onbehagen en verdriet

dan wat er overdag toch al aan scheelt:

oude kwetsuren, die het leven heelt,

zoals men troostend zegt, doch zelden ziet.

.

Was ik maar zuiver, was ik maar alleen

het protoplasma dat ik lig te zijn,

maar ergens trekt de treiterende pijn

die ik wel geest moet noemen er doorheen,

en die misschien ook deze nacht verbindt

met weer een nacht, waar ik de vorm in vind.

.