Maandelijks archief: februari 2018
Bibliobus
Lévi Weemoedt
.
Zondag dus een gedicht van de dichter van de maand februari Lévi Weemoedt. Toen ik in zijn bundel ‘Met enige vertraging’ uit 2016 (mijn exemplaar) aan het bladeren was viel mijn oog op het woord bibliobus in het gedicht ‘Overnamerecht’. Een bibliobus is een rijdende bibliotheek voor met name plattelandsgebieden waar geen vaste bibliotheekvestigingen zijn. En omdat ik nou eenmaal bibliothecaris ben van beroep was de keuze dit keer erg makkelijk.
.
Overnamerecht
.
Goed nieuws vandaag! In de buurt van Alkmaar
komt binnenkort een bibliobus te rijden
met over de gehele, niet geringe lengte
een dichtregel van Lévi Weemoedt.
.
Ik heb hieraan mijn plechtige
handgeschreven goedkeuring verleend
en gevraagd om één bewijsexemplaar.
.
Liederen van de blauwkraanvogel
Antjie Krog
.
Antjie Krog (1952) debuteerde op haar achttiende met de dichtbundel ‘Dogter van Jefta’. Inmiddels is ze één van de belangrijkste dichters van Zuid-Afrika. Haar poëzie is persoonlijk, zintuiglijk en sterk geëngageerd. Thema’s die in het werk van Krog aan de orde komen zijn het moederschap en het ouder worden, de diepe verbondenheid en de worsteling met de ongelijkheid en het racisme in haar land. Ze neemt daarbij geen blad voor de mond. Haar stem is afwisselend woedend, kwetsbaar, hoopvol en radeloos. Haar werk is veelvuldig bekroond, onder ander met de prestigieuze Herzog-prijs, en Krogs dichterschap wordt vergeleken met dat van Sylvia Plath en Wislawa Szymborska.
In 2003 verscheen bij Uitgeverij Podium/Novib de bundel ‘Liederen van de blauwkraanvogel’ uit. In deze bundel koos Krog uit een enorm archief van de Engelsman Wilhelm Bleek. Deze verzamelde transcripties, poëzie en vertellingen van de Kaapse Bosjesmannen of Khoisan. Deze spraken een taal, het |Xam, waarvan de laatste spreker inmiddels is overleden (waarmee het |Xam een dode taal werd).
Krog las en vertaalde deze gedichten naar het Afrikaans en Robert Dorsman verzorgde de Nederlandse vertaling. Voor het goed verstaan van dit volk en hoe men leefde moet je de hele bundel lezen maar ik koos voor een gedicht getiteld ‘Het doden van een witte springbok’ of zoals de Afrikaanse titel is ‘Die doodmaak van ’n wit springbok’.
.
Het doden van een witte springbok
.
(|Han#Kass’o heeft dit van de vader van zijn moeder gehoord)
.
je maakt een witte springbok niet dood
je mag er alleen maar naar kijken
want het voelt alsof de springbok helemaal wil verdwijnen
een gewone springbok zal nooit naar de plaats komen
waar een witte springbok dood heeft gelegen
alle springbokken maken juist dat ze uit de buurt komen
laat daarom je boog zakken
daarom kijk je alleen maar naar een springbok die wit is
ook al is hij nog zo dichtbij
.
Met dank aan uitgeverijpodium.nl
Liefde kon maar beter naamloos zijn
Shadab Vajdi
.
In 2000 publiceerden uitgeverij De Geus en Amnesty International de bundel ‘Liefde kon maar beter naamloos zijn, met gedichten van 150 vrouwelijke dichters vanuit de hele wereld. De poëzie in deze bundel gaat over “het streven naar vrijheid en gerechtigheid, het verlangen naar een betere wereld de verhouding tussen mannen en vrouwen, de vrouwelijke identiteit. Maar ook over vervolging, onderdrukking en oorlog.” Kortom een bundel met gedichten die alle aspecten van het leven raakt.
De bundel heeft een wat merkwaardige geografische indeling (Rusland en de voormalige Sovjet Unie, West-Europa, Midden-Europa, Latijns-Amerika, Zuid-Azië, Oost-Azië, Engels taalgebied, Afrika, Midden-Oosten en Nederlands taalgebied) en bereikt daarmee op een wat gekunstelde manier volgens mij zo’n beetje elk continent.
Dat doet echter niets af aan de rijke inhoud van de bundel. Vele (voor mij nog) onbekende dichters zijn vertegenwoordigd. Sommige gedichten zijn activistisch van toon, andere hebben juist veel humor en weer andere zijn maatschappij kritisch. Een zeer leesbare mix van stijlen en thema’s kortom.
Ik koos voor een gedicht van de Iraanse Shadab Vajdi (1937). In Iran was ze docent Perzische literatuur en vanaf 1976 werkte ze als producer en radiomaker bij de BBC world service. Vanaf 1992 is ze part-time docent Perzische taal en literatuur aan de universiteit van Londen.
.
Analfabeet
.
Ik ken een man
die alle inscripties op eeuwenoude stenen leest
en die bekend is met
de grammatica van alle talen, dood of levend,
maar die de ogen van een vrouw
die hij denkt lief te hebben
niet kan lezen
.
Valentijnsgedicht
Karel Kramer
.
In 2009 kwam van collega dichter bij uitgeverij De Brouwerij Karel Kramer, de bundel ‘Liefdesgedichten’ uit, en omdat het vandaag 14 februari is, Valentijnsdag, leek mij dit een mooie gelegenheid om deze bundel weer eens uit mijn kast te pakken en een gedicht uit de bundel met jullie te delen.
Dus heb je nog geen gedicht, kan je geen gedicht vinden of had je misschien helemaal niet gedacht aan een gedicht voor je lief, hier zijn er twee van Karel.
.
kom bij me
lig naast me
omarm me
vergeet
*
dan blijven we in bed
eten en drinken niet meer
de buurt verzorgt ons
regelt de toeloop
er gebeuren wonderen
een golf van vrede
trekt over de wereld
zij aan zij
worden we opgebaard
en begraven
op de steen staat
alleen de liefde
.
O, die wijze koeien
Recensie
.
In 2017 verscheen bij uitgeverij U.M. Zuider-Amstel de bundel ‘O, die wijze koeien’ van Chris de Valk. Na ‘Dichter op de huid’ (2010) en ‘Lichtscherven’ (2012) is dit de derde dichtbundel van deze pastor/dichter uit Peize.
Wat meteen opvalt is de zorgvuldige manier waarop deze bundel is uitgegeven. Een goede indeling ( Franse titelpagina, titelpagina, inhoudsopgave) wat misschien niet het belangrijkste is voor een bundel maar waaraan je wel kan afzien dat er aandacht is besteed aan alle aspecten van de bundel.
Dan de gedichten. Wat meteen opvalt wanneer je de poëzie van de Valk leest is de vormvastheid en rijm die in vrijwel alle gedichten voorkomt. Vaste versvormen en rijm zijn niet hip. Kijk naar de dichtbundels die de afgelopen jaren de poëzieprijzen winnen, kijk naar de dichters die het goed doen in verkopen en voordrachten en je ziet louter vrije vormen en vrijwel altijd zonder rijm. Maar dat betekent niet dat rijmende gedichten in vaste versvormen niet ook zeer genietbaar kunnen zijn.
De gedichten van de Valk gaan over gewone en alledaagse dingen als de kleuterschool, de koeien, een poes, een vaas, maar altijd weet de dichter in zijn gedichten iets ‘groters’ mee te geven. In een aantal gedichten is dat God of een hogere macht maar soms ook een menselijke eigenschap zoals in het gedicht ‘Arrogantie’.
.
Arrogantie
.
Het was een simpel rieten mandje
door vele handen heen gegaan.
Ik zag het bij de kringloop staan,
nog net geen afval. Op het randje.
.
Je kon het kopen voor een prikje,
blijkbaar vond niemand er veel aan.
Het hengsel was al half vergaan
net als het garen van het strikje.
.
Zou ik het kopen? dacht ik even.
Ik had nog wel een plekje vrij
tussen de liefdes die vergleden,
.
vergeelde foto’s, smeekgebeden.
Een stekje er in, wat vette klei.
Door mij werd niets ooit afgeschreven.
.
Hoewel ik persoonlijk juist erg gecharmeerd ben van poëzie in de vrije vorm, juist door de mogelijkheden die het spelen met de taal je dan biedt, kan ik (rijmende) poëzie in vaste vormen wel degelijk waarderen wanneer deze met zorg is gemaakt en wanneer deze poëtische zeggingskracht heeft zoals de poëzie in deze bundel. En de enkele verwijzingen naar de bijbel en het geloof heeft mij als agnost niet tegen gehouden deze bundel met veel plezier te lezen.
.
Gedeelde smart
Lévi Weemoedt, dichter van de maand
.
Van de dichter van de maand februari, Lévi Weemoedt, koos ik vandaag een gedicht uit zijn debuutbundel ‘Geduldig lijden’ uit 1977 getiteld ‘Gedeelde smart’.
.
Gedeelde smart
.
De hond ligt zachtjes snikkend in zijn mand;
droef peinst zijn baasje bij een glas genever.
Er hangen duizend boeken aan de wand:
’t Geluk was hier bepaald geen gulle gever.
Op straat waaien geluiden van een feest:
een schrille lach; er valt een glas aan scherven.
Maar binnen zingt het wenen van het beest
en zit zijn baas al uren te versterven.
Ik wed nu dat geen sterveling ooit raadt
wie nu die twee zo bitter treuren laat.
Maar stuur toch in: wat aanspraak doet ons goed.
Wij zien uw brief vol wanhoop tegemoet.
.
De hinde
Francesco Petrarca
.
Ik vond het wel weer eens tijd voor een liefdesgedicht en dus trok ik de bundel ‘De liefste, onsterfelijke liefdesverzen’ maar eens uit mijn kast. Deze bundel is samengesteld en vertaald door Paul Claes en bevat dichters die “eeuwig verliefd zijn, verliefd op hun beminde en op de taal, maar nog het meest op de liefde zelf”.
In deze bundel beroemde dichters uit alle tijden zoals Sappho, Dante, Keats, Hölderlin, Beaudelaire, Rilke, Yeats, Pessoa en vele anderen. Ik koos voor het gedicht ‘De hinde’ of zoals het in het Italiaans heet ‘Canzoniere CXC’ en ik heb zowel het origineel als de vertaling overgenomen.
.
De hinde
.
Een blanke hinde zag ik op het groen
met gouden horens onder een laurier
verschijnen bij de dubbele rivier,
terwijl de zon rees, in het guur seizoen.
.
Zo zoet verheven was dit visioen,
dat ik elk werk liet varen om het dier
te volgen, als een vrek die met plezier
zijn zwoegen opgeeft om een vondst te doen.
.
‘Raak mij niet aan,’ stond op haar sierhalsband
geschreven met topas en diamant,
‘Mijn heer heeft mij in vrijheid laten gaan.’
.
Reeds zag ik hoe de zon in ’t zenit scheen
-mijn ogen waren moe, maar niet voldaan-
toen ik in ’t water viel, en zij verdween.
.
Canzoniere CXC
.
Una candida cerva sopra l’erba
verde m’apparve, con duo corna d’oro,
fra due riviere, all’ombra d’un alloro,
levando ’l sole, a la stagione acerba.
.
Era sua vista sì dolce superba,
ch’i’ lasciai per seguirla ogni lavoro;
come l’avaro, che ’n cercar tesoro,
con diletto l’affanno disacerba.
.
Nessun mi tocchi — al bel collo d’intorno
scritto avea di diamanti e di topazî —
libera farmi al mio Cesare parve.
.
Et era ’l sol già vòlto al mezzo giorno;
gli occhi miei stanchi di mirar non sazî,
quand’io caddi ne l’acqua, et ella sparve.
.
Retour
Versvormen
.
In de loop de jaren zijn al verschillende versvormen de revu gepasseerd op dit blog maar de laatste was alweer van enige tijd geleden. Daarom vandaag aandacht voor de Retour. Deze versvorm telt 3 strofen verdeelt over negen regels. De eerste strofe heeft twee regels, de tweede strofe drie regels en de laatste strofe is vierregelig. Het rijmschema is ab abc bcac en het metrum is bij voorkeur pentameter maar dat is geen voorwaarde. Het leuke van deze vorm is dat het gedicht eindigt met het beginwoord (de beginwoorden), maar dan wel in verschillende betekenis. Een voorbeeld van Drs. P. (wie anders zou je bijna denken):
.
Retour
.
Retour wil zeggen dat men weer zal keren
Van ergens naar het punt waar men begon

















