Maandelijks archief: april 2023
Doe het toch maar
Babs Gons
.
Dichteres Babs Gons (1971) is vanaf september van dit jaar twee jaar lang Dichter des Vaderlands. Zij volgt in die functie Lieke Marsman op. Het selectiecomité voor de Dichter des Vaderlands noemt Gons „een dichter die bevlogen en betrokken woorden weet te geven aan wat er leeft in deze tijd, in een samenleving die zij vol overtuiging bij de poëzie betrekt”.
Gons is schrijver, performer, theatermaker en schrijfdocent. Ze treedt regelmatig met haar poëzie op in binnen- en buitenland, op festivals en literaire evenementen in onder meer Zuid-Afrika, Sudan, Curaçao en Brazilië.
In 2018 schreef ze naar aanleiding van de gemeenteraadsverkiezingen het gedicht ‘Als je niet gaat stemmen’, dat ik een zeer krachtig gedicht vind. In 2019 stelde ze ‘Hardop’ samen, de veelbesproken bloemlezing van Nederlandse spoken-word-poëzie. Ze ontving voor haar werk meerdere onderscheidingen, waaronder in 2018 een Black Achievement Award in de categorie Kunst en Cultuur. In 2021 schreef ze het Boekenweekgedicht ‘Polyglot’.
In 2021 kwam haar debuutbundel uit getiteld ‘Doe het toch maar’ waarmee ze haar naam vestigde. En nu is ze dus verkozen tot Dichter des Vaderlands. Uit deze bundel het gelijknamige (titel) gedicht.
.
doe het toch maar
zeg dat maar tegen jezelf
op die momenten dat je niet meer weet
waar je het voor doet
waarom je soms weken, maanden
soms zelfs jaren
aan het kauwen bent op een mond vol klank
waarom je zoveel moeite doet
om de beelden uit je hoofd te vertalen
en verhalen te vertellen
die zich door je huid
een weg naar buiten dringen
doe het toch maar
moet je af en toe in de spiegel fluisteren
als je ziet hoe de late avonden
de gebogen houding
de eenzaamheid
de felle lampen en
slecht geventileerde kleedkamers
hun sporen achterlaten op je lijf
op je huid van je gezicht
hoe je je keer op keer begeeft onder het oordeel
van een ieder wiens ogen
blijven haken achter wat ze zien
een ieder
die maar de behoefte voelt
iets van je te maken en te vinden
en dat hartgrondig te delen
met de rest van de wereld
doe het toch maar
ook al lachen ze je kunst uit
bezuinigen ze je werk weg
vinden ze je een linkse hobby
vinden ze dat je maar normaal moet doen
doe het toch maar
schrijft dat voor jezelf op een briefje
als de verleiding groot is om iets te gaan doen
waarvan je zeker weet dat je
volgende maand de huur kan betalen
en je zoon straks kan gaan studeren
doe het toch maar, herhaal het tegen jezelf
als je je weer eens realiseert
dat je de wereld nooit zal kunnen veranderen
met een handvol kunstzinnige gerangschikte zinnen
geen oorlog zul je ermee beslechten
geen hart zal door jou niet breken
je zal de eenzaamheid van de buurvrouw
niet kunnen wegschrijven
en de rot ziekte van een geliefde niet genezen
wat is het dan in hemelsnaam waard?
doe het toch maar
ook nadat je tot bloedens toe
op de deuren hebt geklopt die dicht voor je blijven
bouw je eigen huizen
wacht niet tot ze je uitnodigen
vier je eigen feestje
doe het toch maar
klim maar uit bed op die ochtenden dat
de vermoeidheid je hoop en ledematen lam legt
ook als je denkt dat de wereld je niet lijkt op te merken
en nog minder zitten wachten
op jou en je verhalen
vertel ze toch maar
doe het gewoon
want ergens weet je
dat dit het enige is waardoor je
in vrede met jezelf en de wereld kan leven
.
.
Asa Nisi Masa
Federico Fellini
.
Toen ik afgelopen weekend een stuk schreef over het overlijden van Huub Oosterhuis kwam ik in de bundel ‘Handgeschreven’ het gedicht ‘Asa Nisi Masa’ tegen. Nieuwsgierig naar wat dit betekende ben ik gaan zoeken en kwam ik op de Wikipedia pagina met precies die titel. Asa Nisa Masa is een nonsens zin uit de film 8 1/2 van Federico Fellini uit 1963.
Hoewel de uitdrukking ‘Asa Nisi Masa’ in geen enkele bekende taal is vertaald – en Fellini heeft de betekenis van de uitdrukking nooit publiekelijk onthuld – wordt algemeen aangenomen dat Fellini een Italiaans kinderspel gebruikte, vergelijkbaar met Pig Latin, om het te maken . In het spel worden de lettergrepen ‘si’ en ‘sa’ toegevoegd aan bestaande woorden om ze te verdoezelen, wat Fellini doet met het woord ‘anima’: A-sa + Ni-si + Ma-sa. Het woord ‘anima’ heeft in deze context een dubbele betekenis; het is niet alleen het Italiaanse woord voor ziel, maar het is ook een sleutelbegrip in het werk van de Zwitserse psychotherapeut Carl Jung (op wie Fellini dol was), waar ‘anima’ de term is voor het vrouwelijke aspect van de persoonlijkheid in mannen, een veelvoorkomend Fellini-thema.
Met deze kennis lees je het gedicht ‘Asa Nisi Masa’ ineens anders.
.
Asa Nisi Masa
.
Kom eindelijk
naar beneden
.
van je beroemde standje
naar deze ademtuin
.
Adem in. Dieper. Hoesten.
Nog een keer. Ogen dicht.
.
We spelen Acht en een half
.
om de dode dingen in ons te begraven.
.
Asa nisi masa.
.
Ben je alleen?
Niet alleen?
.
Zeg iets, pappa
of zoiets – roep me.
.
Asa nisi masa
.
Zie ik je beneden bij de bron?
.
Op falende furiën, mieren en ander leven
Odile Schmidt
.
Voor mij ligt de bundel ‘Op falende furiën, mieren en ander leven’ van Odile Schmidt (1965). Deze bundel uitgegeven door uitgeefhuis De Manke God is een uitdaging. Een uitdaging voor mij als lezer maar zeker ook als recensent. Er zit zoveel in deze bundel dat het moeilijk is te bepalen waar ik zal beginnen.
De bundel is netjes uitgegeven, mooie bladspiegel, intrigerende tekst op de achterflap en zeker ook, een bijzondere titel. De bundel begint met drie ‘quotes’ van Leonard Cohen (tweemaal) en Charles Bukowski. Niet de minste en de laatste één van mijn favoriete dichters. De tekst op de achterflap vraagt ook enige kennis van de Griekse mythologie maar Odile beschrijft in een brief aan haar uitgever duidelijk aan wie ze deze bundel opdraagt, aan hen die wraakzuchtig zijn en veranderen in de vriendelijken. Een verlichte staat van zijn, waarin het recht, de vergeving en het licht ten opzichte van het duister, de wraak en de vergelding zegeviert. Voor ieder die ooit van wraak naar vergeving is gegaan een herkenbare situatie.
Dan de inhoud. In het eerste hoofdstuk wordt meteen de toon gezet. Dit zijn geen ‘gemakkelijke’ verzen. Odile Schmidt vraagt wat van de lezer maar die lezer krijgt er dan ook wat voor terug. In het eerste hoofdstuk ‘Onderhevig aan functies van X en Y’ komt de cirkel, de ring, de kring, de oneindige lijn steeds opnieuw in een andere vorm terug. Of het gaat over spiralen of rolpatronen, ik herken de doorgaande lijn. Daarbij nodigen titels als Necker kubus (wat was dat toch ook weer?) en de Möbiusband uit tot nader onderzoek. De optische illusie en de ruimtelijke structuur gevoegd bij ‘Scharnierpunt’ en ‘Uit een rib’ doen me geloven dat hier een relatie wordt beschreven, de relatie van de dichter ten opzichte van het leven. Het laatste gedicht in dit hoofdstuk ‘Toekomstmuziek’ eindigt met de zin ‘wat rest is een puntenwolk’ waarmee de dichter voor mij aangeeft dat alles (het leven) altijd doorgaat maar wel degelijk uit losse onderdelen bestaat.
In de twee hoofdstukken die volgen ‘Ik kan slechts falen’ en ‘Mislukte liefdes of gedichten’ komt de relatie opnieuw naar voren, de relatie met een vader, een moeder, een kind. Geboorte en dood komen aan de orde en de liefde voor de ander. In ‘Verzoeningsruimte’ is er ruimte voor contemplatie; wat is de reden voor het bestaan, het falen, en opnieuw vanuit twee gezichtspunten bekeken (X en Y). Tot slot ‘Wereld delen’. In dit laatste hoofdstuk krijg je als lezer meer inzicht in hoe de dichter zich verhoudt tot de wereld om haar heen. De letterlijke wereld dit keer; de Waddenzee, Beverwijk, Noordzee, Marseille. Ze eindigt met het gedicht ‘Café Eijlders’ waarin ze haar geboorte als dichter beschrijft. Na het leven, de liefdes, het verleden en de familie is er nu tijd voor de dichter. De dichter die in soms raadselachtige zinnen de lezer meeneemt in haar binnenwereld die ze wil delen.
Of de furiën gefaald hebben, of de wraakzucht ten opzichte van het leven wint of juist de vergeving en het licht zegeviert, de dichter laat je als lezer zelf de conclusie trekken. Zoals gezegd is deze bundel niet voor lezers die even een gemakkelijk gedicht willen lezen, of even een korte vlucht willen uit de dagelijkse sleur. De gedichten in de bundel zetten aan tot nadenken over de inhoud, over de betekenis en geven je inzicht in wat de dichter beweegt.
Ik kies als voorbeeld van het voorgaande het gedicht ‘Uit een rib’ waarbij je meteen een idee hebt (Eva uit de rib van Adam) dat je wil toetsen aan wat er beschreven staat. Waarom tweemaal een X? Omdat Eva onderdeel is van Adam (zijn rib)? En de tuin van Eeden? Twee punten verbinden, meer niet.
.
Uit een rib
.
Mijn gevoel lijkt een verre reiziger aan de horizon
waar de golven en sprongen aan het zicht onttrokken zijn
.
hoe kan ik uit een nullijn gedichten schrijven
Een gat in een sok stoppen zonder klos
.
Ik wilde niet meer achteromkijken
,
X1: ik zeurde om een rozenstruik
X2: hij bloeit in de gevonden tuin
.
X1′: ook rozen hebben water nodig
X2′: de gieter staat in een ander huis
.
X1”: dat ene verhaal is verdwenen
X”2: alles paste in een bus in de schuur zonder slot
.
twee punten verbinden, meer niet
.
Dichter op verzoek
Maud Vanhauwaert
.
Vandaag is het zondag, dus Dichter op verzoek. Dit keer een verzoek van Magda Haan voor dichter Maud Vanhauwaert (1984). Nog maar pas geleden mocht ik het genoegen hebben met onder andere Maud deel uit te maken van de vakjury van de AMAI awards. Een zeer gewaardeerd dichter, ook door mij. Het gedicht zonder titel komt uit De Revisor, jaarboek voor nieuwe literatuur 1 uit 2010.
.
School der Poëzie
Huub Oosterhuis
.
Afgelopen week overleed (1933-2023) theoloog en dichter. Hij publiceerde een groot aantal liederen en gedichten en beïnvloedde de modernistische denkbeelden over liturgie en kerkelijk leven in Nederland. Op Facebook las ik in commentaren op zijn overlijden dat niet iedereen gecharmeerd was van zijn werk, in veel gevallen door zijn afkomst en zijn werk dat vele raakvlakken heeft met religie en de kerk.
Toch schreef Oosterhuis ook veel poëzie die geen raakvlakken heeft met religie. Hij was bijvoorbeeld de bedenker en de oprichter van de School der Poëzie. School der Poëzie ontleent haar naam aan de verzamelbundel van tachtiger Herman Gorter (1897) en het beroemde gedicht van vijftiger Lucebert (1952). Oosterhuis zocht naar een manier om jongeren te bereiken met poëzie. Van oudsher was en is de drempel naar poëzie hoog, zeker voor lager opgeleide jongeren. Intensieve lessen in poëzie én de mogelijkheid om poëzie te zien, uit te spreken en beluisteren in een wervelende show waarin de jongeren zelf de hoofdrol spelen bleek een effectieve aanpak om jongeren te bereiken.
In de bundel ‘Handgeschreven’ verzamelde gedichten 1950-2020 dat verscheen in 2020 staat het gedicht over de School der Poëzie.
.
School der Poëzie
.
Ik wou dat ik een beetje zwart was
dat ik in een ver groen land woonde
niet in een klas zat maar in een tuin-
dan komt de grote Ilonka
met tassen vol gedichten
en zegt dag donkere mooie jongen
en leert mij lezen
.
dan mocht ik van haar
ook zelf gedichten schrijven hele vele
dan zou ik schrijven
.
ik zie de zon
als watervallen stralen
ik hoor de vogels krenkelen
in de boomtoppen
van mijn geboortewoud.
.
Dan zou zij mooi mooi zeggen
en nog eens mooi-
dan zou ik zeggen dank u wel
.
maar wou liever
ik bemin u
zeggen
.
grote Ilonka lieve.
.
Jonge dode mol
J. Bernlef
.
Met Pasen maakte ik een wandeling door een voormalig afgraafgebied van veen dat nu een natuurgebied is geworden. Aan de randen van dit gebied in een grasweiland zoals een grasweiland zou moeten zijn, met paardenbloemen en klaver en allerlei soorten gras in verschillende hoogtes (dus niet zo’n mono-cultuurweiland zoals de meeste weilanden van boeren in Nederland) waren allemaal molshopen. Bij een van die molshopen lag een dode mol. Het deed me denken aan een gedicht dat ik ooit las van J. Bernlef (1937-2012) over een dode mol.
Dat gedicht ‘Jonge dode mol’ heb ik terug kunnen vinden in de bundel ‘Gedichten 1970-1980’ uit 1988. Oorspronkelijk verschenen in de bundel ‘Brits’ van Bernlef uit 1974.
.
Jonge dode mol
.
Nog nooit had ik zo iets
gezien, zo innig in
zijn dood besloten
op een kinderhand
.
De graafpoten langszij
gestrekt tot in het kleinste
kootje als sierleeuwtjes
verfijnd verstard
de blinden stijf gesloten
.
Ondoorgrondelijk zwart
zaad dat zij snel met
smalle vingers teruglegt
niet begraaft
.
‘want zie je, zij eten aarde
maar deze had geen trek
kijk maar hoe schoon zijn handen nog
hoe dun en dicht zijn bek’.
.
Nog nooit verliefd geweest
Ans Wortel
.
Beeldend kunstenaar, dichter en schrijver Ans Wortel (1929-1996). Zij heeft diverse dichtbundels geschreven waarin haar beeldende kunst en poëtische teksten samenkomen. Ze debuteerde in 1959 met een gedichtenbundel in eigen beheer zonder titel. Ans Wortel is vooral bekend als beeldend kunstenaar. Ze maakte in haar lange kunstenaarsleven voornamelijk olieverfschilderijen, gouaches en tekeningen. Haar werk beslaat een periode van meer dan 50 jaar. Als autodidact begon ze vanuit de traditionele schilderkunst langzaam naar een eigen vorm te zoeken dat ‘abstract figuratief’ genoemd kan worden.
Uiteindelijk heeft ze echter ook een aantal dichtbundels uitgegeven waaronder de bundel ‘Voor ons de reizende vlezen rots’ uit 1970 die verscheen bij uitgeverij De Bezige Bij. Uit deze bundel komt het liefdesgedicht ‘I’ve never been in love before’ like Chet Baker sings…’.
.
‘I’ve never been in love before’ like Chet Baker sings…
.
ik was nooit zo verliefd
dat mijn hart
mijn hoofd de baas werd…
nooit kon hij zover
beslag op me leggen
dat er geen ‘ik zijn’ meer overbleef…
.
voor hem wijzigde ik m’n dagindeling
voor hem veranderde ik m’n standpunt
wat ik geloof,
geloofde ik bij hem niet meer
ik hield rekening met zijn wensen
aangaande eten en vrijen en slapen…
.
nooit ben ik hèm
is hij mij geworden
.
ook nú zal ik ’t ‘wij’ niet halen
maar zo verliefd als nu,
was ik niet eerder…
.













