Site-archief
Gebed
Adriaan Jaeggi
.
Voor mensen die in bibliotheken werken is de blog van Mark Deckers een must om te lezen. Hij duidt de ontwikkelingen in het bibliotheekwerk, verduidelijkt en beschouwd zaken die voor bibliotheekmedewerkers en leidinggevenden van belang zijn. Maar op zijn blog is veel meer te lezen dan alleen maar heel specifieke dingen voor bibliothecarissen. Zo besteedde hij al eens aandacht aan mijn blog (een paar keer al) in het kader van de landelijke Gedichtendag.
Maar ook in heel specifieke stukken is zijn liefde voor poëzie nooit ver weg. Zo las ik in een stuk over de overheid en de bibliotheek een gedicht van Adriaan Jaeggi (1963-2008). In 2002 verscheen Jaeggi’s eerste officiële dichtbundel, ‘Sorry dat ik het paard en de hond heb doodgeschoten’, na eerder twee romans te hebben gepubliceerd. Twee gedichten uit deze debuutbundel werden opgenomen in Gerrit Komrijs bloemlezing Nederlandse Poëzie. In 2006 en 2007 was Adriaan Jaeggi is Amsterdams eerste stadsdichter. In 2008 verscheen de bundeling van de gedichten die hij als Amsterdamse stadsdichter had geschreven: ‘Het is hier altijd laat van licht; Amsterdamse stadsgedichten’. Ook maakte hij deel uit van de zogeheten Poule des Doods, een gezelschap dichters dat, op initiatief van de dichter F. Starik, bij toerbeurt met een gedicht de begrafenis begeleidt van iemand die eenzaam is gestorven.
Maar terug naar het blog van Mark Deckers. In dat stuk heeft hij dus een gedicht van Jaeggi opgenomen. Gezien de aard van het gedicht en het feit dat het is beletterd en aangebracht in de OBA (de openbare bibliotheek van Amsterdam) doet mij vermoeden dat dit een stadsgedicht was. Hoe dan ook een toepasselijk gedicht voor in een bericht over bibliotheken.
.
Gebed
.
(uit te spreken in een bibliotheek)
.
Boek, vertel me hoe te leven
hoe ik de liefde moet overwinnen
vertel hoe anderen dat deden
wat de weg is, hoe
de kost te winnen
.
Boek, wij spreken in iconen
als Jolly Roger: avontuur,
een bloedend hart voor
liefde, eclips wijst ons
de toekomst
.
Kien, Bandini, Biberkopf,
Schveyk, Tiuri, Windvaantje,
Horse Badorties, Oblomov,
Owen, Rosenberg, Sassoon:
Egidius.
.
Boek, vertel me hoe te branden
als een tijger in de nacht.
Vertel het ook aan anderen, als
ze radeloos zijn en dwalen, als
hun afgod naar ze lacht.
.
Boek, wij zijn allang verloren
wees ons dus steeds genadig. Ik
getuig
dat er één is van elk van ons
en elk boek is mijn profeet.
Zorg dat iedereen dat weet.
.
Boek, vertel ons hoe we leven.
.
Zonder mensen geen muziek
Alfred Schaffer
.
Ik weet dat ik nog wel eens kritisch ben op de CPNB, de club die het Nederlandse boek propagandeert. Mijn kritiek richt zich dan vooral op het feit dat de Poëzieweek, die ene week per jaar dat poëzie en dichters in de spotlight staan, niet meer wordt ondersteund door het CPNB. Misschien vraag je je af waarom dat erg of jammer is. Met een landelijk opererende club als het CPNB achter je weet je dat er in alle bibliotheken, boekhandels, op de social media en in de pers aandacht wordt gegenereerd voor poëzie. Zonder het CPNB (en dan vooral de middelen die het CPNB heeft om dit te doen) verword de Poëzieweek en de Landelijke Gedichtendag tot een evenement in de marge. En dat is toch al een vertrouwde plek voor poëzie dus die extra aandacht wordt node gemist. En niets dan lof voor het miniconsortium van organisaties die toch de Poëzieweek op de kaart willen blijven zetten maar het verschil tussen een poëzieweek met de CPNB en zonder de CPNB is pijnlijk groot.
In België is dat anders, daar is het Poëziecentrum als grote landelijke partij betrokken bij alle initiatieven en acties alsmede met de communicatie rondom de Poëzieweek. Als je de website van de Poëzieweek opent en bij de activiteiten kijkt staat pas op pagina 5! de eerste activiteit in Nederland (er staan 12 activiteiten op 1 pagina). Dat zegt genoeg lijkt me. Als het zo doorgaat zal de Poëzieweek in Nederland een kwijnend bestaan tegemoet zien.
Nu wil ik hier niet met zuur en azijn dit bericht eindigen. De CPNB geeft wel aandacht aan poëzie. Niet meer aan de week maar met af en toe een gedicht bij een activiteit door het jaar heen. Zo sturen ze hun partners en stakeholders sinds drie jaar elke december een nieuwjaarsgedicht toe speciaal geschreven voor de gelegenheid. Dit jaar is dit gedicht geschreven door Albert Schaffer (1973) en getiteld ‘zonder mensen geen muziek’. En omdat dit gedicht meer lezers verdient dan alleen degene die bevoorrecht zijn het van de CPNB te mogen ontvangen, deel ik het graag hier met jullie.
.
zonder mensen geen muziek
.
waarom de laatste dag gelijk is aan de eerste
als je zogenaamd verdwaald bent
in een bos, of nachtblind en besluiteloos
tot stilstand komt op een immense kruising
in een supergrote stad waar alles 24/7 open is.
er past veel stilte in een hoofd maar is dit nu
de wereld die verdween, of die zich niet heeft aangediend?
vroeger was je een prinses en wilde je dat alles
goed zou komen, nu was nu dus tekende je
elfjes, schapen, dinosaurussen, honden
en eenhoorns, beren, uilen, alles wat kon praten.
misschien dat je nog eens een lichaam ziet vanbinnen
en een hart vasthoudt, misschien wordt je onthaald
als held door mens en dier omdat je
rijkdom bracht en brandhout, uren lopen verderop.
misschien raak je je eigen nabestaande, ontploft
de ruimte en ontstaan er nieuwe sterren en planeten.
gewoon een liedje zingen, veel te moeilijk
met je dunne, hoge stem maar
toch, wat doet de geest kalmeren
komend jaar. denk daar maar over na
en neem de tijd, gek genoeg heb je geen haast.
.
Man vloekend tegen de zee
Miroslav Holub
.
Toen ik voor mijn boekenkast stond zag ik de bundel ‘De geboorte van Sisyphus’ van Miroslav Holub staan. Deze bundel is samengesteld, vertaald en voorzien van een nawoord door Jana Beranová (ik kreeg hem destijds van haar) en werd uitgegeven door de Bezige Bij in 2008. Holub werd door dichter Ted Hughes omschreven als één van de vijf of zes belangrijkste dichters ter wereld (of hij zichzelf ook tot deze kleine groep rekende is niet bekend) en Seamus Heaney noemde de poëzie van Holub te medelevend om wraakzuchtig te zijn, en te sceptisch om erdoor te worden overweldigd.
De Tsjechische dichter Miroslav Holub (1923-1998) behoort in ieder geval tot de grote dichters uit Oost en Midden-Europa van de tweede helft van de 20ste eeuw. Hij werd veelvuldig uitgenodigd voor festivals in Rotterdam, Londen en elders maar hij kon, vanwege het communistische regime, slechts een enkele keer onder valse voorwendselen het land uit. Samen met Milan Kundera en anderen stichtte hij het poëzieschrift ‘Kveten’ (Mei). Door zijn actieve deelname aan de Praagse lente werd hij na de inval door het Russische leger ontslagen aan het onderzoeksinstituut en verdwenen zijn boeken uit de rekken van bibliotheken en winkels. Pas na de publieke schuldbekentenis kreeg hij een nieuwe functie, maar zijn poëzie bleef verbannen tot 1982.
Eerder beschreef ik de poëzie van Holub als absurdistisch en meeslepend lyrisch en daar sta ik nog steeds achter. Ook in het gedicht ‘Man vloekend tegen de zee’ uit deze bundel komt dat weer goed naar voren.
.
Man vloekend tegen de zee
.
Iemand
klom zomaar op de rots
en vloekte tegen de zee.
.
Stom water, stom bezwangerd water,
slijmerige afdruk van de hemel,
fladderende draaikont tussen zon en maan,
pietluttige schelpenteller,
vloeiende brullende stier
de rotsen bevruchtend met zijn bloed,
zelfmoordend zwaard
versplinterd op iedere kaap,
hydra die de nacht afslacht,
zoutnevels van stilte briesend,
vergeefs en vergeefs
de trillende vleugels spreidend,
Gorgo die haar eigen lijf opvreet,
.
water, absurd platte schedel van water-
.
Zo vloekte hij een poos tegen de zee
die zijn sporen in het zand likte
als een geslagen hond.
.
Daarna klom hij omlaag
en streelde
de kleine immense onstuimige spiegelende zee.
Ziezo, braaf water, zei hij –
en ging zijns weegs.
.
Harry Zevenbergen
Overleden
.
Op 8 maart jongstleden is de uit Randwijk afkomstige Haagse dichter Harry Zevenbergen (1964-2022) overleden. Ik kende Harry niet heel goed maar heb een aantal keren met hem te maken gehad en podia gedeeld. Tussen 2007 en 2009 was Harry Zevenbergen stadsdichter van Den Haag, de eerste en de enige stadsdichter die Den Haag gekend heeft. Ik denk dat we elkaar voor het eerst ontmoeten in 2011 bij Poëzie op pootjes, een project waarin dichters het Haagse gevoel beschrijven in gedichten.
Een van de projecten die Harry organiseerde was Dichter op locatie. Twee keer Vijf Haagse dichters (in deel 1 en deel 2) kregen van hem de opdracht om een week te verblijven op een locatie naar eigen keuze in Den Haag. Twee van de dichters die aan dit project meededen ( Jeroen de Vos en David Muiderman) leerde ik kennen toen ik debuteerde met ‘Zichtbaar alleen’ bij uitgeverij de Brouwerij.
In 2012 was ik te gast bij ‘Hot Talk’ op radio Den Haag FM, waarin we spraken over onderwerpen als: Hoe kun je de aandacht stimuleren voor poëzie?, wat doen bibliotheken met poëzie? Wordt poëzie veel uitgeleend? Later dat jaar was ik te gast bij ‘Het Woordenrijk’ ook bij Den Haag FM waar ik in gesprek ging met Harry en Dian van Faassen over poëzie.
In 2018 stonden we nog samen op een podium als Haagse dichters (met Alexander Franken en Debbie van den Bergh) bij ‘Schrijvers tussen de kassen’ Toen kwam al voorzichtig aan het licht dat Harry ziek was. Harry leed aan de ziekte van Alzheimer waaraan hij dus vorige week is overleden. Met hem verliest de poëzie maar vooral Den Haag een bevlogen en mooi mens. Dichter Anne-Tjerk Mante schreef op Facebook een prachtig in memoriam waarnaar ik hier graag verwijs.
In de bundel ‘Poëzie op pootjes’ uit 2005 staat het gedicht ‘Levenslooplijnen’ van Harry en dat gedicht wil ik graag hier delen.
.
Levenslooplijnen
.
Een man in het park voetbalt met zijn zoontje.
Verder is het park leeg.
Vader: veertiger, kalend, buikje, geen talent.
Zoontje: een jaar of vijf, een supertalent?
.
Een man in het park traint zijn zoontje.
Verder is het park leeg.
Vader legt de oefening uit, moedigt zoontje aan.
Zoontje gaat enthousiast aan de slag.
.
Een uur lang zit ik daar.
De ene oefening volgt de andere.
De vader is geen begenadigd trainer.
De zoon daar valt nog niets van te zeggen.
,
De man in het park gelooft in zijn zoontje.
Gelooft dat hij morgen de nieuwe Bergkamp,
ergens bij een profclub kan onder brengen.
Hij droomt van een mooi plekje op de tribune.
.
Het ADO-stadion kijkt mee over zijn schouder,
maar de ambities reiken verder, reiken tot in
Rotterdam, Rome, Londen, Barcelona.
.
Na twee uur begint het donker te worden.
De man geeft zijn zoontje een aai over de bol.
Thuis staat een schoolbord te wachten.
.
Samen met Diann van Faassen bij het Woordenrijk















