Site-archief

De eerste op de laatste

Herman de Coninck gedicht

.

Op de laatste zondag van 2015 wil ik het eerste gedicht uit de eerste bundel van Herman met jullie delen. Herman heeft zoveel prachtige gedichten geschreven dat een keuze maken uit zijn gedichten elke zondag, aan de ene kant heel makkelijk is (er zijn er zoveel) en aan de andere kant elke keer weer zoeken is (wat wil deze zondag met jullie delen?). Toch blijkt me dat veel lezers heel blij worden van een de Coninck gedicht op zondag. Daarom zal ik voorlopig nog even doorgaan met de Herman de Coninckzondag.

Vandaag dus het eerste gedicht uit ‘De lenige liefde’ uit 1969 zonder titel of het moet 1. zijn.

.

1

.

Zo is hier elke dag: de bloemen

gaan de perken te buiten, bomen

waaien in het honderd, en van overal

stroomt klaarte toe

als volk voor een voetbalwedstrijd.

Reeds komt de zon het terrein op-

gelopen, stralend van zelfvertrouwen.

.

En even sterk zijn hier de dichters.

Hun stevige beelden bewerken de realiteit

als boeren het land,

een hele werkelijkheid kunnen zij

in hun armen dragen.

.

Ik hou van dit land.

Als ik ooit uitwijk neem ik het mee.

Ik zal zijn naam noemen

en het zal me volgen.

.

mechelen

Kees Stip

Op een…

.

Kees Stip (1913 – 2001) was een Nederlands puntdichter en beroemd vanwege zijn dierengedichten. Vanaf 1951 schreef hij onder het pseudoniem Trijntje Fop honderden dierenversjes voor de Volkskrant.

Deze dierenversjes zijn bijzonder vormvast. Er wordt nooit met het metrum gesmokkeld: de versregels hebben zonder uitzondering vier heffingen. Het rijmschema is zonder uitzondering AABBCC (het zogenaamde gepaard rijm). Net als in een limerick wordt meestal ergens in het vers, vaak in de eerste regel, een plaatsnaam genoemd. De meeste van zijn dierenversjes bestaan uit zes regels; af en toe zijn het er acht en bij uitzondering een nog hoger even aantal. Er bestaat er ook een van twee regels. Af en toe bevatten de laatste regels een ouderwets geformuleerde pseudo-wijze les voor kinderen.

.

Op een kip

.

Een kip sprak peinzend tot een ei:

‘Wie was er eerder: ik of jij?

De wijsbegeerte mag misschien

op deze vraag geen antwoord zien,

maar ik heb, wat men ook mag zeggen,

nog nooit een ei een kip zien leggen.’

.

Op een koe

.

Een koe te Moskou sprak: ‘een koebel

kost amper anderhalve roebel.

en weet je wat ik heb ontdekt?

Een aardig klokkenspeleffect

bereikt men door met drie bellen

geweldig te gaan wiebelen.’

.

koekip

Met dank aan Wikipedia.

Weemoed

Zondag

.

Op de dag die ik nog altijd speciaal vrij hou voor een gedicht van de grote Vlaamse dichter Herman de Coninck, vandaag opnieuw een gedicht, dat verscheen in Tirade jaargang 23 (1979), zonder titel.

.

Weemoed is een foto van voor 20 jaar.
Familie, nog samen, nog gezond.
Is toen. Met een lijst van nu errond.
Nu houdt het verleden bij elkaar.
 .
En omgekeerd. Want nu is maar even.
Is opschrikken en vragen:
waar waren we gebleven?
Bij jou. In Die Dagen.
 .
Alles is ver. En de liefste dingen nog verder.
Maar door het verleden wordt het bij elkaar
gehouden, als schapen door een herder.
.
.
oldpicture

Slijtage

Judith Herzberg

.

Judith Herzberg (1934) is één van Nederlands bekendste dichters, publiceert sinds haar debuut in 1963 ( Zeepost) vele poëziebundels en heeft in de loop der jaren verschillende literaire prijzen gewonnen waaronder de Jan Campertprijs, de Constantijn Huygens-prijs en de P.C. Hooft-prijs. Ik bezit een aantal van haar bundels en schreef al verschillende keren over haar poëzie. Vandaag uit ‘Beemdgras’ uit 1968 een wat minder bekend gedicht van haar hand.

.

Slijtage

.

Bovenop de berg stopt het kamermeisje

een munt in de panoramakijker

en richt hem op de overkant waar zij nu

een minuut haar vriendje hout ziet hakken.

.

Forceer het oog terug, maar nooit

staat wie dan ook daar in zo’n ronde lijst

zoiets begrijpelijks te doen.

.

Zelfs heel exact, twee kanten blouses

uit Beiroet, worden vaag

omdat de lucht trilt.

Of zijn de ogen zelf beslagen?

.

Het is de regen die voortdurend regent

in versleten films

en ruisend valt op oude schellak platen.

.

beemdgras_1e_druk_omslag_0

JH

 

Liefde didactisch

Leonard Nolens

.

In een artikel van 4 november 1999 in het Leidsch Dagblad dat ik tegenkwam, las ik een recensie van Hans Warren over de bundel ‘Voorbijganger’ van Leonard Nolens. In het artikel staat onder andere  “Bij niemand was het verdriet zo groot (over de dood van Herman de Coninck WvH) als bij de 52 jarige bard Leonard Nolens”.

Nu heb ik al een aantal keer eerder op dit blog aandacht besteed aan de dichter Nolens maar met dit gegeven ben ik zijn werk nogmaals gaan lezen en ik begrijp wat Hans Warren bedoeld als hij stelt “Hij is zo’n beetje de laatste figuur die in poëzie de grote gevoelens en de grote woorden zoekt in plaats van schuwt”.

Uit ‘manieren van leven’ uit 2001 een voorbeeld van zijn ‘stijl’ van dichten.

.

Liefde didactisch

Zij spannen traag hun winterkleren voor de ramen
En sluiten elkaar en het straatlawaai in hun armen.

Zij gaan vanmiddag bloot een groot horloge binnen.
De wijzers zijn zijzelf. Zij maken plaats en tijd.

Een simpele duim op haar tepel verandert de wereld
Van deze volksbuurt in een kamer zonder pijn,

Een bed waaronder twee paar tranen samen slapen
Met afgelopen schoenen. Geluk heeft geen contour.

Langzaam vrijen is ook dat ronde kruispunt beneden.
Daar lopen mensen zoals wij van hen te dromen.

.

Nolens

 

nolens (1)

Nachtzwemmen

Hagar Peeters

.

Hagar Peeters (1972) is begonnen als rapdichter (als dat al een woord is) waar ze, op het Double talk festival, al in 1997 opviel. In 1999 debuteerde ze met de dichtbundel ‘Genoeg gedicht over de liefde vandaag’ welke genomineerd werd voor de NPS Cultuurprijs. Ze won de J.C. Bloemprijs en de Jo Peters poëzieprijs in 2004 en werd in 2005 genomineerd voor de Anna Bijns prijs. Ze publiceerde inmiddels 7 dichtbundels en werd in 2005 door Nederlandse en Vlaamse scholieren verkozen tot jeugddichter des Vaderlands (van beide ‘Vaderlanden’ vermoed ik).

Over haar poëzie schreef Arie van den Berg in 1999 in het NRC: “Het gebruik van beeldspraak is beperkt in ‘Genoeg gedicht over de liefde vandaag’. Wat niet wil zeggen dat de dichteres om beelden verlegen zit. Ze plukt ze met schijnbaar gemak uit het alledaagse. Stof wordt dan ‘pakmedannetjes in het licht’ en in ‘Vertweezaming’ wil de ik ‘niet van je neusbrug skiën’ en ook niet ‘in je blauwe ogen pootjebaden’. Ze lijken naïef soms, de metaforen van Peeters, maar ook in hun argeloosheid zijn ze doorgaans trefzeker.”

.

Nachtzwemmen

.

De maan rolt een loper
van licht op het water.
We waden ernaar
naakt in het donker
raken niet verloren
langs de baan van de maan
van licht door het water
alleen zichtbaar
voor dat van elkaar
in ons lichaam.

.

Uit: :Loper van licht’ uit 2008.

HP

hagar peeters

Treurig gedicht

Toon Tellegen

.

Uit een bundel die aan mij werd overhandigd omdat een beter huis werd verondersteld van Toon Tellegen wil ik het volgende gedicht graag met jullie delen. Het gedicht is getiteld ‘Treurig gedicht’ en komt uit de bundel ‘Daar zijn woorden voor’ uit 2005 uitgegeven door Rainbow pockets met op de kaft de prijs van € 7,90. Waar zijn de Rainbowpockets (en de poëziebundels voor die prijs) gebleven?

.

Treurig gedicht

.

‘Dit is het einde van de weg’, zeiden ze.

Er stond een bordje:

DIT IS HET EINDE VAN DE WEG

‘Hier dit punt’, zeiden ze.

Ze hurkten erbij neer

en raakten het voorzichtig even aan.

‘Is dit het?’

‘Dit is het.’

Het was herfst, het regende, het stormde.

Ze stonden op, draaiden zich om.

.

Later kwamen ze nog even terug

met een vergrootglas.

Het was echt het einde van de weg.

.

woorden

TOONTELLEGEN_SHORTS

Johnny van Doorn

KOMTOCHEENSKLAARKLOOTZAK

.

Omdat Johnny van Doorn (1944-1991) zulke bijzonder beeldende poëzie schreef en omdat een ieder die hem (nog) niet kent zeker kennis moet maken met deze ‘selfkicker’,  een gedicht van zijn hand uit de bundel ‘Verzamelde gedichten uit 1994 getiteld ‘komtocheensklaarklootzak’.

.

KOMTOCHEENSKLAARKLOOTZAK

.

Mijn kamer verhuurd

Voor een uur of 2

Aan enkele verstok-

Te voyeurs:

Een gat in de

Vloer geeft een

Luxueus uitzicht

Op het onderliggend

Temijersbed &

Bij iedere seance

Kreunt mijn

Krolse kat

Luidruchtig mee &

Via een snelle

Knopindruk golf

De (van een bedrijfs-

Tape afkomstige)

Mededeling – Kom

Toch eens

Klaar Klootzak –

Door het met

Rococomeubelen

Ingeriochte

Naaivertrek &

Tot zieleheil

Van mijn somber

Herfstig wezen

Herstel ik het

Schiet- en avondgebed

In ere &

Iedere nacht

(Tussen haar billen

Ingevouwen)

Spreek ik tot de Goede God

.

JvD

 

Nederlandse poëzie van de 20ste eeuw

Van Holst tot heden

.

Op mijn oproep via Twitter, om onverkochte poëziebundels aan mij te schenken die anders wellicht weggegooid zouden worden na de Koningsdagverkoop, kreeg ik van Elisabeth vijf bundeltjes die “bij mij een beter thuis zouden hebben”. Waarvoor mijn dank uiteraard. Een van deze bundeltjes valt bijna uit elkaar (blijkbaar goed gelezen en zelfs met plakband hersteld) maar is dan ook uit 1958. Het is de Prisma pocket ‘Nederlandse poëzie van de 20ste eeuw, Van Holst tot heden’ samengesteld door C.J. Kelk en Bert Voeten. Nu had ik al aardig wat bundeltjes uit deze periode en allemaal in pocketversie (waar zijn ze gebleven?), maar deze had ik nog niet. Van Willem Elsschot’s (1882) gedicht ‘Tot den arme’ tot Alfred Kossman’s (1922) ‘Bosheks’ staan erin.

Ik heb gekozen voor een gedicht van Ida G. M. Gerhardt (1905) met de titel ‘De paarden’.

.

De paarden

.

Daags drinken bij het wed

de grote aardse paarden.

Hoefprenten staan op de aarde,

het gras is zilt geplet

.

Te nacht, als sterren en maan

in zachte diepten spiegelen,

beweegt het wak aan wiegelen:

twee vleugels ruisen aan.

.

Het water ligt vervaard,

als witte manen zinken:

rimpelend om het drinken

van een geweldig Paard.

.

Later draagt het, weer blak,

de adem in nevelvegen

van ’t Paard dat, reeds ontstegen,

dronk uit een sterrewak.

.

prismapocket

IdaWEr

Dichters, dichters, dichters

En muziek!

.

De stichting Ongehoord! (waar ik secretaris en penningmeester van ben) is de komende maanden weer behoorlijk actief. Op zondag 31 mei en zondag 14 juni staan twee podia gepland met vele dichters en muziek.

Maassluis

Op zondag 31 mei is er in Maassluis, in het Witte Kerkje aan de Constantijn Huygensstraat 1 in Maassluis een podium waar de volgende dichters zullen voordragen:

Roel Weerheijm, Mark Boninsegna, Geraldina Metselaar, Dennis Kras, Sabine Kars, Jaap van Oostrum, Nanneke Beekhuis en Marijke van Geest. Daarnaast is er muziek van  Han Remmerswaal en Geza Hargitai. Zij zullen 2 sonates van Bach spelen op fagot en piano. Uiteraard is er voor aanslenterend en aanstormend talent de mogelijkheid 1 of 2 gedichten op het open podium voor te dragen.

Aanvang: 14.00  (Zaal open vanaf 13.00), toegang/koffie en thee: Gratis.

Rotterdam

Op zondag 14 juni is het jaarlijkse Zomerpodium in de Jacobustuin in Rotterdam aan de Jacobusstraat 103-109. Daar zullen de volgende dichters komen voordragen:

Runa Svetlikova en Evy van Eynde (beide uit Vlaanderen), Dean Bowen, Lennart Pieters en Jelou. De muziek komt van Marloes Brouwer. Uiteraard is er ook hier weer een open podium en worden en hapjes en drankjes geserveerd.

Aanvang: 14.00  (Tuin open vanaf 13.00), toegang gratis.

.

oNGEHOORD

logo_nieuw

collage-tuin