Site-archief
Nonsensgedichten
Nico Scheepmaker
.
Uit mijn boekenkast vandaag de bundel ‘het lichte gedicht’ De grappiste en gekste gedichten van Nederland en Vlaanderen. In deze bundel tal van heerlijke nonsensgedichten als deze van Ingmar Heytze:
Short rap
De grootste motherfucker
is toch altijd nog je vader.
.
Of deze van Cees Buddingh
.
Zeer vrij naar het chinees
de zon komt op. de zon gaat onder.
langzaam telt de oude boer zijn kloten.
.
Kortom veel gedichten met een vrij hoog meligheidsgehalte. Maar ook prachtige voorbeelden van allerlei grote dichters uit het taalgebied zoals het gedicht ‘Wereldkampioen’ van Nico Scheepmaker.
.
Wereldkampioen
.
Dat hockey met een stokkie wordt gespeeld
en iedereen zich daarbij dood verveelt
is, dacht ik, nu wel algemeen bekend,
al is het een gedachte die nooit went.
.
Wij willen het niet weten, want zo’n sport
komt niet alleen in speelduur al te kort,
maar kampt ook met een uitgedund publiek
dat clublid is dan wel familieziek.
.
Alleen als onze meisjes moeten knokken
– in overigens verrassend korte rokken-
voor ’t wereldkampioenschap met de mof,
is het publiek nog wel bereid te komen
om even bij die meisjes weg te dromen,
al nemen zij de bal nooit op hun slof!
.
Vooruit, nog één om het af te leren van Bert Voeten.
.
Driewieler
geen vier
en geen twee-
daartussenin
.
Seks
De daad in 69 gedichten
.
Soms is poëzie iets zeggen in verbloemende woorden en soms niet. De verzamelbundel ‘Seks, de daad in 69 gedichten’ samengesteld en ingeleid door Vrouwkje Tuinman en Ingmar Heytze laat qua titel niets aan de verbeelding over. Dat schept verwachtingen. Toch is de inhoud van de bundel minder expliciet dan de titel suggereert. De samenstellers zeggen het zelf al in hun ten geleide:
“Sex sells. Verwijzingen naar de lichamelijke liefde creëren hoge verwachtingen van spanning en sensatie. U stelt zich bij het onderwerp van deze bloemlezing wellicht dampende gedichten voor, waarin alle lichaamsvochten zich mengen in een draaikolk van samensmeltende woorden.”
De inleiding eindigt met de zinnen:
“Poëtische erotica is inventief, ruimdenkend en zacht en ruw tegelijkertijd. Het lijkt soms net een echte vrijpartij…”
Daarom uit deze aardige bundel twee gedichten om de smaak te pakken te krijgen.
.
Het
.
Die bril die vond ik niks, die moest maar af.
En zij zei tegen mij, niet alleen mijn bril
maar ook mijn truitje en mijn onderbroek.
.
Toen zag ik dat het goed was en ging in
met geweldige wind en zonder mantel.
We hadden erg veel zin en deden het.
.
Rob Schouten uit Te voorschijn stommelt het heelal, Arbeiderspers, 1988.
.
Verloksels
.
Het mooie van plooien
het vocht in de oksels
de paaiende kant van
de hand en de pols en
iets hols en
wat spant
.
Joke van Leeuwen uit Vier manieren om op iemand te wachten, Querido, 2001
.
Ellen Deckwitz
Liedje
.
Ellen Deckwitz studeerde Nederlands in Groningen en voltooide nadien een research master in de literatuur- en cultuurwetenschap.
Sinds 2000 is Deckwitz actief als dichteres. Ze droeg haar poëzie voor in binnen- en buitenland, onder andere op Lowlands, de Nacht van de Poëzie en Poetry International. Daarnaast verscheen haar werk in verschillende Nederlandse literaire tijdschriften en bloemlezingen en is een gedeelte vertaald en gepubliceerd in het Duits, Zweeds, Engels en Frans. Ellen Deckwitz was een van de juryleden voor de Turing Nationale Gedichtenwedstrijd 2011-2012.
In 2009 kreeg Deckwitz de Meander Dichtprijs toegekend voor haar poëzie. Eind 2009 won zij het Nederlands Kampioenschap Poetry Slam (ze heeft het record van de meest gewonnen poetry slams in 1 jaar) en voor haar bundel “De steen vreest mij” ontving ze de 25ste C. Buddingh-prijs 2012 voor het beste poëziedebuut van het jaar.
Tegenwoordig woont en werkt Deckwitz in Utrecht waar ze onder andere een van de vijf leden van het Utrechts Dichtersgilde is, dat in 2009 werd opgericht rond Ingmar Heytze.
In Liter nr. 66 uit 2012 verscheen onder meer het gedicht ‘Liedje’.
.
Liedje
.
Laat me je oproepen in de geest
van degene die dit jaren later leest.
Ook al stellen ze zich je blond voor,
.
je ogen grijs en je mond grover
dan ik bedoelde. Laat me uitbeelden
voor wanneer niemand je meer wil,
voor als niemand nog de pen uit
.
mijn handen rukt, verwacht ik je
tong en hef je mijn gezicht alsof
het een kelk is
.
Foto: Nadine Ancher
10-delige poëziecollectie
Judith Herzberg
.
Trouw komt met een mooi initiatief, de 10-delige poëziecollectie. Zoals Trouw zelf schrijft “houdt Trouw van poëzie en schrijft hier veel over, het is onder andere een vast onderdeel van het weekendmagazine Letter & Geest”. De redactie heeft een selectie gemaakt van de mooiste gedichten van de beste Nederlandse dichters en deze verzameld in een 10-delige collectie.
De bundels zijn via Trouw te bestellen en bij The Free Record shop te koop voor € 49,95.
Bundels zijn van de volgende dichters:
.
Remco Campert
Eva Gerlach
K. Michel
Gerrit Kouwenaar
Ester Naomi Perquin
Lucebert
Ingmar Heytze
Rutger Kopland
Ida Gerhardt
Judith Herzberg
.
In de advertentie lees ik dat er een luxe bewaardoos wordt bijgeleverd en dat er in de bundel ook niet eerder uitgegeven werk staat. Voor de liefhebbers een mooie aanvulling.
Het eerste deel is van Judith Herzberg met 50 gedichten uit 12 van haar bundels uitgegeven tussen 1963 en 2011. De inleiding bij het werk van Judith Herzberg is van Janita Monna.
Ik heb hier al eerder aandacht besteed aan het werk van Judith Herzberg en hier nog een gedicht uit deze bundel uit een fraaie reeks.
.
In deze drukke gelukkige jaren
.
In dit landschap, ieder jaar
karteliger van profiel door
opslag, afslagplaatsen en fabrieken,
in deze onze zee die leger wordt aan leven
naarmate reuzen van gevoel te schaars
om elkaar te ontmoeten alleen,
en korter leven, en worden opgegeten,
de walvissen en alle wriemelende
zielen van de genesis –
op dit ons platgetrapte gras
ouder dan wij, al van de derde dag
in deze slordige versleten wereld
vergeten wij dat wij het zelf
(kinderen van Adam’s kinderen)
de overbevolking zijn.
.
Uit: Beemdgras, 1968
.
Gedichten op vreemde plekken
Deel 64: op een grachtenmuur
.
Op de muur van een Grachtenwand in Utrecht staat het volgende gedicht van Ingmar Heytze. De laatste zin is tevens de titel van zijn boek uit 2001 ‘Hier heeft de oudste steen gelijk’. Een boek dat ik iedereen zeer kan aanraden.
‘Hier heeft de oudste steen gelijk’ is een zomerdagboek dat Ingmar Heytze bijhield in de zomer van 2001.
.















