Site-archief
Oude lied
Zwagerman en Kopland
.
Begin deze maand was de medewerkersdag van Meander, het literair e-magazine voor Nederlandstalige poëzie met haar nieuwsbrief die wekelijks naar ruim 5000 abonnees wordt gestuurd. Op deze dag werd ook een quiz georganiseerd over poëzie die ik samen met Cora de Vos had gemaakt. Een van de vragen die gesteld werd was ‘Rutger Kopland inspireerde met zijn gedicht ‘Jonge sla’ talloze dichters tot een bewuste imitatie in de stijl van het gedicht. Hoe noem je een dergelijke persiflage? Het antwoord op deze vraag is natuurlijk een pastiche.
In de bundel ‘Bekentenissen van de pseudomaan‘ van Joost Zwagerman (1963-2015) uit 2001 staat een pastiche op precies dit gedicht van Kopland. Overigens kwam Joost Zwagerman ook terug in de quiz (tot welke stroming behoorde Zwagerman?) en er was ook een vraag over Rutger Kopland (wat is de echte naam van Kopland?).
Terug naar het gedicht van Zwagerman. Het gedicht heeft de titel ‘Oude lied’.
.Oude lied, dichter over dichter
Oude lied
.
Hoe langer het duurt, hoe langer
je liefhebt
Rutger Kopland
.
Niks kan ik hebben,
het ontluiken van meisjes,
grote gevoelens, hun toefjes
ademhaar kan ik met vochtige ogen
zien verdorren, daar ben ik
werkelijk slap in.
.
maar oud smegma het hele jaar door,
ontijdig gekoekt, duvels hard,
in hun droge plooitjes, yess!
.
Veel komt aan
Margreet Schouwenaar
.
De afgelopen tijd heet uitgeverij P weer een aantal fraaie dichtbundels het licht laten zien. ‘Zomerschaduw’ van Job Degenaar, ‘Voetafdruk van stilte’ van Hanna Kirsten en ‘Hazenslaap’ van Margreet Schouwenaar. Over de eerste twee schrijf ik later maar vandaag pak ik de bundel ‘Hazenslaap’ van Margreet Schouwenaar erbij. Het zal toeval zijn dat in dezelfde periode twee dichtbundels verschijnen met in de titel de haas (‘Hazenklop’ van Hanneke van Eijken waarover ik de komende week zal schrijven) maar vandaag dus de bundel ‘Hazenslaap’.
Schrijver en dichter Margreet Schouwenaar (1955) debuteerde in 1991 met gedichten in Revisor en niet lang daarna met de bundel ‘De drempel die vertrek is’ (1992). Daarna volgden maar liefst 14 dichtbundels waaronder de bloemlezing ‘Zwijgen tot het schraapt’ uit 2019. Haar werk wordt geplaatst in literaire tijdschriften als De Poëziekrant, Meander en Het Liegend Konijn.
In 2009 volgde ze Joost Zwagerman op als stadsdichter van Alkmaar, welke functie ze vervolgens maar liefst negen jaar zal invullen. In 2018 wordt een nieuwe stadsdichter, Joris Brussel, gekozen. Ik mocht bij deze verkiezing in de jury plaatsnemen. In haar jaren als stadsdichter richt Margreet Schouwenaar De Eenzame Uitvaart op in Alkmaar. Zij is nog altijd actief binnen deze stichting.
En nu is er dus haar nieuwe bundel ‘Hazenslaap’. Een bundel met 70 nieuwe gedichten (de bundel wordt uitgegeven ter gelegenheid van haar 70ste verjaardag) waarin zij de tijdelijkheid en de eeuwigheid bezingt, de trivialiteit, de onvermijdelijkheid maar ook de hoop. In pagina vullende gedichten waarin vaak ritmische stapelingen van woorden te lezen zijn beschrijft Schouwenaar de hazenslaap. Een haas slaapt met ogen open en merkt dus alles op wat er gebeurt. Zo ook Schouwenaar in deze bundel.
Ik koos voor het gedicht ‘Veel komt aan’ waarin dit mooi naar voren komt.
.
Veel komt aan
.
Google toont hoe ik woon, de plant staat er nog
voor het raam waar ik lang ben weggegaan.
Een bestemming vind ik zelden thuis, wel een
levenstaak: veeg los zand, alles wil grond.
.
Het lijkt op krabben, de honger naar het nauwelijks
vel dat toch kan kloppen. Veel komt aan op het net niet
raken; verwezen, schalen breken, de schepping wil
schuiven. misschien wel littekens. Daar helpt geen
.
wetenschap tegen. Nestdrang zonder feiten, vleugels
willen oefenen. Bewegingen bestaan, nachten
moeten vallen. ‘Je praat in je slaap’, zei hij eens.
We horen buigzaam te zijn, onze gedachten
.
te verzetten. Ik doe denken aan een ander. Ik ben
al weg, of niet, ik ben nog steeds onuitgesproken.
Op een kaart ben ik onvindbaar, maar ik breng me
nader. Als confetti zal ik dalen. Onherroepelijk.
.
Bestemming
Dag 17: Joost Zwagerman
.
Uit de bundel ‘Bekentenissen van de pseudomaan’ uit 2001 van dichter Joost Zwagerman (1963-2015) nam ik het gedicht ‘Bestemming’.
.
Bestemming
.
Een groep nonnen had een boer bekeerd.
Ik liep door landerijen en wist niet van bekering.
De boer zag mij aan en gaf mij proviand.
Hij verwees mij naar de nonnen. Uurtje lopen.
Ik kwam aan. Ik ging het klooster in.
Daar ben ik dan, zei ik, en ben er nog.
.
Het leven is hier lang niet slecht. Men kent mij niet,
ik heb vriendinnen, men is hier mijn gelijke.
Ik lees een boek, bekeer een boer, doe mijn plicht
en heb een eigen kamer. ’s Nachts leg ik het hoofd
in de schoot. Ik ben de bijslaap van mijn dromen.
.
Dat ijsberen eieren eten
Margreet Schouwenaar
.
Dichter Margreet Schouwenaar (1955) schrijft al lang poëzie en kinderboeken. In 1992 debuteerde ze met de bundel ‘De drempel die vertrek is’ maar in 1994 werd ze al genomineerd voor de C. Buddingh’-prijs voor vier gedichten van haar die gepubliceerd werden in De Revisor. Inmiddels is haar nieuwe bundel ‘Dat ijsberen eieren eten’ (2024) die bij uitgeverij P is gepubliceerd haar 14e poëziebundel.
Regelmatig verschijnen er publicaties van haar in literaire bladen zoals de Revisor, Tirade (voorheen ‘Nieuwe Wereld Tijdschrift’) en de Poëziekrant. Daarnaast werden er gedichten van haar hand opgenomen in verzamelbundels als “Volmaakte aanwezigheid, volmaakt gemis”, “Vrouwen dichten anders”, en ‘De 100 beste gedichten van 2000’.
In 2009 volgde zij Joost Zwagerman op als stadsdichter van Alkmaar (tot 2018). In deze functie initieerde zij in navolging van F. Starik ‘De eenzame uitvaart’ in Alkmaar. Zij richtte tevens een dichtersgilde op en gaf de aanzet voor een poëzieroute door de binnenstad van Alkmaar.
Maar nu is er dus een nieuwe bundel. Taal voor Margreet Schouwenaar is een dankbaar middel, een gereedschap om haar poëzie te maken, fysieke en zintuigelijke poëzie, waarin steeds opnieuw iets denkt te herkennen, maar vervolgens verrast bent over dat wat getoond wordt. In de recensie van Pom Wolf schrijft hij dat de titel van de bundel de lading (van deze bundel) niet dekt maar dat het gedicht ‘De weg naar huis’ dit wel doet. Ik ben het met Pom eens, in deze bundel komt de reis die Margreet Schouwenaar heeft afgelegd naar de dag van vandaag, in vele aspecten van haar leven, aan de orde. Er wordt teruggekeken, soms met enige melancholie, soms met een blik naar de toekomst. Persoonlijk en poëtisch.
Het was voor mij een eerste uitgebreide kennismaking met het werk van Schouwenaar en die is me zeer bevallen. Uit de bundel koos ik het gedicht ‘Lucht’ uit het hoofdstuk dat dezelfde titel draagt als de bundel.
.
Lucht
.
De droge lucht laat naalden vallen. De wind windt
klittenband. De kaart met het paradijs is kwijt. Zo
groeit wanhoop. Beloften worden gevouwen en
als vliegtuigjes omhoog gegooid. Zoals altijd
tarten ze de rechte baan, het naadloos scheren.
.
Alles valt op z’n plaats. Misschien is dood
te licht; de hand die aarzelend het water raakt, half
koel, half warm, tot met een beweging in het deinend
oppervlak elk beeld verdwijnt. Onderbreek me maar,
ik wacht op woorden die de weg naar huis weten
.
en zet tot die tijd de ramen open, zodat
de hitte niet verstikt.
.
De ziekte van jij
Joost Zwagerman
.
Het afgelopen weekend zat ik te lezen in de bundel ‘Zo heel jij mij’ troostgedichten samengesteld door Isa Hoes uit 2020. Het laatste gedicht in deze aardige verzamelbundel is van Joost Zwagerman (de gedichten staan op alfabetische volgorde op de achternaam van de dichter, iets wat mijn bibliothecarishart blij stemt).
Het gedicht zonder titel van Zwagerman (1963-2015) komt uit zijn bundel ‘De ziekte van jij’ uit 1988 en doet me in de verte denken aan het gedicht ‘Lamento’ van Remco Campert. Desalniettemin, of misschien juist daardoor vind ik het een bijzonder fraai gedicht.
.
… zag jij misschien dat ik naar jou,
dat ik je zag en dat ik zag hoe jij
naar mij te kijken zoals ik naar jou
en dat ik hoe dat heet zo steels,
zo en passant en ook zo zijdelings –
dat ik je net zo lang bekeek tot ik
naar je staarde en dat ik staren bleef.
Ik zag je toen en ik wist in te zien
dat in mijn leven zoveel is gezien
zonder dat ik het ooit eerder zag:
dat kijken zoveel liefs vermag.
.
Zwagerman over Campert
Remco Campert stapt in dit gedicht
.
Dichters schrijven gedichten over andere dichters, dat was het uitgangspunt van de rubriek ‘dichter over dichters’. Dat doen ze omdat ze bevriend zijn met een andere dichter of omdat ze een andere dichter bewonderen en soms is zo’n gedicht in de vorm van een elegie. In het onderhavige geval is het weer anders. Joost Zwagerman (1963-2015) schreef een gedicht waarin Remco Campert (1929) binnenloopt. Het is dus niet echt een gedicht over Remco Campert maar in de geest van hem en weergegeven door zijn binnenlopen.
Het gedicht zonder titel werd gepubliceerd in de bundel ‘Bekentenissen van de pseudomaan’ in het hoofdstuk ‘Collega’s’ uit 2001.
.
kijk daarbuiten wandelt Remco Campert
de Leidsestraat is overvol
maar hij stemt in een ring van stilte
op dromen daden van de eenling af
.
kijk Remco Campert stapt in dit gedicht
de Leidsestraat wordt prompt rivier
naarstig zwemmen wij de weifelslag
en nemen feestend onze badmuts af
.
Sex
Hans Vlek
.
Dichters en psychiatrie; het is een bekend gegeven dat er dichters zijn die in psychische problemen zijn gekomen, opgenomen zijn en (zelfs) vanuit die positie poëzie hebben geschreven. Aan de andere kant van het spectrum zijn er psychiaters ( Rutger Kopland) die dichter zijn. Van de dichters die psychische problemen hebben gehad is Gerrit Achterberg misschien wel het bekendste voorbeeld. Maar ook dichters als Hans Andreus, Joost Zwagerman, C.B. Vaandrager, Boudewijn Büch en Hans vlek kampten met psychische problemen.
Hans Vlek (1947 – 2016) vind ik een intrigerende dichter, al was het alleen maar door de titels van zijn dichtbundels als ‘Onnette sonnetten’, ‘De toren van Babbel’ , ‘Hangmat voor Henoch’, ‘Boghazkøy’ en ‘De kylix van liber’. Hans Vlek was dichter en kunstschilder organiseerde popconcerten, schreef artikelen over popmuziek en literatuur en trad ooit naakt op in Maastricht tijdens een poëzie manifestatie. Ook was hij redacteur van Manifest en medewerker aan onder andere De Gids en Tirade.
In ‘Onnette sonnetten’ uit 1980 staat een bijzonder gedicht getiteld ‘Sex’ waarin Vlek het schrijven van een gedicht vergelijkt met de geslachtsdaad.
.
Sex
.
Dit is een ode aan het papier.
Lichaam van mijn muze, lekker dier
waarmee ik niet slaap maar waak
en zachtkens aan uw wezen raak
.
Hier zit ik schrijfmachinaal te vrijen
en een vers ineen te breien alsof
ik tussen twee welgevormde dijen bezig
ben diep binnen te glijen in
.
het immer maagdelijk wit
waarop ik nu te staren zit met
mijn woord als een lid en
.
ejaculerend zoals dit
weer eens keurig geschreven staat
als een bevredigende geslachtsdaad.
.
Gedicht van de waarheid
Christophe Vekeman
.
De Vlaamse dichter, schrijver Christophe Vekeman (1972) is een veelzijdig schrijver. Zo publiceerde hij romans, een verhalenbundel, een novelle, een biografie, een essaybundel en twee dichtbundels: ‘Senorita’s’ uit 2009 en ‘Dit is geen slaapkamer meer nu’ uit 2016. Zijn – vaak humoristische – proza kenmerkt zich door een pessimistisch levensgevoel en een grote aandacht voor formulering en stijl en dit geldt ook voor zijn poëzie. In een gedicht van twee regels uit ‘Dit is geen slaapkamer meer nu’ is dit heel goed te lezen.
.
Feitelijk
.
De laatste van mijn zorgen is
Toch altijd nog een enorm probleem.
.
Christophe Vekeman is een veel gevraagde gast op literaire podia in Vlaanderen en Nederland. Hij nam onder meer deel – telkens verscheidene keren – aan Saint-Amour, De Nachten, Zuiderzinnen, Geletterde Mensen, Nur Literatur en Lowlands.In Nederland maakte hij jarenlang deel uit van het Nightwriterscollectief, samen met onder andere de schrijvers Kluun, Tommy Wieringa, Joost Zwagerman en Herman Koch. In Vlaanderen werkte hij een aantal jaren samen met Herman Brusselmans en bespreekt hij wekelijks een boek in het radioprogramma ‘Pompidou’ van Klara radio (van de VRT).
Uit de bundel ‘Dit is geen slaapkamer meer nu’ koos ik het prachtige liefdesgedicht ‘Gedicht van de waarheid’.
.
Gedicht van de waarheid
.
Of je me nu gelooft of niet, de aarde draait rond de zon
Claus was iemand die voorwaar een aardig potje schrijven
kon
Stilte is wat naar verluidt steeds aan een storm voorafgaat
En energie is net hetzelfde als mc in het kwadraat
.
Pilsbier smaakt het best wanneer het koel wordt geserveerd
Na de coïtus is elk dier enigszins gedeprimeerd
Koffie maakt je bloednerveus, maar valium bedaart je
En de gevel van je huis is een soort van visitekaartje
.
Obesitaspatiënten zijn doorgaans wat aan de zware kant
Een Belg die België verlaat bevindt zich in het buitenland
Er zijn miljoenen waarheden, kortom, maar de
voornaamste is:
Jij bent mijn hier, jij bent mijn nu. De rest is geschiedenis
.














