Site-archief
Coda
Huub Beurskens
.
Schrijver, kunstschilder en dichter Huub Beurskens (1950) debuteerde in 1975 met ‘Blindkap’ waarna nog vele poëziebundels zouden volgen met als laatste bundel uit 2015 ‘De warmte van het hondje’. Daarnaast publiceerde hij verhalen, essays en romans. Beurskens was redacteur van de literaire tijdschriften ‘Het Moment’ (1986-1988) en ‘De Gids’.
Beurskens vertaalde verschillende auteurs naar het Nederlands maar werk van hemzelf werd ook vertaald naar het Engels, Duits, Frans, Italiaans, Japans, Hongaars, Tsjechisch en Servisch.
Voor zijn werk ontvang hij o.a. de Herman Gorterprijs, de Jan Campert-prijs en de VSB Poëzieprijs. Uit de bundel ‘Klein blauw aapje’ uit 1992 het gedicht ‘Najaarsbloei op Kreta’.
.
Najaarsbloei op Kreta
.
Ik wou ik had een klein blauw aapje dat ik vroeg ‘Wat raap
je?’
en dat het op mijn schouder sprong met louter krokus die
het plukte,
de geschiedenis zou ik ingaan als de onder het komende
minst gebukte.
.
met dank aan Wikipedia
Woorden
William Butler Yeats
.
Ik schreef al verschillende keren direct of indirect over William Butler Yeats (1865-1939), de Ierse dichter die werd geboren te Sandymount in de buurt van Dublin. Dat doe ik omdat, van alle Engelstalige dichters, ik hem tot één van mijn favorieten reken. Hoewel hij als zoon van een kunstschilder aanvankelijk naar de kunstacademie ging, besloot hij zich na drie jaar studie geheel aan het schrijven (poëzie, toneel) te wijden.
Yeats overleed in 1939 in Frankrijk, maar werd later begraven op het bescheiden kerkhof van het Ierse plaatsje Drumcliff bij Sligo. In een eerder bericht schreef ik al over mijn reis door Ierland en dat we, zonder het te weten maar gelukkig stond het op een bord, langs de begraafplaats reden waar hij begraven ligt.
Hij wordt gezien als één van de grootste dichters van Ierland, een land dat een meerdere voortreffelijke dichters heeft voortgebracht. In 1923 kreeg hij de Nobelprijs voor literatuur.
In de bundel ‘Al keert het grote zingen niet terug’ uit 1999 staat zijn gedicht ‘Words’ in vertaling van J. Eijkelboom. Hier het origineel en de vertaling.
.
Words
I had this thought a while ago,
‘My darling cannot understand
What I have done, or what would do
In this blind bitter land.’
And I grew weary of the sun
Until my thoughts cleared up again,
Remembering that the best I have done
Was done to make it plain;
That every year I have cried, ‘At length
My darling understands it all,
Because I have come into my strength,
And words obey my call’;
That had she done so who can say
What would have shaken from the sieve?
I might have thrown poor words away
And been content to live.
.
Woorden
Ik dacht een tijd geleden:
‘Mijn lief kan niet begrijpen wat
ik gedaan heb of wat stand hield
in dit blind bitter land.’
En ik werd lusteloos in de zon
tot mijn denken op ging klaren
en ‘k mij herinnerde dat wat ik kon
gedaan werd om het duidelijk te maken;
dat ik elk jaar maar riep: ‘Eindelijk
begrijpt mijn lief dit allemaal
daar ik mijn wasdom heb bereikt
en meester ben over de taal.’
Wat was, had zij aldus besloten,
er afgevallen bij het zeven?
Ik had het pover woord misschien verstoten
en was content geweest met leven.
.
Verloofden
Pierre Kemp
.
De dichter en kunstschilder Pierre Kemp (1886 – 1967) woonde zijn hele leven in Maastricht (op een jaar Amsterdam na, waar hij zo’n heimwee kreeg dat hij al snel terugkeerde naar zijn geboorteplaats). Tientallen jaren reisde hij met de trein van Maastricht naar Eygelshoven waar hij bij de mijn ‘Laura’ werkzaam was. Tijdens die vele treinreizen schreef hij veel van zijn poëzie. Pierre Kemp had vele anonieme muzen. Naar aanleiding van contacten en gesprekken die hij had tijdens de vele treinreizen schreef hij menig gedicht.
In de jaren vijftig van de vorige eeuw was zijn meest succesvolle periode. In die periode ontving hij maar liefst 4 belangrijke poëzieprijzen waaronder de Constantijn Huygensprijs en de P.C. Hooft-prijs voor zijn gehele oeuvre.
Uit ‘Verzameld werk’ uit 1976 het gedicht ‘Verloofden’.
.
Verloofden
.
Als hij mij een hand geeft,
kleedt hij mijn vingers uit.
Toch verlang ik zo naar dit
contact met mijn huid.
Als hij met een vinger de split
van mijn vingers beroert, word ik rood
en voel ik mijn schoot.
Wij glimlachen, het doet ons goed.
Is het wel, als het moet?
Maar ik geef toe
en doe, en doe, en doe.
.
Foto: Henri de Bouter
Beeld van Pierre Kemp in het stadspark in Maastricht.
Foto: Pivos
Geranium
Hans Vlek
.
Uit de fijne bundel ‘Voor wie dit leest, Proza en poëzie van 1950 tot heden (1977) een gedicht van Hans Vlek. Hans Vlek (1947) Dichter en kunstschilder organiseerde popconcerten, schreef artikelen over popmuziek en literatuur en veroorzaakte enige commotie in Maastricht, waar hij bij een poëzie-manifestatie in de schouwburg naakt optrad. In de jaren zeventig verbleef hij enige tijd in psychiatrische klinieken. Vlek was medewerker van onder andere Tirade en De Gids en redacteur van Manifest. Het gedicht Geranium verscheen in zijn bundel Zwart op wit.
.
Geranium
.
Vanuit de slechtzittende
schoolbank in een geur van stof
oud hout en pis, onder hoge ramen
in bladderend kozijn: het rood
van de geranium
.
Mijn grootmoeder zwoegend boven
een tobbe in de tuin, en naast
het keurig tegelpad in rij, in het rood
waarvan mijn opa op vergaderingen
sprak: geraniums.
.
Thuis hadden wij er een
die nooit bloeien wilde omdat
iedereen zijn peuken doofde
in de pot. O god, de triestheid
van zijn harig-groene, knokelige
steel!
.
Geranium, prachtige bloem
die niet mooi is, wijn
van de kruidenier, kip
tussen de vogels, sieraad
van alles wat arm en goedkoop is.
.
Claus
Hugo Claus (1929 – 2008)
.
Hugo Claus was was een Vlaams dichter, kunstschilder, filmmaker en roman- en toneelschrijver. Hij was de meest bekroonde auteur uit het Nederlands taalgebied. In 50 jaar werd hij 46 keer gekroond. In de loop van zijn lange carrière schreef Claus duizenden gedichten, meer dan 20 romans en vele toneelstukken. Zijn meest bekende meesterwerk is Het verdriet van België uit 1983.
In totaal publiceerde hij tussen 1947 en 2004 in totaal 75 dichtbundels. In de vuistdikke bundel Hugo Claus ; Gedichten 1948 – 1993 staat een overzicht van gedichten uit 27 bundels. ruim 1100 pagina’s uitgegeven door de Bezige Bij in 1994.
Uit deze bundel een gedicht ‘Een kwade man’.
.
Een kwade man
.
Zo zwart is geen huis
Dat ik er niet in kan wonen
.
Zo wit is geen morgen
Dat ik er niet in ontwaak
Als in een bed
.
Zo waak en woon ik in dit huis
Dat tussen nacht en morgen staat
.
En wandel op zenuwvelden
En tast met mijn nagels
In elk gelaten lijf dat nadert
.
Terwijl ik kuise woorden zeg als:
Regen en wind appel en brood
Dik en donker bloed der vrouwen
.
Uit: Een huis dat tussen nacht en morgen staat, 1953
Uit mijn boekenkast
Biotopia
.
In mijn boekenkast staat (nog) de bundel Biotopia van Jaap Montagne, stadsdichter te Leiden. Gekocht van de dichter tijdens een poëziepodium van Ongehoord! begin deze maand.
In deze bundel neemt Jaap Montagne de lezer mee naar het Leiden van zijn jeugd, de volkswijk waar hij opgroeide maar ook naar het Leiden dat wij, niet Leidenaars, kennen zoals het Leiden van Rembrandt en de 3 oktober feesten.
De fraaie omslag van de bundel is gemaakt door kunstschilder Hans de Bruijn, de vroegere buurjongen van Jaap in de Surinamestraat. De bundel is uitgegeven in 2013 bij uitgeverij De Muze.
.
Plein der eeuwige leegte
.
Op het plein der eeuwige leegte
echoot stiekem verwaaide muziek
pist een hond tegen een kale boom
waait knisperend afval over de klinkers.
.
De maan geeft er geen licht
de zon trekt er zijn gordijnen dicht
vergeten in een duistere hoek
brengt geen mens een bezoek
aan het plein der eeuwige leegte.
.
Geen hopsasa of tralala
geen salsa en geen tango
geen polonaise, geen hoempapa
geen wals, geen rock & roll.
.
Op het plein der eeuwige leegte
is het koud, hoor je de wind nooit zingen
een dichter vindt er zijn verdriet
een zwerver zijn armoede
een clown een droef gezicht
over het plein der eeuwige leegte
schrijft niemand een gedicht.
.













