Site-archief
Wie wordt nummer 7?
Ongehoord! Gedichtenwedstrijd 2020
.
Vandaag wordt in kasteel Rhoon bekend gemaakt wie de winnaar is van de 7e editie van de Ongehoord! Gedichtenwedstrijd. In 2009 begon ik op dit blog een poëziewedstrijd. De winnaar van de eerste editie was Jeer https://woutervanheiningen.wordpress.com/2009/01/15/de-winnaar-van-de-gedichtenwedstrijd-is-bekend/ de jury destijds bestond uit Ruben Philipsen en Loes van Vliet en er waren 35 inzendingen.
In 2010 waren er al 85 inzendingen en ging de eerste prijs naar Marije Zijlstra https://woutervanheiningen.wordpress.com/2010/05/03/winnaar-van-de-gedichtenwedstrijd-2010/ de jury bestond uit Otto Zeegers en Pero Senda.
In 2011 waren er al 120 inzendingen en de winnaars (er was toen een prijs voor volwassenen en een voor jeugd) waren Tugba Nur Karkide (jeugd) en Janine Huson (volwassenen). De jury werd gevormd door Bep van Wely en Henriette Faas. https://woutervanheiningen.wordpress.com/2011/05/24/uitslag-gedichtenwedstrijd-2011/
In 2012 was ik inmiddels bestuurslid van Ongehoord! en besloot het bestuur dat we mijn gedichtenwedstrijd zouden voortzetten als de Ongehoord! Gedichtenwedstrijd waarvan vandaag dus de prijsuitreiking is van alweer de 7e editie (in 2018 en 2019 waren er geen edities).
In al die jaren heb ik vele prachtige dichters en gedichten zien langs komen, beginnende dichters, ervaren dichters, bekende en (voor mij) onbekende dichters. En elke keer is het weer een verrassing wie er nu weer tot de prijswinnaars behoren. Vanaf morgen lees je vier dagen lang wie de prijswinnaars waren en wie de runner ups. Vandaag nog een terugblik met een gedicht van een dichter die in 2013 winnaar was van de 2e editie van de Ongehoord! Gedichtenwedstrijd. Uit haar debuutbundel ‘Atlas van de tijd’ het liefdesgedicht ‘Mank’.
.
Mank
.
Verder dan de wandeling
die mensen wil veranderen in
zwarte stippen aan de horizon
.
stiller dan een schemering
die met het daglicht mediteert
en in de nacht berusten zal
.
wat samenzijn bijzonder maakt
kan geen taal beschrijven
het woord gaat mank bij jou en mij
.
Ik had gedacht
Ingrid Jonker
.
Het was alweer even geleden dat ik las in ‘Vlam in de sneeuw’ , de geheime brievenwisseling tussen de Zuid-Afrikaanse dichter Ingrid Jonker (1933 – 1965) en schrijver André Brink (1935 – 2015). Geheim want indertijd was André Brink getrouwd en niet met Ingrid Jonker met wie hij een affaire had. ‘Vlam in de sneeuw’ is zo’n boek dat je niet in één keer moet of kan uitlezen (ik niet in ieder geval). Elke keer een stuk werkt beter voor mij. Nu ik weer (verder) aan het lezen ben realiseerde ik me dat ik nog geen vertaald gedicht van Ingrid Jonker hier plaatste. Wel wat poëzie in het Afrikaans en in het Engels maar dus nog geen vertaling.
In de klassieke bundel ‘Ik herhaal je’ uit 2000 zijn de gedichten van de Zuid-Afrikaanse dichteres Ingrid Jonker verzameld. De fraaie vertaling is van Gerrit Komrij en Henk van Woerden schreef de biografische schets over Jonkers bewogen leven. Komrij maakte een keuze voor deze bundel uit ‘Versamelde werke’ uit 1994.
Uit deze bundel koos ik voor het gedicht ‘Ik had gedacht’ een liefdesgedicht maar tevens een gedicht met een trieste afloop, een gedicht dat wat mij betreft heel passend is bij het leven van Ingrid Jonker.
.
Ik had gedacht
.
Ik had gedacht dat ik je kon vergeten,
en in de zachte nacht alleen kon slapen,
maar in mijn onschuld heb ik niet geweten
dat ik bij elke windvlaag zou ontwaken:
.
Dat ik de lichte trilling van je hand
weer langs mijn sluimerende hals zou voelen –
Ik dacht dat het vuur dat in me brandde
als de witte sterrenbaan zou zijn afgekoeld.
.
Nu weet ik dat onze levens zijn als een lied
waarin de smarttoon van onze scheiding klinkt
en waar alle vreugde terugvloeit in verdriet
en uiteindelijk in onze eenzaamheid verzinkt.
.
Ajuinvingers
Stefan Hertmans
.,
Liefdespoëzie schrijven is een vak apart. En niet eenvoudig. In een liefdesgedicht de clichés vermijden, de platgetreden paden ontwijken, de pathetiek bezweren en juist door niet te zeggen wat je wil zeggen in letterlijke bewoordingen maar in goed gekozen woorden waaruit de lezer kan opmaken wat je bedoeld; daar kunnen goede liefdesgedichten uit voortkomen.
Een dichter die heeft bewezen prachtig over de liefde te kunnen dichten is de Vlaamse dichter Stefan Hertmans.
Hertmans (1951) is schrijver, essayist en dichter. Zijn werk werd in vele talen vertaald en voor zijn werk kreeg hij veel prijzen en werd hij verschillende keren genomineerd voor belangrijke poëzieprijzen. In 2019 kreeg hij de Constantijn Huygens-prijs. Daarnaast verscheen werk van hem in alle belangrijke magazines in binnen en buitenland.
In 2016 verscheen van hem bij uitgeverij de Bezige Bij de bundel ‘Een beeld van jou’ gedichten over de liefde. De gedichten uit deze bundel werden opgenomen uit ‘Muziek voor de overtocht. Verzamelde gedichten 1975-2005’ uit 2006 en ‘De val van vrije dagen’ uit 2010.
Of er een subtiel verschil is tussen liefdesgedichten en gedichten over de liefde weet ik niet maar ik maar alle aspecten van de liefde komen aan bod in deze bundel. Ik koos voor het gedicht ‘Ajuinvingers’ alleen al om de titel waarbij je meteen een beeld of een herinnering hebt en om de schoonheid van het woord ‘Ajuin’.
.
Ajuinvingers
.
Je sneed ze alsof ze leefden,
eerst dwars en dan de ringen,
maar het deed pijn daar
waar de schil je huid kon raken.
.
We moeten nu niet praten
had je nog gezegd.
Je ogen prikken maar het
stelpt de woorden niet.
.
Zelf rook ik de rode snippers,
hun sap nog in de vingers
die ik op je handen had gelegd.
.
Zo bezocht me ooit een engel,
terwijl jij koortsig sliep,
.
en op het vuur een pan
die jaren blonk van avondlicht.
.
Verlicht ons, Muze,
versnipper onze levens.
.
Omhels me, jij,
je vingers ruiken
en ze beven.
.
Liefdesgedicht voor Deborah
Ja rozen
.
Vandaag een speciaal liefdesgedicht van Remco Campert voor zijn vrouw Deborah. In 2002 verscheen in een mooi doosje het kleine maar o zo fijne bundeltje ‘Ja rozen’ de mooiste liefdesgedichten van Remco Campert. In dit bundeltje staan gedichten van Campert die eerder in ‘Dichter’ uit 1995 en ‘Ode aan mijn jas’ uit 1997 verschenen. Een aantal gedichten in dit bundeltje ( en misschien wel allemaal) zijn geschreven voor zijn vrouw Deborah. Een bijzondere vrouw zo blijkt ook uit de podcast die op 1 mei 2020 werd uitgezonden in het radio 1 programma ‘Nooit meer slapen’ met Pieter van der Wielen. Luister hier de podcast: https://www.nporadio1.nl/nooit-meer-slapen/uitzendingen/700625-2020-05-01
.
Voor Deborah
.
Als ik doodga
hoop ik dat je erbij bent
dat ik je aankijk
dat je mij aankijkt
dat ik je hand nog voelen kan.
.
Dan zal ik rustig doodgaan.
Dan hoeft niemand verdrietig te zijn.
Dan ben ik gelukkig.
.
Zij kijkt licht en lucht
Max Greyson
.
Max Greyson (1988) is een dichter, theaterschrijver en spoken word performer uit Antwerpen. Sinds 2011 gaat hij heel Europa rond als spoken word performer in internationale, interdisciplinaire muziektheatervoorstellingen van Roots & Routes en Un-Label.
In 2015 werd hij vice-kampioen Poetry Slam van Nederland, waar hij werd omschreven als de lyricus, de muzikale dichter en de vernieuwer van zinnen. In 2016 verscheen zijn debuutbundel ‘Waanzin went niet’. De bundel werd in 2018 genomineerd voor de Jo Peters Poëzieprijs. Het gedicht ‘Onscherp’ werd in 2018 bekroond met de Melopee Poëzieprijs.
In juni 2019 verscheen de tweede bundel ‘Et alors’. Voor deze bundel ontving Max Greyson een beurs van het Vlaams Fonds voor de Letteren.
Op de achterflap van ‘Waanzin went niet’ staat te lezen; “Hij schuwt het engagement niet, de wereld niet en de liefde nog minder. Maar voor Max Greyson telt in de allereerste plaats dat zijn gedichten gemaakt zijn van taal. Zijn poëzie is een hartstochtelijk onderzoek naar klank en ritme met als doel een ongenadige stem te vinden die alles en iedereen (ook zichzelf) op de proef stelt.”
Het engagement blijkt onder andere uit het hoofdstuk ‘Beelden’ met gedichten als ‘Beelden uit Hebron’ en ‘Beelden uit Jerusalem’. De liefde is de leidraad in het hoofdstuk ‘Waar het warm en veilig is’ zoals in het onderstaande gedicht ‘Zij kijkt licht en lucht’ uit dat hoofdstuk.
.
Zij kijkt licht en lucht
.
Ik roofde haar. mijn Persephone, mijn weke avondvrouw
mijn door bloesemgeur bedorven deerne
razend kwam ik door de matras gescheurd
en bedreef haar lichaam als een tong zo rood maar lang niet zo soepel
.
Ze brulde niet, taterde niet, ze hield niet van legendes
ik blijf niet lang. zei ze, en spleet een walnoot in haar handpalm
ze zei: kijk, het is net een helmpje, en zette het op mijn hoofd
.
Schoon in elk oog is wat het bemint
Hafid Bouazza
.
In 2005 en 2006 publiceerde dichter Hafid Bouazza bij uitgeverij Prometheus drie bundels met vertaalde Arabische poëzie. Over het deel ‘Om wat er nog moet komen’ Pornografica, schreef ik al op 22 februari van dit jaar https://woutervanheiningen.wordpress.com/2020/02/22/pornografica/ maar nu wil ik het tweede deel uit deze drie bundels van deze Arabische bibliotheek, zoals Bouazza het noemt, bespreken dat handelt over Arabische liefdesgedichten met de titel ‘Schoon in elk oog is wat het bemint’.
In het woord vooraf schrijft Bouazza dat het hier een persoonlijke keuze van hem is uit de gigantische hoeveelheid klassieke Arabische minnepoëzie zowel lyrisch en melancholisch als vrolijk en fysiek uitbundig. Het hart wordt niet altijd boven externe lichaamsdelen verkozen- en waarom zou het? voegt hij er nog aan toe.
We realiseren het ons tegenwoordig, zeker in de westerse wereld, niet meer maar in de klassieke oudheid heeft het Arabisch schiereiland maar ook landen uit Noord Afrika, Turkije en Iran, grote en beroemde dichters voortgebracht. Van de meeste (en misschien van alle) dichters in de bundel hebben de meeste mensen nog nooit gehoord (ik ook niet) maar dat wil niet zeggen dat deze dichters niet meer dan de moeite waard zijn.
Omdat ik, zoals gezegd, de dichters in de bundel ook niet ken heb ik voor een gedicht gekozen dat me beviel en dat is een gedicht geworden van Dik al-Djinn die leefde tussen het jaar 777/778 en 849/850 in de nu Syrische stad Homs. Dik al-Djin leefde ten tijde van het Abbasid kalifaat en was vooral beroemd door zijn liefde voor een christelijke vrouw met de naam Ward. Veel van zijn poëzie is voor haar geschreven. Daarnaast gaat veel van zijn poëzie over zijn liefde voor wijn.
.
Kijk naar de zon van de kastelen en hun naam
En naar hun lavendel en het blaken van hun bloesemrijk
Nimmer beproefde je oog een blank dat van zwart
Zo veel schoonheid vergaarde als haar gezicht in haar haar
Rozig van konen en wie nooit van haar heeft gehoord
Kan uit haar speeksel haar naam verkrijgen
Zij heupwiegde en ik lachte verwonderd om haar billen
Maar ik huilde om haar middel
Uit haar hand schenkt ze je een beker rozige wijn
En een wijn van twee van haar voortanden
.
Koor
Peter Verhelst
.
In 1987 debuteerde de Vlaamse dichter Peter Verhelst (1962) met de bundel ‘Obsidiaan’. Dertig jaar later, inmiddels een belangrijk en gelauwerd dichter ( Verhelst ontving onder andere de Paul Snoekprijs, De Gedichtendagprijs, de Jan Campert-prijs, de Herman de Coninckprijs en de Ida Gerhardt Poëzieprijs) verschijnt in 2017 de bundel ‘Koor’ een bloemlezing uit zijn meest opzienbarende poëzie.
In de bundel ‘Koor’ is door de dichter zelf een keuze gemaakt uit eerder gepubliceerd werk aangevuld met ongepubliceerde gedichten. Om uit zoveel bijzondere en mooie gedichten een keuze te maken is zelfs voor mij een opgave maar uiteindelijk kies ik voor het (liefdes-) gedicht ‘Tegen het vergeten’. Ik kies hier bewust voor dit gedicht omdat het mooi aansluit bij een categorie die ik hier alweer een paar jaar geleden begonnen ben; (bijna) vergeten dichters. Ook die dichters waar we nooit meer wat van horen hebben vaak zulke mooie poëzie geschreven, reden waarom ik ze regelmatig weer terug haal. Bij een dichter als Peter Verhelst zal dit waarschijnlijk niet snel gebeuren. Daarom is de combinatie tussen zijn gedicht en deze categorie dichters een waardevolle.
Oorspronkelijk verschenen in de bundel ‘Wij totale vlam’ uit 2014 ‘Tegen het vergeten’.
.
Tegen het vergeten
.
Niet hoe je was, hoe je op je ellenbogen achterover leunend, zo bleek was je,
hoe we keken – niet vergeten,
niet het zich zuchtend openvouwen – nooit vergeten,
niet hoe het had kunnen zijn, hoe we hadden willen zijn.
.
Wat van ons verloren is gegaan.
Wie van ons verloren ging.
Laten we ons elkaar zo herinneren
voor de herinneringen dingen met ons doen:
.
een dunne lijn rood, gloeiend in de avondlucht,
hoe we, op onze ellenbogen achterover leunend, naar elkaar keken,
een fonkeling in het wachten, een nauwelijks hoorbare zucht.
.
Wit
oplossend als suiker
in het vallende duister.
.
De echo van je zucht.
.
De echo van de echo van je zucht.
.
Gek van liefde
Francine Oomen
.
De illustratrice, ontwerpster en schrijfster ( van vooral heel veel succesvolle) jeugdboeken voor pubers ( de ‘Hoe overleef ik..’ reeks) Eclaire Francine Marie Oomen ( 1959) ken ik beroepshalve al heel lang. groot was dan ook mijn verbazing toen ik een dichtbundel tegenkwam van haar hand.
De bundel ‘Gek van liefde’ uit 2008 heeft de liefde als onderwerp. In ‘Gek van liefde’ beschrijft Francine Oomen gevoelens van verlangen, verliefdheid en liefdesverdriet. Haar gedichten bieden troost aan wie afscheid moet nemen van een oude liefde en herkenning voor wie hunkert naar een nieuwe.
Het leuke aan deze bundel vind ik dat er niet slechts liefdesgedichten in staan in de romantische betekenis van het woord maar dat de liefde hier dus veel ruimer geïnterpreteerd moet worden, dus ook de donkere kant van de liefde. Een van die gedichten heb ik uitgekozen omdat iedereen zich hier wel iets bij voor kan stellen.
.
Uitgesteld afscheid
.
ik wil je graag nog een keer zien
op een afschuwelijke plek
op een grauwe dag
op een onmogelijk tijdstip
.
trek je meest onflatteuze kleren aan
zet een ongeïnteresseerde kop op
rook sigaret na sigaret
blaas de rook in mijn gezicht
(een beetje rochelen helpt ook)
.
Maak me niet aan het lachen
en boei me niet, met niks
vertel me hoe gelukkig je bent
opgebloeid, doorgegroeid
tevreden en voldaan
.
als je me nog een keer aan wilt raken
doe dat dan met klamme hand
zodat ik je eindelijk kan schrappen
uit mijn hart, mijn lijf
en mijn verstand
.















