Site-archief
Naar rechts swipen
Edna St. Vincent Millay
.
Ik kreeg een alleraardigst lief dichtbundeltje getiteld ‘Poems to swipe right to’ samengesteld door Charlie Castelletti uit 2024. In dit bundeltje met liefdesgedichten heeft Castelletti aan de hand van de 10 onderdelen of stadia van het on-line daten, gedichten gezocht die hierbij passen. Deze stadia zijn: het swipen (na het bekijken van de foto en de informatie), en het analyseren van deze informatie, dan, bij een match online, de eerste afspraak, daarna ‘Netflix en chillen’ zoals hij het beschrijft (met het veelzeggende ‘You all know what that means’ erachter).
Het vierde en vijfde stadium is wanneer het fout gaat (mogelijk met ghosting als gevolg), het zesde stadium van de onvermijdelijke break up. Dan is er voor de geluksvogels een zevende stadium, voor hen die gelukkig genoeg zijn dat het allemaal goed gaat, een achtste stadium voor degene bij wie we graag hadden gebleven maar waar het niet zo mocht zijn, het negende stadium over het samenzijn met iemand waar je voor korte tijd warmte bij haalt en het tiende en laatste stadium is van ervaringsdeskundigen die het allemaal hebben meegemaakt.
In het hoofdstuk (stadium 9) is een gedicht van Edna St. Vincent (1892-1950) opgenomen met de titel ‘Even in the moment of our earliest kiss’. Dit gedicht werd in 1930 voor het eerst gepubliceerd in het Amerikaanse poëzietijdschrift ‘Poetry’ a magazine of verse 37 nummer 1. In 2015 kwam ik voor het eerst in aanraking met de poëzie van Edna St. Vincent Millay via een van mijn favoriete dichters Herman de Coninck.
.
XLVI
Even in the moment of our earliest kiss
.
Even in the moment of our earliest kiss,
When sighed the straitened bud into the flower,
Sat the dry seed of most unwelcome this;
And that I knew, thought not the day and hour.
Too season-wise am I, being country-bred,
To tilt at autumn or defy the frost:
Snuffing the chill even as my fathers did,
I say with them, “What’s out tonight is lost.”
I only hoped, with the mild hope of all
Who watch the leaf take shape upon the tree,
A fairer summer and a later fall
Than in these parts a man is apt to see,
And sunny clusters ripened for the wine:
I tell you this across the blackened vine.
.
Nieuwe titel!
Helma Ketelaar
.
Vanaf februari 2014 geef ik met facilitair uitgeverij MUGbooks dichtbundels uit. In den beginnen van mezelf namelijk ‘XX-XY‘ (liefdesgedichten, 2014) en ‘Winterpijn’ (als E-book 2016, gratis te downloaden hier) maar al snel (juni 2014) in boekvorm. Toen publiceerde MUGbooks namelijk de bundel ‘Wij dragen Rotterdam‘. Vanaf dat moment is mijn uitgangspunt gewijzigd. Wilde ik aanvankelijk E-books uitgeven, na deze succesvolle bundel met Rotterdamse dichters zijn eigenlijk alle bundels die ik daarna uitgaf op papier geweest. Inmiddels heeft MUGbooks 17 titels uitgegeven (waarvan één titel in een tweede druk). MUGzine is een spin off van MUGbooks maar met een heel ander uitgangspunt en waarden.
De nieuwste titel werd gisteren gepresenteerd en is (de tweede bundel van Helma Ketelaar (1958) bij MUGbooks) getiteld ‘De dag is langer dan vandaag’. Debuteerde zij in 2021 met de bundel ‘Helaas niet voor mij‘ over een partner in een heterorelatie die uit de kast komt, dit keer is haar bundel persoonlijker met persoonlijke vertalingen van dit motto (de titel) in drie hoofdstukken; Vandaag, Gisteren en Morgen.
De bundel is, net als haar debuut, met zeer veel zorgvuldigheid en kwaliteit gemaakt, Bart van Brrt.graphic.design (die ook de vormgeving van MUGzine doet) tekende voor de opmaak en vormgeving, en Helma was bij elk van de onderdelen van het publicatieproces bijzonder nauw betrokken.
MUGbooks is een facilitaire uitgeverij, ooit door mij begonnen als ondersteuning van dichters die een bundel in eigen beheer willen uitgeven maar niet de wegen kennen en niet de expertise om een mooie, kwalitatief goede bundel af te leveren. Ik doe als uitgever geen redactie (tenzij daarom gevraagd wordt, Helma heeft dit helemaal zelf gedaan met behulp van haar zoon Gijs), mijn werk als uitgever is gratis, de kosten van drukken, ISBN nummer, vormgeven en opmaak zijn voor de dichter.
Uit de nieuwe bundel van Helma heb ik uit hoofdstuk ‘Gisteren’en is getiteld ‘Gisteren lost op’.
.
Gisteren lost op
.
Gisteren keek ik er
Met vierkante ogen naar
En dat vierkante past me niet
Vandaag niet
Morgen niet
Eigenlijk gisteren ook al niet
.
Pas net
Werden de hoeken
Werden?
Verdwenen de hoeken
In één klap
.
Mijn vierkante blik
Zag nog net in gisteren
Dat vandaag en morgen
Vandaag en morgen rond zijn
Prettig passend rond zijn
En blijven…
.
Jij in het groene land
Hans Andreus
.
In de ‘Verzamelde gedichten‘ uit 2004 (herdruk van deze bundel uit 1983) van Hans Andreus (1926-1977) lees ik een bijzonder liefdesgedicht getiteld ‘Jij in het groene land’. Het gedicht valt mij meteen op door de eigenaardige eerste zin die meteen mijn aandacht vraagt (en krijgt). Nu ben ik een groot liefhebber van mooie liefdespoëzie en ik mag het ook graag zelf schrijven, dus alle reden dit gedicht hier te delen. Want van liefdesgedichten krijg en lees je nooit genoeg.
.
Jij in het groene land
.
Overal te mooi om los te lopen
loop je los
door het groene land dat verbleekt
bij je haar dat schoorstenen veegt
en je ogen van gerookt amber,
terwijl je mond het koppig blijft verkerven
bij het weiland en de sloot.
.
En daarbij loop je zo loom los,
toch driftig met passen die tikken
als een woedend aftikkende dirigent,
loop je zo vinnig en stil
met je passen van vrouw,
dat de huizen ervan schrikken hoewel ze
natuurlijk likkebaarden in hun kelders.
.
En later los kom je naast mij liggen maar niet
lang,
want een gelukkig rampjaar ’s nachts
lang lopen wij vast,
raken wij vast,
worden wij het eenparig dier dat van alles op aarde
het meest op een god lijkt, maar
denken wij daaraan?
.
Geen denken aan.
.
Zo mooi, veel te mooi ben je om er te zijn.
Maar je bent er en ik,
ik ben er om het je te zeggen:
zo mooi zwart en blank in het groene land.
.
Ik heb u lief, gij zult gelukkig zijn!
Een bloemlezing gelukkige liefdesgedichten uit de Nederlanden
.
In 1984 verscheen bij Lannoo|tielt|weesp de bloemlezing ‘Ik heb u lief, gij zult gelukkig zijn!’ een bundel gelukkige liefdesgedichten uit de Nederlanden. Nu weet de regelmatige lezer van dit blog ongetwijfeld dat ik een grote voorliefde heb voor liefdesgedichten. Niet voor niets publiceerde ik in 2016 de poëziebundel ‘XX-XY’ dat nog steeds gratis gedownload kan worden en zal een groot deel van mijn nieuwe bundel (in voorbereiding) opnieuw een groot aantal liefdesgedichten bevatten.
In deze bundel uit 1984 zijn een groot aantal Nederlandse en Vlaamse dichters opgenomen. In 6 hoofdstukken en een opdracht van Lucas de Heere (1534-1584) getiteld ‘Den Autheur tot sijn Huusvrauwe’ zijn de gedichten verdeeld naar thema of onderwerp. De namen van deze hoofdstukken laten iets aan de verbeelding over: Het oeroude refrein, Liefde moet bloeien, Aan u, Aan u alleen, Rust, Leven van mijn leven, en Ver reeds is de tijd.
De nadruk ligt bij dichters geboren in de eerste helft van de vorige eeuw en er zijn opvallend veel Vlaamse dichters opgenomen. Zoals Willy Spillebeen (1932) die in 2014 nog voordroeg op het podium van poëziestichting Ongehoord!. In deze bloemlezing is een gedicht zonder titel opgenomen uit de bundel ‘Ontwerp van een landschap’ uit 1977.
.
Omdat ik jou liefheb omdat
je mij liefhebt vloeit water gewoon
naar de zee groeit ons dubbelbestaan
als een boom in de hemel en de aarde
in de tegenspraak van de tijd
in de klankenvelden van vogels
in de dag die vergaat naar de nacht
.
omdat je mij liefhebt omdat
ik jou liefheb verbranden we samen
tot de as van elkanders verhaal
van een kind en een kind een jongen
een meisje een man en een vrouw
en geen eeuwigheid heb ik vandoen
om volledig aanwezig te zijn
in de dag die vergaat naar de nacht
.
omdat ik jou liefheb omdat
je mij liefhebt kreeg leven een doel
onderweg tussen nergens en niets
en ik dank je ik dank je oprecht
om de dag die vergaat naar de nacht
en geen eeuwigheid heb ik vandoen.
.
Allerliefste
Breyten Breytenbach
.
In 2019 werd de bundel ‘Allerliefste’ 25 liefdesgedichten die iedereen gelezen moet hebben, van Breyten Breytenbach ( 1939) gepubliceerd. In deze tweetalige bundel zijn de 25 mooiste, meest onvergetelijke liefdesgedichten van Breyten Breytenbach samengebracht. Ik las ze en de titel is geen vorm van overdrijving, iedereen zou deze gedichten moeten lezen. Het is niet alleen een heel mooie introductie met de poëzie van Breytenbach (voor wie hem als dichter nog niet kent) maar de gedichten zijn ook gewoon heel erg mooi.
Breyten Breytenbach is een Zuid-Afrikaanse schilder, schrijver maar vooral dichter. Tijdens zijn studie werd hij een fel tegenstander van de apartheid in Zuid-Afrika. In de jaren ’60 van de vorige eeuw vestigde hij zich in Parijs, waar hij met een Franse vrouw van Vietnamese afkomst trouwde. Vanwege de toenmalige rassenwetgeving in Zuid-Afrika kon hij daardoor niet meer terug naar zijn geboorteland. Op grond van de Wet op de Gemengde Huwelijken (1949) en de Ontuchtwet van 1950 was het een misdrijf om een seksuele verhouding met iemand van een ander ras te hebben.
In Frankrijk was hij medeoprichter van Okhela, een groep die in ballingschap de apartheid bestreed. Hij bezocht in 1975 illegaal Zuid-Afrika en werd daar verraden, in hechtenis genomen en voor hoogverraad tot negen jaar gevangenisstraf veroordeeld. Na veel druk van buitenaf werd hij in 1982 vrijgelaten. Hij keerde naar Parijs terug en nam daar de Franse nationaliteit aan.
In zijn poëzie is Breytenbach niet altijd de activist die de buitenwereld in hem zag. Michael Titlestad (1964) professor Engelse literatuur aan de Universiteit van Witwatersrand, noemt Breytenbach “een meester in self-styling, hij is enigmatisch, een estheticus en ongrijpbaar postmodern. Hij is arrogant en zonderling.” En Danie Marais (1971) die in 2006 debuteerde met de dichtbundel ‘In die buitenste ruimte’ (die driemaal werd bekroond) zei over Breytenbach: “Ik verwachtte de Che Guevara der letteren. In plaats daarvan kreeg ik verbijsterend mooie liefdesgedichten onder ogen. Ik was dol op zijn lyriek, zijn rijke buitenaardse beelden en de donkere romantiek – de bedwelmende mengeling van seksualiteit en een poëtische doodwens.”
Dat er dus een bundel met zijn liefdesgedichten is verschenen is niet zo verwonderlijk. Een bundel gedichten gekozen door Annemiek Recourt en vertaald door Laurens van Krevelen, waarin zijn activisme en politieke engagement niet aanwezig is. Een gedicht uit deze bundel is getiteld (soos van vlerke) of in de Nederlandse vertaling (als van vleugels).
.
(als van vleugels)
.
Allerliefste, ik stuur je een palmtortel
want niemand zal een boodschap die rood is neerschieten.
Ik werp mijn palmtortel hoog in de lucht en ik
weet dat alle jagers zullen denken dat het de zon is.
Kijk, mijn tortel komt op en mijn tortel gaat onder
en waar hij vliegt daar schitteren oceanen
en bomen worden groen
en hij kleurt mijn boodschap zo rood over je vel
Want mijn liefde reist met je mee,
mijn liefde moet als een engel bij je blijven,
als vleugels, wit als een engel.
Je moet van mijn liefde blijven weten
als van vleugels waarmee je niet kunt vliegen
.
(soos van vlerke)
.
Allerliefste, ek stuur vir jou ’n rooiborsduif
want niemand zal ’n boodskap wat rooi is skiet nie.
Ek gooi my rooiborsduif hoog in die lug
en ek weet al die jagters sal dink dis die son.
Kyk, my duif kom op en my duif gaan onder
en waar hy vlieg daar skitter oceane
en bome worden groen
en hy kleur my boodskap so rooi oor jou vel
Want my liefde reis met jou mee,
my liefde moet soos ’n engel by jou bly,
soos vlerke, wit soos ’n engel.
Jy moet van my liefde bly weet
soos van vlerke waarmee jy nie kan vlieg nie
.
De Kift
Beguine
.
Afgelopen maand las ik in de krant een stuk over de mooiste Nederlandse popsongs aller tijden. Nu is dat uiteraard een arbitraire lijst, over smaak valt wel degelijk te kwisten, maar een interessante lijst is het zeker. Een nummer dat in de lijst staat (nummer 95 van de top 100) trok mijn aandacht. Het betreft hier het nummer ‘Beguine’ van het Nederlands muzikaal ensemble De Kift. En waarom zul je je afvragen? De Kift maakte dit nummer naar aanleiding van een gedicht van Giza Ritschl.
Gizella Ritschl (1869-1942) werd in Hongarije geboren en kwam in 1896 als circusartiest naar Nederland. Frederik van Eeden hielp haar bij de uitgave van haar eerste bundel ‘Verzen’ (1901) met gedichten die veel sporen vertoonden van haar Hongaarse afkomst en taal en literaire traditie. Zo zijn de 112 gedichten in die eerste bundel heel kort (veelal 6-regelig). Na haar debuut verschenen nog ‘Nieuwe verzen’ (1904), ‘Gedichten’ (1905), ‘Liederen’ (1907) en ‘Vrome Liederen’ (1914). In 1939 werd nog een bloemlezing van haar liefdesgedichten gepubliceerd (Ingeleid door Hendrik de Vries) en in 1942 verscheen, kort na haar overlijden in Den Haag de postume bundel ‘Zangen van droom, liefde en dood’.
Het tekst van ‘Beguine’ is dus vrij naar het gedicht van Ritschl. In de Volkskrant staat bij het nummer ven De Kift: een prachtig miniatuurmelodrama van een weemoedig, desolaat soort rumba. In huilend Zaans gezongen. Het koper weent troostend mee. Oordeel zelf.
De beguine is een muziekgenre uit Martinique, ontstaan in de 19e eeuw. Door de combinatie van de traditionele bélé-muziek met de polka, creëerden zwarte muzikanten in de hoofdstad Saint-Pierre de beguine. De beguine is verwant met de Jazz muziek uit New Orleans.
.
Beguine
.
Ik zing, ik drink, ik lach, ik dans
Terwijl mijn harte weent.
Mijn ogen schitteren in wilde glans
Terwijl mijn harte weent.
Verneem de zangen die ik zing,
En drink met mij de wijn.
Volmaakt mijn zelfbegoocheling,
Bedwelmend moet het zijn.
Ik zing, ik drink, ik lach, ik dans
Terwijl mijn harte weent.
.
Mijn ogen schitteren in wilde glans
Terwijl mijn harte weent.
Verneem de zangen die ik zing,
En drink met mij de wijn.
Volmaakt mijn zelfbegoocheling,
Bedwelmend moet het zijn.
Aan mij is er toch niets verbeurd,
Mijn ziel geniet en lacht!
Het ergste is nu toch gebeurd:
Mijn lief verliet mij vannacht.
.
Liefdesgedicht
Miklós Radnóti
.
Omdat het nooit kwaad kan om een liefdesgedicht te delen, en omdat het in deze donkergrijze natte dagen kan helpen om even wat verwarming te vinden in een liefdesgedicht, wil ik vandaag een gedicht plaatsen van Miklós Radnóti uit de bundel ‘Nachthemel, waak’ die begin van dit jaar uitkwam in een vertaling van Arjaan van Nimwegen en Orsolya Réthelyi. Deze ruime bloemlezing uit het werk van de Hongaarse dichter Miklós Radnóti (1909-1944) maakt de Nederlandse lezer bekend met de rijkdom van zijn poëzie.
In 2021 verscheen Het schriftje uit Bor, de laatste gedichten die de Hongaars-Joodse dichter als dwangarbeider noteerde in de weken voordat hij door zijn Hongaarse bewakers werd vermoord. Maar Radnóti’s poëzie bestaat niet alleen uit ongeëvenaarde meesterwerken van de universele Holocaustliteratuur. Ze omvat ook uitbundige liefdesgedichten, natuurlyriek en polemische verzen, al blijft het altijd, bijna profetisch, doordrenkt van de dood.
Radnóti’s reputatie als dichter was en is in Hongarije groot – zij het niet onomstreden: de huidige regering rangschikt hem onder de ‘minder belangrijke auteurs’. Ook politiek en maatschappelijk maakte hij in zijn korte leven een grote ontwikkeling door, van sensueel, paganistisch dichter werd hij, via christelijke invloeden, een ‘getuige van zijn tijd’. De dichter als ziener, als verantwoordelijke zonder enige vrijblijvendheid.
Uit deze bundel dus een liefdesgedicht met precies die titel. Een gedicht dat Radnóti schreef op 2 oktober 1939.
.
Liefdesgedicht
.
Daar talmt de z\on in de woelige, schuimende lucht,
wuift even koel, zwemt voorbij.
Hier in je ogen het parelend zonnezweem dat
blauw door de nevelen schijnt.
Voort gaat het goudgele pad,
lang overdekt al met blad.
.
Hier is het herfst. En de walnoten worden gekraakt,
stilte druipt al van de wanden,
zend nu de dromende druif op je schouder maar uit,
blad valt, de vorst is ophanden,
star is de akker, hij kantelt
en valt; hoor dat stille geluid.
.
Mild lief van mij. jou bemin ik, jij hoedt de seizoenen!
Nimmer bemin ik een ander.
.
Dan
Joost Oomen
.
Dichter, schrijver, columnist, drummer en performer Joost Oomen (1990) debuteerde in 2011 met de dichtbundel ‘Vliegenierswonden’. Hij was huisdichter van de Rijksuniversiteit Groningen en stadsdichter van Groningen en won in 2011 het Hendrik de Vriesstipendium voor nieuwe literatuur. In 2021 werd hij door de Volkskrant uitgeroepen tot hét literaire talent van dat jaar. Na tien jaar lang langs alle poëziepodia van Europa te trekken verscheen in 2023 eindelijk zijn dichtbundel ‘Lievegedicht’. Joost Oomen staat dit jaar voor het eerst op de Nacht van de Poëzie dat op 7 oktober plaats vindt in Utrecht.
Uit zijn laatste poëziebundel ‘Lievegedicht’ nam ik het gedicht ‘Dan’. En hoewel Onno-Sven Tromp in zijn recentie op de Meanderwebsite heel terecht stelt: “Als er in ‘Lievegedicht’ één ding duidelijk wordt, dan is het wel dat Oomen een hongerige en dorstige dichter is. De liefde van de dichter gaat duidelijk door de maag. Er staat in de bundel bijna geen enkel gedicht waarin geen eten of drinken voorkomt, variërend van pudding tot ananaszee en van lolly’s tot roomboter.” is er in dit gedicht slechts sprake van het delen van een nectarine.
.
Dan
.
eerst heb je elkaar
nog nooit gezien
dan heb je elkaar gezien
maar weet je het nog niet
bijvoorbeeld op een groot feest waar je
later van weet dat je er allebei was
als dichte sneeuw
waarin geen vlok geen vlok
de ander zag
maar uiteindelijk samen
in een dekbed belandde
.
dan zie je elkaar
voor de eerste keer
.
dan zoen je voor de eerste keer
dan wordt het opeens april
dan hou je van elkaar
dan deel je een nectarine
.
dan leer je steeds beter
hoe de ander het liefst door de stad wil fietsen
en doe je dat vervolgens ook
dan word je een keer nat
zo nat dat je je schoenen leeg kunt gieten
bij thuiskomst op de donkerblauwe mat
.
en je gaat allebei op blote voeten naar boven
je gaat in bed liggen met twee koude regenlijven
stijf tegen elkaar aan
.
dan heb je één keer ruzie in datzelfde bed
dan heb je geen keer ruzie in datzelfde bed
zie je springbalsemien en knijp je erin
dan word je gelukkig en bijt je zachtjes in haar nek
.
dan zegt ze dat ze niet meer slapen kan
voordat jij ‘tot morgen’ hebt gezegd.
.
Twee keer de liefde
Dubbel-gedicht
.
Vandaag een dubbelgedicht over de liefde. Toen ik dit besloot wist ik dat ik kon kiezen uit zoveel gedichten, veel meer dan wanneer ik een dubbelgedicht zou maken over zoet en zout of over mantelzorg. Tegelijkertijd biedt het ook weer Zoveel mogelijkheden dat een keuze niet eenvoudig is.
Na enig zoeken koos ik voor gedichten van Ilja Leonard Pfeijffer (1968) en Gerrit Kouwenaar (1923-2014).
Het eerste gedicht is van Pfeijffer en is getiteld ‘Die Liebe die Liebe’ en nam ik uit de bundel ‘Van de eerste tot de laatste liefde’ uit 2022, een keuze uit de amoureuze gedichten van deze dichter.
Het tweede gedicht is van Kouwenaar en heeft als titel ‘Van de liefde’ en komt uit de bundel ‘Gedichten 1948-1978’ uit 1982.
.
Die Liebe die Liebe
.
Liefde is een dunne naam
maar de avond wordt zwaar
en kruipt op mijn buik
ik ruik je avondmond
ik proef je naam
.
liefde is gauw gezongen en
liefde is dun gesponnen
maar spin voor iedere tol
en zing als een klepel
.
liefde is een avondwoord
maar het wordt avond
en mijn keel wordt donker
ik wil je drinken
ik proef je naam
.
Van de liefde
.
En nu van de liefde?
Van de liefde
die men als een roos
op het schild draagt?
.
Van de liefde
die men als een roos
in de hand verplettert
begraaft in het hart?
.
Of van de liefde
die als een distel verwondt
als een hand bloedt
als een hart bloeit?
.
















