Site-archief
Nieuwe gedichten & Nieuwe gedichten het andere deel
Rainer Maria Rilke
.
Schreef ik eerder deze week over dichters met eeuwigheidswaarde (William Shakespeare) van wie er nog steeds nieuwe bundels worden herdrukt en her- en vertaald, nu wil ik aandacht geven aan nog zo’n dichter en wel Rainer Maria Rilke (1875-1926). Want ook van deze dichter is opnieuw werk uitgegeven door uitgeverij IJzer dit keer. En in tegenstelling tot de sonnetten van Shakespeare dit keer in een tweetalige uitgave getiteld ‘Nieuwe gedichten & Nieuwe gedichten het andere deel’ met als ondertitel Neue Gedichte & Der neuen Gedichte anderer Teil, in een vertaling van Gerard Kessels.
Deze twee bundels van Rilke worden gerekend tot twee van de belangrijkste werken in de Duitse literatuur van het begin van de 20ste eeuw. Vele dichters hebben zich laten inspireren door deze poëzie en hun lyrische schoonheid en diepgang wordt nog steeds ervaren door vele lezers. De vertaler Gerard Kessels (1951), opgegroeid met de Duitse en de klassieke talen, verbonden aan het Poëziecentrum Nederland, kwam vanaf 2010 in contact met Rilke. Vanaf 2018 vertaalt hij de poëzie van Rilke. Zo vertaalde hij eerder ‘Het getijdenboek’ (‘Das Stunden-Buch’ drie delen gepubliceerd in 1899-1903) en ‘Het boek der beelden’ (‘Das Buch der Bilder’vier delen gepubliceerd in 1902-1906).
De bundel wordt door de uitgeverij als volgt in de markt gezet: “Rilke gaf de dichtbundels het predicaat ‘nieuw’ en daarmee bedoelde hij vooral een vernieuwing ten opzichte van zijn eigen poëzie. Rilke wilde geen ‘gebeden’ meer zoals in Het getijdenboek en ook geen impressionistische schetsen van stemmingen zoals hier en daar nog in het Buch der Bilder. Nu richt hij zich tot de wereld van de dingen, aanvankelijk geïnspireerd door de beeldhouwer Rodin en later door de schilder Cézanne. Door middel van gevoelige zintuiglijke waarneming, het Schauen, probeert hij de essentie van ‘de dingen’ te doorgronden. Dingen die ervaringen dragen en uitlokken zet hij om in nieuwe poëtische taal, o.a. door middel van talloze vergelijkingen en metaforen. En ‘dingen’ vat hij breed op: de gedichten zijn geïnspireerd door (Bijbelse) geschiedenis, mythologie, schilderijen, mensen, steden, dieren en natuur.”
Uit deze nieuwe vertaling van deze werken nam ik het gedicht ‘De trap van de orangerie’ of zoals de Duitse titel luidt ‘Die Treppe der Orangerie’ uit 1906.
.
De trap van de orangerie
Versailles
.
Als koningen die enkel nog maar schrijden,
haast doelloos op den duur, om slechts van tijd
tot tijd zich in hun mantels eenzaamheid
te tonen aan de buigers aan weerszijden -:
.
zo stijgt, alleen tussen de balustraden
die buigen daar al van begin af aan,
de trap: gestadig en met Gods genade
en hemelwaarts om nergens heen te gaan –
.
alsof voor het gevolg er één bevel is:
terug te blijven, – zodat zij niet wagen,
en ook op afstand niet, te volgen – zelfs
de zware mantelsleep mag niemand dragen.
.
Die Treppe der Orangerie
Versailles
.
Wie Könige die schließlich nur noch schreiten
fast ohne Ziel, nur um von Zeit zu Zeit
sich den Verneigenden auf beiden Seiten
zu zeigen in des Mantels Einsamkeit -:
.
so steigt, allein zwischen den Balustraden,
die sich verneigen schon seit Anbeginn,
die Treppe: langsam und von Gottes Gnaden
und auf den Himmel zu und nirgends hin;
.
als ob sie allen Folgenden befahl
zurückzubleiben, – so dass sie nicht wagen
von ferne nachzugehen; nicht einmal
die schwere Schleppe durfte einer tragen.
.
Brandbijt
Elegieën voor Marina Tsvetajeva
.
Toen ik dit bericht wilde gaan schrijven heb ik eerst gekeken of ik ooit eerder over Marina Tsvetajeva had geschreven. Dat blijkt niet echt het geval. Ik noem haar naam in een bericht over Erich Arendt (toen geschreven Marina Zwetajewa).
Marina Ivanovna Tsvetajeva (1892-1941) was een Russische dichter en schrijver wier werk door andere dichters geprezen wordt om zijn natuurlijkheid en diepgang. Zij liet meer dan duizend gedichten, acht toneelstukken, talrijke essays en brieven na, die nog steeds veel worden gelezen. Ze stond bekend om haar zeer sterke en onafhankelijke persoonlijkheid.
Ik kocht ‘Wegen naar Insomnia’ elegieën voor Marina Tsvetajeva van Johan de Boose (1962). De tekst op de achterflap is zowel raadselachtig als duidelijk: Wie elegieën schrijft zegt evenveel over zichzelf als over de bron van zijn droefheid, Daarom gaan de gedichten in ‘Wegen naar Insomnia’ slechts gedeeltelijk over de Russische dichter Marina Tsvetajeva. Voor de andere helft zoeken ze woorden voor de onmacht, de woede, de wanhoop en vooral de liefde van een man, die het ongeluk begaat postuum verliefd te worden.”
Johan de Boose is doctor in de Slavische Filologie, vertaler, acteur en schreef artikelen en gedichten die verschenen in Yang, De Revisor, De Gids, Poëziekrant, DWB en De Tweede Ronde. Maar in deze bundel dus elegieën (melancholische gedichten, klaagzangen) voor Marina Tsvetajeva, een dichter met een boeiend en bewogen leven.
Ze was getrouwd met Sergej Efron. Na de Russische revolutie, waarin Efron aan de zijde van de Tsaar vocht, emigreerde ze eerst naar Berlijn, daarna Praag en tenslotte Parijs. Zonder dat Marina het wist werkte haar man als geheim agent voor Stalin. Ze was veel van haar man gescheiden en onderhield talrijke onstuimige, soms platonische, soms expliciet erotische verhoudingen met diverse mannen en vrouwen waaronder Rainer Maria Rilke en Boris Pasternak. Ze onderhield nauwe banden met dichters (en lotgenoten) Anna Achmatova, Vladimir Majakovski, Osip Mandelstam en Arseni Tarkovski. Tsvetajeva keerde in juni 1939 terug naar de Sovjet-Unie. Deze beslissing werd naast isolement, armoede, heimwee en zorgen over de toekomst van haar zoon vooral ingegeven door de in de jaren dertig veranderde houding van haar man jegens de Sovjet-Unie. Uiteindelijk benam ze zichzelf van het leven na een, door de oorlog, gedwongen verhuizing naar Jelaboega.
Johan de Boose schreef en publiceerde ruim 50 jaar na haar overlijden de bundel met gedichten voor haar. Uit deze bundel koos ik het gedicht met de titel ‘Brandbijt’ (een gat dat in het ijs wordt gehakt wanneer er water nodig is om brand te bestrijden).
.
Brandbijt
.
In je naam brandt melk. Wie drinkt
verschroeit. Wie jou bewandelt bloedt.
.
In de sterrenregen op een zwart plaveisel
heb ik jou herkend, de zilvergloed
.
geproefd, en niemand slaapt bij kreten
van wie stikt, van wie het zonlicht heeft
.
geslikt en zwijgend in de spiegel ziet
hoe vuur verdampt in de ruïne van de ziel,
.
Kom met een gesis van vleugels
Leda
.
Aan de vormgeving van dichtbundels wordt over het algemeen vrij veel aandacht besteed. Omdat de vorm en omvang van een dichtbundel meestal gering is, is een opvallende vormgeving, kwaliteit en aantrekkelijkheid belangrijk om op te vallen. Ik zie met enige regelmaat nog dichtbundels, meestal in eigen beheer uitgegeven of bij een ‘uitgeverij’ die het niet zo nauw neemt met de vormgeving of de druk/papiersoort/inhoud, waar ik niet heel blij van word. En het is echt niet zoveel moeite om voor niet al teveel geld iets moois te maken.
Aan de andere kant van het spectrum zijn er bundels die niet alleen met heel veel zorg voor de vormgeving en de kwaliteit (ja ook in eigen beheer uitgegeven bundels zitten hierbij) zijn uitgegeven maar nog iets extra’s brengen. Door omvang, papierkeuze, illustraties en door hun kunstzinnige vormgeving. Zo’n bundel is ‘Kom met een gesis van vleugels’ uit 1987, uitgegeven door Athabasca met tekeningen van Charlotte Mutsaers.
In deze bundel zijn 10 gedichten opgenomen over het thema Leda en de zwaan. De bundel werd samengesteld door Jan Gielkens en Pauline Tonkens en typografisch verzorgd door Herman Dommisse. Deze bundel op A4 formaat verscheen in een oplage van 1500 stuks en 200 werden er Romeins genummerd en gesigneerd door Mutsaers. En er werd een gesigneerde zeefdruk in kleuren aan toegevoegd. Helaas heb ik een exemplaar van de 1500 maar desalniettemin is het een prachtig boek dat werd gedrukt op 200 gram Velasques papier (voor de kenners).
In de bundel staan dus 10 gedichten, allemaal voorzien van illustraties en in het geval van buitenlandse dichters ook voorzien van de tekst in de oorspronkelijke taal. De dichters zijn niet te eerste de beste: W.B. Yeats, Getrud Kolmar, Christine D’haen, H. Marsman, Aleksandr Puskin, D.H. Lawrence, Rainer Maria Rilke, Antoine-Vincent Arlnault, Paul Eluard en Marin Sorescu.
Nog even om het geheugen op te frissen of de kennis bij te spijkeren: Leda is bekend door het verhaal van ‘Leda en de zwaan’. De Griekse oppergod Zeus was verliefd op haar, maar kon haar niet overtuigen met hem geslachtsgemeenschap te hebben, hiertoe veranderde hij zichzelf in een zwaan en overweldigde Leda. Beschaamd om wat er gebeurd was, had Leda gemeenschap met haar man die avond en na negen maanden kreeg zij kinderen, die volgens zekere overleveringen uit een ei kwamen.
Zoals ik al schreef, de gedichten zijn van beroemde dichters en stuk voor stuk de moeite waard. Ik koos voor het gedicht van de Franse dichter Antoine-Vincent Arnault (1766-1834) met het gedicht ‘Sur Leda’ of zoal;s het in de Nederlandse vertaling van J. van Dijk heet ‘Over Leda’.
.
Over Leda
..
Waarom gelooft u niet dat Leda,
die eens de duivel zelf verleidde,
met een zilvervleugelige minnaar vrijde
op een ochtend, heel tevreden?
.
Helaas bestaat ze nog, die zeldzame
manier van lieven om elkander te behagen.
’t Verschil is dat het heden ten dage
Uilskuikens zijn in plaats van zwanen.
.
De dichter
Simon Vestdijk
.
Zo nu en dan pak ik de bundel ‘Dichten over dichten’ uit 1994 erbij om te lezen over wat dichters zoal over andere dichters en dichten vinden. Deze vuistdikke bloemlezing, samengesteld door Atte Jongstra en Arjan Peters biedt een hele mooi en uitgebreid overzicht van vrijwel alle bekende dichters van de 19e en 20ste eeuw.
Ik bleef bij het lezen hangen bij een gedicht van Simon Vestdijk (1898-1971) of S. Vestdijk zoals hij hier wordt opgevoerd. Dit gedicht gaat over R.M.R. (Rainer Maria Rilke, 1875-1926). Kees Broere schrijft in de Vestdijkkroniek uit 1983 hierover: “Zonder nog over invloed te spreken kunnen we vaststellen dat de naam Rilke door Vestdijk talloze malen genoemd wordt in proza, poëzie en, voornamelijk, essays. In de Anton Wachter cyclus wordt Rilke door de hoofdpersoon driftig ge- en herlezen. In de poëzie komen we naast het gedicht ‘De dichter, RMR’ de woorden ‘op een Rilke toon’ tegen (Verzamelde Gedichten I).”
.
De dichter
. R.M.R.
Hij at en dronk. Dat was mij eerst genoeg
Den rang te zien, dien hij als mensch bekleedt;
’t Verheugde mij, dat hij zijn stem vermeed
En niet te weig’ren hoefde, als men ’t vroeg.
.
Toen kon ‘k mij niet weerhouden, en ik zocht
Aan kostbaarheden alles van hem samen
Wat ik ooit las, en gaf het and’re namen
En dacht, dat ik ’t hem zóo vereeren mocht.
.
Maar bij ’t servet wegplooien schudde hij
Al dat papier mée weg, als brokjes brood
Gedachteloos of peinzend in zijn schoot,
En brak zich toen pas in een glimlach vrij.
.
En ’t scheen of hij uit snippers hooger steeg,
Tóch woorden zocht, – en, voor hij kon ontslaan
Van mij, die uit zijn oogen heen moest gaan,
Tóch iets verwachtte, nu hij eeuwig zweeg.
.
Oorlogsdichter
Isaac Rosenberg
.
Over de Eerste Wereldoorlog zijn vele gedichten geschreven. Vaak door soldaten tijdens de oorlog al. Op dit blog kun je verschillende voorbeelden vinden van poëzie van Wilfred Owen, Vera Brittain, August Stramm, John McCrae, Frederick William Harvey en Ernst Jandl die in de oorlog is geschreven. In 2014 verscheen de bundel ‘De 100 beste gedichten van de Eerste Wereldoorlog’ samengesteld door Geert Buelens en van een inleiding voorzien door Tom Lanoye. Het aardige van deze bundel is dat naast alle bekende namen van dichters uit die periode, de samensteller ook heeft gekeken naar andere dichters zoals Nobelprijswinnaars Rabin dra nath Tagore en W.B. Yeats en Nederlandse dichters als Herman Gorter en Paul van Ostaijen. Boegbeelden van de internationale avant-garde Guillaume Apollinaire en Vladimir Majakovski staan naast grote dichters uit de moderne poëzie als Rainer Maria Rilke en Anna Achmatova. Samen geven ze een aangrijpend en rijk geschakeerd beeld van deze verschrikkelijke oorlog.
Wat ik echter heel goed vind aan deze bundel is dat er ook dichters instaan die helemaal niet zo bekend zijn, zoals bijvoorbeeld de dichter Isaac Rosenberg (1890-1918). Deze Engelse dichter en kunstenaar (etser) uit een Joods immigrantengezin, schreef indringende, visuele oorlogspoëzie. Hieronder een bijzonder voorbeeld uit deze bundel getiteld ‘De onsterfelijken’. Onder het gedicht, vertaald door Rob Schouten, staat: De echte overlevers van de oorlog zijn de luizen. Isaac Rosenberg stierf bij Arras, na een nachtelijke patrouille door sluipschuttervuur of in een gevecht (dat is niet helemaal duidelijk).
De inleiding een een paar gedichten uit deze bundel lees je hier.
.
De onsterfelijken
.
Ik doodde ze, ze bleven leven.
Ja dag en nacht zag ik ze komen
En deed geen oog dicht, sliep geen tel,
Kon me verbergen noch ontkomen.
.
Tot ik genoeg geleden had,
Mijn handen kleurde in hun bloed.
Vergeefs, want sneller dan ik moordde
Kwamen ze weer in wreder vloed.
.
Ik doodde, doodde, dolle slacht,
Mijn krachten vloeiden langzaam weg,
En nog verrezen zij en kwelden mij,
Want duivels sterven nooit echt.
.
Ik meende dat de duivel woonde
In drank, vrouwen, verdachte huizen,
Genaamd Satan, Beëlzebub,
Maar nu noem ik ‘m: gore luizen.
.
Toen god besloot
E.E. Cummings
.
Ik struinde wat rond op het internet en kwam op de bijzonder aardige website van Ed van Dun (1952). Deze website (gedel.nl) is vernoemt naar een Limburgs werpnet waarmee men in rivieren of binnenwaters vist. Op deze website is de poëzie van van Dun te lezen, poëzie uit de 10 dichtbundels die hij tussen 1980 en 2022 heeft gepubliceerd. Maar er staan ook vele vertalingen op van gedichten van dichters als Paul Celan, Rainer Maria Rilke, Vasko Popa, Rumi etc.
Een andere dichter die Ed vertaald heeft is één van mijn favoriete dichters E.E. Cummings. Van hem heeft hij onder andere het gedicht ‘when god decided to invent’ vertaald. Het gedicht komt uit ‘Selected Poems 1923-1958’ van Cummings.
.
toen god besloot te verzinnen
alles ademde hij een
teug groter dan een circustent
en zo vond alles zijn begin
.
toen de mens besloot te vernietigen
zichzelf onttrok hij het waren
aan zullen en vond slechts waarom
dus flikkerde hij het in omdat
*
when god decided to invent
everything he took one
breath bigger than a circustent
and everything began
.
when man determined to destroy
himself he picked the was
of shall and finding only why
smashed it into because
.
Poëzie werkt op de zenuwen
Andreas Thalmayr
.
Via dichter Evy van Eynde werd ik gewezen op een bericht van Allard van Gent op zijn website https://allardvangent.com over een boek van Andreas Thalmayr met de intrigerende titel ‘Lyrik nervt’ of in het Nederlands ‘Poëzie werkt op de zenuwen’. Allard van Gent (1966) is werkzaam als freelance journalist, copywriter en vertaler Duits – Nederlands. Sinds april 2011 woont hij in Berlijn.
Het boek ‘Lyrik nervt’ of ‘Poëzie werkt op de zenuwen’ is 15 jaar oud en geschreven door de literatuurwetenschapper, vertaler, schrijver en dichter Andreas Thalmayr. De uitdrukking ‘Lyrik nervt’ kun je op ieder Duits schoolplein horen. Poëzie is om gek van te worden, betekent het. Of poëzie werkt op de zenuwen. Want als gedichten in verbinding worden gebracht met huiswerk, interpretaties of voorbereidingen op een examen, dan is het geen wonder dat ze bij veel mensen niet zo geliefd zijn.
Allard van Gent geeft ook een mooi voorbeeld van een 12 jarig meisje dat een brief schrijft aan Rainer Maria Rilke (wat op zichzelf al knap is aangezien Rilke al bijna 100 jaar dood is. Toch geeft de toon van de brief goed weer wat bedoeld wordt met poëzie die op de zenuwen werkt.
.
Zeer geachte heer Rilke,
ik heb me helaas over u geërgerd! Het is uw schuld dat ik een zesje op mijn rapport kreeg. Mevrouw dr. Schiedling, onze lerares Duits, smeet afgelopen donderdag een gefotokopieerd gedicht van u bij ons op de schoolbanken en wij moesten hierover een taak schrijven. Ik stuur u mijn tekst toe, zodat u zelf ziet wat mij bij dit gedicht te binnen is geschoten. Veel is het niet. Eerlijk gezegd, ik weet niet wat u daarbij eigenlijk gedacht heeft!
Die mevrouw Schiedling stortte zich natuurlijk meteen op mij. “Thema niet gevonden!” had ze gezegd en alles had ze met een rood potlood vol gekriebeld. Sindsdien wil ik met gedichten helemaal niets meer te maken hebben! Gedichten hangen me de keel uit! Neemt u mij niet kwalijk! Misschien kunt u er ook helemaal niets aan doen, misschien is het gewoon de schuld van die Schiedling.
Help! Anna Jonas, Kastanienallee 12, Oberkappel
.
Het boek begint met deze brief die, laten we eerlijk zijn, ook net zo goed door elke willekeurige leerling in Nederland of elders geschreven had kunnen worden. Te vaak wordt poëzie (en literatuur wat dat betreft) op scholen gebracht op een manier die een jongere eerder afschrikt dan warm laat lopen. Ik schreef er op 6 oktober nog een bericht over https://woutervanheiningen.wordpress.com/2019/10/06/poezie-in-het-leslokaal/ .
Helaas is in het artikel dat Allard van Gent schreef verder niet veel over de inhoud van dit boek te lezen. De voorbeelden die hij geeft gaan wel in op wat poëzie is en niet is maar dar verklaart de titel toch te weinig vind ik. In een andere recensie vond ik dit over de inhoud: Door de deskundige, gedetailleerde uitleg van Thalmayr, doorspekt met vergelijkingen en voorbeelden, leert de lezer veel over de inhoud, vorm en structuur van gedichten en de trucs van de dichters en krijgt daardoor een nieuwe kijk op de poëzie: vrij en ontspannen omgaan met poëzie. Poëzie is een spel dat gevarieerd en opwindend kan zijn. Precies dat is het wat ik ook in ‘Woorden temmen’ van Kila & Babsie ontdekte. Mede daarom ondersteun ik zijn gedachte om het boek in het Nederlands te vertalen van harte. Elk boek dat bijdraagt aan een vrolijker, enthousiasmerend en aanstekelijk poëzie-onderwijs is een stap op de goede weg.
En om niet zonder gedicht te eindigen hier het gedicht ‘Vrees’ van Rainer Maria Rilke.
.
Vrees
.
Anti-stress poëzie
Deborah Alma
.
Ik kende het begrip Bibliotherapie in algemene zin; een therapie waarbij gebruikgemaakt wordt van geschreven teksten zoals zelfhulpboeken, handleidingen, romans en prentenboeken om mensen van alle leeftijden te helpen met hun psychische en fysieke problemen. Al bij de oude Grieken was het bekend dat literatuur zowel psychologisch als spiritueel belangrijk was, en zij plaatsten boven hun bibliotheken dan ook een bord met het opschrift “Plaats ter genezing van de ziel“. Bij bibliotherapie kiest men lectuur uit als therapeutisch hulpmiddel bij medische en psychiatrische behandeling. Dit gerichte lezen als begeleiding bij de oplossing van persoonlijke problemen wordt bijvoorbeeld ook aangewend in ziekenhuizen. (bron”Wikipedia).
Dat poëzie in dit rijtje ook thuis hoort daar getuigt het boek van Sarah waarover ik gisteren schreef van; poëzie om een traumatische ervaring mee te verwerken. In Engeland vond ik een dichtbundel uit 2015 over dit onderwerp met de veelzeggende titel ‘The Emergency Poet’ An Anti-Stress Poetry Anthology.
‘The Emergency Poet’ werd samengesteld door dichter en schrijver Deborah Alma. In haar voorwoord schrijft ze dat ze een oude ambulance kocht uit 1970 en daarmee naar ziekenhuizen, tehuizen, evenementen, bibliotheken, scholen en festival reisde voor poëzie therapie en vriendelijke conversatie. De mensen die ze daar trof waren vaak op zoek naar raad en een emotionele oppepper. Deborah alma hielp ze met het vinden gedichten om de geest op te vrolijken, te troosten en te helpen omgaan met alle druk van de moderne tijd.
De bundel is opgedeeld in verschillende hoofdstukken met thema’s als ‘Voor dagen wanneer de wereld even te veel voor je is’, Pluk de dag’, ‘Liefde’, Óuder worden’, ‘Hoop’, ‘Over verdriet’ en ‘Moed en Inspiratie’. Alle gedichten in dit boek zijn door haar uitgetest en in de praktijk gebracht en hun nut is bewezen. Tijd voor een Nederlandse hertaling of editie met gedichten van Nederlandstalige dichters.
De meeste gedichten in deze bundel zijn van Engelse of Engelstalige dichters maar er staat ook (vertaalde) poëzie in van onder andere Miroslav Holub, Fernando Pessoa, Thich Nhat Hanh en Rainer Maria Rilke. Een aantal van de opgenomen gedichten is heel bekend en zelfs beroemd maar vele zijn ( voor mij) onbekend. Zoals bijvoorbeeld het gedicht ‘Getting Older’ van Elaine Feinstein (1930 – 2019) een Engels dichter met grote affiniteit voor de Russische dichters van de vorige en deze eeuw. Dit gedicht verscheen oorspronkelijk in de bundel ‘Collected poems and translations’ uit 2002.
.
Getting Older
.
The first surprise: I like it.
Whatever happens now, some things
that used to terrify have not:
.
I didn’t die young, for instance. or lose
my only love. My three children
never had to run away from anyone.
.
Don’t tell me this gratitude is complacent.
We all approach the edge of the same blackness
which for me is silent.
.
Knowing as much sharpens
my delight in january freesia,
hot coffee, winter sunlight. So we say
.
as we lie close on some gentle occasion:
every day won from such
darkness is a celebration.
.
Herman de Coninck
Statistiek
.
Het aardige van een website in WordPress bijhouden is dat er een nogal uitgebreid statistiekmodel achter hangt. Zo kan ik zien waar mensen vandaan inloggen op mijn site (uit welk land), onder welke termen met zocht en op mijn website terecht kwam en een leuke (vind ik) welke berichten het meest gelezen worden. Zo nu en dan kijk ik daar eens naar en wat me dit keer opviel is dat onder de berichten die het hoogst genoteerd staan een aantal buitenlandse dichters staan vóór de eerste Nederlandse dichtersnaam.
Die dichters zijn grappig genoeg niet meteen de dichters die ik zou verwachten; Rainer Maria Rilke, Goethe, E.E. Cummings, Antonio Machado én (en dat doet mij deugd) Herman de Coninck. In 2014 en het grootste deel van 2015 was Herman de Coninck dichter van de maand maar dan maandenlang. Elke zondag deelde ik een gedicht van deze meesterdichter met jullie.
Na ongeveer anderhalf jaar wilde ik weer eens iets anders proberen en ging ik variëren in de maandelijkse dichter en sinds kort elke zondag Dichter op verzoek. Daardoor is het werk van Herman de Coninck een beetje uit beeld gebleven de afgelopen periode. Een enkele keer plaatste ik nog wel eens een gedicht van hem maar de laatste dateert alweer van 17 februari van dit jaar.
Daarom voor alle liefhebbers, waaronder niet in de laatste plaats ikzelf vandaag nog een gedicht van deze prachtige Vlaamse dichter getiteld ‘Voor mekaar’ uit ‘Met een klank van hobo’ uit 1980.
.
Voor mekaar
.
Vroeger hield ik alleen van je ogen.
Nu ook van de kraaiepootjes ernaast.
Zoals er in een oud woord als mededogen
meer gaat dan in een nieuw. Vroeger was er alleen haast
.
om te hebben wat je had, elke keer weer.
Vroeger was er alleen maar nu. Nu is er ook toen.
Er is meer om van te houden.
Er zijn meer manieren om dat te doen.
.
Zelfs nietsdoen is er daar één van.
Gewoon bij mekaar zitten met een boek.
Of niet bij mekaar, in ’t café om de hoek.
.
Of mekaar een paar dagen niet zien
en mekaar missen. Maar altijd mekaar,
nu toch al bijna zeven jaar.
.
Het verlorene zal ik zoeken
Thomas Graftdijk
.
Thomas Graftdijk (1949 – 1992) was medeoprichter van het tijdschrift Soma en in 1974 van De Revisor. hij trad op als vertaler van het werk van Elias Canetti, Hermann Hesse en Rainer Maria Rilke. Postuum verschenen van hem nog vertalingen van het werk van Friedrich Nietzsche, Sigmund Freud, Thomas Mann en Franz Kafka. Daarnaast was hij dichter maar als zodanig is hij wat in de vergetelheid geraakt.
Hij publiceerde drie dichtbundels ‘Lachend op de achterste rij’ in 1970, ‘Treurarbeid’ in 1977 en ‘Positieve helden’ in 1980. Werk van Graftdijk werd gepubliceerd in onder andere Maatstaf, De Revisor, Raster en De Gids. Uit Raster 26 uit 1983 het gedicht ‘Het verlorene zal ik zoeken’.
.
Het verlorene zal ik zoeken
.
Het verlorene zal ik zoeken
in dit nevel-leven dat ik veins met zwak belichaamd zelf
in de vermoeide natuur, die ik ophef met mijn zachte
erts
.
Het verlorene zal ik zoeken
in het hoofd met jaarringen om de koeieogen
dat ik vrees in de donkere spiegels van mijn bankroet
.
Valsemunter, reeds bevroedend het verdwenene in de
toekomst
reeds in tijdnood redde ik het vuil dat eenzaam brandt
en gaf niet op de wil een weerlicht in de nacht te
scheppen, terwijl ik op mijn arrestatie wachtte
.
Kindse boer die van de bossen en de wolven
droomde, vrijend om de zuiverheid
ondanks het nut dat ik in honderd bevlekkingen
wou telen, voltrokken aan de mannequins van mijn
begeerte
Ondanks hun deeg dat goed was om mijn kiespijn te
verzachten
hun knutselen dat ik als kunst verstond:
illusies te proberen het vergeefse
te betrappen het verzuimde, te horen langverstomde
ruzies
in het geritsel van de telefoon (haarscheurtjes
in de samenzwering tegen mijn persoon)
te dulden de paniek, naakt en onherstelbaar
van mijn voldongen zoon
.
Ziehier mijn zaligheid: in nooddruft het verlorene
te vinden, te vullen het gemis van groot wit ding
mijn schulden uit verboden bron te voldoen
(de bloedpis van een vis, uitmiddelpuntig
zwemmend om een eiland van ellende)
en me te verzoenen met de legende
.
Dat mijn vorst zal komen op een dag
.
O wereldwijze, in solovlucht galopperend
op de valwind
van bevrijdende herinneringen.
.
















