Site-archief
Mooi zijn je haren
Adriaan Morriën
.
De dichter, essayist, vertaler en criticus Adriaan Morriën (1912 – 2002) debuteerde in 1935 met een gedicht in het Nederlands-Vlaams literaire tijdschrift Forum. In 1939 verscheen zijn dichtbundel ‘Hartslag’, de eerste van velen. Na de tweede wereldoorlog werkte hij bij Het Parool waar hij literaire beschouwingen, vertalingen en recensies schreef. Hij vertaalde onder meer werken van Albert Camus, Heinrich Böll, Sigmund Freud, Erich Kästner, Choderlos de Laclos, Guy de Maupassant en Pauline Réage.
Hij was redacteur bij Tirade, beoordeelde manuscripten, was bij de oprichting van het Fonds voor de Letteren en was hij adviseur bij uitgeverij De Bezige Bij en G.A. van Oorschot. Bij die laatste uitgeverij verscheen in 1980 zijn dichtbundel ‘Avond in een tuin’. Uit deze bundel het gedicht ‘Mooi zijn je haren’.
.
Mooi zijn je haren
.
Mooi zijn je haren.
En nu het zomer wordt
worden ze blonder, nog blonder.
Je mag de zon wel bedanken.
.
Als je bij mij in bed stapt
ruik ik de geur van ozon.
De bliksem is ingeslagen.
Vriendelijk. Zonder donder.
.
Zware pijnstillers
Rob Schouten
.
Uit mijn boekenkast vandaag de bundel ‘Zware pijnstillers’ van Rob Schouten (1954), zijn 13e en voorlaatste dichtbundel alweer. Rob Schouten is dichter, prozaschrijver, columnist voor Trouw en literatuurcriticus. Daarnaast verzorgt hij sinds 1981 voor het weekblad Vrij Nederland recensies van dichtbundels.
In 1986 en 1987 was hij writer in residence aan de University of Minnesota, van 1993 tot 1996 bijzonder hoogleraar literaire kritiek aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. Hij zat in talloze literaire jury’s, schreef naast dichtbundels en romans ook essays en een verhalenbundel. Daarnaast stelde hij een aantal bloemlezingen samen.In 2002 kreeg hij de Herman Gorterprijs voor ‘Infauste dienstprognose’.
De romantisch decadente elitaristische inslag van zijn vroege werk evolueerde gestaag in de richting van een eigenaardig soort realisme, dat het midden houdt tussen ruwhartig en gevoelig. Zo ook in de bundel ‘Zware pijnstillers’ uit 2012.
Het gedicht ‘Vader’ uit deze bundel is een mooie illustratie van het ruwhartige en gevoelige in één gedicht.
.
Vader
.
Twee oorlogen had hij op zak, als twee horloges,
een peutertje, de ander een volwassen man.
Niemand van ons kende hem nog, misschien verzon
hij soms maar wat, dat hij eerst boekhouder
en later predikant, ‘van kasboek tot bijbel’,
Plots had hij ons verwekt, maar bleef even
‘hardcore’-gelovig als jongen van Jan de Wit.
Hij kon niet tegen onrecht en mijn puberteit.
.
Maar ’t echte werd tot allerlaatst bewaard
toen hij broodmager, zachtjes kotsend, snotterde:
ik wou m’n kleinkinderen groot zien worden.
.
O God, bewaar me, laat me nu afglijden,
sla me met pest, neem me mijn dochters af
en leg me als het erop aankomt kalm in bed!
.
Antoinette Sisto (1963 – 2017)
Stilstaan bij een overlijden
.
Gisteravond bereikte mij van een aantal kanten het afschuwelijke en in en in verdrietige bericht dat dichter, vertaler, redacteur van Meander en geweldig mens Antoinette Sisto, na een tweede hersenbloeding, afgelopen maandag is overleden.
Ik heb Antoinette leren kennen bij het WAK festival in Den Haag in 2014 waar we beide gedichten mochten voor dragen. Ik kocht daar haar bundel ‘Dichter bij de dagen’ waar ik van onder de indruk was. Ik nodigde haar uit om bij Ongehoord! te komen voordragen, zij interviewde mij voor Meander en nodigde mij uit om een gedicht voor De Vallei te schrijven.
Onze paden bleven elkaar kruisen, ik schreef recensies over haar bundels ‘Iemand moet altijd gemist worden’ waar ze mij voor de presentatie vroeg en door een stommigheid vergat op te komen dragen en haar laatste bundel ‘Hoe een zee een woord werd’ waar ze me opnieuw voor vroeg. Voor mij tekende dat ook de mens Antoinette, vriendelijk, vergevingsgezind en overall een mooi mens.
En nu is ze op een veel te jonge leeftijd overleden. Weggerukt uit het volle leven. Vorige maand nog nodigde ik haar uit om voor te komen dragen bij de slotmanifestatie bij de Week van de Cultuur in Maassluis. Ze wilde graag maar was nog te ziek om te komen. Ik had juist haar gevraagd omdat ik wist dat haar poëzie, waar ik zo van hou, prachtig zou passen bij de ambiance van deze slotmanifestatie. Het mocht niet zo zijn.
Met het overlijden van Antoinette verliezen we een prachtige dichter, een geweldig lieve vrouw en we zullen haar missen. Ik wens haar moeder en haar vriend en iedereen die Antoinette kende en waardeerde heel veel sterkte toe in deze zware en moeilijke tijd.
Uit haar bundel ‘Iemand moet altijd gemist worden’ het gedicht ‘Ik teken de zon’.
.
Ik teken de zon
.
Jouw weg is nu verdonkeremaand
de gekartelde lijnen van rivieren
iemand vaagde ze uit
met gum gedecideerd
welke hand van bovenaf was dat?
.
Sinds jaar en dag loop ik
de drassige hoofdweg af
bossen vol mosgrond sla ik in.
.
Platanen boots ik na
met schaduwhanden
contouren van een onzekere toekomst
knip ik weg, ik teken de zon
zoals hij in kinderschetsen straalt
plat, honinggeel
.
een draaglijk beeld voor heel even.
.
Interview met een dichter
Meander literair E-zine
.
Dichters en in poëzie geïnteresseerden kennen ongetwijfeld Meander. Sinds 1995 is de website van Meander een fenomeen in literair Nederland als het om poëzie gaat. Op http://meandermagazine.net/wp/ kun je uit een veelheid aan categorieën kiezen als dichters, wereldpoëzie, de klassiekers, en recensies. Enige tijd geleden werd ik gevraagd door Antoinette Sisto, poëzieredacteur bij de rubriek Dichters, voor een interview. In het E-zine van deze maand is het interview dat Antoinette mij afnam te lezen. Ga hiervoor naar: http://meandermagazine.net/wp/2014/10/gedichten-met-een-lekker-rauw-randje/
Bij het interview zijn ook vier van mijn gedichten gepubliceerd uit mijn laatste bundel ‘Winterpijn’. Een van deze gedichten is ‘A la carte’.
.
A la carte
Kraaien vreten hun buikjes
rond, aan het kadaver van een
aangereden eend gaat geen
menukaart vooraf
palingen van de lucht zijn het
vuilnisbakkenrakkers in doodskleed
dan volgen de eksters, het blauw
van hun veren doet koninklijk aan
hun manieren aan tafel echter
bewijzen het tegendeel.
.
Interview in het Vliegend Varken
Door Jakob Rosenbaum
.
Enige tijd geleden berichte ik op deze plek al eens over een nieuwe poëzie website en dito nieuwsbrief van Jakob Rosenbaum ‘het Vliegende Varken. Op deze website verschijnen behalve gedichten van hem en van anderen ook recensies, columns en interviews met dichters.
Jakob heeft mij voor de website geïnterviewd en het interview kun je hier lezen: http://www.hetvliegendvarken.nl/dichters.html
.
Het Vliegend Varken
Website met poëzie
.
Hebben ze in Vlaanderen het Liegend Konijn, in Nederland hebben we het Vliegend Varken. Deze website met en over poëzie is een mooie aanvulling op de poëziewebsites die er al zijn. Juist omdat er aandacht wordt besteed aan dichters die wel al bekend zijn bij een kleiner publiek of waarvan het werk wel al wat bekendheid geniet. Deze dichters worden in de spotlight gezet en van hen verschijnen er gedichten op de website.
Naast Meander, De Contrabas, Hanta, Krakatau en Hernehim (en vele andere) nu dus een vernieuwde website voor een ieder die zich interesseert in poëzie of het lezen van gedichten.
.
Je kunt de website vinden op http://www.hetvliegendvarken.nl/index.html
.
Kritisch op kritiek
Wat vinden de lezers?
.
Een paar weken geleden heb ik hier een stuk gepost onder de veelzeggende titel ‘Zoet en fruitig versus Zuur en bitter’. Een reactie op een nare recensie. Was de recensie inhoudelijk geweest en de kritiek opbouwend dan had ik hier vrede mee kunnen hebben. Door de pompeuze toon, de manier waarop en de totale desinteresse om zich in de gedichten te verdiepen echter voelde ik mij gedwongen een reactie te schrijven.
Ik begin hier over omdat ik op de website van de Huffington post een interessant artikel las van Travis Nichols met de titel ‘Should poetry critics go negativ?’
Het artikel en de reacties op dit artikel zijn het lezen meer dan waard. Een klein stukje uit het artikel:
In terms of ‘negative criticism’ (so called), I rarely see the use of it. If it is to dismiss a work of literature/art as unvaluable/irrelevant, don’t we already do this by not attending it, or by not investing our desires and passions in it? It is so much work just to understand poetry/art (for works of art and poetry to become legible to one’s self) I have never understood why people would want to waste their energy on what does not interest them (what, that is, they do not love or desire).
en:
In other words, why bother going negative on poetry when American culture has gone so negative on poetry already? It’s already well below zero, why pile on? Why not focus on what’s good, on what’s desirable? Donovan sees a poet-critics job as to, first, “do no harm,” and then, in a sense, to work out of love.
Het hele artikel lees je hier: http://www.huffingtonpost.com/travis-nichols/should-poetry-critics-go_b_429646.html









