Site-archief
Rispetto
Versvorm
.
Het Rispetto (Nederlandse vertaling; eerbied, respect) is een oude Italiaanse vorm, o.a. gebruikt door Boccaccio. Uit het rispetto ontwikkelde Petrarca (1304 – 1374) waarschijnlijk zijn sonnetten gebundeld in ‘Canzoniere’ waarin 366 sonnetten staan gewijd aan Laura, een meisje dat hij op goede vrijdag in 1327 zag in de kerk van St. Claire en dat hij zijn leven lang in gedichten heeft bezongen.
Niet vreemd dan ook dat het het petrarkisme, de literaire stijl die naar Francesco Petrarca genoemd is, de stijl is waarin het verlangen naar de perfecte vrouw lyrische uitdrukking krijgt.
Het Rispetto bestaat uit tweemaal 4 regels met het rijmschema abba cddc en heeft als metrum de tetrameter. Er is ook een variatie waarbij, in het laatste schema, de tetrameter wordt vervangen door een pentameter. In dat geval spreekt men van een Heroic Rispetto.
.
Co
Fietsen maakt hij, mensen ook.
Zwart zijn zijn handen, grijs zijn haar.
Een korte broek, sandalen ook,
Zijn woorden klinken soms wat raar.
Je neemt hem zoals ie is, o zo!
Hij regelt voor de illegalen
Artsenzorg en kerkzalen.
Hij staat gewoon bekend als Co.
.
* Co was een beroepsopruier, oorspronkelijk arts en fietsenmaker, en nauw betrokken bij de opvang van witte illegalen eind jaren 90 van de vorige eeuw.
Met dank aan Wikipedia en https://sites.google.com/site/versvormen
Mont Ventoux
Jan Kal
.
De Mont Ventoux is vooral bekend onder wielerliefhebbers (als Col van de buitencategorie) en onder de lezers van het gelijknamige boek van Bert Wagendorp (dat inmiddels ook verfilmd is). Minder bekend is het gedicht met deze titel van Jan Kal.
Jan Pieter Kal (1946) is vooral bekend van zijn vele sonnetten. Hij groeide op in Haarlem, maar verhuisde naar Amsterdam voor een studie medicijnen. Aan studeren kwam hij niet toe door een alles overheersende liefde, maar die bracht hem wel tot het schrijven van sonnetten. Jan Kal kan van weinig poëzie maken. Hij heeft een eigen spontane, weemoedige toon, waarin ook zijn humor een plaats heeft.
Kal debuteerde in 1974 met de bundel ‘Fietsen op de Mont Ventoux’ waaruit ook dit gedicht is genomen. Hij heeft inmiddels 16 bundels het licht laten zien met ‘Een dichter in mijn voorgeslacht’ uit 2015 als laatste.
.
Mont Ventoux
.
Dichten is fietsen op de Mont Ventoux,
waar Tommy Simpson nog is overleden.
Onder zo tragische omstandigheden
werd hier de wereldkampioen doodmoe.
.
Op deze col zijn velen losgereden,
eerste categorie, sindsdien tabu.
Het ruikt naar dennegeur, Sunsilk Shampoo,
die je wel nodig hebt, eenmaal beneden.
.
Alles is onuitsprekelijk vermoeiend,
de Mont Ventoux opfietsen wel heel erg,
waarvoor ook geldt: bezint eer ge begint.
.
Toch haal ik, ook al is de hitte schroeiend,
de top van deze kaalgeslagen berg:
ijdelheid en het najagen van de wind.
.
foto: Annet Hogenesh
Dichter van de maand September
Jean Pierre Rawie
.
Als dichter van de maand september heb ik gekozen voor Jean Pierre Rawie (1951). In de jaren ’80 en ’90 van de vorige eeuw verkocht hij oplagen van dichtbundels waar romanschrijvers jaloers op zouden zijn. Dit was een zeer vruchtbare schrijfperiode voor hem. Uit deze tijd stamt ook de bundel ‘Intensive care’ waaruit het gedicht van vandaag komt (1982).
Rawie is een geboren Scheveninger (en als inwoner van stadsdeel Scheveningen heb je bij mij dan toch een streepje voor) maar groeide op in Groningen. Rawie is door twee dingen bekend; door zijn flamboyante levensstijl en zijn dandyachtige uiterlijk en door zijn werk dat in vaste versvormen is geschreven (sonnetten, rondelen). Ook het gedicht ‘No second Troy’ is hier een mooi voorbeeld van, in dit geval een sonnet.
De komende weken op zondag dus gedichten van deze dichter als dichter van de maand.
No Second Troy
Ik heb een vrouw bemind, die best
een tweede Troje zou verdienen,
en die door drank en heroïne
onder mijn ogen werd verpest.
Tot ziekbed kromp het liefdesnest,
en ik zou zachtjes willen grienen,
omdat alleen dit clandestiene
sonnetje van ons tweeën rest.
Zo’n veertien regeltjes waarmee je
een tipje van de sluier licht,
wat zout om in de wond te wrijven.
Wat zijn dat toch voor waanideeën,
Dat je, verdomd, in een gedicht
‘de dingen van je af kunt schrijven’?
.
Poëzie op een molen
Gedichten op vreemde plekken: Deel 93 op een molen
.
In Weert staan 8 windmolens, een watermolen en een molenromp. Schrijver/dichter Paul Sterk schrijft over elke molen een sonnet welke ook nog eens op muziek worden gezet. Op 19 juli wordt het sonnet voor de Sint Annamolen (uit 1875) in Tungelroy feestelijk onthuld met de titel ‘Alles draait om Anna’ en zal het molensonnet worden gezongen door Marcel Jansen. Daarnaast hebben een aantal beeldend kunstenaars zich laten inspireren door het gedicht en de kunstwerken die hieruit voort zijn gekomen zijn ook dan te zien. Al eerder schreef Paul “Anna in de wind” voor de Sint Annamolen van Keent.
In de komende twee jaar zal Paul de tien sonnetten schrijven. Paul laat zich inspireren door de historie van de molens, de locatie of typische kenmerken van de molen en door de verhalen van de mensen die er hebben gewerkt of gewoond. Het project ‘In de wind-Poëzie voor Molens’ is in samenwerking met Molenstichting Weerterland.
.
Molen van Keent
.
Met dank aan Paul Sterk en Janine Jongsma
Silhouet
Piet-Hein Houben
.
Gistermiddag voor een grijpstuiver de bundel Silhouet (1984) van Piet-Hein Houben gekocht.
Opvallend in deze bundel is de afwisseling van sonnetten (vaste vorm) met speelse gedichten zonder vaste vorm. Twee voorbeelden.
.
Zee
.
Zij sluiert open en zij sluiert dicht
en half doorschijnend laat zij zich ervaren
op golven die zich voor de wind vergaren
in de beweging van het evenwicht.
.
De zee is rondom op de ronding licht
en zij kan strelen zonder evenaren;
haar aan te voelen is als verder varen
in stroom op stroom en op het vergezicht.
.
Wie zij ontvangt, ontneemt zij elk gewicht
met sprankelende, sprekende gebaren;
zij kan een wereld in haar schoot bewaren
op sluiers open en op sluiers dicht.
.
Even
.
Waar het stelen
geven
is,
kus met kus
verweven
is,
is het leven
even
alles wat het
is.
.
Rijmende endjes
Of de bouts-rimés
.
Binnen de vaste versvormen zijn er vele mogelijkheden en er komen er ook nog steeds bij. Een leuke variant is de bouts-rimés of de rijmende endjes. Dit is een poëtisch spel waarbij men de rijmwoorden van een gedicht neemt en hiermee een volledig nieuw gedicht maakt. Bouts-Rimés is bedacht door de, verder onbelangrijke, 17e eeuwse Franse dichter Dulot, van wie verder geen werk bewaard is gebleven. Hij klaagde ooit dat hij was beroofd van 300 sonnetten. Toen zijn omgeving hierover nogal verbaasd was (over het aantal) verklaarde hij dat het hier louter ging om de rijmwoorden en dat hij de sonnetten later zou schrijven. In die tijd vond men dat reuze amusant en wat Dulot als serieuze zaak had gedaan (het opschrijven van rijmwoorden om daar later sonnetten van te maken) werd als spel een hit en bleef dit tot ver in de 18e eeuw.
.
In Nederland heeft (wie anders) Drs. P. zich aan deze vorm overgegeven maar ook Remko Koplamp op de rijmwoorden van een sonnet van Jean Pierre Rawie. Hieronder zie je waar zo’n bout-rimés toe kan leiden.
.
Kringloop
Wij hebben ook vannacht weer niet geslapen,
wij hadden wel wat anders aan ons hoofd:
we leken even voor elkaar geschapen,
en alle leugens werden weer geloofd.
Toch hebben we zeer van elkaar gehouden,
het is gekomen als het is gegaan;
verder blijft alles altijd bij het oude:
de Moor kan gaan hij heeft zijn plicht gedaan.
Er stonden ’s morgens mannen in de bomen
en zaagden zinvol in de takken rond.
Ik ben gegaan zoals ik ben gekomen,
maar met de smaak van sterven in mijn mond.
Ik heb dus ook vannacht weer niet geslapen
Die hele wedstrijd bonkte door mijn hoofd
We hadden toch een kans of vier geschapen
En eventjes had ik erin geloofd
Ik heb een poos de moed erin gehouden
(Er zijn wel twintig biertjes doorgegaan)
Maar nu is alles verder bij het oude
De fan kan gaan, hij heeft zijn plicht gedaan
Ik haal de vaantjes morgen uit de bomen
Nu hang ik futloos nog een dagje rond
Dan zal ik gaan zoals ik ben gekomen
Maar met een wrange nasmaak in mijn mond
Remko Koplamp
















