Maandelijks archief: januari 2019

Ik kijk

Iech Loer

.

Dat er vele gedichten in de openbare ruimte te lezen zijn in Nederland en Vlaanderen weet ik al heel lang en na het verschijnen van https://straatpoezie.nl/ weet een steeds groter deel van Nederland en België dit ook. Toch krijg ik nog steeds zo nu en dan foto’s toegestuurd van vrienden en bekenden met poëzie op muren, bruggen, huizen en andere objecten in de openbare ruimte. Zo kreeg ik van Cunera een tweetal foto’s die ze nam in Maastricht. Het aardige van https://straatpoezie.nl/ is dat ik nu kan opzoeken waar dit precies is, welk gedicht en van wie het is (dat was op de foto’s overigens wel goed te zien) maar ook een stukje achtergrond informatie en zelfs een vertaling. Chapeau, nogmaals, dus voor deze geweldige website en haar geestelijk moeder Kila van der Starre. Het gedicht ‘Iech loer’ is van Frans Budé, de vertaling uit het Maastrichts  ‘ik kijk’ is van Ed Silanou. Het gedicht is geschreven op initiatief van de dialectvereniging, de Veldekring, ter gelegenheid van het 85-jarige bestaan. Het gedicht staat geschreven op twee blinde ramen op de gevel van een kapperszaak gelegen aan het Onze Lieve Vrouwenplein/hoek Achter de Comedie in Maastricht.

.

Iech loer

.

Iech loer
nao de luij
op straot, huur
wied eweg
veugel roond
park en Maos.
Wie gruuts alles
zingk vendaog.

Niks is gries
de wolke
die kroepe
zien veur
mörge, kläöre
vaanzelf op

.

Ik kijk

.

Ik kijk
naar de mensen
op straat, hoor
ver weg
vogels rond
park en Maas.
Hoe groots alles
zingt vandaag.

Niets is grijs
de wolken
die aankomen kruipen
zijn voor
morgen, die klaren
vanzelf op.

.

Zomerwind

Jo Kalmijn-Spierenburg

.

Uit de heerlijke serie (al is het maar door de titel) ‘Met een boekske in een hoekske’ uit de Libellen serie, heb ik rond Oud en Nieuw in Groningen weer twee nieuwe deeltjes gekocht. Een van deze twee is het bundeltje ‘Zomerwind’ van Jo Kalmijn-Spierenburg (deel 377). Na enig speurwerk kwam ik erachter dat deze bundel in 1939 werd uitgegeven (het bundeltje zelf geeft geen uitsluitsel). Jo Kalmijn-Spierenburg (1905 – 1991) was schrijfster van gedichten, romans en kinderboeken. Voor wie meer wil weten over leven en werken van Jo Klamijn-Spierenburg verwijs ik graag naar de beschrijving van har werk op https://www.dbnl.org/tekst/_nie002193901_01/_nie002193901_01_0219.php

Uit dit leuke vierkant uitgegeven bundeltje (alle Libellen reeks deeltje zijn vierkant van vorm), het gedicht ‘Het is geen lente nog’.

.

Het is geen lente nog

.

Maar een vermoeden, onuitspreek’lijk teeder,

van komend bloesemen vlaagt aan.

Men weet niet hoe of waar vandaan.

.

De lucht is grijs gelijk een duivenveder,

een glanzend grijs. en er begint

iets luws te zwellen in den wind.

.

Er is een and’re klank in ’t vogelfluiten,

een dieper en een voller slag

in ieder lied op dezen dag.

.

Er is een mildheid, een zich zacht ontsluiten

voor al wat zuiver is en goed.

Een nieuw geloof en nieuwe moed…..

.

Beroemdheden met dichterlijke aspiraties

Amber Tamblyn

.

Regelmatig komt het voor dat beroemdheden dichterlijke aspiraties hebben. Op 24 december 2012 schreef ik al eens over de ‘dichtkunst’ van Charlie Sheen (o.a. Two and a half men) en Leonard Nimroy (Star Trek) en later op 1 juli 2015 over de poëzie van Britney Spears en Alicia Keys. En pas geleden nog, op 10 december, over de gedichten van Marilyn Monroe. Aan dit toch al aardige aantal wil ik de komende tijd nog wat voorbeelden toevoegen. Om te beginnen met de actrice Amber Tamblyn.

Amber Rose Tamblyn (1983) speelde als actrice in televisieseries zoals General Hospital, House en Inside Amy Schumer en in films als Spring Brakedown en 127 Hours. Toch is ze ook als dichter al redelijk bekend. Ze publiceerde een aantal zelf uitgegeven poëziebundels voordat in 2005 Simon & Schuster Children’s Publishing haar vroege gedichten (geschreven tussen haar 11de en 21ste jaar) publiceerde met de titel ‘Free Stallion’. Over dit debuut schreef Poet Laureate Lawrence Ferlinghetti: “A fine, fruitful gestation of throbbingly nascent sexuality, awakened in young new language.” In 2009 volgde de bundel ‘Bang Dito’ bij Manic D. Press. Vanaf 2011 recenseert Tamblyn poëziebundels voor het feministische BUST Magazine. In 2014 werd door Harper Collins haar derde poëziebundel uitgegeven met de titel ‘Dark Sparkler’ die over het leven en de dood van kindsteractrices gaat. 

Op de website http://www.thrushpoetryjournal.com verscheen van haar het gedicht ‘Laurel Gene’ uit ‘Dark Sparkler’ dat hieronder te lezen is.

.

Laurel Gene

.

Shave off the sheets of my songless childhood success,
expose the rotted age of me now―
My toothless breasts, my hips like a cracked Texas cow skull
hanging crooked on the butcher’s wall.

Remember what I once was.
The laurels of the Gene name.
My boom impact on the Baby Generation.
My pre-pubescent niche pizzazz.

Remember how the phone threw offers
for Little Jenny Sues into my Father’s ear.
He’d suck the bucks out of the cord like a straw into a spectrogram.
I never got a single sip.

I was his dark sparkler. A tarantula on fire.
An innocent with apple juice eyes and a brain
full of famished birds.

I used to play characters. Now I am portrayed.
As a dull domestic darling. A 30 year old 80 year old.
My husband’s office phone rescinds in silence. The only offers
are from the sink’s silverfish to kill them.

When I vacuum I think of Ingmar Bergman
fucking me from behind. I open
like the palms of Julius Cesar to a crowd.
Men used to rearrange their months to fit my seasons.

I suck a finger then the caldron in his tip.
He films my apron sticking to the sweat.
Makes this bad heart a pulse from the sky.
I am a distant explosion of myself again. A star.

Remember being a star.
This is how to die in the arms of a suburban wind,
learning how to be forgotten
over and over again.

.

 

Hier ligt

De kortste Nederlandstalige gedichten

.

Op 30 december 2015 schreef ik een bericht over ‘het kortste gedicht ‘ter wereld’. Na enig speurwerk bleek het gedicht ‘U, nu!’ van Joost van den Vondel, verreweg het kortste gedicht te zijn dat er te vinden was. Op 25 februari 2017 schreef ik over de bundel ‘Het kleinste gedicht’ de favoriete ultrakorte gedichten van Nederland en Vlaanderen, en vandaag alweer over korte gedichten maar nu aan de hand van de bundel ‘Hier ligt Poot, hij is dood’, de kortste Nederlandstalige gedichten.

In de inleiding schrijft Robert-Henk Zuidinga dat een aantal thema’s zich bij uitstek lenen voor ‘een bondige behandeling’. Dat zijn Schimpscheuten en kritiek (vooral op kunstbroeders), Advies en goede raad is er ook een, maar verreweg het meest tot de verbeelding sprekende thema is toch wel Grafschriften. Onze literatuur kent honderden, misschien wel duizenden epitafen, waarvan het grootste deel overigens als grap, sneer of vingeroefening gemaakt is en nooit een grafzerk heeft gehaald, volgens de inleider.

Ik heb een aantal aardige en grappige geselecteerd uit het hoofdstuk ‘Dood en leven’.

.

Madame de Charnières

.

Hier rust Juffrouw Belle

van Tuyle van Zuylen

van Serooskerken

met de rest van haar naam

op de volgende zerken.

 

Jan van der Hoeven

.

Bedroefd maar dankbaar

.

Bedroefd maar dankbaar staan wij bij dit graf:

bedroefd om het verdriet dat hij ons gaf,

en dankbaar voor die mooie dikke grafsteen.

Die gaat er met geen olifant meer af.

.

Kees Stip

.

Grafschrift

.

Hier ligt Gijs van Amerongen,

In de grond geen kwade jongen.

.

C. Buddingh’

.

Waar zal ik wezen als ik zestig ben:

In diepzee rottend of in zand begraven,

Of zal ik starend stilstaan aan een haven,

De hand gestrekt, zooals ik velen ken…

.

J. Slauerhoff

.

Grafschrift

.

Hier onder legt Luca, die onder and’re zaken

Kon wonderlyk een vers, en leege flessen maken.

.

Francois van Bergen

.

Casanova’s grafschrift

.

hij rust in vrede,

grond in zijn mond,

in deze schede

die hem verslond.

.

Harry Mulisch

.

Gospelsong

.

Elke seconde verandert de wereld

men leeft maar en sterft maar

alsof het niets is en misschien is

het ook wel niets dan wat beweging

waardoor de wereld niet verandert.

.

Riekus Waskowsky

.

 

 

Poëzie protest

Kipling versus Angelou

.

Net na de zomer van 2018, toen het nieuwe studiejaar begon aan de Manchester University, was er een relletje rond een muurschildering met poëzie. De Student Union van de universiteit had in de zomervakantie het Student Union Building laten renoveren en had op een muur in het gebouw het gedicht ‘If’ laten aanbrengen van Rudyard Kipling. Het gedicht lees je hier https://woutervanheiningen.wordpress.com/2013/05/31/if. Als je dit gedicht lees kun je je de beweegredenen van het universiteitsbestuur indenken. Toch waren er studenten die het niet eens waren met de keus voor de dichter Kipling. Kipling schreef namelijk ook het gedicht ‘The White Man’s Burden’ dat, toen het gepubliceerd werd al tot grote discussies leidde. Het gedicht ‘A White Man’s Burden’ lees je hier https://woutervanheiningen.wordpress.com/2017/01/18/the-white-mans-burden/

Als protest tegen de dichter van dit ‘racistische’ gedicht hebben studenten het gedicht ‘If’ overgeschilderd en voorzien van het gedicht ‘Still I rise’ van Maya Angelou, omdat dit gedicht beter overeenkomt met de waarden van studenten van tegenwoordig. De Student Union Diversity Officer (die hebben ze daar) Riddi Viswanathan, zegt daarover: Other student union members believe Kipling’s poems are “not in line with their values.” So, they decided to eliminate “The White Man’s Burden,” one of his most famous poems. Instead, they claimed Maya Angelou’s works are much more suitable to properly represent “black and brown voices.”

Aan de andere kant heeft expert, professor emeritus in de literatuur van de 20e eeuw aan de Kent University, Jan Montefiore, het tegenovergestelde standpunt. Montefiore, die de auteur is van de biografie van Kipling die in 2007 werd gepubliceerd, vindt het verschrikkelijk grof om Kipling als een racist te bestempelen. De Universiteit heeft besloten om het gedicht van Maya Angelou te laten staan.

.

I still rise

.

You may write me down in history

With your bitter, twisted lies,

You may trod me in the very dirt

But still, like dust, I’ll rise.

.

Does my sassiness upset you?

Why are you beset with gloom?

‘Cause I walk like I’ve got oil wells

Pumping in my living room.

.

Just like moons and like suns,

With the certainty of tides,

Just like hopes springing high,

Still I’ll rise.

.

Did you want to see me broken?

Bowed head and lowered eyes?

Shoulders falling down like teardrops,

Weakened by my soulful cries?

.

Does my haughtiness offend you?

Don’t you take it awful hard

‘Cause I laugh like I’ve got gold mines

Diggin’ in my own backyard.

.

You may shoot me with your words,

You may cut me with your eyes,

You may kill me with your hatefulness,

But still, like air, I’ll rise.

.

Does my sexiness upset you?

Does it come as a surprise

That I dance like I’ve got diamonds

At the meeting of my thighs?

.

Out of the huts of history’s shame

I rise

Up from a past that’s rooted in pain

I rise

I’m a black ocean, leaping and wide,

Welling and swelling I bear in the tide.

.

Leaving behind nights of terror and fear

I rise

Into a daybreak that’s wondrously clear

I rise

Bringing the gifts that my ancestors gave,

I am the dream and the hope of the slave.

I rise

I rise

I rise.

.

 

Poëzieweek op zondag

Ester Naomi Perquin

.

In januari wil ik op de zondagen wat extra aandacht geven aan de poëzieweek die elk jaar in januari/februari plaats heeft. Dit jaar van 31 januari tot en met 6 februari. Dit jaar is het thema van de Poëzieweek Vrijheid en dichter Tom Lanoye schreef het Poëzieweekgeschenk dat je gratis krijgt bij aankoop van minimaal € 12.50 aan poëzie in je boekhandel. Naast dit geschenk zijn er heel veel activiteiten, wedstrijden, verkiezingen en nog veel meer, kijk voor alle informatie op https://www.poezieweek.com

In Maassluis is er bijvoorbeeld op 27 januari een poëziemiddag in Theater Koningshof met Ingmar Heytze, workshops, open podium en feedback op je gedicht (kijk voor de voorwaarden op https://www.theaterkoningshof.nl/events/#modal=/agenda/494//Poeziemiddag_2019/?type=show ).

Rond de Poëzieweek brengt de CPNB een aantal poëziekaarten uit met gedichten rond het thema Vrijheid, gratis verkrijgbaar bij boekhandels en bibliotheken. Dit is het gedicht van Ester Naomi Perquin uit haar bundel ‘Celinspecties’ uit 2012.

.

Je kunt ook vinden dat alles aan de ander ligt, want

er is altijd een keuze, iedereen is altijd maker

van keuzes. Iedereen is altijd maker.

.

Je kunt een fiets meenemen als je fiets is gejat,

niet uit wraak maar uit rechtvaardigheid.

.

Je kunt met biechten wachten tot een moord

is begraven: buut vrij, zaak verjaard.

.

Je kunt ook onthouden wie je aardig vond, als je

iemand aardig vond. Er is altijd een keuze,

iedereen is altijd maker van keuzes.

.

Je kunt een jongetje op laten groeien tot het

niet meer op een jongetje lijkt

en zeggen: man.

.

dankdag voor het gewas

rotterdam

.

In 1966 verscheen bij uitgeverij nijgh & van ditmar de bundel ‘dankdag voor het gewas’ van Wim Hazeu. In het exemplaar dat ik bezit heeft Wim Hazeu het volgende geschreven: “waar dichter en dokter tesamen komen, glanst de droppel die het leven is” Nieuwkoop 1972. Daaronder zijn naam en in pen er later bijgeschreven (door degene van wie de bundel was destijds waarschijnlijk) dat het hier een bundel uit 1966 betreft.  Deze uitgave (nieuwe nijgh boeken 14) is een duidelijk voorbeeld van hoe men met de taal omging in de jaren zestig; geen hoofdletters of leestekens, namen met een kleine letter geschreven (delft, rotterdam) maar wel wintercursus met een c en ekskursies met een k.

Toen ik de bundel kocht kwam ik erachter dat er in de bundel een getypt vel uit 1976 zat met daarin een behandeling van het gedicht ‘elegie’ dat overigens niet in deze bundel staat. Kortom een klein pareltje uit de dichtkunst van de afgelopen decennia. Wim Hazeu (1940) is een geëngageerd dichter met een uitgebalanceerd taalgebruik. Hazeu publiceerde een aantal poëziebundels, romans en is de laatste jaren vooral bekend van zijn biografieën van schrijvers en dichters (Vestdijk, Achterberg, Aafjes, Slauerhoff). Naast zijn schrijfwerk was Hazeu ook actief als journalist, radio- en televisieprogrammamaker en uitgever.

Uit ‘dankdag voor het gewas’ heb ik gekozen voor het drieluik ‘rotterdam’.

.

rotterdam

.

1

.

met de roltrappen

proberen zij

– de vrouwen

een stukje hemel te vergaren

en met een feestkleed

van f 49,50

dalen zij

– de vrouwen

de trappen af

met het feestkleed

voor iedereen

– de vrouwen

weggelegd

.

2

.

men slaat heipalen

in de trommelvliezen

die gemakkelijk scheuren

kraanmachinisten staan hoger

genoteerd

dan het beursgebouw

en het vrije volk

geeft het laatste metronieuws

over de doodgravers

.

3

.

hier

in de omarming van gebouwen

zijn wij overbodig

zittend op een terras

kijken miljoenen stenen

op ons neer

stenen van het laatste uur

.

Rawie

Doet de NS aan poëziepromotie?

.

Ik was pasgeleden op het Centraal Station van Den Haag en toen viel mijn oog op een heel groot geel stootblok. Even was ik in de veronderstelling dat de NS of ProRail het licht hadden gezien en deze blokken de namen van dichters te geven. Tot ik erachter kwam dat men dan wel een ongezonde voorkeur voor één speciale dichter had, namelijk Jean Pierre Rawie. Even googlen hielp, Rawie is een Duits bedrijf dat onder meer stootblokken maakt voor treinen. Jammer eigenlijk, het had zo leuk geweest als op elk station van Nederland stootblokken zouden staan met namen van dichters, opdat de mensen die dagelijks over de stations lopen zich zouden afvragen wie dat toch zijn, er naar op zoek zouden gaan, zodat er op die manier meer poëzie gelezen zou worden.

Zover is het (nog) niet en daarom maar een gedicht van Jean Pierre Rawie die, in dit geval, alvast zijn naam mee heeft. Het gedicht ‘Finis’ komt uit de bundel ‘Oude gedichten’ uit 1987.

.

Finis

.

Heden is, na een langdurig lijden

dat hij met godsvertrouwen droeg,

Jean Pierre Rawie van ons verscheiden.

Hij komt dus niet meer in de kroeg.

.

Dat hij, die somber was bij tijden,

de hand niet aan zichzelve sloeg

stemt misschien nog wat tot verblijden,

al is het zo al erg genoeg.

.

Wat hem tot slot de dood in joeg,

de liefde of de drank, of beide? –

wij hebben door dit overlijden

een leger leven voor de boeg.

.

Het is zoals de Ouden zeiden:

de besten gaan altijd te vroeg.

.

Hunebed

Gedicht op een grote steen

.

Met Oud en Nieuw bezocht ik het grootste Hunebed van Nederland in Borger in Drenthe. Dat Hunebed staat naast het Hunebed centrum waar een oertijdpark, een keientuin en een museum is gevestigd. Het centrum was overigens gesloten op oudjaarsdag maar bij de ingang stond een grote steen met daarop een gedicht dat mijn aandacht trok. De tekst luidt:

.

Rond gespoeld door water

lig ik hier voor later

als bron van uw leven

aanschouwt u mij even

laat mij weer alleen

ook ik ben niet van steen

streel mij eenmaal

op mijn wenken

opdat ik u hernieuwd

leven kan schenken

.

Ach, het wordt vast mooi

Ruth van de Steene en Lies Schroeyen

.

De Vlaamse schrijfster en activiste voor het goede leven Ruth van de Steene ( 1987) en de eveneens Vlaamse illustratrice Lies Schroeyen (1990) maakten samen het bundeltje ‘Ach, het wordt vast mooi’. Dit bundeltje wordt op de achterflap aangeprezen als een snoepboekje over het liefdesverlangen, de bijbehorende euforie en ook wel het verdriet, af en toe. En na lezing ben ik het volledig eens met deze omschrijving. Dit is geen bundel om in één keer uit te lezen en kijken, al kan dat prima, maar om af en toe tot je te nemen en erin te bladeren, te lezen en naar de eenvoudige maar treffende illustraties te kijken. Op elke pagina staan een, twee of drie regels die worden ondersteund of aangevuld met een illustratie die op de regels betrekking heeft.

De bundel telt ca. 60 pagina’s (die overigens niet genummerd zijn maar in dit geval is dat totaal geen punt) met prachtige en soms ontroerende regels. Mijn favoriet is denk ik ” Hoe kan ik je dan binden / als het vrijen heet” . Als opdracht staat voorin dit bundeltje: ‘Voor onze muzes’ en ik denk dat deze muzes zich heel rijk mogen voelen met een dergelijk kleinood. De illustraties zijn van een eenvoud, gemaakt met inkt, ecoline of iets dergelijks, maar heel vaak bijzonder to the point.

Hier een aantal van de zinnen die mij zeer konden bekoren:

.

Bestelling – / handen vasthouden / doe mij maar weinig vast / en veel houden

Ik wil klungelen met mooi / ik wil de liefde morsen

Ik het kieken / jij de vrije uitloop

Dat ik soms blijf hangen / bij mooie mannen / dan ineens / geen hoogtevrees

.

De bundel is uitgegeven door Ruth van de Steene, uitgever en heeft op de achterflap ‘Leesteken’ als aanduiding. Voor verliefden, voor wie een lief klein cadeautje wil geven aan zijn of haar geliefde of voor liefhebbers van boekjes die je steeds opnieuw even kan inkijken voor wat inspiratie is ‘Ach, het wordt vast mooi’ een prima bundeltje.

.