Maandelijks archief: september 2025

Rattenhoofdstad

The Chicago Rat Hole

.

Op zoek naar de rafelranden van de poëzie ben ik in de loop der jaren al vele wonderlijke en bijzondere plekken en gebeurtenissen tegen gekomen. Vrijwel al die berichten heb ik gerangschikt in de categorie Gedichten op vreemde plekken of Gedichten in vreemde vormen. Vandaag wil ik daar een gedicht aan toevoegen dat zich op een bijzondere plek bevindt én, en dit betreft niet zozeer het gedicht zelf maar de aanleiding tot het gedicht, een bijzondere vorm betreft.

Het gaat over de Chicago Rat Hole. Op een stoep in Roscoe Village aan de noordkant van Chicago bevindt zich een gat. Het gat is een afdruk van een knaagdier – een rat, of zoals sommigen veronderstellen, een eekhoorn – die volgens de legende zo’n twintig jaar geleden in vers cement is gevallen. De afdruk dus van een dode rat. Op zichzelf niet verassend in een stad die in 2022 al achtmaal op rij de rattenhoofdstad van de Verenigde Staten was.

Omdat het gat nogal wat bezoekers trok bleek iemand het een goed idee te vinden om het gat te vullen met cement. Bezorgd om het behoud van het gat, groef een volhardende buurman het gat uit (met zijn kentekenplaat!) naar zijn originele vorm en sindsdien, nadat Winslow Dumaine, een kunstenaar en komiek, er een foto van op sociale media plaatste, gaan berichten over de Chicago Rat Hole viraal. Naar aanleiding van de tweet die hij erover plaatste en het viraal gaan, heeft de Chicago Rat Hole al een eigen Wikipedia-pagina, veel media-aandacht en een speciale markering die het als “museum” op Google Maps vermeldt.

Inmiddels is de Chicago Rat Hole een toeristische attractie die concurreert met Bean in Millennium Park en wordt hij wel het Stonehenge van Chicago genoemd. Maar er is dus meer. en daar komt de poëzie om de hoek. Een dichter schreef een gedicht over de Chicago Rat Hole en de Riot Fest Historical Society heeft er zelfs een plaquette aan gewijd. Inmiddels is de Chicago Rat Hole ook een soort van moderne bedevaartplaats geworden waar mensen allerlei geschenken achterlaten zoals muntjes, gedichten, rubber eendjes, Starbucks mokken en allerlei voedsel en drankjes. Een gedicht dat werd achtergelaten bij de Rat Hole in (mijn) vertaling gaat als volgt:

In het hart van Chicago verschijnt een gat,

een rattenvormige leegte die mensen aantrekt.

Diepe emoties, een geleidende zucht. Samenkomend, onder de stadshemel.

Betuig uw respect en laat uw gevoelens de vrije loop.

Laat mededogen groeien in dit heiligdom op de stoep

.

Rijmkroniek

A.J.E. Lucardie

.

Ik ben mijn boekenkast weer eens aan het reorganiseren want er blijven maar dichtbundels bijkomen. Er is een periode geweest dat ik oude boeken verzamelde. Het blijkt nu echter dat oude boeken leuk zijn om naar te kijken en in te bladeren maar dat het eigenlijk vooral stofvangers zijn. Dus doe ik nu een flink aantal boeken weg. Oude kinderboeken, een aantal boeken over het geslachtsleven van de jongeling maar ook Tijl Uilenspiegel, Parcival en de klassieker ‘Gevaren voor jonge mannen en hoe daaraan te ontkomen’.

Tussen al die oude boeken (veel zijn uit de 19e eeuw) zaten echter ook een paar dichtbundels zoals ‘Mei’ van Herman Gorter en de ‘Rijmkroniek’ wereldoorlog 1940-1945, geschreven door A.J.E. Lucardie en gepubliceerd in 1945 (vlak na de oorlog vermoed ik). Van Lucardie kan ik verder niets vinden behalve dan dat hij (waarschijnlijk) actief was in de Bridge Bond Nederland.

Uit de Rijmkroniek koos ik het gedicht met de titel ‘Pereat!’ een Latijnse term voor ‘Laat hem vergaan’ of ‘Laat hem sterven’, geschreven in de zomer van 1944.

.

Zomer ’44.

Pereat!

.

De man, die van “Mein Führer” spreekt

En over liefde voor den vijand preekt….

De man die leeft van landverraad,

Wiens ’t Judasmerk op ’t voorhoofd staat….

De man die per radio ’t gemeenst venijn

Laat spuiten in Jong-Neêrland’s brein….

En trouwe zonen van ons land

Arglistig speelt in ’s vijands hand….

De man, die de laagste lagen van ons volk

Laat bewaap’nen met geweer en dolk

Ter bescherming van zijn eigen goed

Ten koste van goed Neêrlandsch bloed….

.

De man, die zichzelf den Leider noemt

Van ’t Volk, dat hem en zijn bent verdoemt….

De mand, die – nu zijn val in ’t Westen daagt –

Zich zelfs tot Duitsch soldaat verlaagt….

.

Die man verdient, dat hij – als Hitlers knecht –

Als medemoord’naar wordt berecht

En dat zijn naam dan allerwegen

Door iedereen wordt doodgezwegen.

.

Frontpoëzie

Nieuwe podcast

.

In de VPRO Etalage, een magazine dat je krijgt wanneer je VPRO lid bent, wordt een nieuwe podcast over poëzie aangekondigd. Vanaf dit najaar (datum wordt niet gegeven) komt de podcast Dichter aan het front in alle podcastapps. Dichter aan het front onderzoekt hoe het is te moeten overleven in en om de loopgraven in Oekraïne waar opmerkelijk veel soldaten blijken te dichten. Michiel Driebergen (1980), correspondent in Oekraïne, vertelde in 2022 nog tegen de VPRO Gids dat de echte verhalen niet in de loopgraven liggen maar daar is hij van terug gekomen.

De frontervaringen van soldaten worden verteld door dichters, een idee van Bureau Buitenland eindredacteur Herman Schulte Nordholt. Hij houdt van de Britse War Poets van de Eerste Wereldoorlog. Driebergen wist daar n iet van van maar hij wist wel dat er veel militairen waren die dichtten. Militairen, zo zegt hij, moeten constant een brug slaan van het front naar de gewone wereld. Ze zoeken naar woorden voor een ervaring die je in je normale leven nooit zult hebben. Velen gebruiken daar poëzie voor en bereiken zelfs een publiek. Er zijn in Oekraïne inmiddels bekende war poets.

Poëzie is altijd aanwezig geweest in Oekraïne, ze zijn heel poëtisch en kunnen vaak goed dichten. Driebergen sprak bijvoorbeeld een 22 jarige soldaat die schrijft over hoe het moet zijn voor de echtgenotes om hun man te verliezen. Of over een vijftiger die dicht hoe de natuur hem bijstaat tijdens de gevechten. En er is een psycholoog die militairen helpt met de omslag te maken van de gewone wereld naar het front en die daar dan gedichten over schrijft. Tot slot komt een man aan de orde die lichamen evacueert van het front en die dicht over hoe de zielen van de gesneuvelden smeken om te worden thuisgebracht.

Driebergen besluit het stuk in VPRO Etalage met: “in Nederland is er een stroming die zegt: het is ook onze oorlog. Zij vechten voor ons. Bij mij levert dat altijd veel weerstand op. Als Oekraïners vechten voor ons, waarom vechten wij dan niet mee? Maar als dat dan zo is, dan moeten we ook echt zoveel mogelijk proberen te begrijpen wat er in Oekraïne gebeurt”.

Dat kan vanaf het najaar als je de podcast Dichter aan het front gaat beluisteren. Omdat er nog geen gedichten van Oekraïense dichters van het front beschikbaar zijn koos ik voor een gedicht van de Roemeense dichter Agi Mishol (1946) die over dit onderwerp dicht in het gedicht ‘Gedicht voor een gedeeltelijke mens’.

.

Gedicht voor een gedeeltelijke mens

 

Gebrekkig als hij is, geliefd en beklaagd
Gewoon zoals hij is, nors en gespleten
Hongerig dorstig mopperend willend en
Boven een afgrond cirkelend
Een gedicht voor de mens die ongestreeld
Uit de nachtdroom in de dagdroom wordt geloosd
Kuchend rochelend naar zijn schoenen rondtastend
Zoals hij is, met zijn darmen die knorren
En iets voortstuwen wat straks zal worden
Uitgeworpen en malend over de liefdeshonger
Naar o naar is de liefdeshonger
Geen koffie zal hem stillen, het is
Een gedicht voor zijn zwakke gedachtestroom
Zoals die is, onbestemd, voor zich uit starend
Omhoog geknepen verlangend en smachtend
Naar iets, een gedicht voor zijn wond
Die niet bloedt
Voor de stille prop verontwaardiging, de sigaret
Waar hij zich nu aan vasthoudt
Terwijl hij achter zijn bureau gaat zitten
Alsof hij zich eindelijk wat rust laat welgevallen
Een gedicht voor zijn helwitte vellen papier, een kus
Op zijn ogen die zich ter ruste leggen in wolkendons –

 

 

 

Vol

Daan Zeijen

.

Vol is een wonderlijk woord. Het glas is halfvol betekent zoiets als dat je een optimistische kijk op het leven hebt (vrije interpretatie), het land is vol is dan weer een extreemrechtse manier om te verwoorden dat er toch maar vooral geen vreemdelingen bij mogen komen, zelfs niet als die gevlucht zijn uit oorlog- of crisisgebieden waar ze hun leven niet zeker zijn, als iets uitverkocht is (een optreden) dan is het vol (de zaal dan meestal) of je kan je vol voelen wanneer je teveel gegeten hebt. Volgens de encyclopedie maar zijn er maar liefst 15 definities voor het woord vol.

Dichter Daan Zeijen (1993) geeft er in het gedicht ‘Vol’ dat ik las in ‘Dichters uit de bundel’ De moderne Nederlandstalige poëzie in 400 gedichten, samengesteld door Chrétien Breukers en Dieuwertje Mertens uit 2016, meerdere betekenissen aan. De hoofdpersoon in het gedicht is vol van haar, gebruikt vol in de zin dat het eten goed gesmaakt heeft en zijn glas is halfvol.

Daan Zeijen ken ik van een voordracht die hij verzorgde in 2014 in Rotterdam bij een poëziemiddag georganiseerd door poëziestichting Ongehoord! De laatste jaren is van hem op poëtisch vlak niet veel meer vernomen. Tegenwoordig is hij humanistisch geestelijk verzorger maar ruim 10 jaar geleden was hij regelmatig te zien en horen op poetry slams (Bellum Poetica,  Rhythm & Poetry slam in Delft en Festina Lente) en in 2015 werd hij Nederlands kampioen Poetry Slam. Ook trad hij op bij verschillende poëzie evenementen (Museumnacht in Amsterdam, Literaire Manifestatie in Den Bosch, Dichter bij de Bar in Delft).

.

Vol

.

van alle manieren om te zeggen

dat het eten goed gesmaakt had,

ben jij het meeste waar.

mijn glas is half vol, maar je rust pas

als ons van de tafel druipt. het

is de afdronk die het doet.

hoe ik vanavond in mijn bed

je berichtjes na zal lezen.

en nog eens. een derde maal.

zo dronken heb je mij.

van alle smaken die het slapen goed

gezegd had, ben jij het meeste rust.

.

Dubbelgedicht

Oma / Grootmoeder

.

In de loop der jaren heb ik een paar keer een gedicht gedeeld dat over een oma of een grootmoeder gaat. Zo deelde ik ‘De oma van mama‘ van Erik van Os, ‘Mijn oma zwemt…‘ van Kira Wuck en een titelloos gedicht van Kreek Daey Ouwens over grootmoeders en moeders. Sterker nog, ik heb zelfs al eens een dubbelgedicht gewijd aan oma’s en grootmoeders. En vandaag dus nog een keer met twee totaal andere en verschillende gedichten.

Het eerste gedicht is van Saul van Messel (1912-1993) pseudoniem van Jaap Meijer, is getiteld ‘Veenkoloniën’ uit de bundel ‘Syndroom’ Joodse poëzie uit 1971.

Het tweede gedicht is van de Vlaamse dichter Luuk Gruwez (1953), getiteld ‘Oma’s memo’, en komt uit de bundel ‘Bandeloze gedichten’ een keuze uit de poëzie 1977-1990 uitgegeven in 1996.

.

Veenkoloniën

.

mijn grootmoeder heeft

vannacht slecht geslapen

.

de joodse begraafplaats

te oude pekela werd geschonden

.

maar vreemd

zij lacht weer als vroeger

.

terwijl wij haar schedel

in de modder vonden

.

Oma’s memo

.

Zij ruimt de rommel op die niet meer dient:

een fotolijst, een hoornen bril,

verlovingsjurk van anno dertig,

de prullenkraam van een bestaan

dat eens vol meesterwerken was.

.

Haar mooiste meesterwerk ben ik,

klein mausoleum voor een dochter,

de hare, die mij baarde en toch stierf,

de missing link die ons verbindt,

gemis dat vlees werd, stof en as.

.

Uit alles blijkt dat zij zich traint in blijven,

in voortbestaan, inpakken van wat was.

En met een stem vol moederschap

laat zij een opdracht aan de planten na:

wees daar, eis water, als ik niet meer ben.

.

Alleen wat weerloos is en eindigt

verdient een voortbestaan. Geen ding.

Zo eindigt ook haar kunstgebit

met gouden stift, dat nu nog elke avond

in een glaasje gaat, straks in de kist.

.

Black and white portrait of an elderly woman.

Bundelpresentatie Club Bird, Rotterdam

Nooit meer zo nu

.

Vandaag is de bundelpresentatie van de nieuwe lijvige en luxueuze bundel ‘Nooit Meer Zo Nu’ van Serge van Duijnhoven (1970) in club Bird in Rotterdam. Ik had de eer om door Serge gevraagd te worden mee te lezen en dat heb ik niet alleen met heel veel plezier gedaan maar ik heb dat ook serieus opgepakt. De bundel, de eerste van de nieuwe uitgeverij Exupéry & Company, is bij de presentatie ook te koop voor € 55,- en heel eerlijk gezegd vraag ik me af hoe ze het ervan doen. De bundel in linnen, glanzend papier voorzien van foliedruk, van maar liefst 344 pagina’s dik en met een full colour binnenwerk wil je niet in je boekenkast zetten, die wil je bij wijze van spreken op je salontafel leggen om mee te pronken.

En dan heb ik het alleen nog maar over de uitvoering. De inhoud is zoals van Serge verwacht kan worden. Intrigerend, confronterend, artistiek, vernieuwend en ontroerend. Dus heb je niks te doen en wil je een avond vol poëzie en muziek kom dan naar club Bird, Raampoortstraat 24 in Rotterdam. Aanvang 19.30 en de entree is € 10,-.

Uiteraard een gedicht uit dit fijne boek, ik koos voor het gedicht ‘Het Nulde Uur’ uit het hoofdstuk IV ‘Verbeten De Credo’s.

.

Het Nulde Uur

.

Zweer af de prietpraat

laat varen de wind. Hoor de wijs

van het leven, laat zijn wat wil wezen

verwelkom wat gaat

.

wees langzaam, geduldig

door uilen gezongen

een lied dat na dralen

zijn stem heeft  gevonden

.

bereik wat je bent: een straal

die na een zoektocht door het duister

uiteindelijk weer uitkomt bij de plek

van het vertrek. In het dagende besef

.

dat al wat leeft moet sterven

en dat wie sterft niet zomaar in het niets

verdwijnt. Maar terugkeert

naar huis

.

Mmmm… zei zij

100 erotische gedichten

 

Het leuke van verzamelbundels rondom een thema is dat je van allerlei gedichten over dat thema bij elkaar hebt, in allerlei stijlen, van (soms) over de hele wereld en van oude gedichten tot gedichten van dit decennium. Dit gaat ook op voor de verzameling erotische gedichten uit de wereldliteratuur, samengebracht door Koen Stassijns en Ivo van Strijtem onder de titel ‘Mmmm… zei zij’ 100 erotische gedichten uit de wereldliteratuur.

Een overzicht dat begint bij Sapho van Lesbos (ca. 630 voor Christus) via Imru I-Qays (ca. 500-540), Francois Villon (1431-1463?), William Shakespeare (1564-1616), Walt Whitman (1819-1892), Aleksander Blok (1880-1921), Henrik Nordbrandt (1945-2023)) tot aan Krisztina Tóth (1967) en nog vele, vele anderen. De enige Nederlandse (Nederlandse Antillen) vertegenwoordiger is Tip Marugg (1923-2006).

“De bundel combineert erotiek en poëzie van vroeger tot nu, van zoetgevooisd tot vuilgebekt, van zinnenstrelend tot zinnenbeukend. Hier wordt gepaard, gekruist en omarmend gevrijd, in een kwatrijn, een sonnet of gewoon op de mat of in bed. Spelen en overspelen, daar draait het allemaal om, en om de speeltjes, groot en klein.” aldus de achterflap.

Wat ik erg leuk vind is dat er dichters in deze bundel zijn opgenomen waarvan ik nooit gedacht had dat ze zich aan erotische poëzie hadden gewaagd. Een voorbeeld hiervan is de Zuid Afrikaanse dichter Antjie Krog (1952). Van haar hand is een gedicht opgenomen met de beginzin ‘We zijn alleen in de sauna’ dat werd genomen uit haar bundel ‘Om te kan asemhaal’ uit 1999 in een vertaling van Robert Dorsman.

.

We zijn alleen in de sauna

jij denkt dat ik hetero ben omdat ik getrouwd ben

ik wéét dat jij een taai suburban heterokoekje bent

ik haak mijn bh los en draai me op mijn buik

ineen puil jij uit je zwempak

je ongebruinde delen hoogtepunten in de stoom

je borsten bobbelen in een satijnen glans van zweet

mijn hele vagina rukt naar boven

ik lig sprakeloos toegezwollen

argeloos tuimelen je celluliteloze benen open

en ik voel dat ik ga flauwvallen

zoals mijn tong al

pindakaas uitsmeert op een snee honing

.

Hitte

Hans Franse

.

Ik was bezig met het herschikken en herinrichten van mijn boekenkast met poëzie. Die groeit en groeit waardoor er op de kast al 7 stapels boeken liggen die (ooit) nog een keer alfabetisch in mijn boekenkast dienen te verdwijnen, of eigenlijk een plek dienen te krijgen, juist om verdwijning te voorkomen. Doordat mijn collectie nu niet geordend is, zoek ik me zelf soms het apenzuur naar een bepaalde bundel die ik op dat moment nodig heb of wil gebruiken.

Het leuke van zo bezig zijn is dat je allerlei bundels weer tegenkomt. Zoals de bundel ‘Zelfportret met Woord‘  van dichter Hans Franse (1940). Het is inmiddels anderhalf jaar geleden dat deze bundel werd gepresenteerd bij boekhandel van Stockum in de Passage in Den Haag. En toen ik de bundel weer zag en erin begon te lezen wist ik dat ik een gedicht uit deze bundel hier wilde delen.

Ik heb gekozen voor het gedicht ‘Hitte’ vooral om die laatste zin en het gegeven dat de zomers warmer worden en het aantal hittegolven als gevolg van de klimaatverandering alleen maar gaat toenemen.

.

Hitte

.

Mijn huid is aan de oppervlakte uitgedroogd.

Mijn vingertoppen zijn geschroeid,

mijn openingen hebben specerijen nodig

en alles vraagt naar

water, water, water.

Maar de bron is uitgedroogd,

de rivier is leeg

en het gaat nooit meer regenen.

.

1 miljoen

Statistiek, bezoekers, pageviews en een gedicht

.

Dit wordt een blog over cijfers en statistiek, een extra blog om mijn lezers te bedanken voor hun vertrouwen en nieuwsgierigheid naar alles wat de poëzie te geven en te melden heeft. En zoals altijd met een gedicht.

Vanaf half oktober 2007, toen ik dit blog begon, heb ik regelmatig statistieken gedeeld. De eerste na een jaar in augustus 2008 toen dit blog nog onder web-log.nl draaide, toen ik in één jaar maar liefst 2116 bezoekers had. Ik weet nog dat ik daar heel blij mee was, mijn berichten werden gelezen en er zat een stijgende lijn in. In februari 2009 was het aantal bezoekers gestegen naar 5000 . In 2010 kwam de mijlpaal van 1000 reacties, in 2012 plaatste ik het 700ste bericht, in 2014 de 100.000 pageviews, in 2020 volgde het 1000ste bericht, de mijlpaal van 1 miljoen pageviews, in 2023 de 1,5 miljoen pageviews (inmiddels ruim 1,8 miljoen pageviews) en nu, afgelopen augustus werd opnieuw een mijlpaal behaald, namelijk de 1 miljoenste bezoeker. Ik realiseer me dat veel van deze 1 miljoen bezoekers regelmatige, vaak zelfs dagelijkse bezoekers zijn. Ik heb door de jaren heen vele abonnees op dit blog mogen verwelkomen (in totaal vandaag 497). Al die vaste en incidentele lezers wil ik hierbij bedanken voor hun vertrouwen in dit blog maar vooral voor hun liefde en nieuwsgierigheid van en in poëzie.

En omdat geen blog zonder gedicht kan (vind ik) heb ik gezocht naar een gedicht over cijfers of statistieken. Dat heb ik gevonden in de bundel van Radosław Jurczak (1995) die werd gepubliceerd en uitgegeven door Poetry International, Versopolis en de Europese Unie in 2023 en vertaald door Kris Van Heuckelom.

.

Elegie voor de afdeling speltheorie en sociale wiskunde van de universiteit van Warschau

.

Thou shalt not sit
With statisticians nor commit
A social science.

W.H. Auden

Spam is de basis van alle dingen en zal ons op een dag doden
als het ons eerder niet sterker zal maken Uit kartonnen dozen op de Banachmarkt

doen willekeurige Vietnamezen rekenmachines van de hand
(willekeurig zijn ook de processen: die Vietnamese jongen zijn

in een goedkoop Vietnamees T-shirt Een wiskundige als oom hebben
Die wiskundige zijn: geld naar huis sturen

en e-mails kleurloos als zuurstof) En je moet nog iets weten:
hoeveel geld je kunt verdienen met zulke rekenmachines

als Vietnamees kind (en je weet het niet: dus dat kind zijn
niets van getallen weten rekenmachines van de hand doen

elke dag bij het verlaten van de metro folders op de grond laten vallen
als offer aan de ondergrondse goden, want wie zou ze godverdomme lezen

in het Pools) Dus de oude statisticus droomt dat hij een zuurstofdeeltje is
of zijn eigen model: uitgestrekt zijn de rijstvelden

alsook de dorpen dichtbevolkt en zonnig: en dit weten ze niet:
onder de grond berekent elke rijsthalm winst en verlies

(en dus deze winst dit verlies zijn) Op alle zuurstofatomen
zitten zeer kleine tellers (als je dit eenmaal inademt)

stretto
Spam is de basis van alle dingen en als het ons niet sterker maakt
zal het ons uiteindelijk volkomen begrijpen Uit kartonnen dozen bij de Banachmarkt
doen ze rekenmachines van de hand Der Tod ist ein Statistiker
aus Vietnam (de lucht hecht zich aan één zuurstofatoom)

.

Aan het eind van alles

Edwin Fagel

.

In 2007 publiceerde Edwin Fagel (1973) de bundel ‘Uw afwezigheid‘. Toen ik deze bundel van de week nog eens doorlas (ik was de stapel dichtbundels van de afgelopen maand aan het doorkijken, welke had ik al behandeld, welke nog niet, en vooral; waar zal ik ze opruimen, mijn kasten zijn reeds overvol) kwam ik het gedicht ‘Aan het eind van alles’ tegen. Een gedicht dat de angst van veel mensen over de groei van het fascisme in westerse samenlevingen in een persoonlijk relaas beschrijft. Omdat dit gedicht de actualiteit raakt is het wat mij betreft urgenter dan ooit.

.

Aan het eind van alles

.

Jane, ik weet niet

wat ik moet doen als de

fascisten door de straat marcheren.

Als ik dezelfde wapens had als zij

zou ik ze uitroeien.

.

Ik begraaf mijn boeken

en wacht ze op in bed.

.

Ik vertrelde Menno de anekdote van Alain,

de ‘fils d’auteur’ van vier, die op een middag

langs zijn neus weg zei: ‘Godverdommi, ik verveel mij.’

Hij lachte

.

weg wat hij wist

dat niet weg te lachen valt, hij weet

dat terwijl we sterven van angst

we zullen schrijven, terwijl we schrijven

we zullen sterven van angst, het is

.

een kwestie van tijd nu.

.