Categorie archief: Gedichten op vreemde plekken

Poëzie in een vogelhuisje

Sjoerd Visser

.
De Oost Groningse dichter Sjoerd Visser vond dat zijn poëzie te weinig gelezen werd. In totaal publiceerde hij 10 dichtbundels. Dus bedacht hij een andere manier om zijn poëzie en die van andere Oost Groningse dichters bekendheid te geven; Dichthuisjes of vogelhuisjes met daarin een gedicht. Sjoerd timmerde de huisjes zelf van sloophout en een smid leverde de metalen poten.
Niet alleen zijn eigen gedichten staan in de 36 huisjes, Visser vroeg ook andere dichters uit de omgeving om gedichten aan te leveren. De huisjes stonden eerst in Nieuw-Scheemda en nu in Oudeschans waarna ze naar Sellingen en daarna naar Alteveer en andere plaatsen in Oost-Groningen gaan. Misschien komen er nog wel 36 bij denkt Visser, de zomer is al volgeboekt met locaties waar ze de huisjes willen hebben.

De Dicht-huisjes werden afgelopen week, samen met bestuursleden Elles Dost en Wilma Fonteijn van Stichting Vesting Oudeschans, langs de wandelroute die door en langs de vesting leidt geplaatst. De eerste week was het gelijk filelopen op de wallen. In een van de huisjes staat een oproep aan de lezer om ook een gedicht aan het papier toe te vertrouwen. Inmiddels hebben ook plaatsen in Midden-Groningen belangstelling getoond.

,

Uit 2020 is het gedicht ‘Hakkelsum’ van Sjoerd Visser.

.

Hakkelsum

.

wakkert ‘m
aan
nieuwsgierig
naar die naam
niet meer
na te gaan
of dat dorp
ooit heeft bestaan
waar het lag
in het veen
van Reiderland
ingeklonken
met ijverige hand
afgegraven
dat het voor de Dollard
een koud kunstje was
de restanten
weg te vagen
slecht dijkonderhoud
de zee brak in
maakte alles zout
en brak en nat
geul en wad
slib en slijk
eb en vloed
hebben het rijk
alleen
de rest is
heen

.

 

Poëzie variaties

Digitaal stiftgedicht en poëzie op een kassabon

.

Vandaag een paar voorbeelden van poëzie op een vreemde plek en in een bijzondere vorm. Allereerst een bijdrage van Inge Koppert. Zij stuurde me een kassabon van café Buddingh’ in Dordrecht met daarop een gedichtje van Buddingh’. Ik weet niet of ze de gedichten op de kassabon steeds wisselen maar een bijzonder leuk idee is het zeker en natuurlijk heel terecht als je je café naar een dichter vernoemt.

Het tweede voorbeeld is van mijn collega Ronald die het stiftdichten heeft ontdekt (al een tijd geleden overigens). Hij gaf me een aardig voorbeeld van een erotisch digitaal stiftgedicht. Uiteraard niet met een stift gedaan maar door stukken tekst weg te ‘stiften’ middels photoshop of illustrator naar ik vermoed.

.

Kijk om je heen,

kijk om je heen,

zoals de wereld nu is,

zie je hem nooit weer.

.

Tramtram

Poëzie op een tram

.

Door Hans werd ik gewezen op een initiatief in Antwerpen uit 2012. Vanaf oktober dat jaar reed de Tramtram door de stad, een tram met daarop aangebracht een gedicht van Bernard Dewulf (1960-2021), die destijds stadsdichter was van Antwerpen.

Tramtram is een vrolijke oproep om elkaar vriendelijk en respectvol te behandelen op bus en tram. De ‘Respecttram’ stond centraal in de jaarlijkse campagne voor meer wederzijds respect op bus en tram in Antwerpen. Ter gelegenheid hiervan schreef Antwerps stadsdichter Bernard Dewulf het stadsgedicht Tramtram.

Het zesde stadsgedicht van Bernard Dewulf was zes weken te lezen op deze ‘Respecttram’ die door de straten van Antwerpen reed. Zowel qua klank als vormgeving op de tram was het stadsgedicht een knipoog naar de beroemde avant-gardedichter en prozaschrijver Paul van Ostaijen (1896-1938).

.

Tramtram

.

Dag meisje met het ijsje aan het raam.
Dag beentjes van het meisje in de tram.
Dag bengeling. En tingeling.

.

Dag Marokkaan, dag Indiaan, dag onderdaan.
Dag mevrouw getrouwd met uw sjakosj.
Dag meneer in de weer met uw moustache.

.

Dag gast, ik zie u groeien aan uw rugtas.
Dag Turk. Dag snurker uit de late nacht.
Dag Chinees, dag Kongolees, dag Kees.

.

Dag Jood, dag tingeling, dag rode muts,
dag kleine duts in de te grote koets.
Dag blinde en dag hond, dag blind verbond.

.

Dag hanger in de lus, dag musje in de hoek,
dag denker aan het venster,
dag oortjes in de oren van de stille zanger.

.

Dag reizigers allemaal. Dag elk verhaal.
Dag alle taal. Dag alle reizelingen
in de bedding van de stad. Dag dag dag.

.

Dagelijks klinkt in ons heelal de tingeling.

.

Gedicht aan de reiziger

Victor Vroomkoning

.

Sinds 1997 worden in de Rotterdamse metro gedichten geëxposeerd onder de titel ‘Gedicht aan de reiziger’. Elke drie maanden verschijnt een nieuwe serie gedichten. Het project is een samenwerking tussen het Rotterdams openbaar vervoerbedrijf RET en Poetry International. Of dit project nog steeds loopt heb ik niet kunnen achterhalen maar aangezien er in 1999 een bundel is verschenen over dit fenomeen blijkt het wel succesvol geweest te zijn. Rotterdam is niet de enige stad waar er in de metro aandacht wordt gegeven aan poëzie ook in  Parijs  Londennogmaals Londen, Brusselnogmaals Brussel en New York  zijn poëzie projecten  geweest.

In de bundel ‘Gedicht aan de reiziger’ onder redactie van Janita Monna zijn 63 zeer verschillende dichters opgenomen. Rotterdamse dichters maar ook dichters uit andere Nederlandse windstreken en daarbuiten. Rotterdam had al eerder dichtregels op vuilniswagens aangebracht maar met Gedicht aan de reiziger (een variatie op het gedicht Bericht aan de reizigers van Jan van Nijlen laat Rotterdam maar eens te meer zien dat het een stad van poëzie is.

Lezend in de bundel bleef ik hangen bij het gedicht ‘Vuilniszakken’ van Victor Vroomkoning (1938). In 1991 heeft het gedicht, in een vertaling, ook in Ierse treinen gehangen. Victor Vroomkoning vertegenwoordigde toen de Nederlandse poëzie in Dublin, dat in dat jaar Culturele Hoofdstad van Europa was. In het gedicht vergelijkt Vroomkoning ouders met vuilniszakken maar dat is respectvol gedaan, hij beschrijft de machteloosheid over het onvermijdelijk naderende afscheid van oud geworden ouders. Tijd, liefde en relatie tussen ouders en kinderen zijn terugkerende thema’s in het werk van Vroomkoning.

.

Vuilniszakken

.

Zoals ze daar ’s morgens

op de stoep tegen elkaar

aan geleund warmte zoekend

in hun plastic jassen

staan te wachten, grijs,

vormeloos, vol afgedankt

leven, tegelijk broos

en weerloos. Je zou ze

weer naar binnen willen

halen, je ouders

wachtend op de bus.

.

Poëzie op afvalbakken

Poëzieweek 

.

In het kader van de landelijke Gedichtendag en de Poëzieweek 2022 deel ik in de weken voor 27 januari graag een aantal ideeën en initiatieven van nu en vroeger rondom deze week. Het thema van de Poëzieweek 2022 is de Natuur en wat past er beter bij dit thema dan vuilnis- of afvalbakken. Willen we de natuur een beetje leefbaar houden dan is het begin daarvan toch wel het deponeren van ons afval in vuilnisbakken en niet in de natuur.

In 2006 konden inwoners van Vlaardingen al gedichten insturen voor een wedstrijd op landelijke gedichtendag. Van die inzendingen werden 20 dichtregels uit de beste inzendingen gekozen en deze werden aangebracht op vuilnisbakken in de openbare ruimte. Er deden destijds maar liefs 180 Vlaardingers aan deze wedstrijd mee. In 2013 werd geconstateerd dat de meeste stickers (want dat waren het in 2006, stickers met dichtregels) vervaagd waren. Opnieuw werden Vlaardingers uitgenodigd om hun mooiste dichtregel in te sturen. Ook de leerlingen van het Geuzencollege deden mee aan deze wedstrijd die werd georganiseerd door Look Boden en Mirjam Poolster van de Stichting Anders Kijken.

Dit keer deden er 170 mensen mee en tien van de dichtregels van Vlaardingers en 10 dichtregels van leerlingen van het Geuzencollege werden gekozen. Deze werden gedrukt op posters en die werden op afvalbakken geplakt overal in Vlaardingen. Het waren blijkbaar kwaliteitsposters want nog regelmatig kom ik voorbeelden tegen. De aardigste regel die ik tegenkwam, en zo maar een Luule zou kunnen zijn, is toch wel:

 

In een speeltuin

op een bankje

kijken wij naar

onze toekomst

 

Hieronder een aantal foto’s van nog meer van de afvalbakkengedichten in Vlaardingen.

.

Mijn activiteit in de Poëzieweek

Struikeloverpoëzie en MUGzine

.

Van 27 januari tot en met 2 februari is het Poëzieweek in Nederland en Vlaanderen. Ik schreef er al verschillende keren over en over de activiteiten die er georganiseerd worden in deze week. Vorig jaar organiseerde ik via mijn instagram account een krijtpoëzie activiteit, ik vroeg aan mijn lezers om een gedicht met krijt op een muur of weg te krijten, te fotograferen en dan aan mij te mailen. Die foto’s deelde ik dan via mijn Instagramaccount.

Dit jaar doe ik ook weer wat met Instagram en ook via MUGzine, het minipoëziemagazine dat ik maak met Marie-Anne en Bart, gaan we aandacht besteden aan de Poëzieweek.

Via mijn account @struikeloverpoezieweek2022 wil ik deze Poëzieweek foto’s van uitingen van poëzie delen die je tegenkomt. Dat mag een straatnaambord zijn van een straat vernoemd naar een dichter, een gedicht of dichtregel die je buiten of ergens binnen tegenkomt (denk aan straatpoëzie) een standbeeld van een dichter, een café dat is vernoemd naar een dichter, een dichtregel die gebruikt wordt in een campagne of reclame, een poëtisch kunstwerk, je mag het zo gek maken als je zelf wilt als er maar een link is naar een dichter of poëzie. Stuur je foto naar woutervanheiningen@yahoo.com er schrijf er iets bij over de context van de foto. Ik zal je foto met naamsvermelding (ook van je Instagramaccount) dan plaatsen op @struikeloverpoezieweek2022

Op mugzines gaan we ook iets met de Poëzieweek doen. Elke dag van de Poëzieweek zullen we een gedicht uit één van de edities van de afgelopen twee jaar plaatsen die naar ons idee een relatie heeft met the thema van de Poëzieweek. Mocht je de edities van MUGzine nog niet gelezen hebben of ben je (nog) geen donateur, dan maak je op deze manier op een heel toegankelijke en leuke manier kennis met de dichters en gedichten die in één van die edities stonden. Hier alvast een voorproefje van het gedicht ‘Boom’ uit nummer 2 van mijn hand.

.

Boom

.
Ik wil boom zijn.
Niet gewenst of ongewenst
door haastige voorbijgangers,
boomomhelzers, verstokte wandelaars.

.
Gewoon boom. Langs de weg,
vanzelfsprekend onbelangrijk
voorbijgaand van aard, nooit
bij stil gestaan,

.
met de eigenschappen van een golf
in een oceaan of een wolk
in een lucht,
er zijn zonder er

.
te hoeven zijn, niet gemist
bij individuele absentie
geaccepteerd om wat het is,
boom.

.

.

Bierkaartjespoëzie

Gedichtenwedstrijd

.

De bibliotheek in Aalst (België), Utopia, organiseerde in 2019 (en opnieuw in 2020) een bierkaartjespoëziewedstrijd. De opdracht luidde:  ‘Schrijf jouw mooiste woorden op een bierkaartje (of bierviltje zoals wij zouden zeggen) van Utopia of op een ander bierkaartje dat je net voor je liggen hebt op café, en deponeer jouw inzending in de speciale bus in één van de deelnemende café’s. Vergeet er natuurlijk niet jouw naam, geboortedatum en e-mailadres op te zetten.’

De ook in Nederland bekende cabaretier Wim Helsen maakte de winnaar bekend en het winnende gedicht werd aangebracht op een muur ( 3 bij 5 meter groot) aan de Pupillensite, rechtover Utopia. Uit 309 inzendingen werd studente Taal- en Letterkunde Hélène De Kegel (21) tot winnaar gekozen. Het gedicht waarmee ze de wedstrijd won luidt:

.

De wind huilt en

ik begrijp het,

vandaag is,

weenbaar

.

Een mooi initiatief dat navolging verdient.

.

Tot stilte gemaand

Dichter bij de dood

.

Afgelopen 2 november was het Allerzielen, een dag dat veel mensen hun overleden dierbaren herdenken. Samen met Marjon van der Vegt en de medewerkers van Begraafplaats Oud Eik en Duinen in Den Haag onder leiding van Francis en Herlina, organiseerde we onder de titel ‘Dichter bij de dood’ alweer voor de vijfde maal een Allerzielen met dichters die voordroegen tijdens deze avond.

Uit ervaring (voordat ik mee deed in de organisatie mocht ik een aantal keer als dichter aanwezig zijn) weet ik dat dit een heel bijzondere avond en poëzie-ervaring is. Op het eerste deel van de begraafplaats was met vuurpotten en fakkels een route uitgezet waaraan 12 dichters een plekje hadden gekregen. Gelukkig was het droog en zo’n 120 mensen bezochten de avond. En opnieuw was het een avond om nooit te vergeten, in een bijzondere ambiance poëzie live te horen over een onderwerp (dood en troost) blijkt vele mensen te raken, zowel bezoekers als de dichters zelf. Alle dichters heel veel dank voor hun aanwezigheid en inzet, volgend jaar opnieuw een editie.

Omdat dit de 5e keer was en de Cultuurschakel Den Haag zo vriendelijk was geweest wat middelen te verschaffen konden we een bundeltje uitgeven met de gedichten van de dichters (en de paar die helaas niet aanwezig konden zijn). Dit bundeltje ‘Tot stilte gemaand’ werd gratis uitgedeeld aan de bezoekers van deze avond en aan de deelnemende dichters.

De deelnemende dichters waren dit jaar: Liesbeth de Blécourt, Martijn Breeman, Edith de Gilde, Aurora Guds, Diann van Faassen, Wouter van Heiningen, Ton Houtman, Joz Knoop, Karin van Kalmthout, Anne-Tjerk Mante, Miguel Santos, Eelco van der Waals, Marjon van der Vegt en Renske Visser.

Uit de bundel koos ik het gedicht van Edith de Gilde zonder titel.

.

Verdriet maakt krom als het nog vers is.

Je wilt een egel worden. Winterslapen.

Je krimpt. Slaat dicht. Een hoofd vol mist.

Haperen, vastlopen, stilstaan.

.

Niets helpt. Er is geen kaart, er ligt geen plan.

Geef het maar tijd, gun het zijn ruimte.

Verdriet verdient het. Sla je armen eromheen

en het zal langzaam zachter worden, toestaan

.

dat jij je rug recht, dieper ademt,

de zomer weer verdraagt.

Het zal je niet verlaten maar bij je horen,

diepte schenken aan je ogen, schaduw aan je leven.

.

 

 

Poëzie op Allerzielen

Dichter bij de dood

.

Op 2 november aanstaande is het weer Allerzielen. Met Allerzielen worden de overledenen herdacht plaatsen nabestaanden vaak bloemen op het graf van een dierbare overledene. Sinds een aantal jaren is er op begraafplaats Oud Eik en Duinen in Den Haag op deze avond een bijzondere activiteit die aansluit bij Allerzielen. Dit jaar is het de vijfde en daarmee de jubileumeditie van Dichter bij de dood.

Dichter bij de dood organiseert op deze avond voordrachten van dichters en troubadours die stilstaan bij het thema troost. De volgende dichters en troubadours zullen op 2 november acte de présence geven: Liesbeth de Blécourt, Martijn Breeman, Edith de Gilde, Aurora Guds, Diann van Faassen, Wouter van Heiningen, Ton Houtman, Joz Knoop, Karin van Kalmthout, Anne-Tjerk Mante, Miguel Santos, Eelco van der Waals, Marjon van der Vegt en Renske Visser.

De dichters en troubadours zullen langs een route staan op de begraafplaats die verlicht wordt door fakkels zodat iedereen de route makkelijk kan volgen en bij elke dichter stil kan staan en naar een troostrijk gedicht kan luisteren. Omdat dit de jubileumeditie werden al twee poëziepodia georganiseerd op de begraafplaats en zal er een jubileumbundel verschijnen.

Het project dichter bij de dood wordt gesteund door de begraafplaats Oud Eik en Duinen, Monuta en Cultuurschakel Den Haag en georganiseerd door Dichter bij de dood en Ongehoord! Begraafplaats Oud Eik en Duinen is te vinden aan de Laan van Eik en Duinen 40, de avond begint om 19.00 uur en is uiteraard gratis toegankelijk. Als voorbeeld van een troostrijk gedicht hier het gedicht ‘Geheim gedicht’ van Ingmar Heytze uit de bundel ‘Schaduwboekhouding’ uit 2005.

.

Geheim gedicht

.

Vannacht heb ik een zoen begraven.
Hij lag dertien maanden tussen ons in
en jij had al een paar keer gevraagd:
wat ligt daar nou toch steeds.

.

Toen je eindelijk sliep, drukte ik
de zoen met mijn lippen in een doosje
vol watten en liep naar de tuin. Daar
groef ik een graf van twee monden diep

.

onder de beuk. De duizend zoenen
die volgend jaar rood en zoet uit de takken
komen waaien, zijn allemaal voor jou.

.

Na de zomer

Plint poëziekalender

.

Al jaren heb ik allerlei scheurkalenders in huis en het afgelopen jaar kreeg ik de Plint Poëziekalender cadeau. Elke dag een gedicht en tussendoor afbeeldingen van topstukken uit de collectie van het rijksmuseum. Ondanks dat ik de kalender elke dag zie hangen heb ik er, tegen mijn gewoonte in, niet dagelijks een blaadje afgescheurd. Op deze manier blijft die kalender een soort poëzieverzameling, een bundel in losse blaadjes die toch gewoon nog bij elkaar zitten.

In de kalender gedichten van vele bekende namen als Remko Ekkers, Vrouwkje Tuinman, Martin Bril, Jules Deelder en Ingmar Heytze maar ook van, voor mij, minder bekende namen als Margriet van Bebber, Gerard Berends en Mary Heylema. Uiteindelijk is het een zeer fraaie scheurkalender geworden waarin veel te genieten is. Als voorbeeld heb ik een gedicht van Marc Tritsmans gekozen met de toepasselijke titel ‘Na de zomer’ die op 6 oktober staat.

.

Na de zomer

.

na het al te droge, al te nadrukkelijke knerpen

van rotsen, de duizelende uitzichten over valleien

het broeierig geuren van in zomerzon stovende kruiden

.

sloop onaangekondigd binnen het verlangen naar

natte bladeren en humus, naar deze zware, donkere

aarde met zijn walm van schimmel en verrotting

.

die ik op mijn hurken nu dorstig in me opneem en

die me zelfzeker vertelt dat ik thuiskom, dat enkel hier

in modder, in gutsende regen  heimwee kan worden gestild

.