Categorie archief: Gedichten op vreemde plekken
Poëzie in een vogelhuisje
Sjoerd Visser
De Dicht-huisjes werden afgelopen week, samen met bestuursleden Elles Dost en Wilma Fonteijn van Stichting Vesting Oudeschans, langs de wandelroute die door en langs de vesting leidt geplaatst. De eerste week was het gelijk filelopen op de wallen. In een van de huisjes staat een oproep aan de lezer om ook een gedicht aan het papier toe te vertrouwen. Inmiddels hebben ook plaatsen in Midden-Groningen belangstelling getoond.
,
Uit 2020 is het gedicht ‘Hakkelsum’ van Sjoerd Visser.
.
Hakkelsum
.
wakkert ‘m
aan
nieuwsgierig
naar die naam
niet meer
na te gaan
of dat dorp
ooit heeft bestaan
waar het lag
in het veen
van Reiderland
ingeklonken
met ijverige hand
afgegraven
dat het voor de Dollard
een koud kunstje was
de restanten
weg te vagen
slecht dijkonderhoud
de zee brak in
maakte alles zout
en brak en nat
geul en wad
slib en slijk
eb en vloed
hebben het rijk
alleen
de rest is
heen
Poëzie variaties
Digitaal stiftgedicht en poëzie op een kassabon
.
Vandaag een paar voorbeelden van poëzie op een vreemde plek en in een bijzondere vorm. Allereerst een bijdrage van Inge Koppert. Zij stuurde me een kassabon van café Buddingh’ in Dordrecht met daarop een gedichtje van Buddingh’. Ik weet niet of ze de gedichten op de kassabon steeds wisselen maar een bijzonder leuk idee is het zeker en natuurlijk heel terecht als je je café naar een dichter vernoemt.
Het tweede voorbeeld is van mijn collega Ronald die het stiftdichten heeft ontdekt (al een tijd geleden overigens). Hij gaf me een aardig voorbeeld van een erotisch digitaal stiftgedicht. Uiteraard niet met een stift gedaan maar door stukken tekst weg te ‘stiften’ middels photoshop of illustrator naar ik vermoed.
.
Kijk om je heen,
kijk om je heen,
zoals de wereld nu is,
zie je hem nooit weer.
.
Na de zomer
Plint poëziekalender
.
Al jaren heb ik allerlei scheurkalenders in huis en het afgelopen jaar kreeg ik de Plint Poëziekalender cadeau. Elke dag een gedicht en tussendoor afbeeldingen van topstukken uit de collectie van het rijksmuseum. Ondanks dat ik de kalender elke dag zie hangen heb ik er, tegen mijn gewoonte in, niet dagelijks een blaadje afgescheurd. Op deze manier blijft die kalender een soort poëzieverzameling, een bundel in losse blaadjes die toch gewoon nog bij elkaar zitten.
In de kalender gedichten van vele bekende namen als Remko Ekkers, Vrouwkje Tuinman, Martin Bril, Jules Deelder en Ingmar Heytze maar ook van, voor mij, minder bekende namen als Margriet van Bebber, Gerard Berends en Mary Heylema. Uiteindelijk is het een zeer fraaie scheurkalender geworden waarin veel te genieten is. Als voorbeeld heb ik een gedicht van Marc Tritsmans gekozen met de toepasselijke titel ‘Na de zomer’ die op 6 oktober staat.
.
Na de zomer
.
na het al te droge, al te nadrukkelijke knerpen
van rotsen, de duizelende uitzichten over valleien
het broeierig geuren van in zomerzon stovende kruiden
.
sloop onaangekondigd binnen het verlangen naar
natte bladeren en humus, naar deze zware, donkere
aarde met zijn walm van schimmel en verrotting
.
die ik op mijn hurken nu dorstig in me opneem en
die me zelfzeker vertelt dat ik thuiskom, dat enkel hier
in modder, in gutsende regen heimwee kan worden gestild
.


























