Site-archief
Lange titel
Nachoem Wijnberg
.
Gedichten komen met titel of zonder, De titel kan kort zijn (zoals bijvoorbeeld ‘Eend‘ of ‘U nu!’ of elk ander kort woord) of lang en soms is een titel langer dan het gedicht waar de titel bij hoort, zoals het liefdesgedicht van Alexander Franken geschreven voor Marianne Thieme. Een titel kan dus ook lang zijn en laat in de bundel ‘Voor jou, van jou‘ van Nachoem M. Wijnberg (1961) uit 2017 nou zo’n gedicht staan.
De titel ‘Of het makkelijker is je iets te herinneren als je een groot deel van je leven met dezelfde geweest bent of wanneer je je kan helpen door te bedenken dat dat in de tijd was dat je met die of die was’ is denk ik een van de langste titels van gedichten die ik de tijd dat ik met poëzie bezig bent ooit ben tegengekomen. Het gedicht is een wonderlijke mix van vergeten, herinneren en hernieuwde realisatie, bij de dichter en bij de lezer.
.
Of het makkelijker is je iets te herinneren als je een groot deel van je leven met dezelfde geweest bent of wanneer je je kan helpen door te bedenken dat dat in de tijd was dat je met die of die was
.
Je kan terugkrijgen
wat je je niet eens kan herinneren
dat je het weggegeven hebt.
.
Dat is wanneer je zegt
dat je het verhaal kan vertellen,
maar je weet niet waar te beginnen.
.
Dat is wanneer je zegt
dat je niet meer weet hoe het vuur te maken
of welke woorden te zeggen
op welke plaats
in het bos.
,
Je weet niet eens welk bos het was,
maar als je je een bos kan herinneren
kan je het terugkrijgen.
.
Wat heb je weggegeven?
.
dichter over dichter
Hanna Kirsten over Marleen de Crée
.
In de laatste bundel van Hanna Kirsten (1947) getiteld ‘Voetafdruk van stilte‘ staat een gedicht voor Marleen de Crée (1941-2021). Marleen de Crée leerde ik kennen toen we haar voor MUGzine #6 in 2021 vroegen. Ze reageerde meteen enthousiast en haar gedichten die ze inleverde rond het thema ‘Insomnia’ waren zo goed gekozen en geschreven. Ik was dan ook verrast en verdrietig toen ik vernam van haar zelf verkozen dood samen met haar man Jean.
Het gedicht ‘voor marleen de crée ‘met een zacht potlood’ wordt in ‘Voetafdruk van stilte’ voorafgegaan door woorden van Marleen: “De stilte, Hanna, is het woord will;en en zonder het woord kunnen we niet zeggen dat we de stilte liefhebben’.
.
voor marleen de crée ‘met een zacht potlood’
.
vita vita
leven en lezen
met de nadruk op geen van beide
en het hart op alle twee
.
oktober is wachttijd
verwaaid blijven liggen
in het wit tussen de regels
.
fluisterlicht
verloren woorden die jou
in de stilte van het water
hoorbaar maken
sybilla legt warme vleugels
rond mijn stem
druppelpunt is raakpunt
wortels in de grond
.
uit jouw stilte
groeien woorden
rozen en rozen.
.
De bol is rond
Michael Tedja
.
De in Rotterdam geboren maar in Vlaardingen opgegroeide, schrijver, dichter, beeldend kunstenaar en curator Michael Tedja (1971) is niet alleen een zeer veelzijdig man maar ook echt een kunstenaar. Ik leid dat af aan zijn oeuvre maar ook aan het feit dat hij in woorden zijn universum heeft benoemd. Of zoals hij het noemt de fictieve ruimte waarbinnen zijn beeldend werk, zijn poëzie en proza samenkomen. Hij noemt dit Het Holarium. Deze virtuele ruimte bestaat uit een systeem opgebouwd uit fragmenten van taal, ritme en onderzoek die samen een coherente entiteit vormen. Het verzamelen van deze fragmenten wordt door hem ‘aquaholisme’ genoemd, net als ‘Holarium’ een samenvoeging van de woorden aquarium en holisme (het zoeken naar verbindingen die losse eigenschappen tot één geheel maken). Het Holarium was ook de titel van zijn eerste solotentoonstelling in Museum Jan Cunen in Oss in 2002.
Tedja debuteerde als dichter in 2005 met de bundel ‘De aquaholist’ bij de Rotterdamse uitgeverij Sea Urchin, een uitgeverij gespecialiseerd in ‘historical avant-garde and counterculture’, met gedichten en prozagedichten. In 2013 verschijnt zijn tweede bundel met de titel ‘Tot hier en verder’. De titel is gebaseerd op de betekenis van de naam Tedja. Deze betekent in het Surinaams: tot hier. Te = tot, en dja = hier. In 2015 verschijnt de bundel ‘Regen’ dat afkomst en racisme als thema heeft.
En nu, dit jaar verschijnt zijn bundel ‘Lift’, een ‘eigenzinnig en gelaagd kunstwerk dat een kritische blik biedt op de samenleving. Tedja kreeg voor zijn literaire werk de Sybren Poletprijs (2021) en de Jana Beranováprijs 2020. Uit zijn laatste bundel ‘Lift’ heb ik een gedicht gekozen waarin de lift een centrale rol speelt.
.
Het verschil tussen
rijk en arm was als koren op het
mechaniek. De
relaties tussen de flatbewoners.
.
Ik wilde die
relatiegeschiedenis omverwerpen, het mechaniek
van de lift veranderen
en opbouwen
met ronde informatie
in de vorm van een wereldbol
.
De wereldbol was eindig
en oneindig, universeel en persoonlijk.
.
Net zoals de bollen,
die altijd bol waren, waar
ik die ook liet staan of aan ophing.
De cirkel was bol
en die was rond.
.
Een waakhond
Margriet Westervaarder
.
Van Margriet Westervaarder verscheen in 1990 de dichtbundel ‘lichaam van water in de zee’. Nadien publiceerde zij gedichten in het literair tijdschrift Extaze, uitgegeven door In de Knipscheer, in de jaren 2017,en 2018 en in het tijdschrift voor Kunst en Literatuur Pandora. Bij deze zelfde uitgeverij kwam in 2022 haar bundel ‘wiggelied’ uit, waarover Hettie Marzak op Meander Magazine schreef: ‘Westervaarder kan haar eigen bestaansrecht in de poëzie opeisen’. Behalve dichter is Margriet Westervaarder ook beeldend kunstenaar. Daarnaast neemt ze deel aan de PWP (Poëzie Werk Plaats) in Delft en is ze lid van de literaire afdeling van de Haagse Kunst Kring.
In juni van dit jaar werd haar nieuwe bundel ‘een waakhond aan me vastgebonden’ gepresenteerd in de Haagse Kunst Kring. Ingmar Heytze schreef over deze bundel: “Westervaarder heeft de gave om te zeggen waar het op staat en daarmee de lucht te klaren voor de lezer. Haar gedichten weigeren om ons opzichtig te troosten, en doen dat juist daardoor. Zoals zelfs de meest vervaarlijke waakhond bij nadere kennismaking een goeie lobbes kan blijken te zijn.”
Alle reden dus om deze bundel ter hand te nemen. Ik koos voor het gedicht zonder titel met de beginzin ‘had ik maar een melaatse zoon’.
.
had ik maar een melaatse zoon
een dochter met verdwijnend haar
een doofstomme zus, een straatvrees broer
een openwonden nicht
een neef met daglichtangst
een seniele vader, een roepende moeder
.
ik heb een huis vol zwachtels en tincturen
hechtklemmen en rustgevende muziek
verpleegstersuniformen en ontsmette handen
ik heb een extra kamer en een extra bed
.
was ik maar nodig om een rug te spalken
iemand te aaien en te sussen
iemand bij wie ik onopgemerkt op schoot kon springen
.
Bij nader inzien
Maggie Smith
.
Maggie Smith (1977) is een Amerikaanse dichter, schrijver, redacteur en docent. Haar gedicht ‘Good Bones’ ging viral in 2016 en haar memoir ‘Je zou het hier schitterend kunnen maken’ was een New York Times-bestseller. Deze bundel die ook in de Nederlandse pers consequent ‘memoir’ wordt genoemd (vertaling: a historical account or biography written from a personal knowledge) is een verslag van het uiteenvallen van haar huwelijk en haar hernieuwde toewijding aan zichzelf. Smith verweeft momentopnames uit haar dagelijks leven met mijmeringen over geheimen, woede en vergeving, en komt tot de kern van het vertellen zelf.
De bundel is in het Nederlands vertaald door Susan Smit en Elisabeth van Borselen. Het verscheen in mei van dit jaar. Een lezer en fan schrijft op Hebban over deze bundel: “Je zou het hier schitterend kunnen maken’ is poëtisch, vol passende quotes van andere schrijvers en met moedige, wijze, bloedeerlijke stukken van Smith zelf.”
Poëzie van Maggie Smith werd veelvuldig bekroond, onder andere met twee Academy of American Poets Prizes, en het verscheen in The New Yorker en The Paris Review.
Uit deze bundel nam ik het poëtische prozastuk ‘Bij nader inzien’.
.
Bij nader inzien
.
Ik heb nog eens nagedacht over wat ik eerder zei, over dat ik
alles wilde terugdraaien. Hoe meer tijd er verstrijkt, hoe minder
ik dat voel. Rilke komt op deze momenten bij me naar boven,
en fluistert: ‘Geen enkel gevoel is definitief.’
Ik wil niet slechts kinderen hebben, ik wil deze kinderen.
Maar verdorie, ik zou willen dat ze een gemakkelijke weg
konden afleggen, Ik zou willen dat we allemaal een gemakke-
lijkere weg hadden.
Dit is waarover ik het meest nadenk: in een of ander parallel
universum kan ik de kinderen redden en het huwelijk over-
boord zetten. Dit is magisch denken. Als in een Griekse mythe
die we nog moeten ontdekken, een zoon en een dochter komen
uit mij voort, heel.
.
MUG
Nieuw onderdeel en voortgang
.
Toen ik in 2016 in Engeland op vakantie was en ik daar in de hal van een museum in Nottingham was, zag ik in een kast bij de bookshop tussen de folders een aantal kleine, zelfgemaakte minitijdschriftjes. Ze waren van kunstenaars en dichters die ze zelf hadden gemaakt, gestencild en van een nietje voorzien. Ik vond dit meteen een heel charmante manier van je kunst of poëzie onder de mensen verspreiden. Ik schreef hier al eens over in een blogbericht naar aanleiding van het jubileumnummer van MUGzine (nummer 25).
Ik moest hieraan denken toen ik dit blogbericht ging schrijven. In de loop van de jaren (we zijn inmiddels aan jaargang 6 bezig) is de MUG (zoals wij MUGzine noemen) veranderd. Van vormgeving, maar ook als het gaat om de inhoud. We proberen steeds opnieuw een insteek te zoeken die we niet eerder hebben gebruikt. Voorbeelden hiervan zijn de uitgave met de winnaars van de Rob de Vos poëzieprijs, de uitgave naar aanleiding van het Kunst- en Poëziefestival Raamwerk | Dichtwerk maar ook een nieuwe rubriek als Muggenbeet of de specials (n.a.v. de Poëzieweek 2024, de Luule special).
De nieuwste poot van onze mug is het Muggedicht. Hierover zeer binnenkort meer. In MUGzine #28 werd de aftrap van deze nieuwe rubriek verzorgd door Eric Vandenwyngaerden met het gedicht ‘1999’. Wij, de makers van MUG zijn al druk bezig met de inhoud van #29. De richting zal zijn ‘Souvenirs’ fysiek en als herinnering. MUG #29 zal medio oktober verschijnen.
Ook in het Afrikaans wordt gedicht over muggen getuige het gedicht ‘Muskiete-jag’ van dichter A.D. Keet (1888-1972), uit de bundel ‘Gedichte’ uit 1925.
.
Muskiete-jag
.
Jou vabond, wag, ek sal jou kry,
Van jou sal net ’n bloeknol bly
Hier op my kamermure
Deur jou vervloekte gonsery,
Deur jou gebijt en plagery
Kon ek nie slaap vir ure.
.
Mag ek my voorstel, eer ons skei,
Eer jy di doodslag van my kry-
My naam is van der Merwe.
Muskiet, wees maar nie treurig nie,
Wees ook nie so kieskeurig nie,
Jy moet tog ééndag sterwe.
.
Verwekker van malaria,
Sing maar jou laatste aria-
Nog een minuut vir grasie.
Al soebat jy nóg so lang,
Al sé jy ook: ek is nie bang,
Nooit sien jy weer jou nasie…
.
Hoe sedig sit hy, O, die kreng!
Sy kinders kan maar kanse breng,
Nóu gaan die vabond sterwe…
Pardoef! Dis mis! Daar gaan hy weer!
Maar dóód sal hy, sowaar, ek sweer-
My naam is van der Merwe.
.
Een uur alleen te zijn
Johanneskind
.
Uit de overlevering van de tante van een vriend komt de bundel ‘Johanneskind, Gedichten van Joannes Reddingius (1873-1944). Mijn exemplaar is een 2e vermeerderde druk uit 1913 (1e druk 3000, 2e druk 5000 exemplaren, kom daar nog maar eens om).
Joannes Reddingius schreef onder meer in De Nieuwe Gids, maar toen na het overlijden van Willem Kloos in 1938 Alfred Haighton eigenaar en redacteur van dit literaire tijdschrift werd, verklaarden Reddingius en een groot aantal andere publicisten dat zij niet langer wilden meewerken, “daar zij van deze wijzigingen een belangrijken fascistischen invloed in de leiding van De Nieuwe Gids” verwachten.”
In deze bundel staat een alleraardigst gedicht dat ook heden ten dage nog heel actueel is. Er zijn tegenwoordig zoveel ouders van kinderen die full time werken en ook nog de zorg voor een gezin en huis hebben, en dan is een uur alleen een weldaad.
.
Het is zoo goed een uur alleen te zijn
.
Het is zoo goed een uur alleen te zijn
in de’avond bij het zachte, gele licht
der stille lamp en luistrendfijn, heel fijn,
stilte te hooren rustig van gezicht.
.
Het is zoo goed de dingen van den dag
ver weg te weten en jezelf te zijn
en om iets liefs te lachen zachten lach
door even van een zanggedein.
.
Het is zoo goed te denken aan een schat,
eeuwig nabij, hoe moe en arm je ook bent,
een mensch te zijn, die veel heeft liefgehad,
maar die van ver alleen het liefste kent.
.
Het is zoo goed in ’t late jaargetij
open te zijn voor ’t weifel-zachte licht,
dán staat heel licht geschreven een gedicht
en lache-dans een ongeweten rei.
.















