Site-archief

Poëzietijdschriften

A.C.W. Staring

.

In Nederland en België worden er verschillende poëzietijdschriften uitgegeven. Het Nederlands Letterenfonds subsidieert een aantal van deze tijdschriften. Op de website van het Nederlands Letterenfonds is het volgende te lezen: “Goede literaire tijdschriften fungeren als veerplank voor bekend en onbekend talent. Een vrijplaats waar talent zich kan ontwikkelen en nieuwe ideeën ruim baan krijgen. Ook bieden ze redacteuren de mogelijkheid hun (redactionele) vaardigheden aan te scherpen en zich te presenteren aan het publiek en het boekenvak in het bijzonder. Tijdschriften spiegelen niet alleen wat er in de maatschappij gebeurt, maar beïnvloeden ook actief onze kijk op literatuur en de wereld.”

Omdat er sprake is van een subsidierelatie betaald het Fonds deze tijdschriften. Een deel van dit geld gaat naar dichters die in deze tijdschriften gedichten publiceren: € 75,- per gedicht. Geen vetpot, zeker niet als je het vergelijkt met wat prozaschrijvers krijgen (€ 0,10 per woord). Maar het is een vergoeding. Er zijn ook poëzietijdschriften die geen vergoeding (kunnen) bieden, eenvoudig weg omdat de kosten van een tijdschrift aanzienlijk zijn.

En toch is er een enorme behoefte aan het publiceren van poëzie. Door dichters die al jaren aan de weg timmeren, door dichters die nooit publiceerden maar wat in de vergetelheid zijn geraakt, door aanstormend talent. Gelukkig is er tegenwoordig de mogelijkheid om aan zelfpublicatie te doen, in eigen beheer een bundel uitgeven, op Instagram, Facebook of een ander social mediaplatform je poëzie te plaatsen of via een eigen website. En je kunt natuurlijk altijd je gedichten opsturen naar een poëzietijdschrift in de hoop dat het opgepikt wordt en gepubliceerd.

MUGzine is ook zo’n mogelijkheid. Met het minipoëziemagazine MUGzine zitten we een beetje tussen het zelf publiceren en het betaald krijgen voor publicatie in een gesubsidieerd tijdschrift in. Omdat MUGzine een particulier initiatief is (van MUGbooks, Poetry Affairs en Brrt.Graphic.Design en we geen enkele cent subsidie ontvangen zijn we aangewezen op onze fans of donateurs. Liefhebbers van poëzie die naast het gratis poëzie lezen via mugzines.nl ook gedichten in een mooi klein (A6)  tijdschrift thuis willen lezen. Dat kan al vanaf € 22,50 en daarvoor ontvang je 5 x per jaar de MUGzine en altijd een leuk extraatje.

We krijgen met enige regelmaat de vraag hoe je gepubliceerd kan worden in MUGzine. Wij werken met een onafhankelijke kleine redactie die inzendingen ontvangt en beoordeelt, zelf suggesties doet op basis van een richting die wij als makers kiezen en dichters aandraagt los van een thema. Omdat we een particulier initiatief zijn dat elke cent moet omdraaien kunnen we geen gage bieden. Wanneer we € 75,- per gedicht zouden betalen zouden we na 1 nummer ‘failliet’ zijn. We zijn dan ook aangewezen op die dichters die ons initiatief steunen uit liefde voor de poëzie. En gelukkig zijn dat vele dichters. Inmiddels na 27 nummers hebben ruim honderd dichters uit Nederland en Vlaanderen een bijdrage geleverd waarvoor we ze heel dankbaar zijn.

Geen blogpost zonder gedicht, daarom van A.C.W. Staring (1767-1840) landheer, landbouwkundige en dichter het gedicht ‘Bij de terugzending van een dichtstuk’ uit ‘Verzamelde gedichten’ uit 1981.

.

Bij de terugzending van een dichtstuk

.

Gij noemt dit HEMELVAL? Ik acht het ledig schallen;

Maar keur nogtans den titel goed:

Ja! ’t komt den hemel uitgevallen –

Zoo als het sterrensnuitsel doet.

.

Poëzie verkoopt niet

Poëzie is populair

.

Ik kan je bijna horen vragen huh? Bij de aanhef van dit stuk over poëzie staat ‘Poëzie verkoopt niet’ en meteen daaronder ‘Poëzie is populair. Dat lijkt een tegenstelling en toch is het dat niet. In ‘Schrijven magazine’ van februari dit jaar staat een lang artikel over poëzie. Dat poëzie leeft maar slechts mondjesmaat wordt verkocht.

Het artikel begint, zoals zo vaak, met het onderzoek dat Kila van der Starre deed in 2017 over de belevenis van poëzie door de Nederlander. Uit dat onderzoek blijkt dat maar liefst 97% van de Nederlanders in aanraking komt met poëzie. Kila plaatste nog gisteren een post op Instagram dat ze benaderd werd door de Telegraaf over dat zelfde onderzoek, 6 jaar na verschijnen. Dat in aanraking komen met poëzie gebeurt, je raadt het al, vooral buiten het boek. Op gebouwen, Internet, in kranten, in theaterzalen op de radio enzovoorts komen de Nederlandsers poëzie tegen.

Veel (vooral jongeren) lezen poëzie online. Zoals via InstagramUit een zoekwoord analyse van Arjan Jonker blijkt dat er maar liefst 2,4 miljoen keer per jaar op gedichten of poëzie wordt gezocht online. Omdat dat natuurlijk niet alleen de termen zijn waarop men zoekt ligt het totaal van zoekopdrachten nog veel hoger (denk aan dichter, dichtbundel etc.).

Een andere conclusie is dat Vlamingen en Nederlanderspoëzie vaker gezamenlijk ervaren, veelal auditief, dus door ernnaar te luisteren. Overigens staan de top 10 van best verkochten bundels van Vlaanderen en Nederland ook geplaatst in het artikel. Opvallend vind ik dat van de 10 er in Nederland maar liefst 6 in staan van buitenlandse dichters (vooral Rupi Kaur drie keer) en in Vlaanderen slechts drie (allemaal van Rupi Kaur). In Vlaanderen staan ook hedendaagse dichters als Delphine Lecompte (op 1 en op 6), Lieke Marsman (op 3), Maud Vanhauwaert (op 7), David Troch (op 8) en Leo Bormans (op 10). Terwijl in Nederland Lieke Masrman (op 1 en 5), De Poëzieboys (op 9) en Merel Morre (op 10 staat). In bedie landen staat alleen in Vlaanderen op 4 een klassieke held uit de poëzie namelijk het verzameld werk van Paul Celan.

Uit het onderzoek van Kila blijkt dat mensen dichtbundels lezen om: geraakt te worden (25%) of om een gedicht uit te zoeken voor een gelegenheid (20%). De verkoop van dichtbundels loopt al langere tijd terug. Dat is deels te verklaren doordat met name jongeren steeds minder boeken lezen en in toenemende mate online maar ook blijkbaar omdat het aantal mensen dat intrinsiek gemotiveerd is om poëzie te lezen om de schoonheid of de taal erg klein is en kleiner lijkt te worden.

Een voorzichtige conclusie van de hoofdredacteur in zijn redactionele stuk is dat poëzie definitief is losgeraakt van het papier. Is dat erg? Ik denk van niet, mis je iets als je geen poëziebundels leest? Ik denk van wel, de ware liefhebber zal begrijpen wat ik bedoel. Maar zoals de science fiction al jarenlang het kleine stiefzusje is van de lietartuur maar wel gelezen wordt door een kleine maar enthosuaiste groep liefhebbers, zo is het ook met de poëzie. Tel daarbij de aandacht voor poëzie buiten het boek en ik denk dat de conclusie moet zijn  dat A.: poëzie inderdaad steeds minder verkoopt en B.: dat poëzie populair is.

Geen blogbericht zonder gedicht dus daarom een gedicht over poëzie.   In dit geval het gedicht van Rogi Wieg (1962-2015) getiteld ‘Poëzie’ uit zijn bundel ‘De zee heeft geen manieren’ uit 1987.

.

Poëzie

.

Nu is het dus dat ik niet meer weet

hoe bang zijn was. Ik zal niet langer vijand

zijn van zoveel vormen goedheid. Maar vergeet

niet wat je was: ogen, haar, een hand

.

om mee te schrijven. En wat moet ik zeggen,

de stadsweg waarover je naar huis gaat,

mijn huis zelfs is zo liefdevol voor mij. Verleggen

van dit leven is gewichtig. dat je hier bestaat

.

alsof je altijd zal bestaan lijkt eigenaardig,

– en al die mooie dingen dan –

om alles weg te gooien voor wat poëzie is te lichgtvaardig.

.

Er is weinig taal in mij om zaken

te omschrijven zoals duit gebrek aan angst;

dus noem ik maar wat afgebroken wordt om nog iets goed te maken.

.

 

Het is warm in de hivemind

Maxim Garcia Diaz

.

Op dit blog reageerde Ariel Alvarez op mijn vraag om dichters op verzoek, met ‘Maxime Garcia Diaz’. Aan dat verzoek ga ik nu voldoen.

In 2021 debuteerde de Nederlands-Uruguayaanse Maxime Garcia Diaz (1993) met de bundel ‘Het is warm in de hivemind’. Deze bundel maakte heel wat los bij poëzie-lezend Nederland. De Poëzie van Garcia Diaz is zo anders dan wat onder poëzie werd verstaan. De uitgeverij schrijft hierover:

‘Het is warm in de hivemind’ is een weerspannige en opstandige bundel, een revolutie van vele gezichten. Een internet dat alleen op papier had kunnen bestaan, omdat het gulzig die papieren grenzen wil verleggen, gretig wil botsen met wat ogenschijnlijk onwrikbaar vaststaat. Het is een bundel die zich naar een onzuiver, ambigu, radicaal meerstemmig, meertalig en meervoudig lichaam beweegt. Naar een “wij de generatie, wij het politieke collectief, wij de meisjes.” En dat doet vanuit woede, pijn en verdriet, maar ook vanuit “de hang om iets open te rijten.”

Zelf zei Garcia Diaz over haar debuut: “Ik was aan het spelen, having fun,” vertelt Maxime Garcia Diaz. “Maar ik kon die reactie van mijn meelezer begrijpen. Voor mij voelde het ook niet als een herkenbaar gedicht. Maar was dat erg? Kan een Wikipedia-citaat over een scheikundig element bestaan in een Nederlandstalig gedicht? Leeft een URL nog op papier? Mogen al die roze kleurtjes en taartemoji’s wel of is dat too much, hysterisch of aanstellerig? Al die vragen speelden, en tegelijk besefte ik dat dat precies was wat ik wilde.”

De bundel werd lovend ontvangen en bekroond met de C. Buddingh’ prijs voor het beste poëziedebuut. Garcia Diaz had al werk gepubliceerd in De Revisor, Deus Ex Machina, Samplekanon, De Internet Gids, Yes The Void en De Optimist. Ze studeerde Cultural Analysis aan de Universiteit van Amsterdam. In 2019 won ze het NK Poetry Slam.

Persoonlijk hou ik wel van poëzie die de grenzen opzoekt, vernieuwd en tegelijkertijd begrijp ik de poëzieliefhebbers die van deze soort modernistische poëzie weinig tot niets begrijpen. Het is de ontwikkeling van de taal, van de poëzie, en soms schuurt die (daarin herken ik me in de woorden van Daniel Dee dat poëzie moet schuren) maar er schuilt ook schoonheid in wat nieuw en anders is. Niet voor niets probeer ik ook in dit blog de rafelranden van de poëzie te behandelen en te beschrijven. Uit de bundel koos ik voor het lange gedicht ‘Original Innocence’ waarin alle hierboven genoemde elementen uit haar poëzie naar voren komen.

.

Original innocence

.

diep in het systeemgeheugen

klopt een zacht en half vergeten orgaan

er staan onzuivere taken aan de horizon

.

de geschiedenis verslond een tweelingzusje in de baarmoeder

een geboren winnaar, al drieduizend jaar ☾ maar fantoomlichamen

zijn altijd al bestand geweest tegen burgeroorlogen, familiedrama’s

.

a lawyer for the prosecution heard of a human chimera in new england

.

de geschiedenis droomt dat zijn tanden uitvallen

zijn psychiater zegt dat hij bang is om iets kwijt te raken

(vaste grond onder de voeten, vanzelfsprekendheid)

de geschiedenis heeft anxieties en dat is onbekend terrein

soms ruikt hij verdampend kwik, een vleugje

.

in 1953 a human chimera was reported in the british medical journal

found to have blood containing two different blood types

her twin brother’s cells living in her body

.

kwikzilver is reukloos de geschiedenis begrijpt het ook niet

steeds vaker ziet hij onmogelijkheden ☾ normaal

weet de geschiedenis alles zijn lichaam

een doorgrondelijke machine zijn hersenen

grijs en glanzend

.

the dead twin is compressed

into a flattened, parchment-like state

known as fetus papyraceus

.

☿☿☿

.

weilanden onder de zeespiegel

de witte wieven ☾ korengeesten

daal af naar een vergeten wortelstelsel

het is tijd om weer te leren

kronkelen, weilanden onder

een fonkelende spiegel

.

ik ben een geest geworden en zo

heb ik de geschiedenis overleefd

perkamentachtig

..

hoe de beeldwit verandert in de dertiende eeuw

’s nachts dode zielen begraaft

niet kan slapen, dwaallichtje

.

maar fantoomledematen kunnen niet breken

de onsterfelijkheid van ectoplasma

.

er bestaat ook een duistere vorm

die de korenhalmen afsnijdt en zo zorgt

voor vreemde figuren in het korenveld

het wezen is polymorf

.

al drieduizend jaar voel ik het dansen op mijn graf

.

☿☿☿

.

de lijkengeur van de eenentwintigste eeuw

de vleesvliegen arriveren, abject grijs

.

dit is mijn kleine en kinderlijke verzet

tegen een regime van verstaanbaarheid

methodologie van de aasgier

.

these are my materials, exposed

in all their impurity ♡

.

☿☿☿

.

a chimeric mouse with its offspring; note pink eye

.

dit mes is niet subtiel genoeg

deze tanden niet prehistorisch

genoeg

.

de xenofeministen schrijven

we want neither clean hands

nor beautiful souls,

neither virtue nor terror.

we want superior forms

of corruption

.

dit is een duistere meisjesgeschiedenis

dit is een arsenaal aan fantoomwapens

.

de geschiedenis pulkt aan zijn wondkorstjes

met elke seconde die wegtikt wordt hij verdrietiger ☾ het lichtroze

van zijn nagelriemen en de huidschilfers onder zijn nagelrandjes

een afbrokkelend heden ☾ als zijn psychiater de thee inschenkt

begint de geschiedenis kinderlijk

en schokkerig te huilen

.

een haperende machine

een verwrongen tweelingzusje

aaseter, dwaallichtje, herrijst uit de ruïne

van een doodgeboren eeuw

het kwik verdampt

.

op een dag wordt de geschiedenis wakker

zacht en angstig

en is niet langer alleen in zijn lichaam

.

Chat GPT gedichten

Bukowski en Deelder

.

Er is een nieuwe ‘gamechanger’ op technologisch vlak. Na de introductie van het Internet en de I-Phone zal Chat GPT de wereld veranderen volgens de kenners. Wat is ChatGPT? Open AI ontwikkelde een chatbot op basis van artificial Intelligence (AI). Deze chatbot is gemaakt met behulp van een GPT(Generative Pre-training Transformer)machine learning-algoritme. Dit algoritme is speciaal ontwikkeld om teksten te kunnen schrijven, of genereren eigenlijk, die bijna niet te onderscheiden zijn van teksten die geschreven zijn door ons mensen.

Zo kan de Chatbot artikelen, teksten, liedjes, raps, poëzie en nog veel meer schrijven op basis van een opdracht die je hem geeft. Als je naar de website van ChatGPT gaat en daar een account aanmaakt kun je het zelf uitproberen. Enthousiast en ook nieuwsgierig gemaakt door vrienden en collega’s heb ik dit gedaan en hieronder vind je wat van mijn bevindingen.

Allereerst gaf ik de chatbot als opdracht: write a poem in the style of Charles Bukowski. Dit is het resultaat.

.

The neon lights glare on the street,

A symphony of honking cars.

The pavement’s wet, reflecting

The city’s constant stars.

.

The smell of cheap liquor,

And cigarettes in the air,

As I stumble out of the bar,

And into the downtown glare.

.

The world’s a cruel mistress,

But I love her just the same,

With her broken promises,

And her constant, never-ending game.

.

I take a swig from my bottle,

And light up my last smoke,

Thinking of all the people,

Who’ve given me the dope.

.

I’ve had my share of heartache,

And I’ve shed my share of tears,

But I’ll keep on living,

And facing my fears.

.

For life is just a journey,

A long and winding road,

And I’ll keep on walking,

Till the end of my load.

.

So here’s to the city,

And all of its nights,

Here’s to the losers,

And all of our fights.

.

For we may not have much,

But we’ve got our dreams,

And in this crazy world,

That’s all that it seems.

.

Wat me meteen opvalt als ik dit lees is de vorm van het gedicht. Charles Bukowski staat niet direct bekend als de dichter van de vaste vormen en de rijm, iets dat meteen opvalt in dit gedicht. Een andere observatie is dat het gedicht uit strofes van vier regels bestaat wat de vorm nog extra benadrukt. En, en dat wint me niet voor de Chatbot, het is geen gedicht in de stijl van Bukowski maar gaat over hem, of eigenlijk worden in dit stuk elementen uit zijn leven en boeken gebruikt als bewijs dat dit in de stijl is van Bukowski, en dat is het niet. Om te kijken hoe de Chatbot zich verhoudt tot Nederlandse dichters en poëzie gaf ik als opdracht: write a poem (in dutch) in the style of Jules Deelder. Dit is het resultaat:

 

Nacht in de stad,

straatverlichting schittert,

auto’s razen voorbij,

mensen haasten zich.

.

In de kroeg zit Deelder,

met een biertje in zijn hand,

rapt hij over leven en liefde,

over stad en over land.

.

De woorden rollen uit zijn mond,

als een rivier vol flow,

hij heeft geen script, geen plan,

maar improviseren, dat kan hij goed.

.

Zijn publiek luistert ademloos,

gehypnotiseerd door zijn taal,

ze zijn geboeid door zijn verhalen,

over straat en over maal.

.

Hij is de koning van de stad,

met zijn woorden als troon,

alleen de nacht is zijn bondgenoot,

en de straat zijn domein.

 

Een ode aan de Deelder,

de rappende dichter uit Rotterdam,

hij weet de stad te beschrijven,

als geen ander het kan.

.

En ook hier moet ik de conclusie trekken dat de Chatbot echt niets begrepen heeft van de stijl van Deelder. Ik koos niet voor niets voor Bukowski en Deelder juist omdat deze dichters zo’n heel specifiek idioom en stijl hebben. Opnieuw blijkt dat niet uit wat de Chatbot mij voorschotelt. Vaste vorm, alweer strofes van vier regels, en op rijm. En de mens Deelder wordt min of meer beschreven maar ook niet heel kenmerkend (met een biertje in zijn hand, de rappende dichter). Kortom opnieuw teleurstellend. Tot slot dacht ik, dat wat ik in een opdracht over dichters kan, dat kan ik ook over mijzelf maar helaas, blijkbaar ben ik geen dichter van betekenis want dit kwam eruit als resultaat:

.

Ik wandel langs de dijk,

de wind waait door mijn haar.

De golven slaan tegen de rotsen,

de zee is wild en woest.

.

De lucht is grijs en bewolkt,

de horizon is ver weg.

Maar toch voel ik me vrij,

want dit is mijn geliefde natuur.

.

Ik luister naar het geruis,

van golven die aanspoelen.

Het is een lied van de zee,

een lied dat ik als kind al kende.

.

Ik sluit mijn ogen en droom,

van oneindige verten.

Van eindeloze horizon,

waar de zon ondergaat in de zee.

.

En zo wandel ik voort,

in mijn eigen gedachten.

Met mijn voeten in het zand,

en mijn hart vol van de zee.

.

note: the poet Wouter van Heiningen is not exist, the poem is a general dutch poem in style of contemporary dutch poet that write about the nature, the sea and their feeling in front of it.

.

Mijn voorlopige conclusie over het gebruik van Chat GPT is dat het inderdaad iets nieuws is en zeker opmerkelijk. Of het de grote gamechanger is vraag ik me (nu) nog ernstig af. Poëzie schrijven is in ieder geval niet ‘zijn’ ding want de voorbeelden lijken allemaal op elkaar, doen geen recht aan de opdracht die je de Chatbot geeft, en, en dat is misschien nog wel de belangrijkste conclusie, de ‘gedichten’  die de Chatbot produceert zijn naar mijn mening op geen enkele manier poëtisch, verrassend, ze doen me niet in verwondering lezen wat er staat, er wordt geen spel met de taal gespeeld maar platgetrapte paden betreden en geïnspireerd word ik er al helemaal niet van. Nu schijnt dit pas het begin te zijn van een revolutionaire ontwikkeling. Ik hou het in de gaten maar mijn advies aan (beginnende) dichters is toch vooral: Schrijf je gedichten gewoon zelf! Lees veel poëzie van verschillende dichters, zuig poëzie op en kijk waar je eigen stem ligt en probeer niet met behulp van AI alle creativiteit uit je zelf te verdrijven.

 

Je werkt nu zelfstandig

Paul Bogaert

.

Ik zal niet beweren dat dichters alwetend zijn (dat zijn ze namelijk niet) maar soms lees ik een gedicht en dan twijfel ik, heel even. Lezend in de bundel ‘de Slalom soft’ uit 2009, van de Vlaamse dichter Paul Bogaert (1968) kwam ik het gedicht ‘Je werkt nu zelfstandig’ tegen. Het lijkt alsof verschillende regels regelracht verwijzen naar de huidige werksituatie van veel mensen die gedwongen thuis werken “wie lange tijd niets inzingt, zakt weg” en “Je profileert ondertussen door veel te bestellen”, dat laatste waarschijnlijk meer onbewust dan bewust. Uiteraard gaat dit gedicht over hoe je als mens en gebruiker van internet en computersystemen gevolgd wordt (en geleefd) maar met een schuin oog gaat dit gedicht over veel mensen in hun huidige situatie.

Paul Bogaert studeerde Germaanse filologie aan de universiteiten van Brussel en Leuven. Hij debuteerde in 1996 met de bundel ‘WELCOME HYGIENE’ waarvoor hij de Prijs voor Letterkunde Poëzie van de provincie Vlaams-Brabant 1997 kreeg. Hij schreef ook het gedichtendagessay 2008 (Verwondingen). Zijn eerste drie dichtbundels staan integraal op zijn website https://www.paulbogaert.be/gedichten/bundels/.

In oktober 2010 werd hij genomineerd voor de VSB Poëzieprijs, de belangrijkste poëzieprijs van de Nederlanden. In 2011 kreeg Paul Bogaert de driejaarlijkse Vlaamse Cultuurprijs Poëzie voor zijn bundel ‘de Slalom soft’; de bundel waarmee hij ook de Herman de Coninckprijs won in 2010. Uit deze bundel dus het gedicht ‘Je werkt nu zelfstandig’.

.

Je werkt nu zelfstandig

.

Je werkt nu zelfstandig en uit eigen beweging

aan je gegevens en zodoende word je levenslang

met de database intiem,

door de input beroest en door scores gekust.

Je verbetert/bevestigt wat afwijkt

als dat wordt gevraagd.

Wie niets gelooft of

wie lange tijd niets inzingt,

zakt weg.

Je profileert ondertussen door veel te bestellen.

Je kunt jezelf onmogelijk als dood aanvinken.

Er is een persoonlijk invulveld voor twijfels.

.

Hoi feest

Ellen Deckwitz

.

De laatste tijd lijkt het alsof ik Ellen Deckwitz (1982) regelmatig tegenkom op televisie (Mondo boekenclub) op internet (tijdens de E. du Perronlezing van afgelopen week waar ze als winnaar voor haar bundel ‘Hogere Natuurkunde’ de E. du Perronprijs kreeg) en op de radio. Hierdoor ben ik poëzie van haar gaan (her)lezen en zo kwam ik in mijn boekenkast de bundel ‘Hoi feest’ uit 2012 tegen.

In deze bundel staan bijzondere gedichten. Hoi feest richt zich op mislukte haarverfbeurten, de frustraties van de puberteit, konijnen, de lichamelijkheid van religie en de ruimtelijkheid van het lichaam. Licht van toon en helder van vorm dansen de gedichten je hoofd binnen, tot je midden in de nacht wakker wordt en denkt: ‘Hoi feest?’

Uit de vele titelloze gedichten koos ik de volgende.

.

Het ergste zal zijn

dat je tegen niemand zeggen kan: weet je nog

.

hoe de naden knapten. Je vest in het stuur

van een tegenligger haakte. Slippers van trappers

glipten en nergens een spatiebalk lag

.

om een pauze in te lassen. Schrik door benen bliksemt

als je naar beneden wordt gestoten,

.

weten waarom je nooit vroeg

hoe fel de kleur tussen wiel en grind valt

.

waar te nemen: dat je kan worden toegedekt,

nog steeds onder de wolken bent,

licht kletst op de grond.

.

Vikingen en Friese leraressen

Ruben van Gogh

.

Soms hebben dichtbundel heel intrigerende titels, en dit geldt ook voor sommige gedichten. In het geval van de bundel ‘De man van taal’ moest ik meteen denken aan Archie, de man van staal, een striptekening-serie uit mijn jeugd die later nog werd omgewerkt tot een televisieserie. Een gedicht uit deze bundel heeft een minstens zo’n bijzondere titel ‘Vikingen verkrachten Friese leraressen’.

Dichter (of Lyrisch chroniqueur zoals hij zichzelf afficheert) schrijver van zangteksten en fotograaf Ruben van Gogh (1967) publiceerde zijn eerste gedichten op internet en in tijdschriften. Al vrij snel trad hij ook op en maakte hij naam als performer met een licht Gronings accent. Zijn gedichten zijn toegankelijk door het eenvoudige taalgebruik, de begrijpelijke zinnen en het vaak gebruikte eindrijm. Als Van Gogh niet rijmt, gebruikt hij veelal korte en krachtige regels.

Van Gogh was te zien en te horen op Lowlands, Winternachten, Dichter aan huis, Poetry International en op podia in het buitenland. De bundel ‘Man van taal’ uit 1996 was zijn debuut (na ‘Wondere wereld’ die hij in eigen beheer uitgaf in 1992) en daar staat dus onderstaand gedicht in dat aan de ene kant heel speels en cartoonesk is en aan de andere kant donker en onaangenaam.

.

Vikingen verkrachten Friese leraressen

.

Na duizend jaar van ongeduldig wachten

in een halfversleten Vikingsloep

besloot een langvergeten Vikinggroep

weer eens Friese leraressen te verkrachten

/\.

Ze voeren uit, hun hoofden stonden woest.

Voorbij de dijk drongen ze Friesland binnen,

en toen de vrouwen. Ze raakten buiten zinnen

en waren pas na zeven keren koest.

.

De jongens, de mannen en ouden van dagen

van Friesland konden, net als toen,

verduveld weinig doen

en waren daarna zichtbaar aangeslagen.

.

Voordrachtskunst

Een korte handleiding

.

Volgens de auteur van het boek ‘Poëzie als woordspel’ heeft Nederland de meeste beoefenaars van de dichtkunst per vierkante kilometer. Of dat waar is durf ik niet te zeggen maar gezien de vele poëziepodia en de dichters op internet en de sociale media zou het zomaar kunnen. Steeds meer dichters willen hun poëzie niet alleen schrijven maar ook ten gehore brengen. En daar gaat het nog wel eens mis. Voordragen is een kunst die niet iedereen van nature beheerst.

Daarom hier een aantal hints, tips en trucs die ik tegenkwam in mijn poëzie-archief. Een aantal jaren geleden organiseerde stichting Ongehoord! een workshop voordragen waar deze tips en trucs aan de orde kwam.

De basishouding

Het lichaam.

  1. Zet je voeten parallel naast elkaar op de grond (tussenruimte ongeveer 15 cm, tenen naar voren)
  2. Hou de knieën iets gebogen, dus niet op slot (de knieën moeten evenwijdig boven de voeten gebogen worden)
  3. Zet het bekken boven de lijn van de knieën en voeten.
  4. Span de buikspieren iets aan, bounce een aantal keren
  5. Maak de borst lang en breed
  6. Trek de schouders op, span ze daarna aan en laat ze los zodat ze vanzelf ontspannen
  7. Span de armen aan en laat ze daarna ontspannen hangen
  8. Maak de nek lang
  9. Zorg dat de kruin van je hoofd recht op de lente as van je lijf staat
  10. Trek je wangen in, blaas je wangen op, en kauw net alsof je een enorm stuk kauwgom in je mond heb, ontspan je gezicht

Om beeldend te kunnen presenteren of voordragen is het belangrijk om je gedicht te analyseren:

  • Sfeer
  • Beelden
  • Emoties
  • Personages

Lees je gedicht een paar keer door desnoods hardop.

  1. Welke kleuren zie je in het gedicht?
  2. Welke geluiden hoor je in het gedicht?
  3. Welke geuren heeft het gedicht in zich? Welke geur overheerst?
  4. Welke mensen komen in het gedicht voor? Hoe zien ze eruit?
  5. Welke emoties worden er in het gedicht beleefd en door wie?
  6. Hoe ruikt het in het gedicht?

Zo maar een aantal aanbevelingen om mee te oefenen wanneer je onzeker bent over je voordracht of wanneer je deze wilt verbeteren. Leer je gedichten zoveel mogelijk uit je hoofd zodat je, tijdens je voordracht, oogcontact kan maken met het publiek. Let op de muzikaliteit, het ritme en het metrum van het gedicht.

Het gedicht ‘Een dichter’ van A. Marja uit ‘Traject’ uit 1955 biedt allerlei aanknopingspunten om bovenstaande vragen te stellen en te beantwoorden.

.

Een dichter

.

In deze nacht word ik opnieuw bespeeld

door wat kan komen in een ver verschiet,

gekweld zoek ik de vorm maar vind die niet

en voel mij als in vezelen verdeeld.

.

Het geeft meer onbehagen en verdriet

dan wat er overdag toch al aan scheelt:

oude kwetsuren, die het leven heelt,

zoals men troostend zegt, doch zelden ziet.

.

Was ik maar zuiver, was ik maar alleen

het protoplasma dat ik lig te zijn,

maar ergens trekt de treiterende pijn

die ik wel geest moet noemen er doorheen,

en die misschien ook deze nacht verbindt

met weer een nacht, waar ik de vorm in vind.

.

Poëzie onderzocht

Wat resultaten

.

In 2017 is een uitgebreid artikel verschenen op de Leesmonitor over poëzie in Nederland. Bronnen van dit artikel zijn het onvolprezen onderzoek dat Kila van der Starre deed naar poëzie in Nederland (2017) en gegevens van de stichting Marktonderzoek Boekenvak. Een aantal interessante gegevens wil ik uit dit artikel met jullie delen.

Allereerst is er de conclusie dat vrijwel iedereen in Nederland weleens in aanraking komt met poëzie. Maar liefst 97% van de ondervraagden geeft aan dat dit het geval is.  In de meeste gevallen is er sprake van ‘er zomaar tegenaan lopen’.  Dit kan door het bezoeken van een bijzondere gelegenheid (huwelijk, begrafenis of speech 84%) maar ook in de openbare ruimte 72%. Naast dit onderzoek is Kila van der Starre verantwoordelijk voor https://straatpoezie.nl/ waarop al bijna 2200 gedichten te vinden zijn in de openbare ruimte. Daarnaast komt men poëzie tegen op televisie 72% en in tijdschriften en kranten respectievelijk 68% en 67%. Met de aanwezigheid van poëzie en de kans er mee geconfronteerd te worden zit het wel goed dus.

Dat mensen het waarderen wanneer ze op een dergelijke manier in aanraking komen met poëzie blijkt uit het cijfer dat ze hiervoor geven in het onderzoek, namelijk een 7. Andere manieren om in aanraking te komen met poëzie zijn via het lezen van poëziebundels die men heeft gekregen 40%, het zelf schrijven van poëzie (meestal voor een speciale gelegenheid) 45%, het beluisteren van poëzie op een besloten voordracht 66%! of via Internet wanneer men er naar op zoek gaat 35%.

Als het gaat om de verdeling man/vrouw dan blijkt uit de onderzoeken dat vooral vrouwen met poëzie bezig zijn; ze komen er meer mee in aanraking, lezen meer, luisteren vaker naar poëzie, schrijven zelf vaker poëzie en zoeken meer naar poëzie op het internet. Als ik kijk naar de reacties en volgers van mijn blog dan kan ik niet anders dan concluderen dat deze cijfers op waarheid berusten. Wanneer er naar leeftijd wordt gekeken is er niet veel verschil tussen de leeftijdsgroepen als het gaat om lezen, luisteren, schrijven, delen en opzoeken van poëzie. Alleen wanneer er gekeken wordt naar bijvoorbeeld de sociale media dan blijkt dat meer jongere mensen hier mee te maken krijgen. Op zichzelf vind ik dat geen opmerkelijke uitkomst. Ook het gegeven dat mensen met een HBO-WO opleiding vaker in contact komen met poëzie kan ik nog wel plaatsen.

In tegenstelling wat je misschien zou denken, namelijk dat poëzie een heel individuele ervaring is, blijkt dat Nederlanders poëzie het vaakst in een sociale context ervaren. Dit gebeurt veelal auditief. Denk hierbij aan speciale gelegenheden (zowel zoeken naar als ondergaan).

De belangrijkste reden waarom mensen poëzie willen ervaren zijn minder verrassend. Op nummer een staat het willen ervaren en geraakt willen worden door poëzie. Op twee staat het willen opzoeken van een gedicht voor een speciale gelegenheid en op drie staat dat men aan het denken wil worden gezet door een gedicht. Tot slot blijkt uit deze onderzoeken dat naarmate men bekender is met een gedichtsoort, hoe lager men het poëziegehalte vindt. Zo is 90% bekend met Sinterklaasrijmen maar wordt dit maar door 30% of minder al hoog poëtisch ervaren. Terwijl het Poëzieweekgeschenk en de dichter des Vaderlands minder bekend zijn (respectievelijk 36% en 45%) worden deze wel in hoge mate als poëtisch beschouwd (85% of meer).

Al met al interessante onderzoeken waarin voor mij best nog een aantal verrassingen zaten. Om na al deze cijfers en onderzoeksresultaten niet zomaar te eindigen zonder ook een gedicht te plaatsen hier nog een gedicht over poëzie van Hans Andreus (1926 – 1977) uit ‘Verzamelde gedichten uit 1983, over en voor u, de lieve lezer.

.

Voor de lieve lezer

.

De woorden der gemakkelijkheid,

woorden van rose sluimer,

kamer behangen met pastelkleurige dromen,

dat is de poëzie die u lust.

.

Volièrevogeltjes wapperen er in rond

en de meisjes hebben er een zeer zoete hals

en de dichter staat nimmer voor u

dan gekleed in het bleekblauwe avondkostuum

van de maan.

.

Maar de poëzie die wil zeggen

dat ons aller broeder de mens is

een ellendige broeder,

een koude zuster,

een slaande aarde-

en wellicht ook een verre zon van liefde,

maar deze alleen te bezichtigen middels

een zwart glaasje in het oog geplant,

.

die poëzie

eet u snel tegen, nietwaar?

.

En dat slechts een kiezel

de hemel parende met de aarde kan zien

dat hoort u maar hoort u niet-

.

en vouwt de op elkaar verliefde handen

en denkt: ach ik, ach ja en amen.

.

 

Het gezeefde gedicht

Nieuwe dichters

.

Al browsend op het internet kwam ik op de website http://www.hetgezeefdegedicht.be/ een website voor nieuwe dichters. Deze website, die onder redactie staat van Roel Richelieu Van Londersele en Charles Ducal, beide ervaren en publicerende Vlaamse dichters, richt zich op nieuwe dichters en debutanten die op zoek gaan op het Internet naar poëzie en daar vaak minderwaardig werk tegen komen dat geen voorbeeld kan zijn. De redacteuren passen een strenge selectie toe van ingekomen gedichten en willen door deze selectie een overzicht geven en een platform bieden aan nieuwe dichters die kwalitatief en waardevol werk produceren.

Zij doen dit door die selectie toe te passen, geselecteerde gedichten te plaatsen op deze website, een ontmoetingsplaats en podium te bieden op een jaarlijkse poëziedag en dichters die de selectie net niet halen te voorzien van opbouwende kritiek en tips. Op de site verder een overzicht van alle dichters van wie ooit een gedicht is geplaatst, de gedichten, bundels van dichters die een bundel hebben gepubliceerd bij een landelijke uitgeverij, een poëzieprijs en nog veel meer.

Uiteraard heb ik uitgebreid een kijkje genomen in de lijst met gedichten en daar koos ik een gedicht uit van Norbert De Meyer getiteld ‘Eigenwijs’.

.

Eigenwijs

.

er wapperde nog een vlinder voorbij
zomaar in de late klaarte van september

zei je dat het gewoon verblinding was
je had zwaluwen gezien op de toren

de gestreepte zon schopte je
de doodlopende straat op

waar mensen opgeschrikt naar binnen liepen
omdat schimmen grotesker zijn dan vals licht

je bent het natuurlijk niet met me eens
gestapelde woorden stuiken altijd in elkaar

laten gebarsten letters achter en mijn hese stem
die af en toe wat neuriet

.