Site-archief

Take it easy

Ellen Warmond

.

Schrijver en dichter Ellen Warmond (1930 – 2011) werd geboren in Rotterdam. In het literaire en persoonlijke leven van Warmond had Anna Blaman een prominente plek. Blaman woonde ook in Rotterdam, waar ze een literaire kring had opgericht. Blaman had een spilfunctie in het literaire leven en heeft een cruciale rol gespeeld in het debuut van Warmond door haar in contact te brengen met uitgever Bert Bakker. Warmond debuteerde  in 1953 met de bundel ‘Proeftuin’. In dat jaar kreeg ze voor haar debuut de Reina Prinsen Geerligsprijs (samen met Remco Campert). Later zou ze nog de Jan Campertprijs in 1961 krijgen en de Anna Bijnsprijs in 1987.

Haar poëzie kreeg een plek in ‘Nieuwe griffels, schone leien’ (1954), een bloemlezing met Nederlandse avant-gardistische poëzie, samengesteld door Paul Rodenko, die Warmond ‘een van onze belangrijkste moderne dichteressen’ noemde. In de biografie van Ellen Warmond getiteld ‘Geef niet mee!’ uit 2024 plaatst Trudy van Wijk de poëzie van Ellen Warmond in de stroming van het atheïstisch existentialisme, gebaseerd op de filosofische publicaties van onder andere Sartre, De Beauvoir en Camus. Als kind had Warmond de verschrikkingen van de oorlog meegemaakt en ze herkende zich in deze filosofische stroming.

In 1958 werd Warmond redacteur van Gard Sivik, het belangrijkste literaire tijdschrift voor experimentele poëzie van die tijd. Dichters als K. Schippers, J. Bernlef en Armando publiceerden ook in dit tijdschrift. Hun werk wordt door de literatuurgeschiedenis gerekend tot de Zestigers. De Zestigers wilden poëzie maken die midden in de werkelijkheid staat. De werkelijkheid wordt beschouwd als bron voor de poëzie. Het hoeft niet verheven of diepzinnig te zijn, het alledaagse is óók de moeite waard.

Een mooi voorbeeld van een gedicht in die traditie van alledaagse werkelijkheid, verschoont van verhevenheid of diepzinnigheid is het gedicht ‘Take it easy’ uit haar bundel ‘Geen bloemen Geen bezoek‘ uit 1968

.

Take it easy

.

Je moet poëzie nemen
Zoals je de tram neemt
(een bewegende inhoudsmaat
waar iedereen iedereen
en alles alles aanstoot)
.
geen middel tot vervoering
maar middel van vervoer
(op weg naar iets
om maar eens iets te noemen)
en nog niet eens zo bijster
comfortabel.

.

Ja

K. Schippers

.

Vandaag is het weer eens tijd voor een liefdesgedicht. Dit keer het gedicht ‘Ja’ van K. Schippers (1936-2021) uit zijn bundel ‘Een leeuwerik boven een weiland’ uit 1980.

.

Ja

.

Ik heb je lief zoals je soms

gelijk een gouden zomerdag bent

nee nee nee

ik heb je lief zoals je bent

nee nee

ik heb je lief zoals

nee

ik heb je lief

.

Mysterie

Martin Bril

.

Vandaag voor mijn boekenkast gaan staan en met mijn ogen dicht van de bovenste plan dit keer, een dichtbundel gepakt. Het was de bundel ‘Minder is meer‘ verzamelde gedichten van schrijver, dichter en columnist Martin Bril (1959-2009) dat werd uitgegeven door Prometheus in 2011.

Deze bundel op een willekeurige pagina opengeslagen, en daar op pagina 28 staat het gedicht ‘Mysterie’. Een gedicht in de rubriek ‘dichters over dichters’.

.

Mysterie

.

Het schijnt dat K. Schippers

Eens wakker werd

En een compleet

Gedicht van een collega

Had gedroomd

.

Een nieuw gedicht

En ook nog van

Een dode dichter

.

Theo Thijssenprijs 2024

Edward van de Vendel

.

Deze maand kreeg Edward van de Vendel (1964) de Theo Thijssenprijs 2024, met als ik het juryrapport mag geloven en waarom zou ik dat niet doen, unanieme stem. De Theo Thijssenprijs is een Nederlandse literatuurprijs die wordt toegekend aan een schrijver van oorspronkelijk Nederlandstalige jeugd- of kinderliteratuur.

In 1996 debuteerde Van de Vendel met de dichtbundel ‘Betrap me’ waarna hij een bewerking schreef van de Gysbrecht van Aemstel, gevolgd door de jongerenroman ‘De dagen van bluegrassliefde’. Van de Vendel schrijft ook toneel, non-fictie en liedteksten en teksten voor prentenboeken. Een all round schrijver en dichter kortom.

Zijn werk is onder andere vertaald in het Duits, Spaans, Frans, Italiaans, Noors, Deens, Chinees, Portugees en Georgisch. Zijn prijzenkast is inmiddels zo lang (met onder andere meerdere Zilveren Griffels en Gouden Zoenen en twee nominaties voor de Hans Christian Andersen Award) dat je je afvraagt waarom hij de Theo Thijssenprijs niet eerder heeft gekregen. Dit jaar kreeg hij eerder al de Gouden Poëziemedaille voor de dichtbundel ‘Gelukkig en blij’.

Het juryrapport stelt: Van de Vendel verstaat de kunst van het kijken. Het bijzondere ligt namelijk voor het oprapen, als je het maar wilt zien. Daarmee staat hij in de traditie van dichters als Jan Hanlo of K. Schippers. Ook de taal van Van de Vendel straalt vaak die voor-het-eerst-heid uit, met nieuwe woorden, originele beelden en fonkelende dialogen.

In het bundeltje dat werd uitgereikt tijdens de uitreiking van de Theo Thijssenprijs en waar ik van Marianne (van MUGzine) een exemplaar kreeg, staat, in het dankwoord van Van de Vendel (uiteraard zou ik bijna zeggen) ook een gedicht. Het gedicht is getiteld ‘Wat je moet doen als je moeder huilt’ en komt uit de bundel ‘Wat je moet doen als je over een nijlpaard struikelt’ uit 2019.

.

Wat je moet doen als je moeder huilt
.
Ga
naast haar zitten,
tegen haar aan geschoven:
je armen van onder tot boven
dicht op die van haar.
Laat het praten maar aan vaders over,
aan vriendinnen en aan zussen,
en je hoeft de tranen ook niet
van haar slapen af te kussen,
je hoeft niets te begrijpen,
niets te vragen.
Je hoeft haar alleen maar te schragen –
schragen, dat betekent dus steunen,
met je lichaam dus.
Als ze voelt dat ze eventjes op je mag leunen
spoelt er een beetje gedoe
uit haar hoofd.
Hoe?
Dat doet er niet toe.
Iets met draagkrachtverschuiving
en onverwachte aandachtshydrauliek,
Maar de precieze mechaniek
maakt jou en je moeder natuurlijk
niets uit:
je zit huid aan huid
en je merkt
na een fijne, zachte tijd
dat het werkt.
Mama giet eindelijk
geen verdriet meer op de dingen
en buiten begint de zon
Griekse liedjes te zingen.

.

U begrijpt mij niet

Armando

.

Armando (pseudoniem van Herman Dirk van Dodeweerd) wordt gerekend tot de beweging van de Zestigers. Met de Zestigers wordt een literaire beweging in Nederland uit de jaren zestig aangeduid. Na de vrije opvattingen van de literaire beweging de Vijftigers, predikten zij een nieuw realisme. De belangrijkste vertegenwoordigers hadden zich geschaard rond het tijdschrift Gard Sivik en De Nieuwe Stijl en het Amsterdamse tijdschrift Barbarber.

De belangrijkste vertegenwoordigers van de Zestigers zijn aan de ene kant  Armando, Hans Verhagen, Cor Vaandrager en Hans Sleutelaar (rond Gard Sivik en De Nieuwe Stijl) en aan de andere kant K. Schippers en J. Bernlef (rond Barbarber). Het centrale kenmerk van de Zestigers is dat zij de kloof tussen de kunst en de rest van het leven wilden opheffen. Ze wilden het Leven zelf weergeven door middel van menselijke ‘dokumentjes’ als een schaakdiagram of een boodschappenlijstje ( in die zin zou je Jules Deelder ook onder deze beweging kunnen scharen). Een favoriet genre van de Zestigers was dan ook de ready made. En hoewel ik een liefhebber ben van de ready made is het dit keer niet de reden dat ik bij een gedicht stil blijf staan.

Want in de bundel ‘Verzamelde gedichten’ van Armando uit 1999 las ik het gedicht ‘U begrijpt mij niet’. En met name de derde en de vierde zin deden mij even stoppen met verder lezen. Want dat is precies wat er momenteel in de politiek en het kabinet gebeurt. Er wordt ons verteld dat er een vijand is en dat we een vijand nodig hebben (asielzoekers). En hoewel dit gedicht daar natuurlijk niet over gaat las ik het erin. Dat is was goede poëzie vermag.

.

u begrijpt mij niet

.

u begrijpt mij niet wij vochten tegen
een vijand een vijand begrijp mij toch
ons werd verteld dat er een vijand was
ja we hadden een vijand nodig
.
u begrijpt mij niet u begrijpt niet
dat er oorlog was ik was degene van toen

.

 

Naar zee

Dag 7: K. Schippers

.

Geen rubriek vakantiegedichten zonder de zee. K. Schippers (1936-2021) schreef er een interessant gedicht over in de bundel ‘Een leeuwerik boven een weiland’ uit 1996.

.

Naar zee

.

Twaalf zomersproeten telde ik op het gezicht
van de jongen die mij iets vertelde
over de kleurige kustplaats
die ik spoedig zou zien
mijn reis ging erheen
De bomen waren daar zeer groen
de lucht vol merkwaardige vogels
de snavel iets te groot voor het kopje
maar dat was wel charmant
ook om te zien
hoe hun grijze kleur
mooi afstak bij wat blauw daartussen
of andersom
en hun geluid was zo
dat je haast zou zeggen:
ze zingen
Ik reisde opgewekt verder
vooral toen een dag later
een dronken man mij zei
dat de kustplaats
de moeite van de reis waard was
De bomen waren er zeer groen
en de lucht vol merkwaardige vogels
de snavel iets te groot voor het kopje
maar dat was wel charmant
ook om te zien
hoe de grijze kleur
mooi afstak bij wat paars daartussen
of andersom
en hun geluid was zo
dat je haast zou zeggen:
ze zingen
Kinderen en dronken mensen
zeggen de waarheid
de lezer en ik
wij weten nu beiden
de waarheid verschilt van kleur
.

Opruimen

Poëziekalender

.

Als je zoals ik in een huis woont waar je niet beschikt over een eigen bibliotheek (of kamer die daarvoor door zou kunnen gaan) moet je gewoon regelmatig opruimen. En omdat er steeds nieuwe poëziebundels bij komen, moet daarvoor plaats gemaakt worden. Ik kwam in een stapel dichtbundels de Plint poëziekalender 2021 tegen. Een kalender met poëzie & meesterwerken uit het Rijksmuseum. Dat wil zeggen fragmenten van schilderijen uit het rijksmuseum waarbij je wel een beschrijving nodig hebt omdat het om wel erg kleine fragmenten van schilderijen gaat.

Maar de kalender staat vol poëzie van mij (zeer) bekende en soms ook wat onbekendere dichters. Op 29 januari (vandaag dus) drie jaar geleden, staat er een gedicht van K. Schippers getiteld ‘Benn’s rhythm in 3/6′ op de kalender. Een ‘gedicht’ in een bijzondere vorm. Eigenlijk meer een cijfergedicht dan een woordengedicht. Het komt uit zijn bundel ‘Fijn dat u luistert’ uit 2014.

.

Benn’s rhythm in 3/6

.

1                    4                    7

2                    5                    8

3                    6                    9

–                     –                     –

6               1+5=6           2+4=6

.

10                   13                   16

11                    14                   17

12                    15                   18

–                       –                      –

3=3=6       4+2=6            5+1=6

.

19

20

21

6+0=6

7×6=4+2=6

.

Twee keer het Park

Dubbel-gedicht

.

Vandaag een dubbel-gedicht over het  (Vondel)park.

Het eerste gedicht is getiteld ‘In het park’ en is van K. Schippers (1936 – 2021). Het komt uit de bundel ‘Amsterdam’ de stad in gedichten uit 2001. Het tweede gedicht (een sonnet) is getiteld ‘Een stadsmuseum’ en is van Max Dendermonde (1919-2004) en is genomen uit de bundel ‘Ik geef jou een gedicht of wat’ 101 lichte sonnetten om langzaam te lezen uit 1987.

.

In het park

.

Niet de agent met de fiets

hij staat bij het blauwe theehuis

niet de man bij de vijver

wat hij ziet weet ik niet

ook niet de vrouw met de kinderwagen

die in deze richting loopt

maar de oude man op de bank

en ik op de andere bank

wij kijken beide

hoe mijn tapijt van broodkruimels

een tapijt van mussen wordt

.

Een stadsmuseum

.

Handhaaft arcadia hier zijn klassieke rechten?

Vroeg in de morgen, nu vogels hun dictatuur

voor korte tijd over de gladde vijvers leggen,

is alles nog archaïsch, tijdloos van duur.

.

De atmosfeer is hier een eeuw gelijk gebleven,

anders dan in de stad, waar alles stroomt en woelt:

elke decade opnieuw een modern soort leven.

Geen houvast meer in stijl, denken, bestaansgevoel.

.

Met innovaties en het onvoorziene doende,

vormen wij een niet te doorgronden maatschappij:

wat vandaag is, is morgen niet, het gaat voorbij.

.

In dit burgergroene Vondelpark daarentegen

is de beleving godlof als vanouds gebleven:

democratisch stadsmuseum van de seizoenen.

.

Witte handschoenen

K. Schippers

.

In 2014 kwam van K. Schippers (1936-2021) de bundel ‘Fijn dat u luistert’ uit. Literair weblog Tzum schreef over de poëzie van Schippers: In het gros van zijn gedichten komt de opzet en inhoud als simpel naar voren, maar daarachter gaat een wereld aan ideeën schuil. Lezend in deze bundel moest ik hieraan denken. Wanneer ik schrijf over een gedicht of een bundel is dat wanneer ik een aanleiding in het dagelijkse leven heb en dan aan een specifiek gedicht of bundel moet denken, of wanneer ik een bundel lees en dan naar aanleiding van een gedicht in die bundel moet denken aan een gebeurtenis of onderwerp. Bij het gedicht ‘Witte handschoenen’ rijst de vraag of schoonheid van vroeger meer waard is dan schoonheid van nu? Maar er is meer.

In het geval van ‘Fijn dat u luistert’ was er eerst de bundel. Lezend in deze bundel blijft mijn oog en aandacht dus hangen bij het gedicht ‘Witte handschoenen’. De reden is dat in dit gedicht iets wordt gedaan wat zogenaamd niet mag of kan; een tekening aanpakken zonder witte stoffen handschoenen. Je ziet het wel vaker in documentaires of in films of op televisie dat oude, fragiele maar ook minder fragiele tekeningen, boeken of prenten ter behandschoende hand worden genomen. De reden van de handschoen was volgens mij dat de blote handen chemicaliën zouden kunnen bevatten of zweet of belangrijker nog: schimmelsporen, en dat daardoor het papier aangetast zou kunnen worden.

Op de website van het Zeeuws archief lees ik dat de handschoenen daar in de ban zijn gedaan. Want: “ook hier is het de ervaring dat ze meer schade toebrengen dan dat ze het stuk beschermen. De bezoeker kan het papier niet goed vasthouden en ze passen vaak bijzonder slecht. Het risico op onder meer scheuren en kreukels is dan erg groot. Het werkt een stuk veiliger met schone en droge handen.”

Een kort onderzoekje op internet wijst uit dat de witte handschoenen steeds vaker als vooral lastig en overbodig worden gezien, en dat de handen goed wassen voor het aanpakken van oude manuscripten, prenten en papier, meer dan voldoende bescherming is. Dat soort gedachten heb ik dan en daardoor wordt zo’n gedicht van K. Schippers alleen maar meer waard voor mij.

.

Witte handschoenen

.

In de British Library mogen we prenten

bekijken, zorgvuldig, met witte

handschoenen aan, dat wel.

.

De conservator is even weg, komt terug

met een tekening van een vrouw, geloken

ogen, het haar opgestoken.

.

Hij legt het model uit de zeventiende eeuw

neer voor een studente. Ze draait haar

handen om zo van ‘handschoenen’?

.

Hij knikt van ‘laat maar’. Ze mag alles

aanraken, is nog mooier dan de schoonheid

uit de zeventiende eeuw.

.

Dag negentien

Vakantiegedicht

.

Dichter K. Schippers (1936-2021) schreef een gedicht dat je zomaar liggend op het strand op je vakantieadres zou kunnen voordragen, en alle omliggenden zouden je begrijpen. Het gedicht ‘Onder de zeebodem’ verscheen in het literaire tijdschrift Randstad uit 1964.

.

Onder de zeebodem

.

Boven de hemel zit de hemel

boven de wolken zit de hemel

ook boven deze wolken

.

Boven de wolken zitten de wolken

boven het zeewater zitten de wolken

ook boven dit zeewater

.

Boven het zeewater zit het zeewater

boven de zeebodem zit het zeewater

ook boven deze zeebodem

.

Boven de zeebodem zit de zeebodem

.