Site-archief
Geen uitweg
Ewa Lipska
.
Ewa Lipska (1945) is een Pools dichter, columnist. Daarnaast was ze redacteur van de poëzie sectie Literaire uitgeverij (1970-1980), directeur van het Pools Instituut in Wenen (1995-1997), lid van de Poolse en de Oostenrijkse PEN Club, stichtend lid van de Vereniging van Poolse Schrijvers (1989) en lid van de Poolse Academie van Wetenschappen.
In 1967 debuteerde ze met de bundel ‘Gedichten’ en sinds die tijd publiceerde ze vele bundels, won ze vele literaire prijzen en was ze regelmatig te zien en te horen op literaire festivals in Europa en de Verenigde Staten. Daarnaast werden veel van haar teksten op muziek gezet. In vertaling van Esselien ’t Hart hier het gedicht ‘Geen uitweg’ uit 1990.
.
Geen uitweg
.
Dit is dat hotel. Deze kamer.
Het bed waarin zij hebben geslapen.
De roze magnolia’s hangen nog in de kast.
Zij hebben bijna de hele stad met liefde besmet.
Mensen vielen elkaar in de armen.
Meisjes hingen mannen om de hals
als namaaksieraden.
In de wisselkantoren
werden kussen gewisseld.
Men stierf niet meer.
De lijkwagen vervoerde pasgehuwden.
Ambtenaren lazen de gedichten van Ronsard.
Censors schrapten de horizon.
Corrigeerden het uitzicht uit het raam.
Midden op het marktplein werd
Feest der liefde van Watteau opgehangen.
Uit luidsprekers klonken
de liederen uit Dichterliebe van Schumann.
De dieren kregen vleugels aangemeten
in de vorm van harten.
De terreur der liefde regeerde het stadje.
Weigeraars werden in de afgrond gestort.
Was het mogelijk dat zij niet wilde liefhebben?
Iemand trachtte een rede te houden maar het sloeg nergens op.
Een ander had een misdaad op het puntje van zijn tong.
De ratten verlieten massaal de stad
zonder om te kijken naar het vuurwerk.
Men danste juist op het verplichte bal.
En alleen zij wisten al dat
een stap vooruit de dood betekende
en een stap achteruit slechts moord.
.
Lili Marleen
Gerrit Krol
.
Gerrit Krol (1934 – 2013) was schrijver,dichter en essayist met een groot oeuvre van meer dan 50 romans, dichtbundels en novelles. Hij kreeg voor zijn werk verschillende literaire prijzen en hij bekleedde een eredoctoraat aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. In 1961 debuteerde hij met gedichten in het literaire tijdschrift Hollands Weekblad en in 1962 verscheen zijn roman ‘De rokken van Joy Scheepmaker’.
Vanuit zijn bèta achtergrond (hij studeerde wiskunde en werkte als computerprogrammeur) ontwikkelde Krol een heel eigen schrijfstijl. Hoewel hij niet veel poëziebundels publiceerde wordt zijn werk als dichter erg gewaardeerd.
Uit: ‘Het komt allemaal goed’ uit 2005 het gedicht ‘Lili Marleen’.
.
Lili Marleen
.
Het zijn de vrouwen die de mannen baren.
.
Of: hoe men de geslachten onderscheiden kan.
.
Op een stoel zit hij, wijdbeens,
maar niet lang, een
toegeworpen appel brengt
zijn benen bij elkaar – vangt
de vrouw door haar benen te spreiden
in haar rok, die wijdheid is haar gegeven.
.
De pantalon staat strak
gespannen van speld tot speld.
Dat kledingstuk is werkelijk om te zoenen.
.
Maar wie weet wat er gebeurt, in het algemeen?
.
De appel bewaard in haar schoot
is geen appel, maar
een blik soldaten,
die marcheren, een blik soldaten,
die zingen van die Laterne,
zingen van Lili Marleen.
.
Voor later
A. Roland Holst
.
Al eerder schreef ik over één van Neerlands grootste dichters Adriaan Roland Holst of zoals hij beter bekend is A. Roland Holst (1888- 1976). Roland Holst schreef vele poëziebundels en kreeg voor zijn werk menig literaire prijs. Zijn omvangrijke oeuvre wordt gekenmerkt door een eigen, plechtige stijl en rijke symboliek.
In 1971 verscheen bij Bert Bakker en C.A.J. van Dishoeck de dundrukbundel ‘Verzamelde gedichten’ met werken uit 14 van zijn bundels (van 1911 tot 1968) aangevuld met verspreide gedichten. Een prachtige bundel van 858 pagina’s.
Uit deze bundel het gedicht ‘Voor later’ dat oorspronkelijk verscheen in zijn debuutbundel ‘Verzen’ uit 1911 als opmaat voor de komende week waarin ik liefdesgedichten centraal zal stellen op dit blog.
.
Voor later
.
‘k Geef nu aan jou mijn vreugd, mijn leed en
mijn schemergouden dromenschat,
opdat je later nog zal weten
hoe ik je eens heb liefgehad.
.
Later, als al dit schoon voorbij is,
want tijd neemt liefde, vreugde, smart –
als elk van ons weer droef en blij is
dicht aan een nieuw gevonden hart,
.
dan zal ineens alles vervagen
bij ’t zien van dit vergeten blad;
je zal weer dromen van de dagen
toen we in elkanders ogen zagen,
toen ik je zo heb liefgehad.
.
Prijzen!
Anneke Brassinga
.
Ik lees toch al jarenlang veel poëzie, lees nog meer over poëzie en dichters hebben mijn onverdeelde interesse. En toch blijven er nog namen van dichters ophoog komen waar ik tot mijn grote schande nog nooit van gehoord heb en die toch een enorme staat van dienst blijken te hebben. Anneke Brassinga (1948) is zo iemand. Vandaag werd bekend dat zij de P.C. Hooftprijs krijgt voor haar gehele oeuvre. Deze oeuvreprijs is dit jaar voor poëzie en in het juryrapport staat waarom:
‘Wie de gedichten van Anneke Brassinga leest, stapt binnen in een geestverruimend heelal van taal. In elk gedicht openen zich onvermoede vergezichten van zeggingskracht. De taal wordt omgekeerd, uitgekleed en weer opnieuw uitgedost totdat alle registers die er ooit in voorgekomen zijn weer meedoen. Deze dichter is werkelijk overal geweest, in talloze literaturen, tradities en milieus, van academie tot markt, straat en kroeg. Met kennelijk genot (her)gebruikt Brassinga bijna vergeten of in onbruik geraakte woorden, die in haar gedichten opnieuw worden geproefd en gesmaakt. De liefde voor de onuitputtelijke mogelijkheden van taal in poëzie is de constante van haar werk.’
De jury bestond overigens uit Wim Brands, Rozalie Hirs, Anja de Feijter, Erik Lindner en Maaike Meijer. Anneke Brassinga is behalve dichter ook prozaschrijfster en vertaler. Ze werd vooral bekend door haar vertalingen van dichters als Oscar Wilde, Jules Verne, Sylvia Plath en Vladimir Nabokov. Voor de vertaling van de laatste kreeg ze de Martinus Nijhoffprijs die ze weigerde omdat een groot aantal vertalers werd geboycot door de jury.
In de loop der jaren zijn al vele belangrijke literaire prijzen aan haar toegekend zoals de Ida Gerhardtprijs, de VSB Poëzieprijs, de Herman Gorterprijs en de Constantijn Huygensprijs.
Uit de bundel ‘Aurora’ uit 1987 het gedicht ‘Liefdeslied’.
.
Liefdeslied
Als hij lacht dan sneeuwt het rozen
zijn wenkbrauw is een dennenbos
of brandnetels, wuivend in de wind.
Als hij lacht dan sneeuwt het rozen,
ik heb hem lief, ik ben zijn kind.
Zijn oor een vat vol fluistering,
het fluistert er vol rozen
en honinggeur hangt in zijn haar,
zijn hand, een korenaar.
Het sneeuwt, als hij lacht, vol rozen.
In een zwerm vlinders wandelt hij
aan mijn zij, tussen berken.
De vlinders aaien de rozen,
ik aai zijn korenaar
als een vlinder sneeuwt hij rozen.
.
Met dank aan Wikipedia en gedichten.nl
Een winter aan zee
A. Roland Holst
.
Vandaag uit mijn boekenkast de bundel ‘Een winter aan zee’ van A. Roland Holst. Van Roland Holst hoor je niet meer zoveel maar ik weet dat hij nog steeds veel bewonderaars heeft. Roland Holst (1888 – 1976) heeft een omvangrijk oeuvre nagelaten wat zich kenmerkt door een eigen, plechtige stijl vol symboliek. Roland Holst komt uit een beroemde familie, zo was zijn oom Richard Roland Holst een belangrijk beeldend kunstenaar en zijn tante (de vrouw van Richard) de nog veel bekendere dichteres en schrijfster Henriette Roland Holst.
Adriaan Roland Holst ontving voor zijn werk vele literaire prijzen waaronder de Prijs der Nederlandse letteren, de Constantijn Huygensprijs, de P.C. Hooft-prijs en de poëzieprijs van de gemeente Amsterdam (tweemaal). Hij publiceerde bij leven meer dan 40 bundels waarvan ‘Een winter aan zee’ in mijn bezit is. Deze bundel werd gepubliceerd in 1975 bij uitgeverij Bert Bakker in Den Haag. Uit deze bundel twee gedichten zonder titel.
.
Soms heerst in een duinkom
omtrent vroeg vallend donker
een zwijge’ als van rondom
daar wachtenden. De eenzame
die, in zichzelf verzonken,
daar binnenkomt, vertraagt
zijn pas, door wat geen namen
benoemen thans belaagd.
.
Dit is de plek: wantrouwen
ontzenuwt hier den moed
tot inkeer: in dit nauwe
duindal komt het wel voor,
dat men zichzelf ontmoet,
en aanziet, en moet lezen
in de andre blik. Dit oord
suizelt van angst en vrezen.
.











